Een bijzonder voorrecht is het mij U, mijnheer van der Hoeven, namens Zij no Excellentie den Minister van Bmnenl. Za ken te mogen mededeelen, dat ,het H- M. de Koningin heeft behaagd U te benoemen tot ridder in de orde van den Neder- tanctschen Leeuw. (Daverend applaus.) .BINNENLAND. BUITENLAND. De Balkan-Oorlog. verhoogen d. i. den voorspoed en den luister dezer ge meente en den welstand uwer gemeentenaren, daar blijkt uit hetgeen in deze gemeente, onder uw bewind werd en wordt tot stand gebracht, dat de Ciceroniaan- sche uitspraak: „het heil van het volk is de hoogste wet" voor u een devies is, waarvan de beteekenis al uw handelingen beheerscht. „Aan U en aan de heeren Wethouders, die met U en gedreven door dezelfde gezindheid, allee wat tot den bloei dezer gemeente en den welstand harer bevolking kan bijdragen, voorbereiden, die met u hunne beste krachten wijden aan het belang dezer gemeente, geleid door dat groote beginsel, dat daar in beitelhard mar mer uitgehouwen prijkt als een bewijs van beschaving, hooge opvatting van regeeringsbeleid en humaniteit, aan U, Edel Achtbare Heeren, Burgemeester en Wet houders, is het Ambachts- en Burgeravondschoolon- derwijs in deze gemeente oneindig veel verplicht. Zonder uw krachtige medewerking of initiatief, zon der uw inzichten en raadgevingen, zonder uw bescher ming onzer voorstellen, was er zelfs geen levensvat baarheid in onze plannen geweest. „Daarvoor is het bestuur der Ambachtsschool en de commissie van Toezicht op de Burgeravondscholen U g-rootelijks erkentelijk." Aan de leden van den Baad verzekerde spreker, dat hun besluit de meest nabij gelegen oorzaak van de stichting van dit gebouw is. Aan de kloekheid en moed, die in plaats van angstige benepenheid voorge zeten hebben bij de beraadslagingen, die aan dat be sluit vooraf gingen, die echter de beraadslagingen en besluiten steeds' kenmerken, heeft dan ook deze ge meente voor een groot deel haar bloei en vooruitgang, haar goeden klank naar buiten te danken. In menige raadzaal ware het niet ongepast een inscriptie aan te brengen, bevattende de woorden eens gesproken door den grondlegger van onze koloniale macht in Indië, Jan Pieterszono Koen: „Biet ende considereert wat een goede courage ver mag, Meester sal hij zijn, die de cloeckste is," maar die loftuiting op kracht en energie, gepaard met- helder inzicht en verstandelijk overleg, behoeft inderdaad Uw Raad niet voorgehouden te worden, die als een axioma uw regeeringsbeleid formuleert in de elassieke spreuk„Het heil van het volk is de hoogste wet." Dank bracht spreker aan den inspecteur voor diens adviezen over de plannen, waarin de geest van den meester lag. „Want wij willen het openlijk verklaren, dat gij, toen gij nog als directeur aan deze school verbonden waart, ons het rechte inzicht in „ambachtsonderwijs voor allen toegankelijk" hebt gegeven en in de ver strekkende maatschappelijke gevolgen daarvan. Gij met uw breeden blik op dit onderwijs, hebt onzen ho rizont verruimd en geestdrift bij ons opgewekt voor een gToot en nobel doel van hooge maatschappelijke waarde. Daarom u onzen dank brengende voor het gunstige onthaal, dat onze plannen in uw adviezen vond, is die dank in het wezen der zaak een erkenning onzerzijds, dat wij onze inzichten en opvattingen bij de behande ling van onderwerpen van ambachtsonderwijs grooten- deels aan u ontleenen. Ja, en ook geestdrift, want zonder dien opzweependen drang der overtuiging, wor den geon groote dingen tot stand gebracht. Uw geest hebt gij ons ingestort, uw geest, die in daden en woor den het „excelsior" sprak, „niet