DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 84 Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 ZATERDAG 12 APRIL. Uit den Raad. Dit nanuner bestaat alt 3 bladen. BINNENLAND. ALKMAAR Iloe zalig als do jongenskiel Nog om de schouders glijdt I hebben we Woensdagmiddag gedacht en onwillekeurig wijzigde het slot van „het lieve versje van Hölty" zich in onzen geest aldus i Eens zult ge, als man, gemeentenaar zijn; Uw vreugd loopt snel naar 'tend; Eens krijgt gij 't kiesrecht tot uw pijn En 'n stembus tot torment. De lezer zal waarschijnlijk de overgang wat zonder ling vinden, doch hij bedenke, dat terwijl de gemeen teraad na een vóórvergadering van twee en een half uur binnen drie kwartier in publieke zitting de lange agenda er door roetsjte, er tegenover 't stadhuis in het bioscooptheater een voorstelling werd gegeven, waar schoolkinderen naast eenig vermaak veel leering von den. De jeugdige kinderen aanschouwden op het doek, hoe dorre heide tot vruchtbaar land gemaakt wordt, zij zagen de eerste ontwikkeling van planten die tot booinen groeien den volwassen bezoekers van de openbare raadsvergadering en den lezers van het raadsverslag daarentegen is elke voorlichting onthouden, voor hen heeft er geen verrassend licht geschenen, dat nieuwe gezichtspunten bood. Ziedaar in ons goede Alkmaar een krasse anti-the se, waarbij de scheidingslijn loopt over de veelbespro ken kleine steentjes van de Langestraat. Aan den eenen kant: de schoolkinderen, voor wie alles wordt gedaan om op de meest aanschouwelijke wijze hun kennis te vermeerderen, hun inzicht te vergrooten, hun denkbeelden te ""verruimen. Aan den anderen kant: do belastingbetalers, de kiezers, ten opzichte van wie bijna alles wordt nagelaten, die tegenwoordig zoo weinig mogelijk op de hoogte worden gesteld, wier belangstelling in het gemeenteleven eerder wordt gedoofd dan aangewakkerd, voor wie bitter weinig wordt gedaan om hen in staat te stellen strakjes met kennis van zaken hun stem uit te brengen. De Alkmaarsche jeugd zag de dingen worden, van het allereerste begin af aan de Alkmaarsche bur gerij, het Alkmaarsche kiezerskorps echter wordt vaak en zelfs dan nog wel eens terloops met belang rijke vraagstukken bekend gemaakt als de beslissin gen feitelijk reeds gevallen zijn. Inderdaad wordt op de wijze waarop dit Woensdag weer geschiedde ongetwijfeld in strijd metdengeest der Gemeentewet het zwaartepunt van den ge meenteraad meer en meer verlegd van de openbare, naar de niet-voor-het-publiek-toegankelijke voor-, tus schen- of na-vergaderingen, door raadsleden zelvea wel eens met „onder-onsjes" betiteld. Van de Woensdag verstrekte deskundige voorlich ting, door ons allen betaald, blijven wij verstoken zij werd enkel bestemd voor de raadsleden. In het openbaar is daarvan niets gezegd gelijk er zoo vaak in het openbaar in den Alkmaarschen Raad niets wordt gezegd. En toch hoe meer geheimzinnig heid in den Raad, hoe minder belangstelling in de gemeente voor de gemeente. Bovendien, hoe zul len de kiezers bij deze methode kunnen uitmaken, of hun vertrouwenspersonen het opgedragen vertrouwen waard zijn, hoe zullen zij zich kunnen onttrekken aan mogelijke, zelfs waarschijnlijke voorlichting "op onvol ledige, partijdig-eenzijdige wijze? Zal de wetenschap, dat 't publiek toch niets weet, niet de kans bevorderen dat de goê-gemeente politiek-propagandistisch zand in de oogen wordt gestrooid, er toe medewerken, dat valsche of zeer eenzijdige voorstellingen van hetgeen de Raad, zijn meerderheid of zijn minderheid, een groepje raadsleden, een bepaald lid, doet of nalaat, worden verspreid? Leidt het vermijden van openbaar heid niet heel gauw tot allerlei onbillijke critiek? Op al die vragen is slechts een bevestigend ant woord mogelijk, dat door de electrificatie aardig wordt geïllustreerd. Aangekondigd is wij zullen nu maar niet te ver in de geschiedenis teruggaan dat Alkmaar 1 Mei electriciteit zou hebben. Men heeft dus recht om te verwachten, dat men in Mei in de gelegenheid zal zijn gesteld, electrisch licht te branden of electrische