Een bijzonder voorrecht is het mij U,
mijnheer van der Hoeven, namens Zij no
Excellentie den Minister van Bmnenl. Za
ken te mogen mededeelen, dat ,het H- M.
de Koningin heeft behaagd U te benoemen
tot ridder in de orde van den Neder-
tanctschen Leeuw. (Daverend applaus.)
.BINNENLAND.
BUITENLAND.
De Balkan-Oorlog.
verhoogen d. i. den voorspoed en den luister dezer ge
meente en den welstand uwer gemeentenaren, daar
blijkt uit hetgeen in deze gemeente, onder uw bewind
werd en wordt tot stand gebracht, dat de Ciceroniaan-
sche uitspraak: „het heil van het volk is de hoogste
wet" voor u een devies is, waarvan de beteekenis al
uw handelingen beheerscht.
„Aan U en aan de heeren Wethouders, die met U en
gedreven door dezelfde gezindheid, allee wat tot den
bloei dezer gemeente en den welstand harer bevolking
kan bijdragen, voorbereiden, die met u hunne beste
krachten wijden aan het belang dezer gemeente, geleid
door dat groote beginsel, dat daar in beitelhard mar
mer uitgehouwen prijkt als een bewijs van beschaving,
hooge opvatting van regeeringsbeleid en humaniteit,
aan U, Edel Achtbare Heeren, Burgemeester en Wet
houders, is het Ambachts- en Burgeravondschoolon-
derwijs in deze gemeente oneindig veel verplicht.
Zonder uw krachtige medewerking of initiatief, zon
der uw inzichten en raadgevingen, zonder uw bescher
ming onzer voorstellen, was er zelfs geen levensvat
baarheid in onze plannen geweest.
„Daarvoor is het bestuur der Ambachtsschool en
de commissie van Toezicht op de Burgeravondscholen
U g-rootelijks erkentelijk."
Aan de leden van den Baad verzekerde spreker, dat
hun besluit de meest nabij gelegen oorzaak van de
stichting van dit gebouw is. Aan de kloekheid en
moed, die in plaats van angstige benepenheid voorge
zeten hebben bij de beraadslagingen, die aan dat be
sluit vooraf gingen, die echter de beraadslagingen en
besluiten steeds' kenmerken, heeft dan ook deze ge
meente voor een groot deel haar bloei en vooruitgang,
haar goeden klank naar buiten te danken.
In menige raadzaal ware het niet ongepast een
inscriptie aan te brengen, bevattende de woorden eens
gesproken door den grondlegger van onze koloniale
macht in Indië, Jan Pieterszono Koen:
„Biet ende considereert wat een goede courage ver
mag, Meester sal hij zijn, die de cloeckste is,"
maar die loftuiting op kracht en energie, gepaard
met- helder inzicht en verstandelijk overleg, behoeft
inderdaad Uw Raad niet voorgehouden te worden, die
als een axioma uw regeeringsbeleid formuleert in de
elassieke spreuk„Het heil van het volk is de hoogste
wet."
Dank bracht spreker aan den inspecteur voor diens
adviezen over de plannen, waarin de geest van den
meester lag.
„Want wij willen het openlijk verklaren, dat gij,
toen gij nog als directeur aan deze school verbonden
waart, ons het rechte inzicht in „ambachtsonderwijs
voor allen toegankelijk" hebt gegeven en in de ver
strekkende maatschappelijke gevolgen daarvan. Gij
met uw breeden blik op dit onderwijs, hebt onzen ho
rizont verruimd en geestdrift bij ons opgewekt voor
een gToot en nobel doel van hooge maatschappelijke
waarde.
Daarom u onzen dank brengende voor het gunstige
onthaal, dat onze plannen in uw adviezen vond, is die
dank in het wezen der zaak een erkenning onzerzijds,
dat wij onze inzichten en opvattingen bij de behande
ling van onderwerpen van ambachtsonderwijs grooten-
deels aan u ontleenen. Ja, en ook geestdrift, want
zonder dien opzweependen drang der overtuiging, wor
den geon groote dingen tot stand gebracht. Uw geest
hebt gij ons ingestort, uw geest, die in daden en woor
den het „excelsior" sprak, „niet rusten, want stilstand
is hier achteruitgang" en „het rechtvaardigheidsbe
ginsel, dat aan het ambachtsonderwijs ten grondslag
ligt, uitgebreid niet slechts tot alle bouwvakken,
maar tot alle ambachten, waarvan het aanleeren door
onderwijs mogelijk is."
