DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 94. Honderd en vijftiende Jaargang, 1918 DONDERDAG 24 APRIL. KAASMARKT. FEDILLETON. ERFELIJK BELAST. - BINNENLAND. ALKMAARSC COURANT BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de proef, om het a&nvanzsuur der kaasmarkt, voor4zooveel aan gaat de Commissie- en de Middelbare kans, te stellen op 11 uur des voormiddags, niet wordt voort gezet en de aanvang weder wordt gesteld op het gewone uur, zijnde te halt el! des voormlddags. Alkmaar, 21 April ISIS. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 24 April. De redacteur van de Daily News and Leader heeft dezer dagen de vraag gesteld, waar eigenlijk op het oogenblik de liberale partij in Engeland schuilt. De vraag is niet onaardig. Acht jaren aaneen is de li berale partij nu in Engeland aan het bewind geweest, in 1906 werd zij regeeringspartij en sindsdien schonk het kiezerskorps haar tot tweemaal toe opnieuw het vertrouwen. Zij deed merkwaardige dingen: zij schonk Ierland zelfregeering, zij handhaafde den vrij en handel, die beschouwd wordt als de voornaamste voorwaarde van goedkoop leven en bloei van de nij verheid. Op sociaal gebied bracht zij de staatspensi- onneering voor ouden van dagen, een ziekteverzeke ring en een wet, welke stakingen voorkomt, door ver hooging van te lage loonen. Zij voerde een belasting stelsel in, waarbij de grootere vermogens overeen komstig billijke eischen zwaarder werden getroffen. Op het terrein der buitenlandsche politiek heeft de liberale partij tegenwoordig zeer weinig tegenstan ders, alom wordt haar beleid geprezen en wordt haai de verdienste toegekend van het Europeesche concert in gevaarlijke oogenblikken op de juiste wijze te heb ben gedirigeerd. Men zou zoo zeggen, dat een regeering, die op der gelijke voordeelen kan wijzen, sympathie zou vinden in den lande. En hoewel het nog als punten op haar program heeft een agrarische hervorming (landre- form) en wijziging van het stelsel van openbaar on derwijs, heeft zij veel van haar populariteit ingeboet. Er moet heel wat verandering ten goede komen, zal, meent de Engelsche schrijver, dien wij hier in den aanvang noemden, de liberale partij het bij de verkie zingen van 1916 winnen. Zij is te lang aan het be wind geweest, zegt hij en het Engelsche volk houdt daar niet van. Bovendien schijnt zij de geestdrift harer aanhangers te hebben uitgeput in den geweldi gen strijd tegen het Hoogerhuis, die met zoo'n schit terende overwinning is geëindigd. In den laatsten tijd worden zelfs zijn successen met een zekere on verschilligheid ontvangen. En de critiek op haar be leid begint toe te nemen. Men verwijt het kabinet- Asquith steeds meer, dat het de beweging der kies rechtvrouwen geen baas weet te worden. Slaagt het ministerie er niet spoedig in een einde te maken aan de buitensporigheden van die vrouwen, dan kon de onverschilligheid wel eens overgaan in vijandschap en dan zou de liberale partij, die verdeeld noch gedesor ganiseerd is, die belangrijke punten op haar program heeft en knappe staatslieden bezit om ze te kunnen verwezenlijken, bij de komende verkiezingen wel eens afgedaan hebben. Toch is uit de millioenenrede, die minister Lloyd George Dinsdag in het Lagerhuis heeft gehouden, weer eens gebleken hoe het land bloeit onder liberaal bewind, hoe er buitengewone economische voorspoed heerscht. Handel en bedrijf ebloeien als nooit te voren en de belastingen vertoon den een schitterende opbrengst. Onder de tegen woordige regeering, deelde de heer Lloyd George met rechtmatigeu trots mede, is de staatsschuld mot Roman van KT,ARA HOFER. 