kracht te gebruiken. Geruchten zeggen evenwel, dat die officieel vastgestelde datum dwaasheid is, dat het op z'n vroegst Augustus of September zal zijn. Officieel - wordt gezwegen. Niet zoodra echter overschrijdt de burger een door de over heid bepaalden termijn of zij is er onmiddellijk bij om hem al heel gauw op de meest krasse wijze, te herinne ren aan zijn verzuim. Ge zijt leverancier van de ge meente, ge dient, bij ongeluk "Uw rekening te laat in. ge kunt uw geld nakijken men herinnert zich, dat dit geval zich enkele jaren geleden in deze gemeente heeft voorgedaan. Voldoet ge niet op tijd uw belas ting de overheid weet u onmiddellijk met een aan maning te vinden. Enz. Enz. Thans heeft de over heid verklaard U op een bepaalden datum electrici teit te zullen leveren zij voldoet, aan haar toezeg ging niet en acht het blijkbaar niet eens noodig U daarvan behoorlijk tijdig kennis te geven. Do schade, die het uitstel u wellicht oplevert, wordt u niet ver goed. Ook daarom is het niet te veel verlangd, wan neer men gaarne zou zien, dat een gemeentebestuur, niet kunnende voldoen aan hetgeen het zich blijkens zijn eigen verklaring voorgesteld heeft, zijn ingezete nen waarschuwt. Er is meer. De burger, wrevelig door de noncha lante wijze waarop de voor zich zelf zoo veeleischendo en gestrenge overheid hem behandelt, wordt critisch gestemd. Hij werpt de volle verantwoordelijkheid van de vertraging op het gemeentebestuur, op een of meer bepaalde ambtenaren. Hij ziet laksheid, onverschil ligheid, gebrek aan belangstelling als noodzakelijk ge volg van afwezigheid van eigenbelangWerd nu meerdere openbaarheid betracht, werd de burgerij bijv. bij gelegenheid van een raadszitting, tijdig inge licht, dat er vertraging in de electriciteitslevering zou plaats hebben, werd haar desnoods met een enkel woord, verklaard dat de geheele of voornaamste schuld niet in Alkmaar schuilt, maar elders, bijv. in den Haag, dan zou een oorzaak van wrevel, een aan leiding tot het voeren van onbillijke critiek zijn weg genomen. Regeeren is voorkomen en voorkomen is altijd nog beter geweest dan genezen! Wij komen thans terug op de vergadering van Woensdag, op de voor-vergadering van twee en een half uur, waarin de technische adviseur inzake de electrificatie, de heer Singels uit den Haag, den Raad heeft voorgelicht. De Gemeentewet zegt dat de Raad bestaat uit den burgemeester en raadsleden. Op grond daarvan mag niemand anders zelfs de secre taris niet in de openbare vergaderingen het woord voeren. Kleinere gemeenten storen zich eenvoudig niet aan dit artikel en zelfs de grootere ook weieens niet in Bergen liet men den adviseur in de openbare raads vergadering aan de besprekingen deelnemen en in Middelburg heeft ook de heer Singels inlichtingen ge geven en vragen beantwoord in een openbare vergade ring van den Raad. Strikt genomen is dit echter niet geoorloofd en willen de raadsleden gezamenlijk des kundige voorlichting hebben, dan moet er een niet- openbare vergadering worden belegd, of liever een bijeenkomst van den burgemeester, den secretaris, de leden van den gemeenteraad en den adviseur. Een dergelijke bijeenkomst draagt een geheel ander ka- akter dan een zitting met gesloten deuren en ner gens is verboden, dat zij bijgewoond wordt door verte genwoordigers der pers. Wanneer wij een poging wa gen om de mogelijkheid en de wenschelijkheid van het toelaten van de journalisten aan te toonen, dan moge daarbij vooropstaan, dat wij hier niet voor eigen pa rochie preeken men zal begrijpen, dat het ons uit een journalistiek oogpunt vrijwel onverschillig is, of alle Alkmaarsche bladen iets wel of iets niet hebben; ons eigen belang zou immers alleen dan bij dit onderwerp betrokken zijn, wanneer de Alkmaar sche Courant daarvan het eerst of alleen zou kunnen profiteeren. Wij spreken hierover dan ook slechts, om meerdere belangstelling voor gemeentezaken te wekken, om de openbaarheid van de openbare zaak te bevorderen. Reeds vroeger schreven we terloops over deze zaak, maar thans lijkt ons een geschikt oogen- blik gekomen om haar