DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 89
Honderd en vijftiende Jaargang.
1918
VRIJ DAG
18 APRIL.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ERFELIJK BELAST.
Telefoonnummer 3.
BINNENLAND.
ALRMAARSCHE COURANT
ALKMAAR, 18 April.
Er is tegenwoordig in de bladen weinig sprake meer
an Japan. Enkele jaren geleden was dat anders.
Toen de Japanners de Russen zoo geducht klop had
den gegeven was er plotseling veel sympathie voor de
opkomende natie. Verschillende Europeesche mo
gendheden dongen om de Japansche gunst, men be
schouwde Japan plotseling als gelijkwaardig, men
vreesde het gele gevaar, men volgde met belangstel
ling hetgeen er in Japan geschiedde. Sindsdien is ech
ter dit alles danig geluwd en leest men slechts bij uit
zondering belangrijke beschouwingen over het rijk van
den Hik ad o in de couranten. Na de begrafenis van
den overleden Keizer en den zelfmoord van den dap
peren generaal Nogi hebben we weinig meer gehoord
uit het Oostersche eilandenrijk. Toch „maakt" men
ook daar politiek. Men heeft er zelfs een politieken
strijd naar Engelschen trant. Het Lagerhuis, de
Tweede Kamer, heeft met een zeer geringe meerder
heid do begrooting aangenomen, maar haar lot is min
der zeker in het Hoogerhuis, in de Eerste Kamer.
Er wordt den senatoren aangeraden de begrooting te
A'orwerpen, maar ook worden ze gemaand haar maar
^uJn te nemen, teneinde een crisis te voorkomen, gelijk
Engeland er een heeft gehad.
„Ofschoon de begrooting onpopulair is zoo is er
geschreven mag het door het Hoogerhuis noch ver
worpen, noch gewijzigd worden, daar het Lagerhuis
haar eenmaal heeft aangenomen. Het Lagerhuis
heeft de taak tegen den kliekgeest en voor de grond
wet te strijden. Het Hoogerhuis mag zich in derge
lijke vragen echter niet mengen en moet in het bij
zonder de beslissingen van het Lagerhuis, welke op
de begrooting betrekking hebben, eerbiedigen. De
strijd tegen de mannen van de kliek mag niet met een
tactiek gevoerd worden, welke haar doel mist. Immers
het einddoel is, het volk een voldoend toezicht te ge
ven op de regeering. Om dat te bereiken, moet de
slagboom tusschen den Keizer en zijn loyale onderda
nen verwijderd worden."
De Japansche loyaliteit behoort tot den inventaris
van courantenschrijvers, feestredenaars, staatlieden
e. d. De waarheid is, dat de Mikado van de loyale ge
voelens van zijn volk niet veel merkt hij is om
ringd door een muur van almachtige staatslieden en
hoogwaardigheidsbekleeders, die feitelijk de beslissin
gen nemen. Aan dien toestand wenscht men thans
een einde te maken. Men wil met den kliekgeest bre
ken, .de natie wil in nauwere aanraking met den heer-
scher worden gebracht cn de volksvertegenwoordiging
wil als actieve factor aan de regeering deelnemen.
Het schijnt, dat de jonge heerscher zelf naar grootero
vrijheid, naar meerdere voeling met de natie verlangt.
Er wordt tenminste verondersteld, dat met het aan
vaarden der regeering door den nieuwen Mikado een
nieuw ontwikkelingsstadium in de Japansche geschie
denis begonnen is. Onder Moetsoehito heerschtenogde
oude toestand, maar thans breekt zich een nieuwe op
vatting baan, die van het volk, dat wel militairen
Roman van KT. A RE HOFER.