Aan de boide architecten, de heeren Hanrath te
Hilversum en Leguit te Alkmaar bracht spreker
woorden van lof voor het gebouw dat in al zijn een
voud, een werk van indrukwekkende schoonheid is,
waar Alkmaar trotsch op mag zijn, ook wat zijn uit
wendig aanzien betreft. Aan dit gebouw zijn hunne
namen onafscheidelijk verbonden. Aan hun eigen
roem toegewijd, hebben zij zichzelven een monument
gesticht. De indeeling van het geheele gebouw is
van den lieer van der Hey, die vele schetsen aan de
architecten heeft verstrekt. Dit werk, waartoe de
heer van der Hey bij zijn vele werkzaamheden nog
tijd heeft kunnen vinden en waarop toch de bruik
baarheid van het schoolgebouw rust, wordt door het
bestuur hoogelijk gewaardeerd.
Tot groote tevredenheid van het bestuur is het werk
met groote voortvarendheid, energie en kennis uitge
voerd door de heeren F. H. Ringers en Zoon te Alk
maar en R. K. Koppen en Zoon te West-Graftdijk,
die ook hun namen hebben verbonden aan het gebouw,
dat den luister der stad verhoogt. Te Dordrecht is
een Middelbare Technische school gebouwd, waarvoor
de bouwplannen van deze school ter bestudeering zijn
afgestaan, en die, althans wat de gevels betreft, gelijk
vormig is met de Alkmaarsche. Te Hilversum is naar
de Alkmaarsche bouwkundige teekeningen een school
gebouwd, die een nieuwe, maar wat het inwendige be
treft, niet een betere uitgave is van deze. Het be
stuur der Gronihgsche ambachtsschool heeft kort ge
leden een bezoek aan Alkmaar gebracht en zal een co-
pie van de Alkmaarsche school laten bouwen.
Het bestuur juicht het toe, dat men allerwege in
ons land copieën levert van deze school, want daaruit
blijkt, dat erkend wordt, dat deze geheel aan haar be
stemming beantwoord en dat ook de harmonie van
den uitwendigen bouw, in verband met den eisch van
eenvoud, bezwaarlijk is te overtreffen.
Ook, zoo eindigde spreker, van dit schoolpaleis.
geldt dus alweder de oude wapenspreuk „Alcmaria
Victrix" en de oude leus „Van Alkmaar de Victorie!"
Nadat het applaus, dat op deze rede volgde, was
bedaard kreeg de heer H. J. DE GROOT inspecteur
van het ambachtsonderwijs het woord.
Ik geloof niet, zoo ongeveer sprak de heer de Groot,
te moeten zeggen, dat deze dag in zekeren zin ook
voor mij een feestdag is. Door den voorzitter is
reeds met ,een enkel woord gezegd, dat ik ook het
voorrecht heb gehad voor een deel te mogen mede
werken aan de opvoeding der kinderen, die de Alk
maarsche ambachtsschool hebben bezocht en die nu
reeds volwassen zijn. Wanneer ik den voorzit tor
dank zeg voor de vriendelijke woorden in zijn door
wrochte rede tot mij gebracht, dan moet ik echter da
delijk een deel van de mij toegezwaaide hulde afwen
telen op rijk en provincie, die de adviezen van den in
specteur hebben opgevolgd. De groote kracht van den
bloei van het vakonderwijs is hierin juist gelegen, dat
het steunt op particulier initiatief, krachtig gesteund
door rijk, provincie en gemeente. In Alkmaar is de
ambachtsschool voortgekomen uit de gemeentelijke
burgeravondschool, die thans ook onder het dak van
dit gebouw is gebraehf. Alkmaar heeft een daad ver
richt, die aan tal van grootere gemeenten ten voor
beeld kan worden gesteld, het heeft, door niemand
daartoe verplicht, de Burgeravondschool gehuisvest
in deze ruime school. Het vakonderwijs heeft veel te
danken aan het particulier intitiatief en gelukkig
werden ook hier mannen gevonden, die belangeloos
hun tijd, hun gaven, hun geld schonken aan dat on
derwijs. Wat baat het al of rijk en provincie geld
geven, wanneer er geen mannen zijn, die hun moeite
en tijd offeren) om het onderwijs in te richten, hot
beheer op zich te nemen, te zorgen, dat het aan zijn
doel en bestemming kan beantwoorden?
