DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 94.
Honderd en vijftiende Jaargang,
1918
DONDERDAG
24 APRIL.
KAASMARKT.
FEDILLETON.
ERFELIJK BELAST.
-
BINNENLAND.
ALKMAARSC
COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de proef,
om het a&nvanzsuur der kaasmarkt, voor4zooveel aan
gaat de Commissie- en de Middelbare kans, te
stellen op 11 uur des voormiddags, niet wordt voort
gezet en de aanvang weder wordt gesteld op het
gewone uur, zijnde te halt el! des voormlddags.
Alkmaar, 21 April ISIS.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 24 April.
De redacteur van de Daily News and Leader heeft
dezer dagen de vraag gesteld, waar eigenlijk op het
oogenblik de liberale partij in Engeland schuilt. De
vraag is niet onaardig. Acht jaren aaneen is de li
berale partij nu in Engeland aan het bewind geweest,
in 1906 werd zij regeeringspartij en sindsdien schonk
het kiezerskorps haar tot tweemaal toe opnieuw het
vertrouwen. Zij deed merkwaardige dingen: zij
schonk Ierland zelfregeering, zij handhaafde den vrij
en handel, die beschouwd wordt als de voornaamste
voorwaarde van goedkoop leven en bloei van de nij
verheid. Op sociaal gebied bracht zij de staatspensi-
onneering voor ouden van dagen, een ziekteverzeke
ring en een wet, welke stakingen voorkomt, door ver
hooging van te lage loonen. Zij voerde een belasting
stelsel in, waarbij de grootere vermogens overeen
komstig billijke eischen zwaarder werden getroffen.
Op het terrein der buitenlandsche politiek heeft de
liberale partij tegenwoordig zeer weinig tegenstan
ders, alom wordt haar beleid geprezen en wordt haai
de verdienste toegekend van het Europeesche concert
in gevaarlijke oogenblikken op de juiste wijze te heb
ben gedirigeerd.
Men zou zoo zeggen, dat een regeering, die op der
gelijke voordeelen kan wijzen, sympathie zou vinden
in den lande. En hoewel het nog als punten op haar
program heeft een agrarische hervorming (landre-
form) en wijziging van het stelsel van openbaar on
derwijs, heeft zij veel van haar populariteit ingeboet.
Er moet heel wat verandering ten goede komen, zal,
meent de Engelsche schrijver, dien wij hier in den
aanvang noemden, de liberale partij het bij de verkie
zingen van 1916 winnen. Zij is te lang aan het be
wind geweest, zegt hij en het Engelsche volk houdt
daar niet van. Bovendien schijnt zij de geestdrift
harer aanhangers te hebben uitgeput in den geweldi
gen strijd tegen het Hoogerhuis, die met zoo'n schit
terende overwinning is geëindigd. In den laatsten
tijd worden zelfs zijn successen met een zekere on
verschilligheid ontvangen. En de critiek op haar be
leid begint toe te nemen. Men verwijt het kabinet-
Asquith steeds meer, dat het de beweging der kies
rechtvrouwen geen baas weet te worden. Slaagt het
ministerie er niet spoedig in een einde te maken aan
de buitensporigheden van die vrouwen, dan kon de
onverschilligheid wel eens overgaan in vijandschap en
dan zou de liberale partij, die verdeeld noch gedesor
ganiseerd is, die belangrijke punten op haar program
heeft en knappe staatslieden bezit om ze te kunnen
verwezenlijken, bij de komende verkiezingen wel eens
afgedaan hebben. Toch is uit de millioenenrede, die
minister Lloyd George Dinsdag in het Lagerhuis
heeft gehouden, weer eens gebleken hoe het land
bloeit onder liberaal bewind, hoe er buitengewone
economische voorspoed heerscht. Handel en bedrijf
ebloeien als nooit te voren en de belastingen vertoon
den een schitterende opbrengst. Onder de tegen
woordige regeering, deelde de heer Lloyd George met
rechtmatigeu trots mede, is de staatsschuld mot
Roman van KT,ARA HOFER.
17) o—
De reusachtige bronzen deuren vlogen open. De
kapel begon met den „Einzug der Gaste''. Op den
achtergrond der donkere vestibule verschoen het hof.