12) -o-
De volgende week bracht nieuwe schaduwen. Er
was kermis in de stad, een van die beroemde kermis
sen van den ouden stempel, die een lokale specialiteit
zijn geworden, die de geheele plaats beheerschen en
onder haar invloed brengen. De landlui kwamen van
heinde en ver, 'vulden de straten, verdrongen zich in
de doorgangen der kramenstad, die een voor dit doel
gereserveerd, groot verlaten plein besloeg. Reeds
over dag was het rumoer oorverdoovend, de groote
grammaphonen der caroussels en' kinematografen
schetterden hemelhoog, de wilde dieren brulden en
miauwden en daartusschen het heesch, stereotyp ge
schreeuw en geroep van de verkoopers. Ginds een
koopvrouw met een hooge, schrille stem, hier de olie-
koekenbakker, die zijn waren op een diepen bastoon
aanprees, de bijna melodieuze alt van een slangenda
me, de matte tenor van een koopman in pauweveeren.
En door dit alles heen het veelstemmig koor der bie
denden, lachenden, krijschenden, bedelenden, juichen
den een heksen-sabbat, waarbij alles schreeuwde,
de stemmen, de plakkaten, de muziek, de schelle April
zon, do kleuren, scharlakenrood, hemelsblauw, gras
groen, ineensmeltend met de gouden en zilveren ver
sierselen der draaimolens, met de glazen pijpkralen-
hangers der schommels en de harde, bonte tinten der
hoerendrachten. Dat alles deed oog en oor pijn zoo
als onder de onbarmhartige schittering van den zui
delijken hemel op krijtwitte straten en huizen met
het verwarde rumoer van Oostersche rassen.
Het was een uiting van primitieve vroolijkheid, die
een ruwen indruk maakte, maar toch bewondering
wekte als een tafereel van Oud-Hollandschen oer-
krachtigen levenslust. Een feest ook voor de kinde
ren, die ten minste eens het hen onbewust bedwel-
dienst wil vervullen en belasting wil opbrengen, maar
dan ook over zijn lot mede beslissen wil, en het Hoo
gerhuis met zijn léden van den ouden adel wil kort
wieken. Doch de oude kliekgeest geeft zich zoo maar
niet verloren.De oude staatsman Katsoera tracht van
het oude stelsel te redden, wat er nog te redden valt.
Hij heeft er zelfs niet tegen opgezien om met een
ouden vijand een compromis te sluiten, met iemand,
die bij de groote kooplieden veel in te brengen beeft.
Om de oppositie in haar voornaamste burchten te
verzwakken het Japansche platte land beteekent
nog heel weinig in politiek opzicht tracht hij aldus
den groothandel in de steden aan zijn zijde te krijgen.
Temeer, omdat het geld bij de verkiezingen een groote
rol vervult en er dus veel afhangt van den steun van
de grootindustrie en den groothandel.
Prins Katsoera is een geslepen staatsman. Hij zal
zich tevreden, stellen met hetgeen hij behouden kan.
En daarom wordt de verwachting uitgesproken, dat
de liberale beweging in Japan niet plotseling met het
oude régime zal breken, doch dit stukje voor stukje
terzijde zal moeten stellen. Maar dat die beweging op
den duur zal slagen, schijnt wel vast te staan.
DE KONINKLIJKE FAMILIE.
Gisteren begaven H. M. de Koningin en de Prins
zich por extra trein naar Karlsruhe, ten einde een
contrabezoek af te leggen bij groothertogin Louise
van Baden en een bezoek te brengen aan den groot
hertog en de groothertogin van Baden.
TWEEDE KAMER.
Bij de verdere behandeling van de Ziektewet, licht-
te, nadat eenige artikelen z. h. s. waren aangenomen,
de heer Scheurer (A. R.) een amendement toe op
art. 89 (statuten van het Ziekenfonds), strekkende om
in de statuten ook het grootste aantal verzekerden
vast te stellen, dat voorzooverre door do Kroon niet
een grooter aantal is toegestaan ten name van een
zelfstandigen geneeskundige mag staan ingeschreven.
Tegelijk wordt het daarmede verband houdende art.
