DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 86.
Honderd en vijftiende Jaargang.
MB
DINSDAG 15 APRIL.
FEUILLETON.
ERFELIJK BELUST.
Kiezerslijst 191311914.
STADSNIEUWS.
ALKMAARSCHE COURANT.
Weser Ztg. bevatte gisteren een sensatiewekkend be
richt, volgens hetwelk overal telegraafpalen omge- j
hakt, draden vernield en schrikkelijke daden van sa-
botage gepleegd zouden zijn. Heel het leger zou ge-j
mobiliseerd zijn en de genietroepen zouden druk in
de weer zijn om de verbindingen weer in orde te
brengen. Aan den sneeuwstorm heeft het blad zeker j
niet gedacht 1 i «lig® j
l'Indépendance Beige van dezen ochtend constateert,
dat in alle steden, in alle industrie-centra de dag rus- 5
tig is verloopen en dat de stakers overal een kalme
houding hebben aangenomen. Geen al te groote op
winding, geen zenuwachtigheid. Het is te hopen,
zegt het blad, dat gisteren de stakers aanspoorde tot
het oprichten van een soort politie ten einde daden
van geweld of vernieling te voorkomen, dat de socia-
listische leiders dit karakter voor de beweging, welke j
zij in het leven hebben geroepen, zullen weten te be
waren. Men herinnere zich maar eens de verklarin
gen van den minister-president, den heer de Broque-
ville, over den indruk, dien de publieke opinie zoii
krijgen van een absoluut vredelievende demonstratie
der arbeiders.
Hier en daar hoort men het denkbeeld verkondigen,
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, <Jat de staking gedurende enkele dagen uiterst vrede-
Gelet op artikel 31 der Kieswet; lievend zou zijn en dat dan de leiders er uit eigen
Brengt ter algemeene kennis, dat een zestal verzoe- beweging een einde aan zouden maken, in de overtui-
de zal moeten doen komen.
Dit maakt voor onze kolennijverheid een verlies uit
van vijftien millioen."
Intusschen er valt^over den duur en over den
omvang van de staking nog weinig te zeggen en de
bovenstaande berekening berust op de veronderstel
ling, dat de staking veertien dagen zal aanhouden en
grootere uitbreiding zal krijgen, dan ze op het oogen-
blik heeft.
i beiders hebben geleerd, dat zij vereenigd moeten op-
trekken tegenover het kapitalisme. Yol zelfstandig
heid, vol vertrouwen, vol moed, gaat het proletariaat
den verkiezingsstrijd tegemoet. Alom voelt men den
druk van het zich ophoopende groot kapitaal, dat tot
de duurte leidt, slechts dient om nieuw groot-kapi
taal op te stapelen, het militarisme brengt en het oor
logsgevaar, dat in deze dagen bedwongen is door de
volksstem, welke geklonken heeft op het socialistisch
congres te Baseb maar dat voortdurend den vrede be
dreigt. Het militarisme is het groote punt van de
verkiezingen in alle landen. Spreker wees op den
strijd in België, waar de minister-president verklaar
de, dat de stakers maar weer aan hun werk moesten
gaan, dan zou hij de legerhervorming wel tot stand
brengen. Spreker wees op het clericaal en het libe
raal verraad aan de kiesrechtzaak en hoopte dat men
in Nederland het voorbeeld na zal volgen, wanneer de
laatste ure van den strijd zal zijn geslagen. De Alk-
maarsche kiezers hebben er toe meegewerkt, om het
militarisme te sterken. De concentratie zwijgt over
het militarisme, maar de concentratiemannen zijn op
dit punt niet te vertrouwen.
De bezittende klasse heeft in ons land de laatste
jaren welvaart genoten, doch het proletariaat heeft
enkel de prijsstijging der levensmiddelen gekregen. De
klassestrijd is verscherpt en de vrijzinnig-democraten
LE ZIN G-KLEE REKO PE R.
Voor een stampvolle Harmoniezaal zelfs het too-
neel was bezet zou gisteravond in een vergadering
belegd door de afdeeling Alkmaar van de sociaal-de
mocratische arbeiderspartij als spreker optreden mr.