Aller oogen hingen aan de liefelijke verschijning dor
Hertogin, die aan den arm van haar gemaal, vóór
haar gevolg in de zon naar buiten trad. Zij scheen het
natuurlijke middelpunt van deze vroolijk gestemde
menigte, van dezen lachenden dag. Haar lieftallig
heid verpersoonlijkte, wat er onbewust aan reinheid
en onschuldige vreugde in ieders gedachten leefde.
Voor haar speelde de muziek, voor haar straalde
de zon, haar begroetten de opgeogen blikken dei-
duizenden.
De Hertog nam zijn lichtg-rijzen hoed af, die bij
zijn licht Engelsch gekleed costuum paste. Zijn
voornaam jongensgezicht straalde. Het hooge paar
boog naar alle kanten. Behoedzaam leidde hij zijné
gemalin de trap af.
Op het terras werd het eerst het comité begroet. Er
ontstond eenig oponthoud. Alles stond dooreen. Spoe
dig echter ontwarde het kluwen zich. De stoet for
meerde zich, zette zich in beweging. De muziek
speelde. De hofmaarschalk en de heer Von Jungst
gingen vooraan. Achter hen werd het hooge paar
zichtbaar. De dames der Hertogin volgden en in de
achterhoede het comité.
Antoinette beschouwde met teedere belangstelling-
de liefelijke, jonge gestalte. De Hertogin droeg een
zachtrose japon met lange sleep en een mantel van
wit chiffon met kanten tusschenzetsels. Haar kopje
met het donkere haar kwam onder den groeten, mei
1.944.000.000 gulden verminderd, een resultaat dat i
nimmer te voren was bereikt.
Men zou zoo zeggen, dat men een dergelijke regee
ring gerust nog wat jaartjes aan het bewind zou kun
nen laten. De tegenpartij, „Zijne Majestelts loyale
oppositie," echter is reeds druk bezig, haar val voor
te bereiden. Zij tracht alvast munt te slaan uit een
zaak, welke als politiek fortuintje wordt uitgebuit, de
Marconi-kwestie. Engelsche ministers krijgen geen
pensioen van den staat. Natuurlijk denken zij er tij
dens hun ministerschap wel eens aan, hoe ze het best
in hun onderhoud kunnen voorzien, wanneer ze hun
portefeuille eens weer kwijtgeraakt zijn. De heeren
Lloyd George en Sir Rufus Isaac „attorney general,'"
d. w. z. de vertegenwoordiger der regeering in jiet La
gerhuis, hadden een deel van hun zeer groot inkomen
gestoken in een Amerikaansche maatschappij voor
draadlooze telegrafie „Marconi," welke geheel onaf
hankelijk is van een Engelsche maatschappij van den
zelfden naam. Zij hebben er in October in het La
gerhuis, toen ze ontkenden aandoelen in de Engelsche
maatschappij te hebben genomen, niet over gesproken
en dat schijnt een fout te zijn geweest, welk ze heb
ben trachten te herstellen toen do Fransche Matin
een lastercampagne tegen hen instelde. Op het oogen
blik is de zaak in onderzoek, maar er is een heele be
weging op touw gezet en er wordt door de tegenstan
ders van de regeering luid geroepen om „a gouverne
ment propre," een zuivor bewind.
Men beschouwt dit alvast als een inzet in den ver
kiezingsstrijd. Hetgeen bewijst, dat men er vro'eg bij
TWEEDE KAMER.
Aan de orde was gisteren het wetontwerp tot in
stelling van een kustverdedigingsfonds, aanvankelijk
voorgesteld ad 40 millioen, doch later door uit-
lichting van geraamde bedragen voor maritieme aan
gelegenheden, als: personeel, booten enz. door de
regeering beperkt tot 12 millioen, en wello. voor
het maken van een fort bij Vlissingen, ongeveer 5V2
millioen; 2o. voor het verbeteren van het fort Kijk
duin bijna 5 millioen; en 3o. voor vermeerdering van
vuuruitwerking van forten aan den Hoek-van-Hol-
land, IJmuiden en op de Harssens, ruim 7 ton.
De heer Eland (U. L.) heeft een amendement
ingediend om geen fort bij Vlissingen te bouwen, en
te volstaan met het verbeteren van de werken aan de
W ester-Schelde.
De heer Hugenholtz (S. D. A. P.) kritiseerde
de inconsequentie der besnoeiing van de uitgaven.