17) o— De reusachtige bronzen deuren vlogen open. De kapel begon met den „Einzug der Gaste''. Op den achtergrond der donkere vestibule verschoen het hof. Aller oogen hingen aan de liefelijke verschijning dor Hertogin, die aan den arm van haar gemaal, vóór haar gevolg in de zon naar buiten trad. Zij scheen het natuurlijke middelpunt van deze vroolijk gestemde menigte, van dezen lachenden dag. Haar lieftallig heid verpersoonlijkte, wat er onbewust aan reinheid en onschuldige vreugde in ieders gedachten leefde. Voor haar speelde de muziek, voor haar straalde de zon, haar begroetten de opgeogen blikken dei- duizenden. De Hertog nam zijn lichtg-rijzen hoed af, die bij zijn licht Engelsch gekleed costuum paste. Zijn voornaam jongensgezicht straalde. Het hooge paar boog naar alle kanten. Behoedzaam leidde hij zijné gemalin de trap af. Op het terras werd het eerst het comité begroet. Er ontstond eenig oponthoud. Alles stond dooreen. Spoe dig echter ontwarde het kluwen zich. De stoet for meerde zich, zette zich in beweging. De muziek speelde. De hofmaarschalk en de heer Von Jungst gingen vooraan. Achter hen werd het hooge paar zichtbaar. De dames der Hertogin volgden en in de achterhoede het comité. Antoinette beschouwde met teedere belangstelling- de liefelijke, jonge gestalte. De Hertogin droeg een zachtrose japon met lange sleep en een mantel van wit chiffon met kanten tusschenzetsels. Haar kopje met het donkere haar kwam onder den groeten, mei 1.944.000.000 gulden verminderd, een resultaat dat i nimmer te voren was bereikt. Men zou zoo zeggen, dat men een dergelijke regee ring gerust nog wat jaartjes aan het bewind zou kun nen laten. De tegenpartij, „Zijne Majestelts loyale oppositie," echter is reeds druk bezig, haar val voor te bereiden. Zij tracht alvast munt te slaan uit een zaak, welke als politiek fortuintje wordt uitgebuit, de Marconi-kwestie. Engelsche ministers krijgen geen pensioen van den staat. Natuurlijk denken zij er tij dens hun ministerschap wel eens aan, hoe ze het best in hun onderhoud kunnen voorzien, wanneer ze hun portefeuille eens weer kwijtgeraakt zijn. De heeren Lloyd George en Sir Rufus Isaac „attorney general,'" d. w. z. de vertegenwoordiger der regeering in jiet La gerhuis, hadden een deel van hun zeer groot inkomen gestoken in een Amerikaansche maatschappij voor draadlooze telegrafie „Marconi," welke geheel onaf hankelijk is van een Engelsche maatschappij van den zelfden naam. Zij hebben er in October in het La gerhuis, toen ze ontkenden aandoelen in de Engelsche maatschappij te hebben genomen, niet over gesproken en dat schijnt een fout te zijn geweest, welk ze heb ben trachten te herstellen toen do Fransche Matin een lastercampagne tegen hen instelde. Op het oogen blik is de zaak in onderzoek, maar er is een heele be weging op touw gezet en er wordt door de tegenstan ders van de regeering luid geroepen om „a gouverne ment propre," een zuivor bewind. Men beschouwt dit alvast als een inzet in den ver kiezingsstrijd. Hetgeen bewijst, dat men er vro'eg bij TWEEDE KAMER. Aan de orde was gisteren het wetontwerp tot in stelling van een kustverdedigingsfonds, aanvankelijk voorgesteld ad 40 millioen, doch later door uit- lichting van geraamde bedragen voor maritieme aan gelegenheden, als: personeel, booten enz. door de regeering beperkt tot 12 millioen, en wello. voor het maken van een fort bij Vlissingen, ongeveer 5V2 millioen; 2o. voor het verbeteren van het fort Kijk duin bijna 5 millioen; en 3o. voor vermeerdering van vuuruitwerking van forten aan den Hoek-van-Hol- land, IJmuiden en op de Harssens, ruim 7 ton. De heer Eland (U. L.) heeft een amendement ingediend om geen fort bij Vlissingen te