P. J. Troelstra.
De voorzitter, de heer Verkerk, heette de aanwezi
gen welkom en deelde mede, dat mr. Troelstra op
een telegrafisch verzoek, hoe laat hij afgehaald bon
worden, om 12.55 uit den Haag spreker had geseind:
„kom hoewel ziek, heden 7.20 Alkmaar.'' Een tweede
telegram, om 5.14 verzonden luidde echter„Door
ziekte verhinderd. Kleerekoper komt nu."
Spreker gaf hierna het woord aan den heer A. B. hebben gelijk dat zij niet op het podium zijn gebleven.
ken om verbetering van de door Burgemeester en
Wethouders op 22 Maart 1.1. vastgestelde Kieverslijst
voor het jaar 1913/1914, met de bijgevoegde bewijs
stukken tot en met den 21sten April a.s. voor een
ging, dat deze demonstratie voldoende had aange-
toond, hoe de arbeidersklasse een duidelijke proef had
gegeven van haar disciplinegeest en politieken zin.
ieder op de secretarie der gemeente ter inzage neder- Weigerde de rechterzijde nog om het kiesrechtvraag-
gélegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, ver- j st,uk ter hand te nemen, dan zou de staking binnen
krijgbaar zijn gesteld. een maan<t worden hervat.
Tegenspraak van deze verzoeken kan schriftelijk en
uiterlijk den 23sten APRIL door een ieder aan het ge
meentebestuur worden ingediend.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat heden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan
hen ingediende verzoek met bijlagen van J. WIT, al
daar, om vergunning tot het oprichten van een be
waarplaats van lompen en beenderen, achter het per
ceel Laat Wijk D No. 53.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
ZATERDAG, 26 APRIL e.k., 's-voormiddags te elf
uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende
drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij
die bezwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer
gemeente van de terzake ingekomen schrifturen ken
nis nemen.
Alkmaar, 12 April 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 15 April.
De telegrammen uit België, doen zien, dat de ge
proclameerde algemeene staking verre van algemeen
is. Te Brussel bijv. hebben volgens officieele opgave
van het ministerie van binnenlandsche zaken van de
49.000 werklieden 13.000 het werk neergelegd, te Ant
werpen wordt onkel de groot-industrie getroffen en j Veel, zeer veel zijn. Voor de mijnnijverheid alleen zal
gaat het werk aan de haven vrijwel zijn gang, maar jj het verlies talrijke millioenen bedragen. Er zijn in
in de provincies Namen en Henegouwen staken er België ongeveer 145.000 mijnwerkers. Laat ons ver-
81:500 kolendelvers, 36.500 metaalbewerkers, 18.500 onderstellen, dat er 100.000 van hen in staking gaan
Wij weten echter niet, zegt het blad, in hoeverre
dit denkbeeld beantwoordt aan de plannen der socia
listische leiders.
l'Etoile Beige verklaart, dat de verantwoordelijk
heid der regeering minstens even groot is als die van
do socialistische partij. Niemand verweet, verwijt of
zal de regeering verwijten dat ze niet voor de bedrei
ging gezwicht is; maar alle burgers, die niet met
partij-blindheid geslagen zijn, hebben het recht de
regeering te verwijten, dat ze geantwoord heeft met'
niet in een schikking te willen treden, toen de libera
len de verzoeningspogingen deden. De bemiddelaars
wisten van de socialistische leiders te verkrijgen, dat
deze van de werkstaking afzagen, één gebaar, één
woord van de regeering zou voldoende geweest zijn
oin rust in de gemoederen te brengen.
De regeering heeft het teeken niet willen geven,
het woord niet wallen uitspreken. Zij heeft de sta
king onvermijdelijk gemaakt, en zij draagt voor een
groot deel de zware verantwoordelijkheid.
Degenen die van de staking zullen hebben te lijden
weten te laat, bij wie ze zich later kunnen beklagen."