eens wat uitvoeriger te behan delen, in de hoop, dat ons betoog op dit punt instem ming moge vinden ter plaatse, waar men in dezen een beslissing kan nemen. Het spreekt wel vanzelf, dat de verslaggevers en de overzichtschrijvers, indien zij tot de niet voor het pu bliek toegankelijke vergaderingen in de raadszaal wor den toegelaten, naar een anderen maatstaf zouden moeten werken dan in de gewone openbare raadsver gaderingen. De eersten zouden zich op straffe van uitsluiting, waartoe immers ten allen tijde het echt bestaat moeten verbinden, slechts een alge meen verslag te maken, enkel het zakelijke vermeldend in den geest van een sectie-verslag, zoodat dus elke naamsvermelding of persoonsaanduiding achterwege blijft; de laatsten zouden met hetgeen ze hoorden en kel hun voordeel mogen doen bij de bespreking van hetgeen in openbare zitting geschiedt. Mocht er be zwaar bestaan, dat allen, die aan de perstafel zitten, werden toegelaten, mocht men bijv. terwille van de controle en ter voorkoming van misbruik er de voor keur aan geven slechts één journalist binnen te laten, dan zou ook dit geen beletsel zijn, mits deze gehouden werd aan alle bladen hetzelfde verslag te leveren en hij geen enkel blad mocht bevoorrechten. Wij gelooven, dat op deze'wijze de intimiteit dezer niet-openbare vergaderingen en dezulken hebben wij natuurlijk alleen op het oog ongeschonden zou blijven en dat alle ingezetenen, die belang stellen in gemeentezaken en 's Raads handelingen, er van zouden profiteeren. Hoe wij ons een dergelijk verslag voorstellen, willen wij duidelijk maken door het volgende voorbeeld, waarin het verhandelde van de vóórvergadering van Woensdag is weergegeven. Bij de bespreking van het tarief voor de levering van den electrischen stroom betoogde de adviseur in de eerste plaats, dat het hem wenschelijk voorkwam de eerste 600 verbruiksuren per jaar, waarvoor voor verlichtingsdoeleinden, hijschinrichtingen en alle hui selijk gebruik 20 ets. per eenheid wordt betaald, terug te brengen tot 520, opdat meerderen voordeel van het goedkoopere tarief van 10 ets. per eenheid zouden kunnen krijgen. Het was hem namelijk gebleken, dat de winkeliers over het geheel de gewoonte hebben om hun verlichting zooveel mogelijk te regelen naar de drukte op straat, zoodat zij bijv. na negen uur het licht voor hun etalages aanzienlijk temperen en daar door niet zoo gauw tot de aanvankelijk vereischte 600 branduren komen. Hierna bracht een der leden de kwestie van het in huurkoop Verkrijgbaar stellen van electrische instal latie voor mingegoeden ter sprake. De adviseur bleek daarvan geen voorstander te zijn. Hij vreesde vooral het gevaar van financieele schade, daar de gemeente niet, zooals een particuliere maatschappij, den aanleg kan weigeren aan personen, die zij financieel te zwak acht. Bovendien mocht niet vergeten worden, dat electriciteit bij gebruik van een dergelijke installatie duurder zal worden. De Alkmaarsche Winkeliers- vereenigingen zijn er blijkbaar dan ook dadelijk mee accoord gegaan, dat van den huurkoop afgezien is. Door een der leden werd dit laatste betreurd. Dit lid wees er op, dat de gemeente ook gas levert en in het gasbedrijf toch ook geen last heeft van wanbeta Iers. Een ander lid noemde verschillende steden in het buitenland (Manchester en Crefeld), waar gaska chels en zelfs heele keukeninrichtingen door de ge meente in huur worden afgestaan. De adviseur merk te naar aanleiding hiervan op, dat dit geheel iets an ders is, wijl groote stukken als fornuizen in geval van wanbetaling weer kunnen worden weggenomen, terwijl men bij kosteloozen aanleg van electrische installati in hot gestelde geval slechts wat buisjes en draadjes zou overhouden. Ook dient niet te worden vergeten dat motoren, in huur afgestaan, kunnen worden ge forceerd. Wat in dit opzicht van de gemeente wordt gevraagd, zou even goed of beter door particulieren kunnen worden gedaan. Bovendien werd betoogd, dat het altijd beter is een dergelijken maatregel te nemen, wanneer het bedrijf goed en wel aan den gang is, dan bij den aanvang, waarbij