Ik ben overtuigd, dat de geheele vergadering het
piet goed zou vinden, wanneer ik geep hulde bracht
aan den voorzitter en aan hert bestuur, voor hetgeen
zij hebben gedaan om voort te schrijden op den een
maal ingeslagen weg, om te komen tot dit grootsche
gebouw. Ook directeur en Leeraren wensch ik geluk
met hetgeen tot stand gebracht is. Zij immers zjjn de
werkbijen bij uitnemendheid, ik wensch hun geluk dat
ze in dit ruime gebouw hun vleugels kunnen uitslaan
en ik hoop, dat dit ten goede zal komen aan het on
derwijs, practisch in de ambachtsschool, theoretisch
in de burgeravondschool.
Ik geloof echter dat het geheele bestuur het met
mij eens zal zijn, indien ik bijzondere hulde breng aan
den voorzitter, die steeds met jeugdig vuur voor het
ambaehts-onderwijs is opgetreden, die daarvoor geen
offers te groot achtte, die het als zijn levenstaak be
schouwde, het vakonderwijs naar boven te brengen. In
hem toch heeft het bestuur een waren mentor.
Ik acht het een groot voorrecht, ik, die gelukkige
jaren in Alkmaar heb doorgebracht, die zooveel jaren
met U heb mogen samenwerken, dat ik U het insigne
van deze onderscheiding mag op de borst spelden.
Onder luide teekenen van instemming speldde de
heer de Groot het insigne op de borst van den gerid
derde.
De heer van der Hoeven zeide geheel onder den in
druk te zijn van de gesproken woorden en de verras
sing der hooge koninklijke onderscheiding, waarvoor
hij H. M. de Koningin eerbiedig dank zegde. Voor
het bestuur heeft deze onderscheiding een heel bij
zondere waarde, omdat zij getuigt dat het streven en
de bemoeiingen van het bestuur door het hoogste
staatsgezag niet onopgemerkt zijn gebleven.
Voor ons is het een vreugde, dat de regeering, door
zaakkundige beoordeelaars voorgelicht, implicite als
het ware haar goedkeuring hecht aan de prestaties
van ons bestuur.
Dit heb ik als voorzitter willen zeggen, thans zij het
mij vergund uit deze functie te treden en mij tot U,
mijnheer de Groot, te wenden, als man tot man, als
vriend tot vriend. Wanneer twee mannen op velerlei
gebied hetzelfde denken, voortdurend werken aan de
zelfde taak, gedurende een reeks van jaren hun geest
richten op hetzelfde doel, dan wandelen ze niet onge
straft onder de palmen, dan ontstaat er waardeering
en in vele gevallen sympathie, datgene, wat ik wil
noemen het hoogste goed, dat de mensch in de maat
schappij kan krijgen, vriendschap. Uw vriendschap,
mijnheer de Groot is mijn trots en de eer, mij ver
leend, krijgt te hooger waarde, door de vleiende woor
den, waarmede u zich van de regeeringsopdracht heeft
gekweten. Ik vraag mij angstig af, of dat concert van
lof door mij wel is verdiend. Maar de goedkeuring op
mijn werk door H. J. de Groot, den jjverigen, gema
len organisator van het ambachtsonderwijs in Nederl.,
behoort nevens en naast de hooge koninklijke onder
scheiding, tot de meest waardevolle dingen, die het
maatschappelijk leven mij heeft gebracht. (Applaus).