Over de kosten, welke de staking wTellicht tengevol
ge kan hebben, geeft het Brusselsche Nieuws van den
Dag de volgende berekening: „Men zal nooit juist
kunnen bepalen," schrijft het blad, „wat de socialis
tische werkstaking zal kosten. Het zal in alle geval
Kleerekoper.
De heer Kleerekoper begon met te verklaren, dat het
publiek teleurgesteld was en dat de teleurstelling in
hem zou zijn belichaamd. Hij hoopte echter, dat bei
den in behouden haven zouden aankomen. Had hij
het onderwerp voor deze lezing moeten opgeven, dan
zou het waarschijnlijk hebben geluid: de verkiezingen
en de vooruitstrevende liberalen in het district Alk
maar, maar het komt er niet op aan, hoe het onder
werp luidt, immers het gaat toch tegen de bezittende
klasse en het komt er ook niet op aan of de arbeiden
de klasse vecht tegen concentratie of coalitie. Het
was een uitgezocht toeval, dat spreker hier te Alk
maar moest optreden. Immers hij is Donderdagavond
te Tiel geweest en hij heeft daar den strijd ingezet te
gen den heer Tydeman, evenals de heer van Foreest
een vrij-liberaal. Tiel is een vast district, maar in
Alkmaar heeft onder de vrijzinnigen vaak geschil ge-
heerscht. Alkmaar ziet er economisch ook anders
uit dan Tiel. Vertegenwoordiger in het parlement
is de heer van Foreest, geen parlementair figuur van
de beteekenis van den heer Tydeman. In het groote
Spreker wijst op de stakingen van tegenwoordig en in
het bijzonder op een, waarvan zelfs een katholiek kan
tonrechter getuigde dat ze gerechtvaardigd waren.
Kapitalisme en proletariaat maken de politiek, niet
concentratie of coalitie.
Spreker wilde na den economischen den politieken
kant behandelen. Het doodgeboren liberalisme werd
in 1901 verslagen door het clericalisme, doordat het
liberalisme zonk, tengevolge van het komen der ar
beidersklasse. Het kabinet-Kuyper bracht de knevel-
wetten van 1903 op sociaal gebied en dat heeft voor de
S. D. A. P. beslist bij den stembusstrijd-van 1905. Van
het kabinet de Meester kreeg men verïekerings-wets-
ontwerpen, die spreker nog bureaucratischer vindt
dan de wet-Talma. Het kabinet bracht verder het
blanco-artikel, dat minister Heemskerk thans ook van
stal heeft gehaald. Nauwelijks was er een grondwets
ontwerp met dit blanco artikel ingediend, of de vrij
liberalen verklaarden, dat het tafellaken tusschen d»
regeering en hen was doorgesneden de vrijzinnig
democraten hebben het sindsdien gestopt. Het blanco
artikel was van de baan en de regeering ook. De heer
glasblazers, 18.270 steenhouwers, 8800 andere werk
lieden.
Twee gevallen van opzettelijke vernieling, van sa
botage worden er gemeld: te Brussel zijn ineenfabriek
van marokijnleer drie groote machines voor het naai
en van leer beschadigd en te Louvière werd een te
legraafpaal doorgeknipt. Men was in sommige krin
gen erg ongerust, vooral inDuitschland. De
Roman van KLARA HOFER.
9) o—
Het rijtuig sloeg nu de olmenlaan in, die naar het
plantsoen leidde, dat door de stad met- veel smaak on
derhouden werd en in het hertogelijke park en boseh
overging. De jonge moeder had reeds lang uitgeke
ken of zij op een beschutte plek ook haar jongen in
zijn wagen met zijn gevolg van min en kinderjuffrouw
zou zien. Want de min had het kind nooit alleen, als
de juffrouw verlof had, ging de kamenier mede.
Plotseling kreeg zij het witte voertuigje in 't oog.
En terwijl de gravin naar den elastieken bal greep,
om koetsier en lakei een teeken te geven, trok de
jonge moeder haar handschoenen uit en klopte met
haar ringen van tienduizend mark opgewonden tegen
de ruiten. Zij riep juichend: „Ventje! Ventje!"