bouwen, en te volstaan met het verbeteren van de werken aan de W ester-Schelde. De heer Hugenholtz (S. D. A. P.) kritiseerde de inconsequentie der besnoeiing van de uitgaven. Het fort te Vlissingen achtte spr. gevaarlijk, om dat men Engeland daardoor belet zijn internationalen plicht ten opzichte van België te vervullen. Enge land, onze natuurlijke -vriend, zal dan z. i. ookonze neutraliteit niet beschermen, als die in gevaar komt. De stelling van Den Helder achtte spr. buiten de defensie te liggen, mits men er de werven maar weg- neme. De heer Eland (U. L.) verdedigde zijn amende ment om niet over te gaan tot den bouw van een fort te Vlissingen, doch eenige eenvoudige verdedigings werken te maken aan de Wester-Schelde en verdedig de eveneens zijn meening ten aanzien van het Vlis- singsche fort. Zoo zal men z. i. met dat fort de Schelde niet kunnen sluiten en zoowel uit internatio naal en financieel als uit militair oogpunt achtte spr. zijn amendement aan te bevelen. De door hem ge- wenschte werken te Neuzen en Ellewoütsdijk zijn veel beter gelegen voor een versperring van de Schelde. De heer v. d. Berch v. Heemstede (R. K.) had grieven tegen de wijze, waarop de regeering Vlis singen wil verdedigen. Het fort aldaar achtte spr. een misslag. Mijnen in den mond van de Schelde zijn z. i. beter. De heer Van Vlijmen (R.-K.) juichte het wetsontwerp warm toe en beriep zich o.a. op het Noordzee-verdrag. Alleen aan de zeezijde zal nqg veel aan de verdediging ontbreken. veeren gegarneerden, witten tulen hoed, bekoorlijk te voorschijn uit een reusachtige halsruche, zooals zij die zoo gaarne droeg. Zij hield een rooskleurige, met zijde gevoerde parasol van chiffon boven haar hoofd. Nu keerde de hooge wouw zich om en wenkte iemand aan haar rechterzijde. Een lange, zwarte ge daante trad op haar toe: de vertegenwoordiger der inrichtingen waarvoor het feest plaats vond. Antoinette had een gevoel alsof een koude hand naar haar hart greep. Zij stak den rok van haar ja pon vast, en knoopte den grooten, witten boezelaar, dien zij zich voor dezen dag had aangeschaft, dicht. De spiritus-toestellen moesten aangestoken wor den. Het werd warm in de kleine ruimte. De sterk gepoederde vrouw van een der ambtenaren begon er al eigenaardig uit te zien. Drie jonge dames wachtten reeds met de voor haro Hoogheid bestemde zilveren presenteerbladen. Het feest werd een groot succes. Sinds anderhalf uur was het in vollen gang. Men was het er alge meen over eens, dat er zelden bij een dergelijke feeste lijkheid zulk een goede stemming had geheerseht. Antoinette schoof haar hoed voor dén kleinen spie gel recht. Haar gezicht scheen haar zonderling bleek ónder den grooten, zwarten hoed met veeren. Zij was juist door de jongste majoorsvrouw afgelost- Do drukke bezigheid was haar aangenaam geweest. Zij had de bladen met drie kopjes gehad. Het werk vlotte goed, telkens als haar jonge dames terug kwa men, hadden de theebladen klaar gestaan. Zij kon den steeds dadelijk weer weg. Het was een genoegen geweest. Zij liet haar japon zakken en trok haar peau do suède handschoenen aan. Waar was haar fichu! Nu was zij klaar. Zij stak haar kanten para sol op. Spr. verdedigde dan het fort te Vlissingen en was met den Raad van Defensie van oordeel, dat er aan eiken kant van de Wester-Schelde een fort noodig is. De heer De B e a u f o r t (V. L.) waarschuwde tegen opdrijving van de militaire uitgaven. Terwijl reeds voor ons veldleger gezorgd is, meende spr., dat ook ter zee Nederland reeds voldoende toegerust is voor de politie op de territoriale zee. Spreker zal te gen het fort te Vlissingen stemmen. De heer van Karnebeek (V. L.) achtte