DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 80 Honderd en vijftiende Jaargang. DINSDAG 8 APRIL. FEUILLETON. ERFELIJK BELAST. Atl?-Zr SIEr B INNE NLAND" KATHOLIEK PROGRAM VAN ACTIE. ALKMAARSCHE COURANT ALKMAAR, 8 April. Kaar de couranten melden, zijn thans de automo bielen van den Duitschen keizer van een transparan ten standaard voorzien. Men heeft links van de chauf feursplaats een gekleurde glasruit met de heraldieke insignes aangebracht en wanneer de keizer in de duisternis in zijn auto rijdt, wordt de ruit electrisch verlicht. Op deze eenvoudige wijze zal de keizerlijke automobiel zelfs bij de grootste duisternis op een af stand herkenbaar zijn en vergissingen zullen niet meer kunnen voorkomen. Sinds een transparante standaard in het donker straalt, herkent het volk den keizer bij dag en bij nacht. Horkent, vraagt het Tageblatt fijn tjes, de keizer in het donker, waarmede men hem steeds tracht te omgeven, ook het volk? Overigens gelooven we, dat meerdere van die trans paranten wel gewenscht zouden zijn. Wanneer de bui- tenlandsche politiek er eens een had Nu tasten wij, gewone burgers, slechts in de duis ternis rond, wij zien niets van die politiek en als we er iets van zien, dan kunnen wij haar sporen niet vol gen. En toch loopen duizenden en duizenden elk oogenblik gevaar, door haar te worden verpletterd. Is het wonder, dat dit ons hoe langer, hoe meer gaat benauwen, dat wij verlangen naar een transparant, waardoor de wegen, welke de politiek inslaat, kunnen worden gevolgd en wij kunnen nagaan, vanwaar zij komt en waarheen zij voert? Even wordt er soms een klein diplomatiek kaarsje ontstoken en wat wij bij dat vage schijnsel zien, kan niet tot onze geruststelling strekken. Zoo gisteren, toen de Duitsche rijkskanselier heeft gesproken over de buitenlandsche politiek. Het is waar hij had het wetsontwerp op de landsverdediging aan te prij zen en allicht zouden zijn verklaringen een al te som ber tintje kunnen krijgen. Doch de verschillende be oordeelaars van de gisteren uitgesproken rede komen hierin overeen, dat de heer van Bethmann Hollweg ditmaal zorgvuldig heeft vermeden den algemeenen toestand wat te zwart voor te stellen. Algemeen is men het er over eens, dat daar een man stond, die met meer dan gewone openhartigheid sprak, die meertde wat hij zeide. En wat nu zeide hij Dat het geheele verantwoordelijkheidsgevoel van de meest be langhebbende kabinetten noodig geweest is om aan de bestaande meeningsverschillen en belangen-tegen- Roman .van EXARA HOFER. 8) o Zij was veertig jaar, toen haar vader stierf. Haar leven was niet altijd gemakkelijk geweest en een ver langen naar vrijheid, een onbedwingbare lust om iets van de wereld te zien, om avonturen te beleven maak te zich van de oude jonge juffrouw meester. Zij ging op reis. Ter zelfder tijd zocht luitenant-generaal Von Heust aan het Gardameer troost over het hem gegeven ont slag. Tot dusver had de dienst hem in beslag geno men en in zijn vrije uren zijn held, wiens goddelijke kop zijn studeervertrek beheerschte, want de generaal Was een vurige vereerder van Goethe. Maar nu scheen het hem begeerenswaard iets meer Stevigs te hebben in het leven. Misschien was dit atavisme, want de Beusts hadden eeuwenlang met eere op Peünekow gezeten. Nu was dat reeds lang in klei ne deelen verbrokkeld: de ploeg ging er over. En dan was hem een erfenis ten deel gevallen, die hij gaarne „het etende kapitaaltje" noemde. Het was zijn nicht Antoinette, de dochter