Dezelfde zon viel met haar heldere stralen in de
groote kamer, waarin mevrouw Stojentin zich met
haar kinderen bevond. In haar warm licht scheen
het vertrek te lachen. Achter de neteldoeksche gor
dijnen blonken de ramen, het pas gewreven linoleum
op den vloer glansde. De vogels in de groote volière
tierelierden. Tusschen potten met muurbloemen, die
ih twee der drie vensterbanken stonden, lag een grijs
katje met witte pooten, dat de kinderen als een ang
stig m het nauw gedreven vluchteling voor een groo-
ten hond hadden gered. Zij hadden het toen mogen
behouden. Het keek met kalme oogen naar de kwin-
keleerende vogeD.
Er lag over 't geheele vertrek een waas van vrede,
dat maakt een verlies van loon uit van 500.000 francs
per dag. Duurt de staking veertien dagen, dan be
loopt dit verlies zeven millioen francs.
De Belgische kolenmijnen brengen jaarlijks 24 mil
lioen ton kolen voort, dus twee millioen ton per
maand. Er zal dus dit jaar, als de staking veertien
dagen duurt, een millioen ton te weinig voortge
bracht worden, die men onvermijdelijk uit den vreem-
politieke leven is de naam niet zoo bekend, de naam Roodhuyzen verwijt de sociaal-democraten dat zij i
heeft meer historische dan actueele beteekenis. Spre
ker moet dan ook een hard nootje kraken over de
vooruitstrevende liberalen, hij komt morrelen aan een
vrijliberalen zetel en doet dat met hetzelfde genoegen
als een tandarts aan een rotte kies. In 1909 stond hier
tegenover de heer Eoreest hot staatspensionneerend
buitenbeentje der vrijzinnig-democratische partij, de
heer Netscher. De een was vóór de ander tegen alge-
meen mannen- en vrouwenkiesrecht, staatspension-
neering en andere goede dingen. De sociaal-democra
ten hadden toen niets in te brengen er is toen wel
S verzuimd, maar men zal dit jaar het verzuimde inha-
len. Veel arbeiders hebben zich toen laten verleiden
door de vrijzinnig-democratische actie. De heer Fo
reest keerde in de Kamer terug, de sociaal-democraten
hebben geen schuld aan dat onschuldig vergoten
bloed. Het vooruitstrevende liberalisme had in Alk
maar het onderspit gedolven, maar het zwoer een du
ren eedin 1913 zien we elkaar weer. In een vrijzin
nigen landdag te Schagen, verleden jaar, sprak de
heer Netscher met veel vuur over algemeen kiesrecht
eu staatspensionneering. De Fakkel, het vrij-liherale
weekblad keurde dit af, vreesde, dat er van de concen
tratie niets zou komen. De concentratie is gekomen,
i de vrijzinnig-democratische automobiel van Sehagen
is in de garage geborgen tot 1917, in de hoop dat het
j dan beter weer zal zijn. De heer Netscher is gecandi-
deerd te Zaandam, waar het weer ook niet mooi bleek,
en zal thans in Enkhuizen den draak van St. Joris
bestrijden, de heer van Eoreest is de man van de gan-
sche vrijzinnigheid en de verkiezing staat in het tee
ken van den landedelman. De getemperde klasse-
strijd is uit de verkiezing verdwenen en de arbeiders
kunnen nu scherp kiezen tusschen kapitaal en arbeid,
daar er geen tusschenman is. Sinds 1909 is het
ledental der S. D. A. P. vertweevoudigd, de roode
Dinsdagen hebben hun invloed doen gelden en de ar-
geluk en reinheid. De geur der muurbloemen ver
mengde zich met den sterken, zuiveren reuk van het
was van den vloer en met den warmen damp van het
badwater. De kleinste zat in de blauwwitte kuip en
lachte en kraaide van pret, terwijl zijn moeder hem
vasthield. Zij had de mouwen van haar zijden kimo
no hoog over haar armen opgestroopt. De jongen
sloeg met zijn handjes in het water en schaterde het
uit, als de druppels glinsterend neervielen en bleven
hangen in het haar van broertje en zusje, die het
zwarte en blonde kopje, over den rand der kuip bogen.