94 behandeld, waarin een fixum van 2500 per genees
kundige als maximum is gesteld, en waarop dezelfde;
spreker eveneens een amendement toelicht, om bij de
berekening van het aantal verzekerden, 3 personen
beneden den leeftijd van 16 jaar voor één persoon te
tellen.
De heer D u y s (S. D. A. P.) lichtte een amende
ment t.oe om ten name van één apotheker niet meer
dan 5000 ingeschrevenen toe te laten.
De heer D u y s trok na bestrijding door den mi
nister zijn amendement in.
De amendementen-Scheurer werden, na een kleine
redactiewijziging, z. h. s. aangenomen, evenals de artt.
89 en 94.
Eenige amendementen op volgende artikelen wer
den alle verworpen.
Bij de regeling van werkzaamheden stelde de voor
zitter voor, om na de Ziektewet te behandelen:
de ontwerpen op den bijslag voor de onderwijzers; het
kustfonds; de pensionneering van de leeraren van bij
zóndere II. B. Scholen en gymnasia; de wijziging van
de bijdragen voor het Indische weezenfonds enz.
De heer Schaper (S. D. A. P.) kwam op te
gen de behandeling van het ontwerp-kustverdediging.
De heer Passtoors (R.-K.) betreurde de niet
mende gevoel wilden genieten van ook een deel uit te
maken van die voorwaarts schuivende, van uitgelaten
heid» als dronken massa. De morgen van den eersten
dag kwam hun toe, zij moehten dan ook meedoen aan
den roes, waarin de stad verkeerde, mochten eens in
de zwanensleden der caroussels ronddraaien, een
zakje koopen met het geliefde product van het land
een middeleeuwsch mengsel van suiker eu kruiderijen
dat reeds eeuwenlang onder den naam van maagkoek
jes bekend stond.
En de elegante, jonge 'vrouwen, die met bonnes
gouvernantes, kindermeisjes en kinderen in deze mor
genuren opdoken, brachten een bijzondere scliakee
ring in dit gewoel.
Antoinette Stojentin trok met haar kinderen •dooi
de drukte. De gewone rondgang was afgeloopen, bij
de kraam van de hofbanketbakkerij werden voor de
gezondheid onschadelijke, in glazen stolpen bewaard,
maagkoekjes gekocht. Nu bleef nog het glanspunt
van den dag over„de kleinste paarden der wereld".
Zij had in de verte mevrouw Vou Teist gezien, die
haar vriendelijk toeknikte en met huishoudster en
koetsier naar de traditioneele pottenmarkt trok, waar
elke landedelvrotiw uit den omtrek, volgens onbe
schreven maar zooals zoo vele door den tijd geheiligde
wetten, gewoon was haar „aardewerk" te koopen. Het
was bepaald chic en behoorde eigenlijk tot de plichten
dor bevoorrechte kringen om zich op dien dag in ze
keren zin officieel te vertoonen.
De kinderen maakten het moeder en gouvernante
lastig met hun voortdurend vragen of de paardjes wel
werkelijk „zoo klein zouden zijn. De kleinste, die op
den arm van het kindermeisje troonde, was, ofschoon
hij zijn meening nog niet vloeiend kon uiten, evenzeer
in spanning. Hij lachte: „hotto, hotto 1"
Zij hadden anders overal bij willen blijven staan,
bij de kraam met kokosnoten, bij den juwelier uit Mi
laan met zijn blinkende sieradiën en goedkoope moza-
ikbroches, van wiens dak lange snoeren koralen ben
gelden, bij den vliegenden suikerbakker, die ijs produ
ceerde, dat et afschuwelijk uitzag, bij den Moor met
aan de orde stelling van de pensionneering van de ge
meente-ambtenaren.
De voorzitter zei, dat de regeering verzocht
heeft daarover heden nog geen beslissing te nemen.
Minister Heemskerk beantwoordde den
heer Schaper.
De heer Schaper betwistte, dat het een onaf
wijsbare plicht voor de regeering is de kustverdedi
ging aan de orde te stellen.
