DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Schaakrubriek.
Mf
n
m
hP
mJffJSfm
Damrubriek.
IP
m
SP
IP
m
11
il
11
m
p
No. 78
Honderd en vflftiende Jaargang.
1918
ZATERDAG 5 APRIL.
mn
j§j
m
m
m
JÉ
üf
ém
in
ill
Jll
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
BINNENLAND.
M 1
f i
mm
9
im
H!
HP
mm
Él!
STADSNIEUWS.
VERHURING VAN GEMEENTE-WATER.
bij
in
tot
be-
Gemengd nieuws.
UIT HEER HUGO WAARD.
In de gistermiddag gehouden voltallige raadsver
gadering werden na opening door den voorzitter de
notulen der vorige vergadering gelezen en onveran
der vastgesteld.
In verband met de notulen deelde de voorzitter me
de, dat bericht was ingekomen, dat het Kabelpad be
hoort aan den polder Heerhugowaard.
Den-27 Maart had opname van boeken en kas
den gemeente-ontvanger plaats gehad, alles werd
orde bevonden, in kas was 5268.05%.
Bericht was ingekomen, dat van de commissie
wering van schoolverzuim voor school I en II
lioemd was tot voorzitter de heer Met, tot secretaris
de heer Molenaar.
De ontvanger van Schermerhorn zond 3 Maart
1.28 aan den gemeente-ontvanger, de betaalmeester
te Alkmaar den 31 Maart 2656.50.
Bericht was ingekomen, dat de rijksbijdrage in de
kosten van het lager onderwijs bepaald is op 7050.
Door Ged. Staten was goedgekeurd het besluit be
treffende de verordening der onderwijzers-jaarwedden
en het ervol ontslag van den onderwijzer Wilbrink.
Event Is de vorige stukken, werd ook 't verslag om
trent het herhalingsonderwijs aan school 4 voor ken
nisgeving aangenomen.
Hoewel het reglement van het Burgerlijk Armbe
stuur nog niet was goedgekeurd, hetgeen echter bin
nenkort wel zal geschieden, werd overeenkomstig het
voorstel van den voorzitter besloten over te gaan tot
de benoeming van drie nieuwe Armvoogden (het ge
tal wordt van twee op vijf gebracht). Door B. en W.
waren 3 voordrachten opgemaakt, resp. als volgt:
1. P. Bakker, H. Koelemeij; 2. A. Groenland, H.
Overtoom; 3. C. Kroon, K. Slotemaker.
Allereerst werden de tegenwoordige Armvoogden,
de heeren C. den Hartig en A. Steur herkozen. Ge
kozen werden daarna de heeren Bakker, Groenland en
Kroon.
De heer Plevier bracht de vergoeding voor de werk
zaamheden der Armvoogden ter sprake. B. en W. had
den hierover nog' niet van gedachten gewisseld.
De heer Met, er op wijzend dat de beide Armvoog
een nieuwen rijksveldwachter aan te stelle'n. Hierna
werd met algemeene stemmen overeenkomstig het
voorstel des heeren de Boer besloten.
Nadat nog eenige punten van ondergeschikten aard
ter sprake waren gebracht, werd de openbare vergade
ring gesloten en ging de Raad over in comité, ter be
handeling van het kohier H. O.
No. 387.
Mat in 2 zetten.
Oplossingen worden binnen 3 weken ingewacht aan
het bureau van dit blad.
Wij zullen thans de namen der goede oplossers van
de problemen, welke wij ter herinnering aan den heer
Van Eelde plaatsten, mededeelen. Maar eerst willen
we nog even verklaren, dat de zes herinneringsproble
men de welwillende lezer van deze rubriek zal be
grepen hebben, dat er den vorigen keer abusievelijk
herinneringsprobleem no. 8 boven het diagram heeft
gestaan door den heer Van Eelde vroeger met een
vriend uit aardigheid zijn samengesteld. Die vriend
schreef ons
Op 'n ochtend kwam als naar gewoonte op zijn drie
wieler de bij ons allen welbekende heer van Eelde bij
mij aanrijden. De steeds zoo opgeruimde, gemoedelij
ke man beefde van toorn, en zeide de handelingen
den thans elk 75 krijgen, zou het met 't oog op de van een zekerenniet te kunnen verkloppen.