Vervolgens verklaarde de burgemeester dezer ge
meente, de heer G. RIPPING, dat het hem een
hooge eer en een groot genoegen was, te mogen vol
doen aan het verzoek van den voorzitter om dit ge
bouw aan zijn bestemming over te dragen.
Niet ontkennen echter wil ik, zoo ging spreker
voort, dat het voor mij en voor de school aangenamer
ware geweest, indien dit verzoek had kunnen worden
gericht tot Z. E. den Minister van Binnenlandsche
Zaken of Z. E. den Commissaris der Koningin in de
ze provincie. Ik zal, nu beiden verhinderd waren hier
aanwezig te zijn, gaarne aan het verzoek voldoen,
maar wensch een kort woord te spreken, kort na de
gloedvolle rede van den voorzitter en de woorden,
door den inspecteur uitgesproken. Ik vrees, wanneer
ik niet kort was, te zullen vervallen in herhalingen en
de vergadering te zullen vermoeien en vervelen.
Wanneer een burger in een gemeente zich op veler
lei gebied bijzonder verdienstelijk maakt, zoodanig,
dat het de aandacht trekt van de hooge regeering, die
aanleiding ^indt hem voor te dragen voor een ko
ninklijke onderscheiding, dan is dat niet alleen voor
dezen burger een groote voldoening, maar ook een
groote. eer voor de gemeente, waarin zoo'n verdienste
lijk burger woont. Daarom ben ik overtuigd van de
instemming van alle ingezetenen, wanneer ik y, mijn
heer van der Hoeven van harte geluk wensch -met de
onderscheiding, u heden ten deel gevallen.
Wij weten allen, wat U heeft kunnen en willen doen,
welke moeite u zich heeft gegeven, hoe u niet rustte,
voor hetgeen door u was voorgenomen, tot een goed
einde was gebracht. Het is niet doenlijk op te noe
men in welke opzichten u zich verdienstelijk heeft
gemaakt, ik wil mij daarom bepalen tot u te zeggen,
dat u voor het Hooger- en Ambachtsonderwijs in deze
gemeente is geweest de man van het initiatief, aan
wien beide takken van onderwijs veel hebben te dan
ken.
Een dag of wat geleden kwam u een kijkje nemen
in het stadhuis en nu heb ik wel opgemerkt, dat de
spreuk op den schoorsteenmantel uw aandacht tfok,
we hebben er zelfs een paar woorden over gesproken,
maar ik had niet kunnen denken, dat die spreuk u
aanleiding zou geven hier ter plaatse waardeering te
betuigen aan het gemeentebestuur, den Raad en mij.
Voor de vriendelijke woorden zeg ik u dank. Het zij
mij echter vergund te verklaren, dat niet ik dat de
vies heb, doch de Raad, en dat de Raad daardoor het
moeielijke van mijn taak zooveel verlicht. Hoe het
gemeentebestuur de spreuk opvat in verband met de
school, die thans geopend wordt, veroorloof het mij,
dit even mede te deelen. Bij onzen gemeenteraad en
bij ons Dagelijksch Bestuur zit voor de innige over
tuiging,. dat de gemeente moet medewerken, om te
bevorderen dat. in den moeielijken tijd waarin we le
ven, jonge lieden de wereld ingaan, toegerust met the
oretische en practische kennis, teneinde het dage
lijksch brood met eere te kunnen verdienen. Uit dat
oogpunt heeft de Raad het altijd als een zaak van
eer beschouwd met rijk en provincie te mogen samen
werken en uw bestuur in staat te kunnen stellen tot
stand te brengen hetgeen thans is daargesteld. Dit is
onze opvatting der leuze: „Salus populi." Daartegen
over stel ik het „suprema lex," d. w. z. dat het voor
de leerlingen dezer school moet zijn een „dure plicht,"
om door ijver, toewijding en plichtsbetrachting' te
toonen, het streven van rijk, provincie en gemeente
te waardeeren en te verdienen. Ik zou hier dit de jon
gens op het hart willen drukken en tot hen willen
zeggen
Jongens, doe jullie best, zorg dat je bruikbare,
weerbare mannen in de wereld wordt, leden der maat
schappij, die den strijd aandurven. Mag dat zoo zijn,
dan zal liet gebouw op welks uiterlijk ieder trotsch is,
ook innerlijk harmonieëeren met het uiterlijke, in al
le opzichten voldoen aan zijn bestemming. Dan zal dit
zijn een groote voldoening voor Uw bestuur en een
.vergoeding voor den belangeloozen arbeid, die het be
stuur zich getroost.
