DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
-Sfe'
No. 87. Honderd en vijftiende Jaargang. 1918
WOENSDAG 1(5 APRIL.
F E TT T L L E T O N.
Jacht en Visscherij.
Kiezerslijst 1913|1914.
ERFELIJK BELAST.
STADSNIEUWS.
A
Dit
zijn
enkele
doeleinden
waarvoor
ALRMAARSCHE COURANT.
D. BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, dat ter secretarie ver
krijgbaar zijn blanco-veTzoekschriftéb ter verkrijging
van jacht- en visehakten en van buitengewone machti
gingen tot het schieten van schadelijk gedierte.
Vreemdelingen, die hier te lande geen vaste woon
plaats hebben, kunnen slechts dan jachtakten beko
men, wanneer bij het onderteekend verzoekschrift
wordt overgelegd het photografisch portret Van den
aanvrager.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 10 April 1913.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR,
Gelet op artikel 81 der Kieswet;
Brengt ter algemeene kennis, dat een zevental ver
zoeken om verbetering van de door Burgemeester en
Wethouders op 22 Maart 1.1. vastgestelde Kiezerslijst
voor het jaar 1913/1914, met de bijgevoegde bewijs
stukken tot en met den 21sten April a.e. voor een
ieder op de secretarie der gemeente ter inzage neder-
gelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, ver
krijgbaar zijn gesteld.
Tegenspraak van deze verzoeken kan schriftelijk en
uiterlijk den 23sten APRIL door een ieder aan het ge
meentebestuur worden ingediend.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
ARROXDISSEMENTS-RECHTBANK TE
ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 15 April.
BRANDSTICHTING.
Tj. IJ., kaasmakerskne'cht te Hoorn, thans gedeti
neerd in het Huis van Bewaring alhier, bekent heel
gemoedelijk, zelfs een oogenblik met een lach op het
gezicht, de hem ten laste gelegde brandstichting. Den
6en Maart, 's morgens om kwart voor vijf, was bekl.
bij de kaasfabriek van gebr. Zijp te Abbekerk, onder
het dak waarvan ook de woningen van A. Bouwer,
arbeider en J. Smit, kaasmaker, gelegen zijn. Bekl.,
die wist dat die huizen gemeubileerd en bewoond wa
ren, klom op een regenton, welke op een hoek tegen
de woning van Bouwer staat, klom toen op de dak
goot, maakte een kuiltje in het riet en stak dit met
een lucifer aan. Hij kreeg wroeging en waarschuwde
Smit, daar hij het gevaar besefte. Het begin van
brand werd toen gebluscht. Bekl. zei, dat een beetje
wrok de aanleiding was tot de daad, hij had een paar
woorden gehad met Smit.
Get. J. C. Kossen, rijksveldwachter te Sijbekarspel,
deelde het resultaat van het door hem ingestelde on
derzoek mede.
S. Zijp, veehouder te Abbekerk, had van den brand
zelf niets gezien, doch zag, toen hij gewaarschuwd
was, dat het riet was zwartgebrand. Get. had vroeger
bekl. in zijn dienst gehad, hij had een goed getuigenis
van diens vroegeren patroon ontvangen. De vader van
bekl. had gezegd, dat zijn zoon zacjit moest worden be
handeld, daar hij zich hiervoor steeds zeer gevoelig
toonde.
J. Smit, kaasmaker te Abbekerk, verklaarde dat
bekl. half Sept. bij de Gebr. Zijp in dienst kwam. Hij
moest onder get.'s bevelen werken. Get. had nog al
eens onaangenaamheden met bekl. Op den morgen van
6 Maart klopte bekl. bij get. aan de deur, om te zeg
gen dat er vuur in de fabriek was. Get. ging mee en
zag een begin van brand op het dak van de woning
van Bouwer. Bekl. en get. hebben toen samen het
vuur gebluscht. Op de desbetreffende vraag van den
ambtshalve toegevoegden verdediger, mr. Dorbeck,
antwoordde get., dat bekl. nogal dikwijls de bioscoop
bezooht.
Bekl. zei veel de bioscopen te bezoeken, hij zag
graag films, voorstellende branden, moorden en ge
vechten.