Wat was het geval? Eene zich noemende probleem
componist had de laakbare handeling begaan om pro
blemen, door een ander gecomponeerd, in spiegelbeeld
uit te geven en het laten voorkomen alsof zij door
hem zelf vervaardigd waren. Vroeger was die zelfde
meerdere werkzaamheden, gewenscht vinden, aan den
administreerenden Armvoogd* 200 toe te kennen.
De heer Molenaar oordeelde 150 voldoende.
De heer Plevier wilde een vaste som uittrekken en
de regeling dan aan de Armvoogden overlaten.
De voorzitter stelde voor, voor de administratieve persoon om dergelijke handeling reeds gedisqualifi-
werkzaamheden 150 beschikbaar te stellen en dan ceerd, doch werd na eenigen tijd. weer toegelaten on-
de Armvoogden, behalve aan hen, die de administratie der belofte, dat hij zich niet meer aan zooiets schuldig
waarnemen, 1.50 presentiegeld te geven per verga- j zou maken. Dit had de boosheid van den heer van
dering. Eelde opgewekt en ik zag geen kans hem op dat
De heer Met trok zijn voorstel om 200 uit te trek- oogenblik te kalmeeren; daar ik echter wist dat het
ken I schaakbord, en vooral wanneer er problemen op gezet
De wenschelijkheid werd daarna door den Raad uit- j werden, hem van alles afleidde, wat er buiten het bord
gesproken, dat den leden van het Armbestuur presen- was, haalde ik het schaakbord voor den dag en liet
tiegeld wordt uitgekeerd. mÜ daarop eens uitleggen hoe de vork in den steel
Na eenige discussie werd overeenkomstig het voor- 'l zat. Deze truc gelukte volkomen, hij haalde zijn pro-
stel van den voorzitter besloten. bleemboek er bij en begon mij uit te leggen. Het
De wijziging van de politie-verordening was daarna scheen, of ik het niet goed begrijpen kon, zoodat hij
aan de o"rde. De voorzitter wees er op, dat van 't na- l eerst na veel moeite er in slaagde mij de zaak duide-
jaar 80 aan straatschrobben werd besteed, wat voor Uik te maken. Hij snapte op dat oogenblik mijn stom
een paar dagen wel wat veel is. 't Zou goed zijn in j miteit niet, maar hij kalmeerde en dat was de_ hoofd-
den nazomer, wanneer het heel smerig is, op order zaak. Hij werd de oude weer en dat viel hieruit af te
van B. en W. te laten rondzeggen, dat de straat gerei- leiden dat, toen ik hem nog iets doms vroeg, hij eens-
nigd moet worden langs de gebouwde en ongebouwde klaps tegen mij zei.een klein woordje, dat met
eigendommen door de eigenaren. »st" begint en met „ik" eindigt.
De heer Pool meende," dat een dergelijke regéling 3 ,Ik heb> omdat hij mij het kunstje zoo dapper heeft
niet zeer in den smaak van de burgerij zou vallen. jj uitgelegd, gemeend die als problemen-herinnering te
Ka nog eenige discussie werd door den Ü--J 1 w Hp
Raad met
algemeene stemmen de wenschelijkheid uitgesproken
een bepaling, als door den voorzitter bedoeld, in het
leven te roepen.
Daar er niet veel benoodigd zijn, werd op voorstel
moeten aanbieden, het zijn de spiegelbeelden van de
door hem eens gecomponeerde problemen, gelijk door
enkele inzenders is opgemerkt.