Het fort te Vlissingen achtte spr. gevaarlijk, om
dat men Engeland daardoor belet zijn internationalen
plicht ten opzichte van België te vervullen. Enge
land, onze natuurlijke -vriend, zal dan z. i. ookonze
neutraliteit niet beschermen, als die in gevaar komt.
De stelling van Den Helder achtte spr. buiten de
defensie te liggen, mits men er de werven maar weg-
neme.
De heer Eland (U. L.) verdedigde zijn amende
ment om niet over te gaan tot den bouw van een fort
te Vlissingen, doch eenige eenvoudige verdedigings
werken te maken aan de Wester-Schelde en verdedig
de eveneens zijn meening ten aanzien van het Vlis-
singsche fort. Zoo zal men z. i. met dat fort de
Schelde niet kunnen sluiten en zoowel uit internatio
naal en financieel als uit militair oogpunt achtte spr.
zijn amendement aan te bevelen. De door hem ge-
wenschte werken te Neuzen en Ellewoütsdijk zijn veel
beter gelegen voor een versperring van de Schelde.
De heer v. d. Berch v. Heemstede (R. K.)
had grieven tegen de wijze, waarop de regeering Vlis
singen wil verdedigen. Het fort aldaar achtte spr.
een misslag. Mijnen in den mond van de Schelde
zijn z. i. beter.
De heer Van Vlijmen (R.-K.) juichte het
wetsontwerp warm toe en beriep zich o.a. op het
Noordzee-verdrag. Alleen aan de zeezijde zal nqg veel
aan de verdediging ontbreken.
veeren gegarneerden, witten tulen hoed, bekoorlijk te
voorschijn uit een reusachtige halsruche, zooals zij
die zoo gaarne droeg. Zij hield een rooskleurige, met
zijde gevoerde parasol van chiffon boven haar hoofd.
Nu keerde de hooge wouw zich om en wenkte
iemand aan haar rechterzijde. Een lange, zwarte ge
daante trad op haar toe: de vertegenwoordiger der
inrichtingen waarvoor het feest plaats vond.
Antoinette had een gevoel alsof een koude hand
naar haar hart greep. Zij stak den rok van haar ja
pon vast, en knoopte den grooten, witten boezelaar,
dien zij zich voor dezen dag had aangeschaft, dicht.
De spiritus-toestellen moesten aangestoken wor
den. Het werd warm in de kleine ruimte. De sterk
gepoederde vrouw van een der ambtenaren begon er
al eigenaardig uit te zien.
Drie jonge dames wachtten reeds met de voor haro
Hoogheid bestemde zilveren presenteerbladen.
Het feest werd een groot succes. Sinds anderhalf
uur was het in vollen gang. Men was het er alge
meen over eens, dat er zelden bij een dergelijke feeste
lijkheid zulk een goede stemming had geheerseht.
Antoinette schoof haar hoed voor dén kleinen spie
gel recht. Haar gezicht scheen haar zonderling bleek
ónder den grooten, zwarten hoed met veeren. Zij was
juist door de jongste majoorsvrouw afgelost-
Do drukke bezigheid was haar aangenaam geweest.
Zij had de bladen met drie kopjes gehad. Het werk
vlotte goed, telkens als haar jonge dames terug kwa
men, hadden de theebladen klaar gestaan. Zij kon
den steeds dadelijk weer weg. Het was een genoegen
geweest. Zij liet haar japon zakken en trok haar
peau do suède handschoenen aan. Waar was haar
fichu! Nu was zij klaar. Zij stak haar kanten para
sol op.
Spr. verdedigde dan het fort te Vlissingen en was
met den Raad van Defensie van oordeel, dat er aan
eiken kant van de Wester-Schelde een fort noodig is.
De heer De B e a u f o r t (V. L.) waarschuwde
tegen opdrijving van de militaire uitgaven. Terwijl
reeds voor ons veldleger gezorgd is, meende spr., dat
ook ter zee Nederland reeds voldoende toegerust is
voor de politie op de territoriale zee. Spreker zal te
gen het fort te Vlissingen stemmen.
De heer van Karnebeek (V. L.) achtte het
ontwerp van veel belang voor ons land. Spr. zou liet
een nalatigheid vinden, als men den toestand te Vlis
singen liet zooals die is. Voor de neutraliteitshand-
having en voor de landsdefensie hebben we een fort
te Vlissingen noodig.