Ik hoop^dat het aan het bestuur gegeven mag zijn,
jaren lang op dezelfde wijze to werken voor de school
en dat dit jaren ook nog zal mogen geschieden onder
de leiding van den tegenwoordigen voorzitter. Ik ge
loof, dat ik de tolk der genoodigden ben, indien ik
uw bestuur dank zeg voor de gelegenheid om bij de
opening tegenwoordig ta kunnen zijn, Het is me be
kend, dat meerderen gaarne aanwezig hadden willen
zijn, doch dat het daartoe aan ruimte- ontbrak, Het
bestuur heeft echter zorg gedragen, dat de gelegen
heid tot bezoek ruim is opengesteld en namens hen,
die daarvan gebruik zullen maken, zeg ik daarvoor
dank. Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt,, onbe
kend maakt onbemind," ik hoop echter, dat bekend
hier bemind zal maken, dat particulieren nog grooté-
re sympathie voor de inrichting zullen krijgen ea,
toonen.
En hiermede verklaar ik officieel de school geopend
en aan zijn bestemming gegeven (daverend applaus).
De voorzitter sloot hierna de plechtigheid. Talrijke
aanwezigen kwamen hem gelukwenschen, waarna de
genoodigden, officieele personen en zij, die min of
meer betrokken zijn bij het vakonderwijs, het door
den heer Doggenaar aardig versierde lokaal voor per
manente tentoonstellingen verlieten en het prachtige
gebouw bezichtigden. Waar wij onlangs reeds onze
lezers leidden door de fraaie werkplaatsen en ruime
leerlokalem, mogen wij ons thans ontslagen achten
van den plicht, andermaal een rondgang te maken.
Alleen zij dus vermeld, dat het kostbare Axminster
kleed in de bestuurskamer, door den heer Englander
geleverd, zeer de aandacht trok.
EERSTE KAMER.
In de gisteren gehouden vergadering werden na
eenige opmerkingen, welke door minister Colijn wer
den beantwoord, de ontwerpen Landweerwet en
Landstormwet aangenomen.
Nog werden een aantal kleine ontwerpen afgedaan,
waaronder die tot wijziging van de artsenwet, en
tot wijziging van de wet op de uitoefening van de
tandheelkunsten dat tot oprichting van een nieuw
krankzinnigengesticht onder Woensel.
De Kamer ging daarna uiteen tot 6 Mei.
DE DEPUTATENVERG ADERING.
Dr. Kuyper opende de gisteren te Utrecht gehouden
deputatenvergadering met een redevoering, getiteld
„De Meiboom in de kap,"
Na langen strijd is onze wensch toch vervuld, zei
spr., thans i s het ontwerp tot grondwetsherziening
er, om hot aan weeën zwangere onderwijsartikel in de
Grondwet te herzien. De Meiboom staat thans in de
kap van het huis ter opvoeding voor onze gedoopte
kinderen.
De vrije school regel in de Grondwet en de Staats
school intredende waar de vrije school ontbrak; wan
neer de Koningin dit ontwerp tot wet verheven zal
hebben, dan zal na een druk van nogmaals tachtig
Spaansche jaren een tweede monument van burger-
vrijheid'in ons land gesticht zijn,
Spr. wees op den zwaren strijd, die in Juni moet
worden gevoerd, daarbij opmerkende, dat de tegen
standers alleen met een liberalistische staatsschool,
waarin zij den toon aangeven, veilig zijn met hun
eigen positie in den lande. Wordt het ontwerp-grond-
wetsherziening aangenomen, dan triumfeert niet ons
stelsel, maar de vrijheid en vrijheid in de volksop
voeding is voor wie het liberalisme huldigt, de omge
keerde wereld. Geven ze den dwang op, dan zijn ze
weg.