Als goede oplossers is het ons aangenaam te mogen
vermelden de heeren: P. Bakker te Amsterdam, J.
van B. en V. besloten, dit jaar bij uitzondering de le- Balder te Harderwijk, P. J. Boom, F. Böttger, 0.
vering van leermiddelen voor de scholen niet aan te Brouwer, J. W. Be Comte 's-Gravenhage J. Deuze-
besteden, maar deze bij een 'paar firma's aan te koo- f man, Frederiksoord, G. van Dort, Leusden, mr. Oh.
pen. f Enschedé en P. Fabriek te Haarlem, G. Imhülsen,
De voorzitter deelde daarna mede, dat de school bij Jos. de Koning te Amsterdam, M. Korteling te De
het Gemeentehuis niet aan de wettelijke voorschriften
voldoet, den schoolopziener zijn reeds plannen tot
verbetering voorgelegd door den gemeente-opzichter,
maar over een en ander kon men 't niet eens worden.
De ramen en privaten der school zijn niet in orde.
Ook bij de andere scholen is niet alles zooals het we
zen moet. Zoo hapert het bij school 4 ook aan de pri
vaten. Den Raad werd daarom voorgesteld B. en W.
een blanco crediet te verleenen, om de schoolgebou
wen in overeenstemming met de Wet te krijgen. Dit
werd door den Raad toegestaan.
Bij de rondvraag bracht de heer de Boer ter sprake,
hetgeen Zondag den gemeente-veldwachter Haster
overkomen was en vroeg in verband hiermede of het
niet gewenscht zou zijn te Heer Hugowaard een rijks
veldwachter gestationneerd te krijgen, om den ge
meente-veldwachter te assisteeren.
Het bleek, dat eenige leden niet wisten, wat ge
beurd was.
De voorzitter zeide, dat Zondag een onregelmatig
heid had plaats gehad. Bij Bloothoofd was een zang
uitvoering zonder bal, welke ordelijk verliep.' Haster
ging even na elf uur naar huis. Bij de Hengstman
werd het hem echter door eenige belhamels zeer lastig
gemaakt, Haster is bij Wonder in huis gegaan en door
eenige personen begeleid naar zijn woning gebracht.
De heer de Boer stelde hierna voor, pogingen in het
werk te. stellen om een rijks-veldwachter gestation
neerd te krijgen.
De heer Met zei het, voorstel gedaan te zullen heb
ben, indien de heer de Boer dit niet gedaan had, de
gemeente is te groot voor één man om te beloopen.
Een groot offer zal de stationneering van een rijks
veldwachter voor een gemeente niet meebrengen.
De voorzitter zeide, dat de quaestie van een wo
ning de hoofdzaak is, het salaris wordt gewoonlijk
door het Rijk betaald.
De heer Schilder drong aan op aanhouding, hetgeen
de voorzitter, gehoord de discussie, niet wenschelijk
oordeelde, daar de brigadier-majoor hem te verstaan
gegeven had, dat het in de bedoeling ligt, binnenkort
venter, J. Reeser te Voorburg, S. te S., BI. Sjoers, J.
Vijzelaar te 's-Gravenhage, C. Visser, Reinier PI. de
Waard te Utrecht, H. Weenink te Amsterdam.
Zooals men ziet zijn alle getrouwen op het appèl
verschenen. Van harte hopen wij hun oplossingen te
mogen blijven ontvangen.
De oplossingen van de 6 problemen zijn aldus:
N" 379. Herinnering 1P. f3e5.
FT 380. Herinnering 2D. a4 a6.
FT 381. Herinnering 3D a3 a2.
FT 382. Herinnering 4K elf2.
N 383. Herinnering 5D a8 a4.
FT 384. Herinnering 6D f4 h6.
AAFT DE DAMMERS!
Met dank voor de ontvangen oplossingen van pro
bleem 228 (auteur Raymond).
Stand.
Zw. 2, 6, 9, 10, 13, 18, 19, 23, 24, 29, 30, 35, 36, 40.
W. 16, 17, 22, 27, 28, 31, 32, 38, 39, 44, 47/50.
Oplossing.
1.
47—41
1.
36 47
2.
16—11
2.
47 33
3.
11—7
3.