Het O. M. zei, dat bekl. een ernstig feit heeft ge
pleegd; hij heeft reeds eerder getracht een dergelij-
ken brand te stichten. Gebeurde het eerste feit, om
dat hij bemerkingen kreeg van zijn meerdere, hettwee-
de zou gepleegd worden, omdat de buurvrouw van zijn
kostbaas, wier man ziek was, hem had verzocht niet
met rumoer de fiets tegen haar huis te zetten. Bekl.
is een gevaarlijk mensch, die uit de maatschappij moet
zei Z. E. A.
Al is bekl. gekomen onder suggestie van wat hij
heeft gezien op het witte doek, zooals ook zijn moeder
verklaarde, dat neemt niet weg, dat hij gestraft moet
worden.
Van den vader van bekl., had Z. E. A. een brief
ontvangen, waarin om een onderzoek naar de geest
vermogens van den zoon gevraagd werd. Het O. M.
zette uiteen, dat deze brief onder suggestie is ge
schreven. Z. E. A. zag geen reden voor een onder
zoek en eischte tegen den gevaarlijken bekl. 1 jaar
gevangenisstraf.
Mr. Dorbeck zei van dezen bekL na een gesprek met
diens vader en een langdurig onderhoud met bekl. zelf
den indruk gekregen te hebben, dat hij een beklagens
waardig individu is. Bekl. is zeer achterlijk; onder
droevige omstandigheden kwam hij in het leven.
Hij is uit een net, ordelijk gezin van 8 kinderen,
met hem alleen hadden de ouders het steeds te stel
len. Met zijn achterlijken geest voelde hij zich aan
getrokken tot verkeerde films.
Bekl. is een tijdlang in Ameland geweest en stookte
daar gaarne vuurtjes, waardoor heele bunders helm
in brand gingen. Ook van het brandje in de kaasfa
briek vertelde bekl. met een lachend gezicht, zoodat
pl. niet kan denken, dat bekl. een gewoon mensch is.
De verdediger drong ten slotte aan op een onderzoek
naar de geestvermogens van bekl.
LANDLOOPER1J EN BEDELARIJ.
W. K., werkman, zwervende, thans gedetineerd in
het Huis van Bewaring te Alkmaar, heeft van 1217
Maart zonder middelen van bestaan in de gemeente
Alkmaar rondgezworven. Het O. M. had geen getui
gen gedagvaard, daar verschillende gelijkluidende pro
cessen-verbaal bij Z. E. A. waren ingekomen. Bekl.
is al eens in de Rijkswerkinrichting geweest. Hij zei
te kunnen werken, maar geen werk in de vrije maat
schappij te kunnen vinden.
Het O. M. eischte tegen bekl. 3 dagen hechtenis en
3 jaar opzending naar de Rijkswerkinrichting.
VERNIELING.
De 18-jarige Oh. H., sigarensorteerder te Alkmaar,
heeft in den nacht van 16 op 17 Maart een ruit ver
brijzeld in de bakkerij van den heer W. G. E. Valk,
alhier. Bekl. had te veel gedronken en kwam 's nachts
half een in de bakkerij om roomsoezen vragen. Hij
kreeg deze niet en maakte toen herrie, waarop hij
door een bakkersknecht met een plank uit de bakke
rij werd geduwd. De deur werd gesloten, waarop een
ruit in de deur werd stukgeslagen; de scherven vlo
gen tot den oven toe.
Als getuigen werden gehoord J. Overeem, agent
van politie te Alkmaar, die 's nachts op den Voor-
dam surveilleerde, het rinkelen van de ruit hoorde en
zich er heen begevend bekl., wiens hand bloedde, te
gen kwam, W. Piersma en J. Schröder, bakkers
knechten en W. G. E. Valk, die verklaarde geen toe
stemming tot het vernielen van de ruit te hebben ge
geven, waarna het O. M. tegen bekl. 20 boete subs.
10 dagen hechtenis eischte.
DIEFSTAL.
V. M., arbeider te Warmenhuizen heeft met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening den 24en
Februari weggenomen een vijftal eenden, 3 smeerkop-
pen en 2 gelen, welke toebehoorden aan K. Broer, vis-
scher te Grootebroek.