De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P.) constateerde
in dit ontwerp een wending ten opzichte van een be
langrijk vraagstuk van militair beleid van het stand
punt, sedert 1874 ingenomen. Dat is, afgezien van de
kosten, spr.'s grootste grief er tegen.
De bedoeling is, dat "een land zich met zijn verde
digingsmiddelen niet inricht op neutraliteitshandha-
ving, maar op handhaving der onafhankelijkheid.
Maar geen tractaat geeft aan eenige natie de ver
plichting om middelen tot neutraliteitshandhaving te
scheppen, verder gaande dan die voor dé handhaving
der onafhankelijkheid. Maar met dit ontwerp verlaat
men dien weg expresselijk, worden nieuwe lasten op
gelegd voor de neutraliteitshandhaving.
Spr. wees op de steeds hooger wordende militaire
lasten en öp het feit, dat bij de discussie nog weinig
goeds van het ontwerp is gezegd, noch in politiek,
noch in militair opzicht, zelfs door tegenstanders
niet.
PRINS HENDRIK EN HET ROODE KRUIS.
Prins Hendrik wordt in den avond van Woensdag 7
Mei uit Hohemark in de residentie verwacht ten ein
de den volgenden dag aldaar als voorzitter van het
hoofdcomité de algei4eene vergadering van het Roods
Kruis te leiden en bij de daarmee gepaard gaand»
huldiging der uit den Balkankrijg teruggekeerde am
bulances tegenwoordig te zijn.
Des avonds hoopt Z. K. H. de liefdadigheids-kunst
uitvoering ten bate van het Roode Kruis bij te wonen.
Of do Prins na dit tweedaag%ch verblijf te 's-Gra-
venhage weer naar Hohemark zal terugkeeren, is nog
niet met zekerheid te melden.
Gemengd niénwe.
DE UITSLUITING IN DE SIGAREN.-
INDUSTRIE.
Het eindresultaat van de in Den Haag gehouden
conferentie tusschen de looncommissie uit het Ver
bond van Verecnigingen van Sigarenfabrikanten en
bestuurders van de werkliedenorganisaties is, dat de
werkliedenorganisaties nieuwe looneischen zullen in
dienen voor Rotterdam, misschien ook voor Gorkum
en Dordrecht, die dan nader zullen worden overwogen
in de plaatselijke vereeniging en aanleiding zouden
kunnen geven tot een tweede conferentie.
DE KAMERVERKIEZINGEN.
De „Staatscourant" van gisteravond bevatte het
volgende bericht:
De minister van binnenlandsche zaken, overwegen
de, dat op Dinsdag 3 Juni e.k. de periodieke verkie
zing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal plaats heeft, heeft bepaald:
dat in de kiesdistricten, waarin het Rijk is ver
deeld, voor deze periodieke verkiezing de stemming,
zoo noodig, zal plaats hebben op Dinsdag 17 Juni en
de herstemming, zoo noodig, op Woensdag 25 Juni.
PREDIKANTS-TRACTEMENTEN.
Onlangs werd te Haarlem, onder leiding van den
heer H. J. Calkoen uit Edam, voorzitter van het Pro
vinciaal College van Toezicht op het beheer van goe
deren der Ned. Herv. Kerk in Noord-Holland, een
vergadering gehouden van afgevaardigden van kerk
voogdijen. Op die vergadering werd aangedrongen
op bevordering van bétere predikants-tractementen.
Kerkvoogden en _notal>elen der gemeente Twisk heb
ben daarnaar gehandeld, aldus wordt aan de N. R. Ct.
geschreven. Zij besloten de lidmaten aan huis op te
zoeken en hen aan te sporgn een ruime gift te verlee-
nen ter afdoening van een eereschuld. Ook de kerke
lijke administratie zal niet achterblijven. Tusschen
twee voorsteilen zal het bestuur hebben te kiezen: a.
om de halve winst, die jaarlijks wordt gemaakt, tot
dat doel af te staan; en b. een belangrijke bijdrage in
eens te verleenen.
VOORSTEL TOT KIESWETSWIJZIGING.