2 11
4.
17—12
4.
18 7
5.
39—34
5.
30 39
6.
49—43
6.
40 38
7.
32 34
7.
23 21
8.
34 3
8.
33 17
9.
31—27
9.
21 32
10.
3:1!!
Een zeer fraaie ontleding.
Goede opl. ontvingen wij van de heeren
C. Betlem Jr., G. Cloeck, D. Gerling, J. Houtkoo-
per, J. K., G. van Nieuwkuyk te Alkmaar, S, Homan
te Wijde Wormer en H. E. Lantinga te Haarlem.
Van probleem 227 ontvingen wij nog een goede opl.
van J. P. de R. te Alkmaar.
Partij VAFT WAGENIFTGENDE HAAS.
(Vervolg). (Zie rubriek 22 en 29 Maart.)
Stand na den 38sten zet van wit:
Zwart: 3, 8, 9, 12, 13, 16, 17, 20, 21.
Wit: 23, 28, 33, 36, 37, 38, 43, 48, 49.
38. 20—25
Juist gezien. 2024 doet schijnbaar een schijf win
nen. De afruil van wit was echter fijn berekend. Na
2420 speelt wit 2319Tracht zwart nu met 24
30 de witte schijf te vangen, dan vervolgt wit met 19
14, 2822 en 43 14. Wel kan zw.art in plaats van
2430 nog 1218, 1823 en 13 35 spelen, maar dat
geeft eer zwakker dan beter spel.
39. 43—39.
Wit kan nog steeds niet 3832, wegens 1218 en
21—26.
3329 zou het midden verzwakken.
39. 9—14.
Om de witte schijf 23 alle vrijheid te ontnemen.
40. 4944
3631 spelen is fout, daar zwart met 1218, 21—
26 en 16 36 daarna 26—31 naar dam zou gaan.
40. 25—30.
Laat de hoofdstelling onaangetast..
41. 44—40 41. 3035
42. 48—43.
Beide spelers verkeerden hier in tijdnood. Wit
waagt niet 4034, want op 1318 van zwart zou hij
3329 moeten spelen, wat er niet solide uitziet.
De tekstzet geeft wit ruimer spel.
42. 35 44
43. 39 50 43. 21—26
44. 5044 44. 1319het beste.
Op 1721 antwoordt wit 3631.
Op 1318 geeft de afruil wit een sterke schijf op
24.
45. 43—39.
Damslag door 1722 diende natuurlijk belet te
worden.
4439 is zwak daar ze wit noodzaakt als volgende
zet 3329 te spelen, wat een slechte stand geeft.
45. 8—13.
Een laatste bestorming van wits middenstelling.
1924 en 1318 moeten schijf 23 om hals brengen.
46. 4440,
ter verijdeling van zwarts plannen.
46. 17—21.
Houdt 19'24 in reserve.
47. 36—31.
De thans vrijgelaten linkervleugel rukt onmiddel
lijk op om te trachten het centrum nog winnende
kracht te geven.
47. 12—17!
Zeer juist. Bedoelt door afruil met 1722 wit de
illusie te ontnemen.
48. 38—32 48. 17—22
49. 28 17 49. 19 2$
50. 33 22
Uitmuntend. Op 32 23 krijgt zwart winstkans door
1318, 1822 en 1621, wat wit niet kan beletten.
50. 21 12.
Stand na den 50sten zet van zwart:
(Slot volgt).
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 229 van R. ORTIGé (Fr.).
"C
fH
ÉH
lil
Zwart: 3, 6, 8/12, 14, 17/20, 22, 24, 25.
Wit27, 28, 30/35, 37, 40, 42, 44, 45, 47, 50.
Oplossingen vóór of op 10 April bureau van dit
blad.
OPENBARE LEESZAAL EN BOEKERIJ.
Woensdagavond trad voor de leden der vereen, tot
oprichting en instandhouding van een Openbare Lees
zaal en Boekerij in de bovenzaal der Unie als spreker
op de heer J. A. Yerkuyl,'die een lezing hield over
„Critiek."