Bekl. bekende en zeide de eenden te hebben wegge
nomen om ze te verkoopen. Nadat een vijftal getui
gen was gehoord, vroeg het O. M. tegen bekl., wiens
moeder in een brief om een „minzame" straf ge
vraag had voor haar zoon, een gevangenisstraf voor
den tijd van 3 maanden.
DE AFSLAGKWESTIE TE ENKHUIZEN.
•Daarna hadden zich te verantwoorden W. L., G. K.,
S. L., J. v. d. H. en J. L., allen visschers te Enkhui
zen, waarvan alleen de tweede ter terechtzitting te
genwoordig was. De geschiedenis is bekend, ze komt
ding, met een zweem van spot op zijn baardeloos En-
gelsch gezicht, tbr zijde „achter de canapé" stond.
Hij kwam een stap naar voren. In kaarsrechte hou
ding, met zijn eene hand volgens de laatste, meer on
gedwongen mode in den zak van zijn elegante lange
jas, in de andere zijn notitieblad, deelde hij in een
vloeiende jede het plan van het arrangement mede.
Nu en dan wierp hij, om zijn geheugen te hulp te ko
men, een blik op het papier, waarbij hij zijn monocle
haastig bij het geschrevene bracht en weer opzette.
En af en toe, na een afgehandeld gedeelte, keerde hij
zich, als om bevestiging verzoekend, tot zijn gebied
ster. Hare Hoogheid knikte dan telkens op haar kin
derlijk gewichtige wijze.
Het feest moest, zooals gezegd, het karakter van
een volksfeest dragen. Het regiment zou, als altijd
•bereidwillig, voor de muziek zorgen. En Iiare Hoog
heid was zoo goed alle paviljoens, de oranjerie, den
herinneringstempel, de solitude voor het beraamde
doel ter beschikking te stellen. Eveneens werd een
gondeltoeht op het meer in overweging gegeven.
De hertog had aan zijn aristocratisch gevoel een
offer gebracht door zelfs zoo iets vreeselijks als een
draaimolen voor de kinderen op het weiland oostelijk
van het park toe te staan. Als hot moest daii
moest het.
De discussie werd geopend.
Mevrouw Van Feist van het majoraat Langenau,
die aan het hoofd van het uitvoerend comité stond,
stelde de verdcoling voor. Zij keek met haar ietwat
Japansch, pikant gezicht onder den zwarten, gladden
haarrol de hertogin aan-
„Wil uwe Hoogheid zoo goed zijn mij het woord te
geven?" Zij had natuurlijk alles kant en klaar. Aan
het bestuur van 't comité kon wegens zijn veelvuldige
plichten niets meer opgedragen worden. De officiers
vrouwen moesten de theetent voor zich nemen, onder
toezicht van dé vrouw van den overste en van hare
Excellentie Von Boust. Het koffiehuis de andere da
mes uit de stad, onder voorzitterschap van de vrouw
van den superintendent en van de echtgenoote van
den zeer gezienen geheimraad Drollius. Voor keu
ken, „petits fours", room, suiker, werden dames van
de rechterlijke macht gekozen. Barones Von Zerbst
en mevrouw Von Feist zouden de champagnetent voor
bare rekening nemen.
Er ging een zacht gemompel door de vergadering
zij zouden daarvoor natuurlijk de elegantste jonge-
meisjes uitkiezen. De verkoop van bloemen en brief
kaarten zou aan de handige vrouw van een advocaat,
een hoogblonde Rubensche schoonheid, toevertrouwd
worden. De dames van buiten, die nog overbleven,
hadden zich voor de gesmeerde broodjes beschikbaar
gesteld; die afdeeling was, onder toezicht van de
flinkste vrouw van het district, mevrouw Von Biir,
wier echtgenoot de gerenommeerde Yorkshire var
kens fokte, in de beste handen. Hierbij kon de spreek
ster, wier belangstelling in geenen deele die richting
uitging, een flauwen glimlach niet onderdrukken.
Voor het bier zou de kreitscommissaris met zijn ge
wone offervaardigheid zorgen.
Er bleef nu nog spuitwater en limonade over. Nio-
mand wist daar weg mee. De vrouw van den hof
maarschalk wisselde reeds een bezorgden blik met
freule Von Pankow, of het drukke redeneeren hare.