van zijn veel jonge ren stiefbroeder. Ilet kind had bij een ongeluk op de ijsbaan beide ouders verloren. Het moest een tehuis hébben. Aldus kwamen die beiden bijeen, de slanke, gespierde cavalerist met het perkamentachtige, ver weerde ruitergezicht en den lang uitgerekten, grijs blonden knevel en de toen reeds corpulente, iotwat in eengedrongen vrouw met dat eerwaardige, roode koop manshoofd en de driedubbelen kin. En spoedig hielden sabels, pistolen, Goethe-commentaren en gravures hun intocht in het patricische huis te Steinfurt. Het huwelijk was, de omstandigheden in aanmer king genomen, zeer gelukkig te noemen. De generaal schikte zich met de wereldwijsheid van hoofdofficie ren, die veel hebben rondgezworven, naar de diepge wortelde eigenaardigheden van de nieuwe excellentie, terwijl hij haar in den grond braaf en rechtschapen karakter steeds meer leerde waardeeren. Voor het ove- stellingen die scherpe kanten te ontnemen, welke tot een gewelddadige uitbarsting zouden hebben kunnen leiden. Korter gezegd: drie maanden lang heeft er oorlogsgevaar gedreigd. En nog is in geenendeele het gevaar geweken. Er is nog steeds spanning tusscheu Oosten-Hongarije en Rusland en zeer duidelijk heeft de regeeringsspreker verklaard, dat Duitschland zijn trouw als bondgenoot van Oostenrijk ook verder dan bij diplomatieke bemiddeling aan den dag leggen zal. Oostenrijk had dus reden, om met de Duitsche sabel te rinkelenOok de toestand in Rusland zelf baart ongerustheid. Zeker, de Russische regeering is vrede lievend, maar zal zij kunnen oproeien tegen den was- senden All-slavischen stroom? Slechts aarzelend ver zekerde de heer Bethmann Hollweg', dat hij het wel geloofde. Was Bismarck echter niet reeds verontrust geweest door de All-slavische beweging? En had de „ijzeren kanselier" niet steeds gevreesd, dat de vrede gevaar zou loopen, als Frankrijk niet langer overtuigd was van de overmacht van Duitschland? Hoe denkt men op het oogenblik in Duitschland? De tegen woordige Fransche regeering is evenmin als de tegenwoordige Russische regeering van zins om een oorlog uit te lokken. Maar de macht der re geeringen is dikwijls/niet opgewassen tegen de stroo mingen onder het volk en in tijden van groote op winding kunnen zich plotseling gebeurtenissen voor doen, die een onmiddellijk gevaar voor een oorlog zijn. Het Fransche leger is volgens oordeelkundigen zeer goed, de nederlagen van de Turken hebben het ver trouwen van de Fransche troepen versterkt, men ge looft dat Frankrijk Duitschland zoo niet de baas, doch op zijn minst gelijk waardig is. In de verbeel ding van vele Franschen, niet slechts de chauvinisten, maar ook de rustiger elementen, die prat gaan op de artillerie, op de vliegers, op de veldsoldaten, die Duitschland reeds overstroomd zien met Êussische in fanterie en cavalerie, die de n,ederlagen der Turken bij Kirkilisse en Loele Boergas beschouwen als Duit sche nederlagen en Fransche overwinningen, in de verbeelding van deze Franschen is de oorlog op Duitschland reeds gewonnen. Zoo moet Duitschland gereed staan in den oorlog tegen twee fronten. Het wil den vrede, maar wil te vens bij een eventueelen oorlog overwinnaar blijven, Met een gerust geweten wil het een onzekere toekomst tegemoet gaan. Een onzekere toekomstziedaar dan wat we te zien krijgen bij het licht van de kaars en wat het vooruitzicht zeker niet minder benauwd maakt. HET KONINKLIJK HUIS. Na de godsdienstoefening te Homburg von der llöhe te hebben bijgewoond, heeft