Naar aanleiding van het ingekomen voorstel van
wet van de heerep Vliegen c.s. tot wijziging van de
artikelen 56. 57 en 85 der Kieswet, heeft de Commis
saris der Koningin in de provincie Groningen zich
tot de gemeentebesturen in die provincie gewend met
een schrijven, met verzoek to willen berichten aan
Qed. Staten tot welke beschouwingen dat voorstel hun
aanleiding geeft, inzonderheid voor zooveel betreft de
uit den langen duur der stemming wellicht voortvloei
ende moeilijkheid om een voldoend aantal personen te
vinden, die geschikt en bereid zijn, deel uit te maken
van een stembureau.
MILITIERAAD.
Bij Kon. Besi. zijn benoemd tot voorzitters en le
den van de onderscheidene militieraden en tot hunne
plaatsvervangers voor de lichting dér militie van
1914 in de provincie Noord-Holland.
In het 1ste militiedistrict: tot voorz. mr. H. Ver-
koikteren, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv. mr. E. J.
Everwijn Lange, lid van den gemeenteraad van Am
sterdam; tot leden: P. Nolting, id., en F. W. J. de
Witt Huberts, majoor Vilde inf.-brig.; tot hunne
plaatsv.: dr. J. O. Eringaard, te Amsterdam, en W. A.
Versteegh, majoor 7de reg. inf.;
in het 2de militiedistrict: tot voorz. mr. J. N. J. E.
Heerkens Thijssen, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv.
mr. P. Tjeenk Willink, lid van den gemeenteraad van
Haarlem; tot leden: W. K. van Borselen, te Haarlem,
en A. A. Heisterkamp, majoor, prov. adj.; tot hunne
plaatsv.: mr. O. J. G. Bredius, te Haarlem, en A. A.
Raasveldt, kap. Xde inf.-brig.;
in het 3de militiedistrict: tot voorz.: N. Glinder-
man, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv.: A. J. van
Benthem, id.; tot leden: H. P. H. Meienbrink, lid
van den Gemeenteraad van Alkmaar, en W. C. Schön-
stedt, majoor 21ste reg. inf.; tot hunne plaatsv.: G.
de Groot Jr., lid van den Gemeenteraad van Alkmaar
en W. J. M. Diekhof, kapt. 21ste reg. inf.
EEN DROEVIGE GESCHIEDENIS.
Maandagmiddag heeft zich te Bredevoort een in-
droevige geschiedenis afgespeeld, schrijft het Arnh.
Dagblad. Een ziek bedlegerig meisje, dat reeds een
15-tal jaren aan een ziekte lijdende is, en door het
R.-K. armbestuur werd onderhouden, maar wegens
een verschil met den pastoor van die hulp werd ver
stoken, is reeds geruimen tijd geheel belangeloos door
haar kostbaas onderhouden. Wijl deze zelf maar fa
brieksarbeider is en zijn loon voor zijn eigen gezin
noodig- heeft, klopte hij aan bij het gemeentebestuur.
De burgemeester heeft deze zaak ter sprake gebracht,
doch is van oordeel dat het R. K. armbestuur zedelijk
verplicht is voor het meisje to zorgen. liet meisje is
nu door den fabrieksarbeider uit haar woning gezet
en onder toeloop van een groote menigte nieuwsgieri
gen door de politie naar het arrestantenhok gebracht,
waar de burgemeester voor haar zorgt.
KORTE' BERICHTEN.
De spoorbrug te Oosterbeek zelf blijkt geen
schade te hebben geleden, slechts zijn sommige rails
door de hitte verbogen. De materieele schade is vrij
aanzienlijk, daar van den zuidelijken boog al het hout
werk is afgebrand. Vijftig arbeiders werkten gister
nacht door om de, lijn vrij te maken. Het verkeer on
dervindt nog veel vertraging.
Het briefje aan de deur van het Universiteitsge
bouw te Amsterdam is verdwenen. Héden gaf de
heer van Hamel weder college.
De Nederlandsche stoomtrawler „Amsterdam,"
uit IJmuiden, die bij de Roodeklipbank in Duitsche
territoriale wateren vischte, is door den visscherij-
kruiser „Zieten" opgebracht en naar C'uxhaven ge
sleept. De tweede binnen korten tijd
Reeds eenigen tijd geleden is een uitgebreid
justitieel onderzoek ingesteld naar handelingen van
den adjunct-inspecteur der drankwet, werkzaam in
het Westelijk deel van Noordbrabant en in Zeeland,
met Breda als standplaats. Met belangstelling wordt
het resultaat van dat onderzoek tegemoet gezien,
schrijft de N. R. C'rt., want het is al jaren een publiek
I
„Maar vanavond helpt u mij toch de kas opmaken,
liefste?" riep mevrouw Von Grossmannsdorf haar na.