De heer Van Karnebeek (V. L.) legde den
nadruk op het defensie-belang.
De lieer Nolens (R. K.) .wilde ook de pension
neering van de gemeente-ambtenaren door de Kamer
afgedaan zien.
De minister hoopte niet, dat de behandeling
van het ontwerp zoo lang zal duren, dat voor de pen-
sionneering'swetten geen tijd meer zal overschieten.
Na nog eenig debat werd het voorstel van den voor
zitter, om het kustfonds te behandelen, aangenomen
met 51 tegen 24 stemmen.
Het voorstel van den voorzitter betreffende de an
dere ontwerpen werd z. h. s."aangenomen.
De heer Ter L a a n (S. D. A. P.) vroeg of voor
het geval de ziekteverzekering afliep, niet eerst Dins
dag met het ontwerp op den kinderbijslag voor de on
derwijzers begonnen kan worden.
Na eenige discussie werd een desbetreffend voorstel-
Ter Laan verworpen met 44 tegen 37 stemmen.
Op art. 100 (betreffende de samenstelling van het
bestuur) werd na langdurige discussies met 45 tegen
21 stemmen verworpen een amendement-D u y s, om
niet gebiedend voor te schrijven, dat in het bestuur
doktoren en apothekers zitting hebben.
Op art. 132 werd aangenomen een amendement-
D u y s, om te bepalen, dat tot verlaging van een
iiitkeering beneden 70 van het gemiddelde der loon-
klasse, of het doen ingaan der uitkeering van den
4den of 5den dag der ongeschiktheid tot werken af,
alleen zal kunnen worden gesloten met een meerder
heid van drie vierde van het aantal uitgebrachte stem
men.
De laatste artikelen werden ongewijzigd aangeno
men. De eindstemming zal op een nader te bepalen
dag plaats hebben.
DE CHR.-HISTORISCHEN EN DE COALITIE.
De heeren A. G. LI. van Hoogenhuyze, Ned. Herv.
pred. te Amsterdam, G. A. Baron van Till te Hilver
sum, J. Wiedeman, arts te Beverwijk, E. van Dronke-
laar te Ede en G. J. van Krieken te Yeenendaal, heb
ben bij bet Hoofdbestuur der Christ. Hist. Unie een
voorstel ingezonden zich los te maken van de coalitie,
belichaamd in de volgende motie, die ter behandeling
aan de Algemeene Vergadering wordt aangeboden:
„De Christelijk-Historische Unie, vergaderd in al
gemeene vergadering op 24 April te Amsterdam,
„overtuigd dat door de coalitie-politiek, zooals die
de laatste jaren is gevoerd, het ware Christelijke ge
loof groote schado heeft geleden, en het waarheidsbe
sef stelselmatig is ondermijnd,
„dat de toenemende macht van de Roomsche Kerk
in ons vaderland voor het Protestantisme groot ge
vaar begint op te leveren,
„dat de overwegende invloed in de coalitie van de
calvinistische beginselen, zooals die door dr. Kuyper
worden in practijk gebracht, in hooge mate bedenke
lijk begint te worden voor de Ned. Herv. Kerk,
„ziende bovendien dat het door de drie rechtsche
partijen voqjloopig vastgestelde aecoord slechts tot
verzwakking'der Christ. Hist. Kamerfractie moet lei
den,
„besluit, zich aan de coalitie onttrekkende, zelfstan-
het leeuwenwelp op den arm. Er heerschte in die at
mosfeer zooveel historische stemming, dat men onwil
lekeurig Moor zei en niet neger, zooals anders.
Maar nu trachtten zij slechts zoo spoedig mogelijk
bij de paardjes te komen.
Antoinette hield' haar parasol boven het hoofdje
van het meisje. Zij begreep niet, hoe het kleine ding,
dat anders zoo spoedig moe werd, het helsche lawaai
uithield. Maar de oogen van het kind straalden; wat
zij zou zien waren geen paarden van een klein ras, het
waren dwergpaardjes, paarden als in de sprookjes. En
haar oogen hingen aan het groene plakkaat naast de
deur der tent.