het ontwerp van veel belang voor ons land. Spr. zou liet een nalatigheid vinden, als men den toestand te Vlis singen liet zooals die is. Voor de neutraliteitshand- having en voor de landsdefensie hebben we een fort te Vlissingen noodig. De heer T r o e 1 s t r a (S. D. A. P.) constateerde in dit ontwerp een wending ten opzichte van een be langrijk vraagstuk van militair beleid van het stand punt, sedert 1874 ingenomen. Dat is, afgezien van de kosten, spr.'s grootste grief er tegen. De bedoeling is, dat "een land zich met zijn verde digingsmiddelen niet inricht op neutraliteitshandha- ving, maar op handhaving der onafhankelijkheid. Maar geen tractaat geeft aan eenige natie de ver plichting om middelen tot neutraliteitshandhaving te scheppen, verder gaande dan die voor dé handhaving der onafhankelijkheid. Maar met dit ontwerp verlaat men dien weg expresselijk, worden nieuwe lasten op gelegd voor de neutraliteitshandhaving. Spr. wees op de steeds hooger wordende militaire lasten en öp het feit, dat bij de discussie nog weinig goeds van het ontwerp is gezegd, noch in politiek, noch in militair opzicht, zelfs door tegenstanders niet. PRINS HENDRIK EN HET ROODE KRUIS. Prins Hendrik wordt in den avond van Woensdag 7 Mei uit Hohemark in de residentie verwacht ten ein de den volgenden dag aldaar als voorzitter van het hoofdcomité de algei4eene vergadering van het Roods Kruis te leiden en bij de daarmee gepaard gaand» huldiging der uit den Balkankrijg teruggekeerde am bulances tegenwoordig te zijn. Des avonds hoopt Z. K. H. de liefdadigheids-kunst uitvoering ten bate van het Roode Kruis bij te wonen. Of do Prins na dit tweedaag%ch verblijf te 's-Gra- venhage weer naar Hohemark zal terugkeeren, is nog niet met zekerheid te melden. Gemengd niénwe. DE UITSLUITING IN DE SIGAREN.- INDUSTRIE. Het eindresultaat van de in Den Haag gehouden conferentie tusschen de looncommissie uit het Ver bond van Verecnigingen van Sigarenfabrikanten en bestuurders van de werkliedenorganisaties is, dat de werkliedenorganisaties nieuwe looneischen zullen in dienen voor Rotterdam, misschien ook voor Gorkum en Dordrecht, die dan nader zullen worden overwogen in de plaatselijke vereeniging en aanleiding zouden kunnen geven tot een tweede conferentie. DE KAMERVERKIEZINGEN. De „Staatscourant" van gisteravond bevatte het volgende bericht: De minister van binnenlandsche zaken, overwegen de, dat op Dinsdag 3 Juni e.k. de periodieke verkie zing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal plaats heeft, heeft bepaald: dat in de kiesdistricten, waarin het Rijk is ver deeld, voor deze periodieke verkiezing de stemming, zoo noodig, zal plaats hebben op Dinsdag 17 Juni en de herstemming, zoo noodig, op Woensdag 25 Juni. PREDIKANTS-TRACTEMENTEN. Onlangs werd te Haarlem, onder leiding van den heer H. J. Calkoen uit Edam, voorzitter van het Pro vinciaal College van Toezicht op het beheer van goe deren der Ned. Herv. Kerk in Noord-Holland, een vergadering gehouden van afgevaardigden van kerk voogdijen. Op die vergadering werd aangedrongen op bevordering van bétere predikants-tractementen. Kerkvoogden en _notal>elen der gemeente Twisk heb ben daarnaar gehandeld, aldus wordt aan de N. R. Ct. geschreven. Zij besloten de lidmaten aan huis op te zoeken en hen aan te sporgn een ruime gift te verlee- nen ter afdoening van een eereschuld. Ook de kerke lijke administratie zal niet achterblijven. Tusschen twee voorsteilen zal het bestuur hebben te kiezen: a. om de halve winst, die jaarlijks wordt gemaakt, tot dat doel af te staan; en b. een belangrijke bijdrage in eens te verleenen. VOORSTEL TOT KIESWETSWIJZIGING. Naar aanleiding van het ingekomen voorstel van wet van de heerep Vliegen c.s. tot wijziging van de artikelen 56. 