immers de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat men spoedig weer op het besluit zou moeten terugkomen. Ook werd verklaard, dat bij invoering van dezen maatregel de gasverbruikers eveneens aanspraak zouden kunnen doen gelden op een dergelijke tegemoetkoming. Tenslotte werd de kwestie van do electrische instal latie in huurkoop in de aandacht van de commissie dor gasfabriek aanbevolen. Men trad voorts in uitvoerige beschouwingen om trent de verhouding van :het beheer van het electrisch bedrijf en van dat der gasfabriek. Enkéleledenachtten 1 wel één administratie, .gewenscht, maar zij vonden-het oeuigszins vreemd, dat de directeur vah de gasfabriek zou worden benoemd tot directeur van het electrisch bedrijf. Zij vreesden dat de directeur allicht gepor teerd zou zijn voor de gasfabriek, welker belangen hij immers in de eerste plaats moet behartigen, dat hij teveel zou denken aan de baten, welke de gasfabriek voor de gemeente afwerpt, hetgeen zou kunnen lijden tot achterafstelling van het electrisch bedrijf. Ook werd het weinig rationeel gevonden, dat iemand van de ontwikkeling van een ingenieur, in wien men im mers vertrouwen stelt, zou worden geplaatst onder een directeur^ die op dit gebied natuurlijk zijn min dere is. Voorts noemde men als een bezwaar tegen een dergelijke regeling, dat het publiek, hetwelk zich aan meldt bij den directeur herhaaldelijk door dezen naar den ingenieur zou moeten worden verwezen, wat tot noodeloos oponthoud leidt. Om al deze redenen wenschten meerdere leden aan den te benoemen ingenieur grootere zelfstandigheid toe te kennen, de bedrijven administratief te vereeni gen, maar overigens van elkaar gescheiden te houden. Tegen de geuite bezwaren werd door den adviseur allereerst aangevoerd, dat, indien de directeur der gasfabriek directeur wordt van het electrisch bedrijf, concurrentie van beide bedrijven uitgesloten is. De directeur der gasfabriek zal zich stellig zooveel mo gelijk in het nieuwe bedrijf inwerken en er gaarne toe medewerken, dat er steeds een goede verstandhouding tusschen beide titularissen bestaat. Mocht deze rege ling, welke men voor een proeftijd van een jaar zou kunnen vaststellen, niet voldoen, dan kan men altijd nog een scheiding invoeren en dit zou beter gaan, dan dat men den ingenieur eerst een zelfstandige positie gaf, welke men hem later wreer zou moeten ontne men. Bovendien komen de wekelijksche vergaderin gen van de gascommissie, welke door den directeur en den ingenieur beiden zouden kunnen worden bijge woond, aan den gang van zaken in beide bedrijven ten goede. Voor de éénhoofdige regeling pleit tenslotte nog, dat samenwerking mogelijk wordt gemaakt, zoo dat het bijv. dan niet zal kunnen gebeuren, dat een straat, na pas voor de gasleiding te zijn opgebroken, den volgenden dag voor de electrische leiding op nieuw moet worden opgebroken. Tegen dit laatste argument werd aangevoerd, dat het opbreken toch door de afdeeling publieke werken geschiedt, zoodat men wel niet den eenen dag een straat zou dichtma ken en den volgenden weer opbreken. De vrees werd uitgesproken, dat de directeur der gasfabriek in de opdracht tot meerdere werkzaamhe den eep aanleiding zou vinden, om salarisverhooging te vragen. Naar aanleiding hiervan werd verklaard, dat een verhooging van salaris van een gedeelte van personeel van het gasfabriek bereids voorgenomen is. Dit voornemen bleek niet aller goedkeuring te kun uen wegdragen. Enkele leden meenden, dat het geen aanbeveling verdient, te beginnen met den directeur een salarisverhooging te geven. Zij vonden dat de omvang der meerdere werkzaamheden eerst moest kunnen worden beoordeeld voordat men tot tracte mentsherziening overging. Daartegenover werd op gemerkt dat het onbillijk zou zijn, geen salarisverhoo ging te geven in den tijd, waarin van de werkzaam heid van den directeur het meest wordt gevergd, Bo vendien meende men dat een salarisverhooging voor den directeur een motief te meer zou zijn gelegen, om naar een goede verstandhouding met den ingenieur te streven. Hierop werd nader