Mevrouw Stojentin wenkte het kindermeisje, dat
haar het warme badlaken kwam brengen. Zij tilde het
Spartelende, juichende kereltje omhoog. Het water
«stroomde in kleine beekjes van zijn rozerood lichaam
pje. Hij stak zijn handjes naar het metaalkleurige
haar van zijn moeder uit daar kwam ook reeds de
badhanddoek aan.
Het werd donker om hem heen, hij lag op de tafel
en werd omgerold. Hij bromde vergenoegd als een
klein dier.
De kleine Ursula, met haar teer, bijna doorzichtig
gezichtje, dat bij het glanzende roode haar van haar
moeder bruine oogen had, hield zijn spartelend voetje
vast. Zij kuste zijn frisch velletje, dat zoo doorschij
nend en lieht van kleur was als een rozenbladZij
liep naar de tafel, waarop de ringen van haar moeder
lagen en schoof den grooten saffier over zijn grooten
teen.
„Staat hem dat niet mooi, mama?"
Baby gierde en trappelde, de ring vloog weg. Onder
het vallen fonkelden de steentjes van den rand. Zon
nestofjes trilden in de lucht, George en zijn zusje
liopen achter den mooien ring aan en vielen er als
!een kluwen over heen.
Het kleine katje op de vensterbank sprong ook op
den vloer, het klonk, alsof een met watten omwikkeld
stuk hout op den grond viel, zoo zacht en dof. Het
liep op zijn witte sokjes onhoorbaar naar de kinderen,
nieuwsgierig om te zien, wat er gebeurde.
De jongen had den ring; het meisje trok een lipje.
Tranen kwamen in haar oogen en zij zei op zachten
toon
„Ik had hem zoo gaarne gehad."
Maar haar stemmetje klonk volstrekt niet boos. De
jongen hield zijn flink kopje op den stevigen nek een
weinig gebogen, hij streed met zichzelf, totdat de
edelmoedigheid zegevierde„Daar
En terwijl zij juichend naar de tafel liep om haar
moeder den ring te brengen, pakte haar broeder als
tot vergoeding het katje op. Het dier strekte zijn le
nig lichaam onder den greep van zijn handen uit, het
trachtte er zich behoedzaam uit te trekken; onder
zijn fluweelachtig vel spanden zich dé spieren. Maar
de jongen liet niet los. Hij greep het dier onder de
schouders en drukte het tegen zich aan met een men
geling van woestheid en kinderlijke teederheid. Het
katje liet zich dat kalm welgevallen.
Antoinette keek naar den jongen het was bijna
schrikwekkend, zooals hij op zijn vader geleek. Tot
zelfs in dien ietwat brutalen trek, die aan den mond
een vierkanten stand gaf, op het oogenblik, dat hij het
dier, waarvan hij veel hield, tegen zich aan drukte.
Er gleed een schaduw over haar gelaat. Zij keerde
zich om en schoof de ringen aan haar vingers.
Het volgende oogenblik glimlachte zij tegen den
kleinste, die nu met een stralend gezichtje op zijn
voetjes stond. Zijn hemdje wgrd juist toegestrikt, hij
stampte met zijn bloote beentjes. Het kindermeisje
legde hem in den wagen en ging daarop zijn ontbijt
halen. Vooraf echter maakte zij de sluiting van de
kuip open, zoodat het water kon wegloopen. De oppas
ser verscheen en nam kuip en emmer mede.
Het meisje, een vlug ding met een wit mutsje en
boezelaar, schoof de wagen de deur uit. De gouver
nante kwam op hetzelfde oogenblik uit haar kamer;
de
legerbegrooting hebben afgestemd maar de vrijzin
nig-democraten hadden afgesproken er ook tegen te
stemmen, de heer Drucker stemde zeer luide voor,
doch andere vrijzinnig-democraten stemden tegen,
zoodat de heer Roodhuyzen dit punt in zijn eigen con
centratie kan uitmaken.