57 en 85 der Kieswet, heeft de Commis saris der Koningin in de provincie Groningen zich tot de gemeentebesturen in die provincie gewend met een schrijven, met verzoek to willen berichten aan Qed. Staten tot welke beschouwingen dat voorstel hun aanleiding geeft, inzonderheid voor zooveel betreft de uit den langen duur der stemming wellicht voortvloei ende moeilijkheid om een voldoend aantal personen te vinden, die geschikt en bereid zijn, deel uit te maken van een stembureau. MILITIERAAD. Bij Kon. Besi. zijn benoemd tot voorzitters en le den van de onderscheidene militieraden en tot hunne plaatsvervangers voor de lichting dér militie van 1914 in de provincie Noord-Holland. In het 1ste militiedistrict: tot voorz. mr. H. Ver- koikteren, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv. mr. E. J. Everwijn Lange, lid van den gemeenteraad van Am sterdam; tot leden: P. Nolting, id., en F. W. J. de Witt Huberts, majoor Vilde inf.-brig.; tot hunne plaatsv.: dr. J. O. Eringaard, te Amsterdam, en W. A. Versteegh, majoor 7de reg. inf.; in het 2de militiedistrict: tot voorz. mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv. mr. P. Tjeenk Willink, lid van den gemeenteraad van Haarlem; tot leden: W. K. van Borselen, te Haarlem, en A. A. Heisterkamp, majoor, prov. adj.; tot hunne plaatsv.: mr. O. J. G. Bredius, te Haarlem, en A. A. Raasveldt, kap. Xde inf.-brig.; in het 3de militiedistrict: tot voorz.: N. Glinder- man, lid Prov. Staten; tot zijn plaatsv.: A. J. van Benthem, id.; tot leden: H. P. H. Meienbrink, lid van den Gemeenteraad van Alkmaar, en W. C. Schön- stedt, majoor 21ste reg. inf.; tot hunne plaatsv.: G. de Groot Jr., lid van den Gemeenteraad van Alkmaar en W. J. M. Diekhof, kapt. 21ste reg. inf. EEN DROEVIGE GESCHIEDENIS. Maandagmiddag heeft zich te Bredevoort een in- droevige geschiedenis afgespeeld, schrijft het Arnh. Dagblad. Een ziek bedlegerig meisje, dat reeds een 15-tal jaren aan een ziekte lijdende is, en door het R.-K. armbestuur werd onderhouden, maar wegens een verschil met den pastoor van die hulp werd ver stoken, is reeds geruimen tijd geheel belangeloos door haar kostbaas onderhouden. Wijl deze zelf maar fa brieksarbeider is en zijn loon voor zijn eigen gezin noodig- heeft, klopte hij aan bij het gemeentebestuur. De burgemeester heeft deze zaak ter sprake gebracht, doch is van oordeel dat het R. K. armbestuur zedelijk verplicht is voor het meisje to zorgen. liet meisje is nu door den fabrieksarbeider uit haar woning gezet en onder toeloop van een groote menigte nieuwsgieri gen door de politie naar het arrestantenhok gebracht, waar de burgemeester voor haar zorgt. KORTE' BERICHTEN. De spoorbrug te Oosterbeek zelf blijkt geen schade te hebben geleden, slechts zijn sommige rails door de hitte verbogen. De materieele schade is vrij aanzienlijk, daar van den zuidelijken boog al het hout werk is afgebrand. Vijftig arbeiders werkten gister nacht door om de, lijn vrij te maken. Het verkeer on dervindt nog veel vertraging. Het briefje aan de deur van het Universiteitsge bouw te Amsterdam is verdwenen. Héden gaf de heer van Hamel weder college. De Nederlandsche stoomtrawler „Amsterdam," uit IJmuiden, die bij de Roodeklipbank in Duitsche territoriale wateren vischte, is door den visscherij- kruiser „Zieten" opgebracht en naar C'uxhaven ge sleept. De tweede binnen korten tijd Reeds eenigen tijd geleden is een uitgebreid justitieel onderzoek ingesteld naar handelingen van den adjunct-inspecteur der drankwet, werkzaam in het Westelijk deel van Noordbrabant en in