Intusschen beheerscht de vraag: „Al dan niet in
coalitie" ditmaal meer dan ooit de positie van het
slagveld. Spr. wilde allerminst beweren, dat zonder
't aceoord van den Driebond niet met eere slag kon
worden geleverd. Hij wees er daarbij op, hoe in som
mige districten de benauwing, die coalitie altoos mee
brengt, wordt gevoeld. Doch thans is voegen, schik
ken en plooien het wachtwoord van politieke wijsheid.
Spr. stond daarna stil bij het ooneentratieprogram,
er op wijzende dat er tittel noch jota in voorkomt van
de landsdefensie; het kabinet van rechts biedt betere
waarborgen voor ons nationale welzijn. Allengs werd
schier heel het kabinet een uitgezochte keurbende.
Toch moet dit kabinet als een schelm worden wegge
jaagd Doch spr. voorspelde dat er krachtig getoond
zou worden, wat men voor dit kabinet over heeft. Ons
geld gaat er voor uit de beurs. Natuurlijk, als onze
God ons de nederlaag beschikt, zullen we vastberaden
en gewillig ons het juk weer op de schouders leggen.
Maar nu we hier zoo heerlijk samenzijn en van hier
het land weer intrekken met een lied Hammaaloth,
nu zeggen we: Neen, dat kan immers niet! Ons spelt
ook nu weer de uitkomst zegepraal. Aan één stem
kan het hangen, denkt er om! Niet maar het zwaard
gekruist, óók de troffel gehanteerd. „De Meiboom
in de kap" en het inroepen van Gods zegen niet
verzaakt. En dan zij 't onze God, dio ons in Juni het
zegelied doe hooren.
De rede werd zeer luide toegejuicht. Het politieke
en het electorale accoord werden met algemeene
stemmen aangenomen. Dr. Kuyper sloot met dank
gebed.
CHRISTELIJK-HISTORISGHE UNIE.
Zooals we in een deel van het nummer van gisteren
nog meldden, nam de vergadering van de Chr. Hist.
Unie, te Amsterdam gehouden, het politieke accoord,
met opneming van eenige niet principieele amende
menten aan met 184 tegen 18 stemmen.
Eerst laat in den middag kwam het accoord betref-
fende de verdeeling der districten aan de orde. De
afgevaardigden van Ede kwamen, meldt liet Hbld.,
onmiddellijk met de verklaring, dat, wat de vergade
ring ook mocht besluiten, zij niet geneigd zouden zijn
af te zien van het stellen van een eigen candidaat.
De afgevaardigden van Ommen verklaarden, nog
niet te kannen zeggen of zij den coalitie-candidaat dr.
De Visser of een ander zouden candideeren. Zij
wenschten dienaangaande vast te houden aan de auto
nomie van het district, doch betoogden in geen geval
mede te kunnen" gaan met den eisch van art, 6 der
overeenkomst, om het district bij een volgende verkie
zing aan de anti-revolutionnairen weder uit te leve
ren.
Volgens het bestuur moest men echter art. 6 niet
in dien geest opvatten, doch als een gereede toestem
ming aan de anti-revolutionnairen om bij een volgen
de verkiezing een tegencandidaat te stellen en te po
gen het district te heroveren. In den breede werd
ten slotte door den voorzitter der vergadering, dr. De
Visser, de wenschelijkheid betoogd om de ontworpen
districtsverdeeling, met uitlevering van Ede aan de
antirevolutionnairen, aan te nemen.
Mét 140 tegen 40 stemmen .(verschillende afgevaar
digden waren inmiddels reeds vertrokken) nam de
vergadering ten slotte het bestuursvoorstel aan.
Hiermede werden ook de verschillende ingediende
amendementen als vervallen beschouwd.
ALG. BOND VAN R. K. KIESVEREENIGINGEN.
De vergadering van bovengenoemden Bond werd
gisteren te Utrecht geopend door den voorzitter, den
heer mr. dr. D. A. P. N. Kooien, die oordeelde dat
's Lands belang vordert het aanblijven van het zit
tend kabinet.