de Keizerin van Duitschland Zondag aan H. M. de Koningin te Hohe- mark een tegenbezoek gebracht. De Keizerin was ver gezeld van prins Adelbert en prinses Victoria Louise. Gistermiddag hebben de Keizer en de Keizerin een bezoek ontvangen van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik met Prinses Juliana. KAMERVERKIEZING—HOORN. De R. K. centrale kiesvpreeniging in het district Hoorn heeft mr. Paul de Reymer, te Hilversum, can- didaat gesteld. Op de algemeene vergadering van den Algemeenen Bond van R. K. Kiesvereenigingen, die op 24 April te Utrecht gehouden wordt, zal door het Bondsbestuur rige leefde hij een leven naar eigen goedvinden. Het huis had van binnen veel van een museum; cu riositeiten en kostbaarheden, welke eeuwlang bijeen waren verzameld, vervulden het van boven tot bene den en waren met meer smaak gerangschikt dan men van de robuste vrouw zou verwacht hebben. De ver schillende stijlen liepen verward dooreen; het eene geslacht had met zijn schoonheidsbegrippen verdron gen wat een voorgaand had bijeengebracht. Er was nergens een plekje van den vloer te zien, de scheef ge trokken en gebarsten planken waren overal met tapij ten, deels van groote waarde, bedekt. Slechts de feest zaal met de estrade voor de muzikanten vertoonde een prachtig onderhouden parketvloer met sterfigu ren. De oude heer Von Beust zat een weinig ineengedo ken in zijn diepen stoel van rundleer, dien hij had „meegebracht", want hij gaf gaarne zoo nu en dan aan zijn gemakzucht toe. Mevrouw Stojentin zat op de punt van de met kussens bedekte chaiselongue en had haar slanke handen om haar knieën geslagen. De heer Van Beust keek ernstig, want tusschen de wenk brauwen van zijn nicht lag een smartelijke fijne plooi. Zij zag haar oom aan. „Ik moet toch zeker naar binnen gaan?" Zijn Excellentie schudde het hoofd. „Laat maar, als mevrouw Felgentreu er is, heeft zij geen gedachten voor iemand anders." Door de open portieres van de reeks vertrekken hoorde men een zware, vette stem: „Ja en verbeeldt je nu eens, Brigitje! Ik zeg dus: Justine zeg ik: De jonge heer is nu luitenant, dus mag je niet meer zoo praten. Mevrouw, zegt zij, ik heb het dadelijk aan hem geziendie zit weer in geld nood. En natuurlijk is het ook zoo uitgekomen." De oude heer glimlachte. „Zie, zoo heeft ieder zijn verdriet." Maar zijn nicht keek hem met zulk een wanhopige uitdrukking aan, dat hij ontstelde. Hij werd nadenkend. „Antoinette", zei hij bedbachtzaam, „je hebt te veel eergevoel. Stil, ik weet, wat ik bedoel. Natuurlijk het volgende „Kort program van Actie" worden voor gesteld. Ter uitvoering van artikel 2 der Statuten, ver- klaart de Algemeene Bond van R. K. KiesVereeni- gingen in Nederland onder handhaving van het kort program van actie van 1909, voor zoover dit nog niet tot uitvoering kwam steun te verleenen aan het zittend kabinet, ten einde dit in staat te stellen zijn program af te werken. En voorts zal de Bondsvergadering de volgende conclusies behandelen van het Lager Onderwij s-rap- port, hetwelk is uitgebracht door de Bondscommissie lo. L it Grondwet en wet worde alles verwijderd wat zou aanduiden, dat in beginsel het geven van on derwijs is een deel der Staatstaak. •2o. De ouders behooren de kosten te dragen van het onderwijs hunner kinderen. Ten einde onge- wenschte toestanden te voorkomen, heffe de Staat een evenredig schoolgeld, in dier voege, dat bedeelden worden vrijgesteld, minvermogenden reeds een deel opbrengen en voor meergegoeden het verschuldigde de kosten per leerling niet overschrijde. 