Een rood gordijn werd' weggeschoven, men trad een
soort van manege binnen. Het rook er naar den stal;
men kende dat van Lady Yere en Stella, papa's paar
don. De gespierde eigenaar verscheen in het zwart
in een soort stalmeesters-uniform. Zijn gtoote zweep
knalde. Bij den eersten slag kwamen de dieren uit
den door coulissen verborgen achtergrond te voor
schijn. Zij behoorden ongetwijfeld tot een mooi ge
proportioneerd, fijn gebouwd ras, dat veel kleiner was
dan ponies. Zij gingen op een rij staan, vooral een
lichtgrijs beest was bijzonder mooi. De kinderen wa
ren opgetogen. Zij zeiden in het eerst niets, maar de
oudste drukte krampachtig de hand van zijn moeder.
De dieren maakten tegelijk hun compliment. Zij bo
gen hun koppen cn krabden groetend met. hun rechter
poot over den grond.
De eigenaar liet ze hun kunststukken vertoonen;
zij liepen op de achterpooten, gaven een kus, ant
woordden op vragen door knikken en hoofdschudden;
het verstandigste, d'at Theodoor heette, kon zelfs re
kenen. Hij keek zijn meester met zijn verstandige
oogen aan en krabde dan met zijn poot totdat het ge
tal was bereikt. Men telde onwillekeurig mee. Soms
legde het- zijn kop op zij, alsof het moest nadenken en
dan had het. een grappig, diepzinnig voorkomen. De
man vertelde, dat het wanneer het eens verkeerd ge-
rekend had, zoo treurig was, dat het zijn suiker liet
staan. George keek Ursula veelbeteekenend aan; het
dig op te treden in de districten waar dat mogelijk is,
en in de andere districten bij de stemming zoowel als
bij de herstemming die candidaten te steunen, welker
beginselen geacht kunnen worden het dichtst te staan
bij die door de Christ. Ilist. Unie beleden, en aan wie
mitsdien het veiligst de belangen van volk en kerk
kunnen worden toevertrouwd."
DE VRIJZINNIGE CONCENTRATIE TE
AMSTERDAM.
Naar het Hbld. verneemt zijn de delegatiën uit de
drie vrijzinnige partijen te Amsterdam in een gister
avond gehouden bijeenkomst, tot volkomen overeen
stemming gekomen ten opzichte van de bezetting van
de negen Amsterdamsche districten bij de a.s. verkie»
zingen voor de Tweede Kamer.
Gemengd nlenws.
EEN GIFT VAN II. M. DE KONINGIN.
II. M. de Koningin heeft den commissaris in de pro
vincie Friesland, met de betuiging van haar deelne
ming in de ramp onder de visschersbevolking van de
Noordwestkust van die provincie door den storm van
17 Maart en volgende dagen waardoor bijna alle
fuiken werden vernietigd een bedrag van tweedui
zend gulden doen toekomen om in den eersten nood
te voorzien.
H. M. heeft tevens verzocht, nadere inlichtingen te
ontvangen over den toestand en over het inkomen van
giften.
LOTERIJWET.
Voor het Gerechtshof te Amsterdam werd gisteren
in hooger beroep behandeld een zaak tegen den win
kelier L. Grunwald te Helder, beklaagd van overtre
ding der Loterij wet.
De Kantonrechter te Helder had den beklaagde bij
vonnis van 15 October 1912 veroordeeld tot 5 boete
of 5 dagen hechtenis. De Rechtbank te Alkmaar be
vestigde dit vonnis in hooger beroep d.d. 3 December,
terwijl de Hooge Raad bij arrest van 3 Maart 1.1. het
vonnis vernietigde, met verwijzing der zaak naar het
Gerechtshof te Amsterdam.