geantwoord, dat de meerdere belooning dan ook niet het karakter van sa larisverhooging mocht dragen, doch een persoonlijke toelage diende te zijn. Een lid gaf in ernstige over weging voorshands van do voorgenomen tractements- herziening af te zien. In verband met den duur van het contract zij ten slotte vermeld, dat de adviseur van meening was, dat de gemeente over 10 jaar, mede in verband met de rijkswetgeving, wel niet tot de oprichting van e eigen centrale zou kunnen overgaan. De lezer zal ons toegeven, dat hetgeen in de voor vergadering behandeld is, van veel meer belang mag worden geacht dan wat er in de openbare zitting is geschied. De voorzitter deelde mede, dat na de voorafgaande bespreking door het gemeentebestuur een kleine wij ziging in het tarief werd voorgesteld meer niet. Thans wordt opgehelderd op welken grond tot die wijziging is besloten. Het bovenstaande résumé geeft voorts verschillende argumenten en tegen-ar gumenten ten opzichte van punten, die eerlang in den Raad ter sprake zullen komen. Natuurlijk mag niet worden verwacht, dat alles wat Woensdag is be sproken, zal wordenherkauwd. Op deze wijze lijdt dus de openbare behandeling van de openbare zaak, met de gevolgen, welke wij hierboven schetsten En bezwaren tegen den door ons aangeprezen maat regel bestaan er niet, kunnen er feitelijk reeds hier om niet bestaan wijl immers ieder raadslid het recht heeft van het gesprokene mededeeling te doen zooveel en zoo vaak hij wil, het gesprokene in de openbare vergadering kan herhalen, indien hem dit lust. En dan hebben we tenslotte nog een krachtig argument dat voor den maatregel pleit. Zooals hot nu gaat heeft het deskundige advies slechts oogenblikkelijke waarde. Over eenigen tijd, over enkele jaren, zal men zich op de woorden van den adviseur niet meer kunnen beroepen, omdat men zich niet meer precies zal herinneren, wat er in die niet gerelateerde verga dering gezegd is. Wordt er echter een verslag ge maakt, dan is het gesprokene vastgenageld, dan heb ben de raadsleden dus ook zij, die in de toekoms zullen worden gekozen een bron, waaTuit ten allen tijde kan worden geput. Om al deze redenen hopen ■wij dat de door ons gedachte regeling eens in overwe ging zal worden genomen en dat die overweging mo ge leiden tot het nemen van een proef. En nu zouden we nog over de openbare raadsverga doring moeten spreken, moeten schrijven over het adres van een Amsterdamsche organisatie, welke te Alkiftaar eon verordening op 't werken op en de w keisluiting op den Zondag wenscht, terwijl geen der Alkmaarsche vereenigingen tot dusverre behoefte ge voolde om onzen Raad iets dergelijks te vragen, over de benoeming, van een electro-teehnisch ingenieur, waarbij het feit, dat de eerstaanbevolene ingenieur der stroomleverantie-maatschappij was wel niet vreemd zal zijn, over de benoeming van een directeur der gemeentelijke normuallessen, waarbij het -tenslot te toch nog „reg kom" is, over het succes dat de mid- denstandsvereenigingen en met name de heeren Pels en Cloeck, met hun actie inzake het electriciteitsta- rief hebben behaald, over de strubbeling tusschen het gemeentebestuur en het bestuur der Huishoud- en Industrieschool, welke een ditmaal in den Haag ge smede schakel Mi den keten is Maar wij hebben heusch den moed niet nog langer beslag te leggen op de aandacht van den lezer, die dit relaas tot het einde heeft gevolgd! TWEEDE KAMER. De beraadslaging over de Ziektewet werd gisteren hervat bij art. 38 (vervallen van de aanspraak op zie kengeld) en art. 39 (gevallen, waarin uitkeering kan worden geweigerd) met de daarop ingediende amen- dementen-Patijn, Aalberse en Duys. Verschillende opmerkingen beantwoordende, zei inister T a 1 m a, dat hét'met de controle ten plat- tenlande wel gaan zal. Hij ontkende voor de dokters uit den weg te zijn gegaan. De geneeskundige behan deling is z. i. geen arbeiderszaak, doch een zaak van de geheele minvermogende bevolking, waarvoor de re geering werkzaam is. De minister verdedigde daarna art. 39d en art. 38 en bestreed de amendemenién-Patijn. Het amendement-Duys