Hoogheid, die niet sterk was, ook zou vermoeien. Men
wilde de zaak het een of ander departpment op den
hals schuiven, maar iedereen kwam in verzet tegen
die vermeerdering van werk. Reeds begon zich de be
kende, vermoeide trek om do mondhoeken der Her
togin te vertoonen, toen een uitkomst aan de band
werd gedaan.
„Hebben wij het gymnasium niet vergeten?"
De vrouw van den overste had dat op haar schuch
tere manier gezegd en zat nu ietwat verlegen voor
zich te kijken, toen iedereen zich als geëlectriseerd
naar haar toekeerde: „Natuurlijk, natuurlijk!"
Wordt vervolgd-
Roman van KLARA HOFER,
10) -o-
Equipages en huurrijtuigen verdrongen zich voor
het hertogelijk paleis. Het geheele personeel was in
touw, koetsiers en rijknechten waren ook in de livrei
der lakeien gestoken. Men zag overal de roodgele
kleuren van het huis Ingolfingen.
De toevloed van rijtuigen werd steeds grooter. Voer
tuig op voertuig rolde door het reuzenhek van het
voorpark, langs den prachtig onderhouden rijweg, tot
aan den nu wijd geopenden, door dreigende leeuwen
figuren geflankeerden hoofdingang. Nog een paar
seconden tusschen de historische reusachtige boomen,
dan was men in het park, en achter de groote, kunst
matige waterpartij verhief zich trotsch het slot in
zijn eeuwenouden mantel van klimop, met al zijn to
rens, estrades en balkons. Een breed terras, naar
den beroemden smaak van den tuinman der familie
Trachenberg aangelegd, strekte zich daarvoor uit. Bij
elke bocht van den weg stonden lakeien om mogelijke
onkundige koetsiers terecht te wijzen, ook rechts en
links onderaan de groote stoep en aan beide kanten
van de met prachtig ijzerwerk beslagen deuren van
don ingang.
In de vestibule stond de majordomus in het zwart
met witte das en met die gereserveerde en toch be
leefde voornaamheid van een diplomaat der oude
school. Men ging door een reeks van zalen en ver
trekken met portretten, wapens, porcelein, gebeeld
houwde meubelen, door de bibliotheek en den winter
tuin. Het, was een bijzonder lieve attentie van de
hertogin om het uitvoerend comité in haar eigen sa
lon te ontvangen.
Zij had er op gestaan haar rang voor heden op zijde
te zetten. Zij ontving als een jonge vrouw uit de eer
ste kringen, slechts met haar beide hofdames naast
zich. De heer Von Alten nam de honneurs bij de deur
waar.
Ook haar kleeding gaf dat te kennen. Zij was ge
heel in huistoilet, een wit-laken rok met witte blouse,
die met kostbaar handborduursel gegarneerd was.
Juist boven baar hart lag op de zacht op en neer
gaande zijde aan een platina-kettinkje de beroemde
Ingolfinger parel, een der grootste, die bestaan. Zij
behoorde eigenlijk bij de strikvormige smaragd-broche
van de familie-sieradiën, maar kon, zooals meestal bij
zulke kostbare kleinodiën, ook afzonderlijk gebruikt
worden.
Wie maar eenigszins kon, trachtte het kostbare
ding te zien te krijgen, want volgens de sage, die niet
van waarschijnlijkheid was ontbloot, zou de hertogin
buitenshuis een imitatie van een bekend Parijsch ju
welier dragen om liet niet te vervangen sieraad niet
in gevaar te brengen. Maar vandaag zou het toch ze
ker wel de echte parel zijn-
Het groote vertrek was spoedig geheel vol. Alle
dames verschenen in groot gezelschapstoilet met hoed.