Zeeland, met Breda als standplaats. Met belangstelling wordt het resultaat van dat onderzoek tegemoet gezien, schrijft de N. R. C'rt., want het is al jaren een publiek I „Maar vanavond helpt u mij toch de kas opmaken, liefste?" riep mevrouw Von Grossmannsdorf haar na. Haar dochter, die eigenlijk niets had uitgevoerd, om maar frisch te blijven, trok de schouders op: „Maak toch niet zoo'n drukte van die gewichtige kas, ma- ma 1" Haar moeder keek haar treurig aan. Zij was aan de, onhartelijkheid van haar dochter gewend. Zij was 't kind van haar vader. Zij liet het haar moeder voe-, len, dat deze de dochter van een kolenhandelaar was. Zij zelve voelde zich, ofschoon hetzelfde bloed in haar aderen vloeide, als een aristocrate pur sang, hoekei" de bescheiden moeder meer distinctie had dan vader-, en dochter. Het jonge meisje, dat bijna 't voorkomen van een jonge vrouw had, streek met haar stevige handen over haar nauwsluitende taille, en stak de donkerroo- de roos, welke zij voor de borst droeg, vaster. Zij tilde den zoom van haar witlakensehen rok op: alles \fas; in orde, er was geen stofje te zien. Zij trok haar neus achter haar voile op. „Wat is dat hier een vervelende geschiedenis, mama. Wanneer wordt u nu toch ein delijk afgelost Wij moeten ons toch ook eens vor- toonen." Antoinette voelde toch, dat zij moe was. Een groot gedeelte van het publiek wandelde reeds, overal zag men lichte parasols. Alles lachte, schertste, flirtte. Zij kon er nauwelijks doorheen. Op het grasveld onder den rooden beuk zag zij den eersten luitenant Von Rottenburg staan. Hij scheen 1 zoo druk het hof te maken, alsof leven en dood er van afhing. Zijn dame leunde behagelijk tegen den stam van den boom en keek hem van onder den krans van veldbloemen op haar fijn-strooien hoed aan. Een mandje mot rozen hing met een zijden lint aan haar arm. Een paar bejaarde dames in Zondagsgewaad met kapóthoeden en kanten pelerines, die aan een tafeltje in de buurt zaten, schenen zich over het paar te erge ren. Een had een mopshondje op haar schoof. Zij hadden koekjes meegebracht en aten die nu op. Op het groote woiland rechts waren een aantal kin deren aan het spelen. Hun gelach en gejuich klonk duidelijk tot Antoinette door. Of haar kinderen er ook bij zouden zijn? Zij waren een half uur geleden bij haar geweest, maar het was toen juist zoo druk met de thee. Ze had ze slechts op de neuzen gekust en weer de deur uitgeschoven. Ze keek er heen, maar kon niets onderscheiden. Een dikke heer in een licht- grijzen overjas en met een hoogeri, zwarten hoed op, groette, zij keek op het was haar slager. Het ge laat van den man blonk als een spiegel. Een troepje mooi uitgedoste burgerdochters schoof voorbij en daarachter haar hart bonsde een oogen blik doken twee zwarte hèeren op. De opper-in- tendant en de doctor in de theologie," GraffUnder. De heeren bleven staan om haar te begroeten. Een jong, hoogblond meisje, met een bijzondere blanke teint, dat er met baar reusachtigen rose zijden strookhoed als een baisertaart uitzag, zoet en flauw, bood den superintendent prentbriefkaarten aan. De kleine, dikke heer met het grijze puntbaardje straalde: „Ei, kijk, daar is Marietje! Ben je al van do kostschool terug?" Hij was gewoon zijn leerlingen met je en jou aan te spreken, totdat zij trouwden. Mevrouw Stojentin stond intusschen tegenover dennnder. Hij keek haar met zijn angstwekkende schrille oogen aan, alsof hij op iets wachtte. De parasol in haar hand beefde boven haar hoofd. Zij zeide met bleeko lippen: „Heeft, u straks ook ecu oogenblik tijd voor mij. dominee?" Wordt ?arvol*<L

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1