In een inleiding herinnerde spreker er aan, dat hij
drie jaar geleden op uitnoodiging van het bestuur,
een voordracht had gehouden in dezen kring, met het
doel nog eens in het bijzonder de aandacht te vesti
gen op deze zoo nuttige inrichting in onze stad, te
wijzen op de vele en velerlei werken, die er ter be
schikking van ieder gereed liggen. Hij behandelde
destijds den LIeiloër kring en verklaarde daar wel vol
doening van gehad te hebben. De Camera, de wer
ken van Toussaint bijv. zijn nadien weer door velen
ter hand genomen, haar beeld is sedert geplaatst in
den Hout, ook is het aantal leden (wel veel te wei
nig) toegenomen en ook het aantal lezers groeit.
Óok ditmaal wilde spreker veel aanhalingen uit de
te behandelen schrijvers geven en vooral de boeken
aanwijzen, die ook weer bijna alle in de leeszaal voor
handen zijn. Ieder kan ze daar dus vinden, de leden
kunnen ze zelfs, dank zij de nieuwe vrijgevige bepa
ling van het bestuur, thuis ter lezing krijgen.
Hierna tot de behandeling van zijn onderwerp over
gaande, betoogde de heer Verkuyl, dat critiek over
iets uitbrengen zeggen wileen oordeel over iets uit
spreken. Elk mensch doet dit op zijn beurt (ook wel
eens vóór zijn beurt). We me en en het zelf altijd
bij het rechte eind te hebben en er behoort al heel
wat zelfkennis en menschenwijsheid toe om innerlijk
te willen erkennen, echt-gemeend, dat we de moge
lijkheid niet ontkennen, dat eens anders oordeel even
juist en gegrond kan zijn, althans evenveel recht van
bestaan heeft als 't onze. Op het gebied der kunst
wordt de overgroote veelheid van subjectieve oordeel
vellingen getemperd door onvermogen tot oordeelen
-maar napraten is het mombakkes dat de domheid
voordoet. De Genestet heeft de critiek de objec
tieve mooi uitgebeeld. Aan haar werd door de
Gids in 1837 de taak toegekend, iederen voortgang in
de kunst na te gaan en aan te wijzen en tevens, zoo
mogelijk, terug tehouden op het punt, waar een
scheeve richting zou aanvangen. Wat er voor dien
tijd als critiek was gegeven, was in den regel een
vriendelijk aanprijzen, hoogstens met een bescheiden
opmerking erbij. De critiek ging niet voór,^ maar
volgde den smaak van het lezend publiek. Na 1830
kwam er verandering. Was, volgens Potgieter de
taak der literatuur opbouw van het volkskarakter, die
der critiek was opbouw van die literatuur. Hij was
in „de blauwe beul" den jongeren auteurs inderdaad
tot Gids. Als voorbeeld haalde spreker aan, hoe,_ hof
felijk naar den vorm, waar de celibatair tot een jonge
vrouw van 26 jaar het woord richtte, Potgieter „de
graaf van Devonshire" beoordeelde en hoe haar wer
kelijk talent in hem een betrouwbaren Gids vond. De
geest van Potgieter en van Busken Huet is aan-,
het tijdschrift nadien vreemd geworden.