3o. De Staat betale aan de bijzondere schoolbestu ren terug, wat deze aan de onderwijzers betalen, ver meerderd met een som per leerling voor de algemeem exploitatie-kosten eener gewone lagere school. 4o. De Staat betale ditzelfde uit aan de gemeente besturen en verbiede gelden uit de gemeentekas aan he.t openbaar onderwijs ten koste te leggen. 5o. De wet treffe een regeling, waarbij de ver schillende schoolbesturen en gemeentebesturen voor de door hen te maken kosten voor lokaliteit schade loos worden gesteld. 6o. De wet stelle de eischen vast waaraan de ver schillende soorten van lager onderwijs moeten voldoen en eische waarborgen, dat deugdelijk onderwijs wor de gegeven. To. De wet stelle de salarissen en verdere tege moetkomingen voor de onderwijzers vast. 8o. Er kome een regeling der' wachtgelden, die meer waarborg biedt voor de openbare onderwijzers dan de tegenwoordige. In verband met de bekende motie der Centrale R. K. Kiesvereeniging te Alkmaar inzake sociale wetge ving voor midden- en landbouwstand wordt opge merkt, dat het doel der motie klaarblijkelijk is het programma aan te vullen, wat zou strijden met de _sta tuten, die voorschrijven „een kort program van actie." Overigens, aldus wordt opgemerkt, ligt het gevraagde reeds opgesloten in de eerste alinea van het hierbo ven door ons vermelde. Gemengd rieuws VERPLEGER BRAAM. Een in het land teruggekeerde geneesheer, die deel uitmaakte van de ambulance van het Roode Kruis, waartoe ook de te Tsjorloe op 28-jarigen leeftijd over leden verpleger W. P. Braam behoorde, wijdt in het Hbld. een in memoriam aan diens nagedachtenis, waaraan we het volgende ontleenen: „Het past ons een eere-saluut te brengen aan den jongen man, die enkel en alleen als uitvloeisel van mensehlievendheid, geheel uit vrijen wil, voor men- sohen met wie hij door geen andere banden dan het mensch-zijn gebonden was, wier taal hij zelfs niet sprak, wanneer zoo iemand is heengegaan, gevallen als hij is als slachtoffer van zijn niet minder barmhar tig beroep. Zich geheel vrijwillig te storten in gevaren en te vallen als slachtoffer der mensehlievendheid ter wille van de lijdende menschheid, ziedaar een grafschrift dat slechts weinigen zal ten deel vallen en zooals men zich weinig edeler denken kan. Braam was een stille, zachte jongen, niet sterk, maar altijd vol ijver, altijd even vol plichtsbetrach ting. Zijn taak vervulde hij met opgewektheid, met kunde en met liefde en zijn zieken droegen hem op de handen. Helaas, vap diezelfde patiënten, die hem zoo lief waren, die Ij ij zoo vol zorg mocht verplegen, moest hij, misschien één oogenblik te zorgeloos te midden der gevaren, de doodelijke kiemen tot zich nemen, welke hem ten grave zouden slepen. moet 'n mensch eergevoel hebben. Maar men mag het niet overdrijven. Weet je, dat' was ook met tante zoo, je hadt het je veel gemakkelijker kunnen maken. Mij ook, dat weet de hemel. Er over heen loopen, het ignoreeren. Zich houden aan hetgeen wat is, niet aan hetgeen wat had kunnen zijn. Men komt zoodoende gemakkelijker door de wereld. Maar je bent nu een maal de achter-kleindochter van Caroline Iloyersle- ben." Hij wierp een blik op.den zijwand, waar het slecht geschilderde ppstel-portret van een vrouw in een zwart geworden empire-lijst hing. liet portret stelde die freule Hoyersleben voor, die als vrouw van een Pruisische vestingcommandant krankzinnig was ge worden, omdat haar