De knechten werkten zich met de zilveren presenteer
bladen vol Ohineesche theekopjes, door de in het rond
staande stoelen, bronzen en marmeren beelden onder
groote palmen. Op den achtergrond, tusschen de op
zijdegeschoven zijden gordijnen vertoonde zich de
bloeiende pracht van den wintertuin met zijn over-
i- vloed van orchideeën. Er hing in de lucht een geur
1 van amber.
j Op een teeken van den kamerheer verdween het
dienstpersoneel. Een ademlooze stilte ontstond. Al-
Ier oogen waren op de bevallige, witte gestalte ge-
richt, die_ op de rood pluchen sofa was gezeten,
j De kleine ooren der hertogin gloeiden. Met een
melodieuse, maar zachte, ietwat vibreerende stem zei
zij een paar woorden van dank tot de aanwezigen, die
„aan baar verzoek hadden gevolg gegeven." Zij klem
de bare slanko handen ineen on keek als om hulp zoe
kend naar haar kamerheer, die in voorgeschreven hou-
MONKEY BRAND
kan gebruikt worden— (apen-zbep»
Voor het schuren van keukentafels en vloeren.
Om vloerzeil helder en glansrijk te houden.
Om geverfde oppervlakten zoo goed als nieuw te maken,
Voor messen en vorken, aardewerk, porcelein en émaiile.
Voor badkuipen, onverschillig van welk metaal.
Voor ontelbare dingen, te vee! om op te noemen.
in 't kort hier op neer, dat den lOen Maart te Enk
huizen is opgericht de vischafslagvereeniging „De
Eendracht." Bekl. met nog een vijftigtal anderen
hebben deelgenomen aan den door die vereeniging ge-
organiseerden vischafslag, welke in strijd is met de
verordening op den vischafslag te Enkhuizen; deze
bepaalt o.m. dat de vischafslag berust bij de gemeente
en door beambten vanwege de gemeente moet geschie
den in door de gemeente daarvoor bestemde gebou
wen. De bekl. zijn de bestuursleden van de opgerichte
vereeniging.
Als getuige was gedagvaard de burgemeester van
Enkhuizen, de heer P. Hoytema van Konijnenburg,
die mededeelde, dat de gemeentelijke vischafslag in
1907 is tot stand gekomen op verzoek van de visschers.
Het is een publiekrechtelijke instelling, die geen winst
behoeft af te werpen, slechts een soort retributie ter
dekking van de kosten. Slechts ten dienste van de
visscherij is de verordening op den gemeentelijken
vischafslag vastgesteld, niet ten bate van de gemeen
tekas.
Verschillende vragen, door den verdediger, mr. Ti-
deman te Haailem gesteld, werden beantwoord door
den burgemeester.
Als getuigen a décharge waren door den verdediger
gedagvaard W. van Slooten en J. Lub Kzn., visschers
te Enkhuizen. De eerste gaf mededeelingen omtrent
de vergadering van 10 Maart in het pakhuis, waarvan
hij mede-eigenaar is, en in welke vergadering „de
Eendracht" werd opgericht. Tevens deelde get. me
de, dat meermalen 2 gestort werd voor visch welke
niet aan den afslag geweest was, en dit om niet be
lemmerd te worden door art. 21a der verordening.
Get. Lub deelde uitvoerig mede den achteruitgang
van het fonds tot ondersteuning van weduwen en wee
zen en ouden van dagen en verklaarde omtrent de op
richting van „De Eendracht," om de fondsen te ver
sterken.
Het O. M. zette uiteen, dat in deze laatste omstan
digheid, het niet-deskundig beheer van het fonds,
waardoor het achteruitging, geen reden ligt, om de
verordening te wijzigen. Z. E. A. oordeelde de ver
ordening op haar plaats en de opgerichte vereeniging
in strijd met de wet. De eisch tegen bekl. luidde 25
boete subs. 10 d. h.
De verdediger, mr. Tideman, wees er op, dat de
vischafslag winsten afwerpt voor de gemeente en dat
het begrijpelijk is, dat de visschers, die zich niet druk
hebben gemaakt over de juridische kwestie, deze gel
den, welke hun fondsen derven, noode in de gemeen
tekas zien vloeien, Spr. memoreerde de verzoekschrif
ten tot den raad van Enkhuizen gericht en onder
wierp daarna de verordening aan een uitgebreide ju
ridische beschouwing. Pl. concludeerde tot nietig-ver-
klaring van de verordening en vrijspraak voor de bekl.
1583
GEVESTIGDE PERSONEN.