Zoude de -stormloop der verbonden Linksche partij
en in vollen omvang gelukken, dan zoude een vol
gend Kabinet met. maatregelen moeten komen, die wij
een verderf achten voor de gezonde ontwikkeling on
zer Staatsinstellingen; en mocht alleen het gevolg
zijn: vernieling van het bestaande zonder mogelijk
heid om zelf op te bouwen, dan zoude een zakenkabi
net het resultaat van den stillen arbeid der laatste ja
ren teniet doen.
Bij de b<^an4eling.,van de vraag.o.f de coalitie moet
worden vernieuwd, z.ag spr. eenige grieven en bezwa
ren onder het oog. Er zijn er die meenen, dat- de eene
partij te veel zetels bezet ten nadeele van de andere.
De partij, die het sterkst in het nadeel is, uit deze
grief niet ih het algemeen. Indien: hot toch waar
w-as dat die partij, die van de drie partijen in een
district de sterkste was, ook recht zou moeten hebben
op den zetel, dan zou spr. dadelijk 'n tiental districten
kunnen noemen, waar een Katholiek gekozen moest
worden.
Er moet naar worden gestreefd i dat do rechtsche
zetels zoo billijk mogelijk worden verdeeld, dit kan
bereikt worden, wanneer bij vacature in onderling
overleg de vacature wordt toegewezen.
S-pr. wees er op% dat voor het totstandkomen der
coalitie moest worden uitgesproken en vastgelegd het
voornemen, om bij de komende Grondwetsherziening
met aan het eerste lid van art. .171 te rallen. Op het
speculeerenop kerkelijke hartstochten antwoordde
spr.: de Katholieken vorderen op het hun toekomen
de deel in het Bestuur van den Staat en van-?ijn on
derdeden, niets meer, maar ook niets minder. Be
stond er niet zooveel misverstand omtrent,, -de 'strevin
gen der Katholieken, er zouden nog heel wat; meer
stemmen vóór de coalitie worden uitgebracht, zei spr.
Spr. wees er op, dat binnenkort belangrijke wetten
in het Staatsblad zullen komen en dat nog veel moet
gebeuren. De Katholieken zullen met warmte strij
den voor dit Kabinet, samengesteld door Staatslieden
van den eersten rang.
Met algemeene stemmen werd goedkeuring gehecht
aan het politieke en electorale accoord der drie partij
en.
Na de behandeling van het „Kort Program yan Ac
tie, kwam o.m. in behandeling de toekende motie-
Alkmaar, waarin voorgesteld werd, te besluiten het
program van actie voor 1913-1917 aan te vullen met
bepalingen betreffende de sociale wetgeving voor
midden- en landbouwstand. Ze vormde ,een punt van
langdurige discussie.
Na de toelichting merkte de voorzitter op dat het
niet goed is, nu reeds te spreken van staatsverplich-
tmg, om wetten te maken uitsluitend voor landbouw
en middenstand. Er zijn misschien enkele kleinig
heden, die misschien door wetten kunnen verbeterd,
maar over het algemeen kan men niet spreken van be
hoefte aan wetten voor bedoelde groepen. Spr. wees
er op, wat reeds is gedaan.
Nu kan men de motie-Alkmaar wel aannemen,
maar als aanhangsel van het Kort Program is het
niet aan te raden, daar men dan ook wel andere on
derwerpen als desiderata kan aangeven. Het bestuur
blijft van oordeel, dat de motie in elk geval te vaag
is en het best verworpen wordt.
Na nog eenige beschouwingen, waarop de voorzit
ter antwoordde geen bezwaar meer te hebben tegen de
motie werd deze, los van het Program van Actie, aan
genomen.
Gemengd nieuw*.
KORTE BERICHTEN.
Do Duitsche keizer heeft aan EL M. de Koningin
de insignes van de Johanniterorde voor aouvereinen
verleend.
De vier Nederlandsche artsen van de ambulance
te Montenegro hebben den terugreis naar het' vader
land aanvaard en zullen Zaterdagmiddag te Amster
dam aankomen.