Na 1870 zocht de kunst nieuwe wegen en stelde de
critiek nieuwe eischen. De Nieuwe Gids (1885) dong
naar de leiding. Tal van citaten van Van Deyssel
werden voorgelezen als staaltjes van de „scheldcri-
tiek" de jaren na '85 hebben geleerd dat deze wijze
van critiseeren niet de ware is. Wel is felheid en
wrevel, broeder-verheerlijking en vijand-afmaking
nog niet verdwenen, maar de scheldtoon, is gelijk met
het meer bezadigd worden der opgewonden jongeling
schap van toen, gedempt en gedoofd. Het kenmerk
van de huidige critiek is: uiting van liefde of haat
of welk daartusschen liggend gevoel ook, op een
mooie manier geuit, Querido, de gevoelsmensch, de
Hollander, wiens naam een zuidelijker afkomst niet
verloochent, is de voorman. Geruimen tijd stond spre
ker stil bij Querido's critiek en die van jonkvr. Anna
de Savornin Lohman up Johan de Meester's Geertje,
van welken roman hij eerst een «duidelijke inhoudsop
gave voorlas. Deze twee uitingen der critiek komen
in flagranten tegenspraak met elkaar. Het verschil
in opvatting berust hierop, dat er in elk kunstwerk
twee factoren aanwezig zijn, die elk op zich zelf weer
klank kunnen vinden bij den lezer, naar de mate van
diens eigen aanleg, aard, kunstzin en inzicht, name
lijk vorm en inhoud. Het oordeel hangt af naar mate
sterker in den lezer ontwikkeld is de kunstenaar of
de moralist. De kunstenaar zegt: l'art pour l'art, de
kunst om de kunst. De moralist daarentegen prijst
een werk niet om hetgeen het wezen zelf der poëzie
uitmaakt uitbeelding, maar slechts dan als het een
edele gedachte verkondigt, of heendrijft tot deugd of
godsvrucht, of geestdrift voor heldendaden wakker
maakthij neemt het mooie-naar-het-uiterlijk gaarne
aan, als het erbij gegeven wordt, maar stelt de eerst
genoemde eischen hooger. De realistische kunstenaar
oordeelt niet en vonnist niet naar aangenomen wetten
van zedelijkheid en gepastheid; hij scheidt niet, naar
vooropgestelde regelen, het goede en het slechte
hij ziet slechts en voelt, hij ziet en assimileert
alles door zijn zeer veelgevoelend fijn-onderscheidend,
groot-samenvoegend temperament, Zoo ontstaat de
man-uit-de-slop-literatuur van Van Hulzen, de Mees
ter en anderen.
Of dat nu schoon is? De vraag: wat is schoon? is
niet door een formule, geheel objectief, als een wis
kundig vraagstuk op te lossen.
Tenslotte deelde spreker mede wat hij als criterium
voor elk kunstwerk en dus als waardemeter voor elke
critische beoordeeling zou willen stellen. Zijn eind
conclusie was deze: „Door nauwkeurige waarneming,
door fijne zielsontleding, door kracht van uitdrukking
is iemand nog geen kunstenaar; misschien een groot
geleerde, een artistiek psychioloog, een beeldend ar
tist, maar geen poeët, geen kunstenaar, dat is: geen
goed mensch onder de besten der menschen." (Ap
plaus)
De voorzitter, de heer E. C. H. Chr. Bruins, dank
te den spreker uit naam der aanwezigen. Hij betreur
de het dat hun aantal zoo gering was, vooral ook om
dat de afwezigen een boeiende, leerrijke rede, op le
vendige, meeslepende, geestdriftige wijze voorgedra
gen, hadden gemist. In het bijzonder zeide hij den
heer Verkuyl dank voor de propagandistische strek
king van diens optreden, dat weer duidelijk had aan
getoond, dat de Leeszaal veel meer boeken bevat dan
men in het algemeen weet, boeken, die thans gratis
aan de leden worden uitgeleend. Tenslotte beval hij
de belangen der inrichting ook voor het vervolg in de
welwillendheid van den heer Verkuyl aan.
De heeren J. J. Schouten en C. P. M. Schipper, di
recteuren der N. V. Alkmaarsche machinefabriek v.h.
■T. Schouten te Alkmaar, hebben zich onder dagteeke-
ning van 7 Februari j.l. tot den Raad gewend met het
verzoek aan bedoelde vennootschap voor den tijd van
29 jaren in erfpacht af te staan een stukje gemeente
water, ter grootte van 37 M2., op eene overgelegde tee-
kening met arceering aangeduid, grenzende aan de
bestaande scheepswerf aan den Achterwezel, ka
dastraal bekend in Sectie B. dezer gemeente onder
No. 3653.