werd verworpen met 37 te gen 20 stemmen; en het amendement-Aalberse even eens verworpen met 33 tegen 24 stemmen. Het amendement-Patijn op art. 39 was hiermede vervallen en de artt. 38 en 39 werden z. h. 8. aangeno- m. Nadat de heer Schaper (S. D. A. P.) om spoed- behandeling van het wetsvoorstel-Vliegen c.s. tot rui mere openstelling van de stembus gevraagd had, werd de behandeling van de ziekteverzekering hervat bij art. 40 (aanspraak op ziekengeld na einde der verze kering), dat z. h. s. werd aangenomen. Bij art. 44 (aansprakelijkheid van het rijk voor de itkeering) betoogde de heer T r e u b (V.-D.), dat het art. slechts in schijn de belangen der bijzondere kassen dient. De minister zeide dat al beperkt men de aan sprakelijkheid tot de openbare kassen, die aansprake lijkheid voor de bijzondere kassen toch weer terug keert bij art. 77g. Na re- en dupliek werd het artikel z. h. s. aangeno men. Aan de orde waren daarna de artt. 46 (vaststelling en openbaarmaking van de premiën) en 47 (regeling voor de vaststelling der premie). De heer Duys (S. D. A. P.) lichtte verschillen de amendementen toe. Zoo om bij de bepaling van de premie het bedrijfsrisico te leggen op de werkgevers. Spr. wilde de gevaren-classificatie in de wet. Zijn tweëdo amendement strekte om de premies te doen vaststellen door den Raad van Arbeid en niet door de Kroon. Een derde amendement wil de Kroon de bevoegdheid geven een gevaren-klassificatie vast te stellen voor het geheele rijk. De minister bestreed de amendementen. I)e heer Duys trok het tweede en derde amen dement in. Het eerste amendement verwierf 45 stem men tegen en 5 voor, zopdat de vergadering onvoltal lig bleek en verdaagd werd tot Dinsdagmorgen 11 uur. Uenir-ngd nteuwi. OPLICHTERSTRUCS. Ter waarschuwing van reizigers en speciaal van hen wier familieleden in ver afgelegen landen wonen, deelt een lezer het volgende aan het Hbld. mede: Een hoer uit Java, wiens familie tijdelijk in Zwit serland verblijf houdt, ontving uit Pontresina een telegram, z.g. van zijn vrouw, hem verzoekende haar, aangezien zij haar geld verloren had, telegrafisch 500 te doen toekomen, hetgeen hij onmiddellijk deed. Uit haar brieven bleek hem echter later, dat zij nooit in Pontresina verblijf had gehouden, dus ook het telegram niet verzonden had. Nader onderzoek bracht aan het licht, dat een op- liehtster het telegram met den naam zijner vrouw, die zij in een der Zwitsersehe plaatsen had leeren kennen, onderteekend en verzonden had, om op deze manier aan geld te komen. En dit gelukte haar volkomen. UIT SCIIERMERHORN. De Vereeniging tot Exploitatie van een Groenten- proeftuin, welke over 1912 geen Rukssubsidie heeft genoten, heeft aan hare aandeelhouders over genoemd jaar een dividend uitgekeerd groot 28 UIT NIEUWE-NIEDORP. In de plaats van den heer Jn. v. d. Oord, die ver trekt naar Alkmaar, is tot directeur van de coöpera tieve kaasfabriek „de Moerbeek" alhier, benoemd de heer I). Appel, aldaar. UIT IIENSBROEK. 1 it de veertien sollicitanten voor de betrekking van kaasmaker aan de zuivelfabriek alhier is door het be stuur thans het volgende drietal opgemaaktW. Los te Alkmaar, K. Pijper te Oudendijk en W. de Groot te Opmeer. UIT KOEDIJK. Men verzoekt ons het volgende alsnog op te nemen: De alhier gevestigde sociëteit heeft haar laatste vergadering in dit seizoen met dames-en introducee's rehouden. Deze bijeenkomst droeg een eenigszius feestelijk karakter. De heer C. Groot uit Zuid-Schar- uoude vermaakte de aanwezigen op uitstekende wijze met verschillende voordrachten. Het uitbundig ap plaus na elk stukje bewees, hoe genoemde heer zjjn publiek wist te amuseeren. Hetzelfde kan gezegd worden van den pianist, den heer Kist, die bet bewijs leverde, dat ook het muzikale gedeelte in zeer goede handen was. Voor verdere afwisseling zorgden de aanwezigen zelf, door gecostumeerd of gegrimeerd zang en voordrachten ten beste te geven. Kortom, het was een gezellige avondEerst na het middernachtelijk uur zocht ie>der zijn woning wc d»r op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1