echtgenoot smadelijk de vesting had overgegeven, en haar zedelijke kracht den weife lende niet meer voldoende had kunnen steunen. Toen zij vijf jaren later in volslagen waanzin stierf, maakte Wilhelm van Humboldt midden in den winter een reis van twintig uren met den postwagen, alleen om die „groote ziel" grafwaarts te geleiden ofschoon hij de familie niet kende. „En u bent niet weinig trotsch op haar, oom Bo- tho zei mevrouw Stojentin. „Moet ik nu haar bloed verloochenen Zijn Excellentie wiegde zijn hoofd heen en weer. „Dat zijn zulke groote woorden, Antoinette. En het leven heeft haar toch gebroken.f?." „De schande heeft haar gebroken, oom Botho", zei mevrouw Stojentin. „Dat zij een onwaardige had ge trouwd 1" Onder het glanzende, roodblonde haar schitterden de oogen van de mooie vrouw als blauw vuur. In het derde vertrek liet zich de stem van hare Excellentie hooren. „Ik vind, Amelie, dat je je te veel van Justine laat welgevallen. „De jeugd is spoedig klaar met haar oordeel, dat heeft de vriend van hem daar gezegd." De generaal maakte een beweging naar den fraaien marmeren Goe- the-kop. „De man was misschien niet onwaardig. Mogelijk was hij te angstvallig, te nauwgezet, had te veel verantwoordelijkheidsgevoel voor de aan hem toe vertrouwde mensch enlevens. Hoe hebben we gehoopt, steeds en steeds weer als er een vleugje beterschap kwam, toen hij gelukkig alles scheen doorstaan te hebben in zijn langdurige ziekte. Helaas is onze hoop hem te behouden ijdol gebleken. Onbarmhartig als de dood is heeft hij hem, de beste onder de goeden, niet gespaard. Hem ge storven te weten een edelen dood en steeds nog te midden van landgenooten, moge voor zijn familiele den de eenige troost zijn nu ze hem daar in dat verre, dat vreemde land, in vreemde aarde een graf bedolven weten. Aan Braam, die viel als slachtoffer van zijn beroep, een eeresaluut." Het hoofdcomité van het Roode Kruis verzocht te- legraphisch Braam, die sergeant-ziekenverpleger in het militair Hospitaal te Gorinchem was, met mili taire eer te doen begraven, zoomede vanwege het Col lege bloemen op het graf te leggen en dit te voorzien van een gedenksteen met Nederlandsch opschrift. DOMINEE VOORPROEVER. Men schrijft aan de N. R. Crt.Bij een predikant in een klein dorpje in de provincie Groningen werd dezer dagen een emmertjevol geslacht bezorgd, dat een der kerkeraadsleden als geschenk aanbood. Het gezin van den predikant smulde ervan. Des Zondagsmorgens, bij het uitgaan van de kerk, werd dominee door den schenker aangehouden, die informeerde, hoe het varkensvleesch gesmaakt had. „Lekker," zei de predikant, die verder zijn dank be tuigde. Het kerkeraadslid was voldaan en. gerustge steld. Den duur 'n mien vrou en ik d'r ook wel van eten," zei hij„want ie mouten wait'n, doomnie, dat tou wie 't zwien slachtten, liet dair d'r van binnen lolk oetzag; en de slachter vertrouwde het nait recht. Moar om nou ain zwien van 500 pond in de mis-dobbs te gooien? Wie dochten, doomnie har 'n fiene tonge. Nou duren wie 't ook wel eten!" DE UITSLUITING IN DE SIGAREN- INDUSTRIE. De vereeniging van Tabak- en Sigarenfabrikanten m N.