Na het liberalisme kwam Heemskerk, kwam in 1909
de clericale meerderheid bij de verkiezingen. Het ka
binet-Heemskerk heeft zich gekenmerkt door absolute
onmacht. De clericalen gelooven niet meer in hun
toekomst, vandaar dat ze zich zoo haasten, immers
alleen die gelooven, haasten niet. Het kabinet staat
met twee leege handen voor de arbeiders. Voor het
verkiezingsjaar moesten de liberalen en de clericalen
wat doen, de sociaal-democraten konden doorgaan
met hun geweldige actie, welke zij de laatste jaren
hebben ontplooid. De sociaal-democraten komen niet
met beloften voor de kiezers, want zij zeggen: „ik
kan niets voor U doen, gij moet alles zelf doen." De
clericalen zijn ten strijde gegaan onder de leuze:
„subsidie voor de bijzondere scholen," de kinder kens
bidden, in de Roomsche kerk worden missen gelezen
voor de Roomsche candidaturen. De geschiedenis der
concentratie is de geschiedenis van ruzie. In Leiden
is 'strijd geweest over de eandidatuur daar waren
de vrijzinnig-democraten en de vrij-liberalen Kaïn en
Abel. In Amsterdam II vechten vrijzinnig-democra
ten en unie-liberalen er om, wie het tegen den lieer
Mendels zal mogen afleggen in zake den strijd om den
clericalen zetel. In Utrecht dito, dito. De heer
Netscher zou Duys even wippen in Zaandam, maar
toen de clericale pers verklaarde, dat zij nooit Net
scher zou steunen, verdween Netscher naar Enkhui
zen.
De concentratie i9 in elkaar gezet door de vrijzin
nig-democraten, zij hebben en dit mag men hen
het was tijd voor het onderricht van George, dat zijn
zusje als toehoorster bijwoonde.
De moeder volgde het meisje naar de slaapkamer
der kinderen. De kleine lachte in zijn kussens, toen
hij het fleschje zag: „ekki, ekki"Hij stak zijn hand
jes er naar uit en schoof het zelf in zijn mondje. An
toinette liet zich in den rieten stoel naast den wagen
neervallen, het meisje verdween.
De kleine pruttelde van genoegen onder het drin
ken, op zijn rond voorhoofd' verzamelden zich kleine
pareltjes. Af en toe schoof hij met een rukje de
flesch weg en keek zijn moeder met zijn heldere, schit
terende oogen aan, oogen zoo zuiver en rein als do
oogen der bloemen.
Een gevoel van innig geluk welde in de jonge
vrouw op. ITet was de eerste zomerdag na weken van
een grijze, bewolkte lucht ook figuurlijk. Ook hier
scheen de zon in de ramen, gleed over het tapijt van
koehaar op den vloer, schitterde in het koper der ledi-
kantjes met de witte gordijnen. De adem van het
lieve, jonge leven streek over haar heen' en zij had
zich schrikbeelden voor den geest willen halen? Had
zoo juist nog weer daaraan gedacht.
De zon scheen, de hemel lachte en zij had haar kin
deren als welig opschietende boompjes om zich hoon.
Weg met alles waarmede zij den kostbaren tijd onher
stelbaar had willen bederven. Zij wilde niets weten.
Dat was voorbij. Zij wilde gelooven, vertrouwen, ho
pen, zich over haar geluk verheugen.
Zulk een tobberij was bepaald ziekelijk. George
kende den vreemden man in het geheel niet. Zij had
het hem gevraagd. En nu weg daarmee. Die neiging
om zich muizenissen in het hoofd te halen was onge
zond een erfdeel der Hoyerlebens.
Do jongen was ingeslapen. Zoo juist nog. vrpolijk,
vol schalksheid, midden in het volle geluk van zijn
plantenleven en nu sliep hij al vast en gerust.
Antoinette trok zacht de gordijnen dicht.
(Wordt vervolgd).