Haar dochter, die eigenlijk niets had uitgevoerd, om
maar frisch te blijven, trok de schouders op: „Maak
toch niet zoo'n drukte van die gewichtige kas, ma-
ma 1"
Haar moeder keek haar treurig aan. Zij was aan de,
onhartelijkheid van haar dochter gewend. Zij was 't
kind van haar vader. Zij liet het haar moeder voe-,
len, dat deze de dochter van een kolenhandelaar was.
Zij zelve voelde zich, ofschoon hetzelfde bloed in haar
aderen vloeide, als een aristocrate pur sang, hoekei"
de bescheiden moeder meer distinctie had dan vader-,
en dochter.
Het jonge meisje, dat bijna 't voorkomen van een
jonge vrouw had, streek met haar stevige handen
over haar nauwsluitende taille, en stak de donkerroo-
de roos, welke zij voor de borst droeg, vaster. Zij tilde
den zoom van haar witlakensehen rok op: alles \fas;
in orde, er was geen stofje te zien. Zij trok haar neus
achter haar voile op. „Wat is dat hier een vervelende
geschiedenis, mama. Wanneer wordt u nu toch ein
delijk afgelost Wij moeten ons toch ook eens vor-
toonen."
Antoinette voelde toch, dat zij moe was. Een groot
gedeelte van het publiek wandelde reeds, overal zag
men lichte parasols. Alles lachte, schertste, flirtte.
Zij kon er nauwelijks doorheen.
Op het grasveld onder den rooden beuk zag zij den
eersten luitenant Von Rottenburg staan. Hij scheen 1
zoo druk het hof te maken, alsof leven en dood er van
afhing. Zijn dame leunde behagelijk tegen den stam
van den boom en keek hem van onder den krans van
veldbloemen op haar fijn-strooien hoed aan. Een
mandje mot rozen hing met een zijden lint aan haar
arm.
Een paar bejaarde dames in Zondagsgewaad met
kapóthoeden en kanten pelerines, die aan een tafeltje
in de buurt zaten, schenen zich over het paar te erge
ren. Een had een mopshondje op haar schoof. Zij
hadden koekjes meegebracht en aten die nu op.
Op het groote woiland rechts waren een aantal kin
deren aan het spelen. Hun gelach en gejuich klonk
duidelijk tot Antoinette door. Of haar kinderen er
ook bij zouden zijn? Zij waren een half uur geleden
bij haar geweest, maar het was toen juist zoo druk
met de thee. Ze had ze slechts op de neuzen gekust
en weer de deur uitgeschoven. Ze keek er heen, maar
kon niets onderscheiden. Een dikke heer in een licht-
grijzen overjas en met een hoogeri, zwarten hoed op,
groette, zij keek op het was haar slager. Het ge
laat van den man blonk als een spiegel.
Een troepje mooi uitgedoste burgerdochters schoof
voorbij en daarachter haar hart bonsde een oogen
blik doken twee zwarte hèeren op. De opper-in-
tendant en de doctor in de theologie," GraffUnder. De
heeren bleven staan om haar te begroeten.
Een jong, hoogblond meisje, met een bijzondere
blanke teint, dat er met baar reusachtigen rose zijden
strookhoed als een baisertaart uitzag, zoet en flauw,
bood den superintendent prentbriefkaarten aan.
De kleine, dikke heer met het grijze puntbaardje
straalde: „Ei, kijk, daar is Marietje! Ben je al van
do kostschool terug?" Hij was gewoon zijn leerlingen
met je en jou aan te spreken, totdat zij trouwden.
Mevrouw Stojentin stond intusschen tegenover
dennnder.
Hij keek haar met zijn angstwekkende schrille
oogen aan, alsof hij op iets wachtte.
De parasol in haar hand beefde boven haar hoofd.
Zij zeide met bleeko lippen: „Heeft, u straks ook ecu
oogenblik tijd voor mij. dominee?"
Wordt ?arvol*<L