President Wilson heeft Woensdag op het Witte
Huis een receptie gehouden van Nationale Akademie
van Wetenschappen en namens deze de medaille voor
astronomische onderzoekingen uitgereikt aan prof. dr.
J. C. Kapteyn, hoogleeraar te Groningen.
De rechtbank te Heerenveen heeft-gisteren den
onderwijzer H. te Tynje wegens smaadschrift, aan het
adres van dèn schoolopziener mr. Jonkers te Korte-
zwaag, veroordeeld tot 25 boete of 5 dagen hechte
nis. De eisch was een maand gevangenisstraf.
De 4de Kamer der Rechtbank te Amsterdam
heeft gisteren veroordeeld tot 8 maanden gevangenis
straf, overeenkomstig den eisch van het O. M., J. V.,
bode van De Rijp op Amsterdam, wegens oplichting
van een schoenenwinkelier voor drie paar schoenen.
Te Lekkerkerk raakte een 6-jarig jongentje te
water. Een 5-jarig ventje kwam uit nieuwsgierigheid
te dicht aan den kant van den sloot en raakte even
eens te water. Beiden verdronken.
De rechtbank te Ouxhaven heeft dén kapitein
van den in beslaggenomen Nederlandschcn stoom
trawler „Luit.-generaal den Beer Portugael" -schuldig
verklaard aan het visschen in Duitsche wateren. De
vangst, de netten en het vischgerei zijn in beslag ge
nomen de boot, wegens beschadiging van de haven
werken bij het binnenioopen, aan den ketting gelegd,
en de kapitein tegen borgstelling op Vrije "voeten ge
steld.
Laatste berichten.
TWEEDE KAMER.
's-GRAVENHAGE, 25 April. De Tweede Kamer
heeft de ziektewet aangenomen met 58 tegen 22
stemmen.
De onderhandelingen over de overgave van Skoeta-
ri hebben twee dagen geduurd.
Montenegro besloot zoo tegemoetkomend mogelijk
to zijn tegen een vijand die zoo grooten moed heeft
getoond.
Met name moest worden toegestemd in den aftochi
met militaire eer van het garnizoen, dat zijn wapenen
zou mogen meenemen en zelfs, indien de bevelhebber
daarop stond, het geschut,
Vandaag zou prins Danilo zijn plechtigen intocht
in Skoetari houden.
Toebereidselen worden getroffen voor den intocht
van den koning. -
Essad pasja, de verdediger, heeft de Turksche re
geering meegedeeld dat hij uit gebrek aan leeftocht
zich genoodzaakt heeft gezien Skoetari over te geven.
De Montenegrijnen hebben" te Skoetari 120 kanon
nen buit gemaakt, waarvan 40 snelvuurkanonnen en
12 houwitsers. Verder een groote hoeveelheid oor
logsmateriaal.
De Koning en de Koningin hébben drie booten met
levensmiddelen gezonden, om onder de bevolking van
Skoetari te verdeelen.
Koning Nikolaas heeft in een toespraak Vópr zijn
paleis verklaard, dat Skoetari van nu af bij Montene
gro behoort. Indien Europa nog mocht overwegen
om de stad weer aan Montenegro afhandig te maken,
dan zal het eigenhandig die taak moeten volvoeren.
Verheugt u over dit eerste Montenegrijiisehe suc
ces, en treurt niet om de duizende slachtoffers. Het
bloed der gevallen helden is niet vóór niets gevloeid.
Wij hebben thans wat wij wensehen.
Laten wij ons gelukkig prijzen met de eensgezind
heid tussehen ons en onze bondgenooten. Wij kunnen
trotsch zijn op het groote werk dat Wij door de in
neming van Skoetari volbracht hebben.
De woorden van den koning werden beantwoord met
kreten: leve de koning, levé do dynastie vaó Monte
negro.
Intusschen heeft volgens de N. Roti, Crt. Oosten
rijk Hongarije scherpe maatregelen voorgesteld aan
do mogendheden om Montenegro' té dwingen'tot ont«