-Holland betoogt in een schrijven o.m., dat de machtige organisaties van sigarenmakers, waarvan de leden in Rotterdam, Dordrecht en Gorinchem nu reeds 2% maand in staking zijn, geen middel onbe proefd laten om de nog jonge patroonsorganisatie te fnuiken. Niet bij ongeorganiseerde patroons, alleen bij de vereenigde patroons Wordt gestaakt. Hoewel de fabrikanten eene welwillende houding hebben aangenomen en de loonen meermalen hebben verhoogd, wordt elk aanbod beantwoord met de woor den „niet acceptabel." Ondertusschen duren staking en uitsluiting voort en maakt de fabriek van den Nederlandschen Sigaren- makersbond in Groningen goede zaken. Daar worden immers 1.30.000 sigaren per week gemaakt en hoe lan ger de strijd duurt, hoe meer klanten zal die fabriek afhandig maken aan de vereenigde fabrikanten. Daar door is deze strijd niet alleen een economische, maar ook een concurrentiestrijd. Verder heeft het Sigarenmakersgilde Franciscus Xaverus een groote fabriek te Eindhoven, waar on geveer 100.000 sigaren per week worden gemaakt. Hiervoor worden in eene courant die bij de sigaren winkeliers wordt verspreid, groote advertenties ge plaatst; ook al om de concurrenten bij wie de man netjes niet mogen werken de klanten af te snoepen. Is het evenwel niet zonderling, dat, waar op de con ferenties de arbeidersafgevaardigden verklaren, dat zij onmogelijk voor de goedkoopste soorten loonen van 3TL2 en 40 cent per 100 kunnen accepteeren, ons in lichtingen zijn verstrekt, volgens welke op een dezer fabrieken loonen worden betaald van 37, 38 en 40 cent per 100? Geconstateerd wordt in het schrijven, dat in ver schillende provinciesteden en in plaatsen als Hilver sum, Gouda, Beverwijk, Kampen, Krommenie etc., door bekwame en ijverige sigarenmakers fatsoenlijke loonen kunnen worden verdiend, zoodat 13, 15, Zeker, er is iets grootsch in die heldhaftige natu ren, die als lichtbakens in het leven der menschheid staan. Maar kind, geloof me, dat is niet de weg tot persoonlijk geluk, tot- een voordeelige ontwikkeling. Men moet veel water in zijn wijn doen je bent nog te jong en je weet niet hoe hard het leven kan zijn, de onverbiddelijke noodzakelijkheid. Bedenk, hoe jij je hoofd zoudt hebben moeten buigen, als je je ergens als gezelschapsdame, in het gunstigste geval wgnneor men het gedaan had kunnen krijgen aan een klein hof hadt moeten leeren schikken. Daar wordt veel trots gebroken, Antoinette. Daar gedijt Veel bitterheid." De jonge vrouw stond op. In haar van git fonke lende zwart-kanten japon maakte zij een bijzonder slanken, grooten indruk. „U is niet rechtvaardig jegens mij. U weet niet, wat ik al die jaren verdraag." „Kindlief, ik ben immers au fond een oude jongge zel. Maar ik stel mij zoo voorwat een vrouw vau een geliefden man al verdraagt.vergeef me. het is eigenlijk onkiesch daarover te spreken...." De jonge vrouw wendde haar fijn profiel op zijde. Zij staarde met wijd geopende oogen voor zich uit. an een geliefden man. Ach, die doorn in haar vleeschHet skelet in haar leven! Zij klemde do lippen samen. De oude heer keek somber voor zich uit. „Kijk eens, ik ben getrouwd, om jou een tehuis te bezorgen. Dat was toch de reden voor mij. En voor Brigitte de mannelijke steun. Over de illusies waren wij immers reeds lang heen. Jij hadt nu een veilig terrein, waar je je ongestoord ontwikkelen kon, een goed, degelijk, ik kan wel zeggen, een deftig tehuis. Ik was blij je zoo lang mogelijk bij me te houden, wilde je het liefst in het geheel niet afstaan. Ik was nu eenmaal zoo'n egoïstische ezel. Dat was het bloed niet alleen je weet immers, dat je moeder mij niet onverschillig was. Maar i k haar. Zij had comman dantsvrouw kunnen worden, maar wachtte liever op een kapitein. Dat was sterk voor een officiersdoch ter. M rdr vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1