J. de Jonge, huishoudster, rem., Payglop 16. Th.
Goudzwaard, zonder beroep, n.h., Schermerweg 56.
W. Riesebos, modiste, n.h., Houttil 56. M. Th. Hou-
wert, commissionair, n.h., Spoorstraat 19. K. Eppin-
ga, timmermansknecht, geene, Keizerstraat 2. P. R.
J. Hoed, schildersknecht, r.c., Nieuwstraat, 13. J.
Stroet, stalknecht, r.c., Koorstraat 24. K. J. M. Mie-
zenbeek, modiste, r.c., Achterstraat 39. G. J. Gene-
faas, electricien, r.c., Koningsstraat 5. J. A. G. ter
Berg, zonder beroep, r.c,, Tienenwal 6. G. A. van den
Berg, zonder beroep, r.c., Ropjeskuil 6. E. M. van
Hulsen, zonder beroep, r.c., Verdronkenoord 9. M.
Wierda, huishoudster, geref., Overdiestraat 45. M. A.
- Schuemie, huishoudster, n.h., Stationsstraat 1. Hh.
Maassen, subst.-griffier, rem., Geesterweg 11. P. van
der Esch, boekhouder, n.h., Hofdijkstraat 10. J. F.
Ch. Baesjou, onderwijzer, r.c., Ridderstraat 17. A. J.
Oh. Stam, scheepsbouwersknecht, n.h., Eilandswal 11.
.1Floris, bakkersknecht, r.c., Laat 11. H. C. van den
Berg, kok, e.l., Zijdam 9. M. Bakker, inspecteur le
vensverzekering, geene, Stationsweg 190. J. van der
Wiel, arbeider scheepswerf, n.h., Overdiestraat 6. N.
Dik, chauffeur, d.g„ Ritsevoort 38. M. Bruinenberg,
dienstbode, r.c., Laat 118. C. Stam, dienstbode, o.r.,
Luttik-Oudorp 33. O. Palenstijn, zonder beroep, gee
ne, Overdiepad 3. J. B. Lammers, sigarenmakers-
knecht, r.c., Luttik-Oudorp 7. H. Zijp, dienstbode, r.
c., Verdronkenoord 69. J. Winkelman, instrumentma
ker, r.c., Oudegracht 112. J. Tournier, instrumentma
ker, r.c„ Oudegraeht 112.
VERTROKKEN PERSONEN.
E. Waagmeester, huishoudster, n.h., Forestusstraat
5, Schagen. B. C. van der Poll, zonder beroep, r.c.,
Strafgevangenis, Amsterdam. J. Compaan, ambtenaar
R. O. G„ n.h., Geest 52, Ambt Doetinchem. J. W.
Stam, scheepsbouwersknecht, n.h., Eilandswal 11, Jut-
phaas. O van Saane, ijzerwerker, geref., Tienenwal 3,
Zaandam. W. A. Bierman, timmermasnknecht, r.c.,
Ropjeskuil 1, Dortmund. M. J. Dirkzen, zonder be
roep, r.c., Stuartstraat 55, Manheim. P. Molenaar,
arbeider, r.c., Limmerhoek 36, Hoorn. Ch. H. Schrek-
ker, zonder beroep, n.h., Strafgevangenis, Groningen.
M. B. Ch. Winkel, kostschoolleerl., r.c., Kan. kade,
Bergen. Kaandorp, metselaarskn., r.c„ Nieuwpoorts-
laan 164, Bergen. H. M. Henneke, zonder, r.c., Laat
51, Bergen. J. H. de Rover, kleermakersbed., n.h., Ie
Kanaalstraat 5, den Ilaag. J. Langedijk, bakkers
knecht, r.c., Ie Landdwarsstraat 8, Amsterdam. J.
Lovert, zonder, Hekelstraat 28, Amsterdam. P.
Schermer, timmermansknecht, n.h., Kinheimstraat 29
Amsterdam. P. Wonder, bouwkundig opz., n.h.,
Schermerweg 62, E'gmond aan Zee. F. Bruijn,
schoenmakersknecht, geref., Tuinstr. 12, Haarlem.
N. A. Zeeman, monteur, geref., L. Oudorp 58, Mon
ster. O. Slok, dienstbode, n.h., Verdr. Oord 105,