Het O. M. requireerde, dat het Hof, opnieuw
rechtdoende, beklaagde zou veroordeelen tot 5 boete
of 5 dagen hechtenis.
Mr. L. P. Denekamp uit Den Haag trad als verde
diger op.
EEN GOEDE VANGST.
Gisteren heeft, haar de N. R. Ort. meldt, de Rotter-
damsche politie in een plantsoen onder Delfshaven al
hier aangetroffen twee Duitschers, zwervers, die daar
op een bank zaten en verzochten naar hun vaderland
te worden voortgeholpen.
Op het hoofdbureau van politie werden hun koffers
doorzocht. Men vond erin tusschen oude kleeding
en verschillende papieren ook een koperen klompje
en een boekje met postzegels, in den eersten Paasch-
nacht door middel van braak gestolen ten huize van
den luitenant-kolonel commandant van het korps Ko
ninklijke- Scherpschutters, den heer A. N. O. S. van
Buren, aan den Westersingel No. 60. Mede werden
in het gezit van deze vreemdelingen gevonden eon
paar briefkaarten, geadresseerd aan mevrouw de we
duwe M. J. de Bas, op den Heemraadssingel, bij wie
eergisternacht. is ingebroken.
Voorts bleken hun schoenen volkomen te passen in
gipsafdrukken van voetstappen, die men gisterochtend
gevonden heeft in de tuinen van de heeren dr. E. van
Rijckevorsel, H. E. Hoyer en mr. W. A. Mees, woon
achtig aan de Parklaan 3, 5 en 9, en in den aan die
tuinen grenzenden tuin van den heer C. H. van Dam,
rekenen was, haar zwakke zijde.
Nu kwam het glanspunt: Max verscheen. Het was
een donkere appelschimmel van gedrongen lichaams
bouw. Een kleine vos scheen zich te verheugen op
hetgeen nu kwam, hij hinnikte luid en doordringend.
Max keerde als verwijtend zijn kop naar hem toe.
„Wat komt die mevrouw toe, Max?" vroeg de dres-
senr. Het verstandige dier stapte met afgemeten
tred op Antoinette toe en ging met gekruiste voor-
pooten op zijn knieën liggen. Het had veel van een
Paaschlam. De kinderen waren een en al verbazing.
Zijn meester wees op de gouvernante. „En die
mooie dame?" De appelschimmel maakte, een stap
achteruitgaand, een diepe buiging, die iets zeer def
tigs had.
„En dezen jongen heer?" Nu stond het kleine dier
zoo recht mogelijk en maakte een korte, stijve bui
ging. liet was werkelijk allerliefst.
Het meisje werd zenuwachtig van spanning, wat
zou zij krijgen.
Maar de schimmel bootste „voor het mooie, kleine
meisje" een kus zoo duidelijk hoorbaar na, dat ieder
een lachte. Zij was zoo verrukt, dat zij hem al haar
lekkernijen wilde geven.
Het bleek, dat er suiker te krijgen was. Antoinette
kocht een pond en er had 'n groote smulpartij plaats,
maar zij verbaasde zich cr over, dat de blijkbaar zeer
goed gedresseerde dieren zich zoo dankbaar en voor
zichtig gedroegen. Zoo verstreek de tijd.
Eindelijk was men op den terugweg. De kindereu
waren alleraardigst in hun opgetogenheid en ten slot
te verlangde de kleine Jochem halsstarrig ook te mo
gen loopen. Hij smeekte zoo lief met handje en
mond, dat Antoinette hem zijn zin gaf. Hot kinder
meisje zette hem op den grond en het kleine, witte
kereltje waggelde weg als een eendje, dat in 't water
wordt gezet. Zijn beentjes in de lichtgele schoentjes
met de rose kuitjes daarboven schenen bepaald ver
rukt, zoo dapper trappelden zij er op los. De zon
straalde cn de kastanjes hadden reeds knoppen.
(Wordt vervolgd.)