rusten, want stilstand is hier achteruitgang" en „het rechtvaardigheidsbe ginsel, dat aan het ambachtsonderwijs ten grondslag ligt, uitgebreid niet slechts tot alle bouwvakken, maar tot alle ambachten, waarvan het aanleeren door onderwijs mogelijk is." Aan de boide architecten, de heeren Hanrath te Hilversum en Leguit te Alkmaar bracht spreker woorden van lof voor het gebouw dat in al zijn een voud, een werk van indrukwekkende schoonheid is, waar Alkmaar trotsch op mag zijn, ook wat zijn uit wendig aanzien betreft. Aan dit gebouw zijn hunne namen onafscheidelijk verbonden. Aan hun eigen roem toegewijd, hebben zij zichzelven een monument gesticht. De indeeling van het geheele gebouw is van den lieer van der Hey, die vele schetsen aan de architecten heeft verstrekt. Dit werk, waartoe de heer van der Hey bij zijn vele werkzaamheden nog tijd heeft kunnen vinden en waarop toch de bruik baarheid van het schoolgebouw rust, wordt door het bestuur hoogelijk gewaardeerd. Tot groote tevredenheid van het bestuur is het werk met groote voortvarendheid, energie en kennis uitge voerd door de heeren F. H. Ringers en Zoon te Alk maar en R. K. Koppen en Zoon te West-Graftdijk, die ook hun namen hebben verbonden aan het gebouw, dat den luister der stad verhoogt. Te Dordrecht is een Middelbare Technische school gebouwd, waarvoor de bouwplannen van deze school ter bestudeering zijn afgestaan, en die, althans wat de gevels betreft, gelijk vormig is met de Alkmaarsche. Te Hilversum is naar de Alkmaarsche bouwkundige teekeningen een school gebouwd, die een nieuwe, maar wat het inwendige be treft, niet een betere uitgave is van deze. Het be stuur der Gronihgsche ambachtsschool heeft kort ge leden een bezoek aan Alkmaar gebracht en zal een co- pie van de Alkmaarsche school laten bouwen. Het bestuur juicht het toe, dat men allerwege in ons land copieën levert van deze school, want daaruit blijkt, dat erkend wordt, dat deze geheel aan haar be stemming beantwoord en dat ook de harmonie van den uitwendigen bouw, in verband met den eisch van eenvoud, bezwaarlijk is te overtreffen. Ook, zoo eindigde spreker, van dit schoolpaleis. geldt dus alweder de oude wapenspreuk „Alcmaria Victrix" en de oude leus „Van Alkmaar de Victorie!" Nadat het applaus, dat op deze rede volgde, was bedaard kreeg de heer H. J. DE GROOT inspecteur van het ambachtsonderwijs het woord. Ik geloof niet, zoo ongeveer sprak de heer de Groot, te moeten zeggen, dat deze dag in zekeren zin ook voor mij een feestdag is. Door den voorzitter is reeds met ,een enkel woord gezegd, dat ik ook het voorrecht heb gehad voor een deel te mogen mede werken aan de opvoeding der kinderen, die de Alk maarsche ambachtsschool hebben bezocht en die nu reeds volwassen zijn. Wanneer ik den voorzit tor dank zeg voor de vriendelijke woorden in zijn door wrochte rede tot mij gebracht, dan moet ik echter da delijk een deel van de mij toegezwaaide hulde afwen telen op rijk en provincie, die de adviezen van den in specteur hebben opgevolgd. De groote kracht van den bloei van het vakonderwijs is hierin juist gelegen, dat het steunt op particulier initiatief, krachtig gesteund door rijk, provincie en gemeente. In Alkmaar is de ambachtsschool voortgekomen uit de gemeentelijke burgeravondschool, die thans ook onder het dak van dit gebouw is gebraehf. Alkmaar heeft een daad ver richt, die aan tal van grootere gemeenten ten voor beeld kan worden gesteld, het heeft, door niemand daartoe verplicht, de Burgeravondschool gehuisvest in deze ruime school. Het vakonderwijs heeft veel te danken aan het particulier intitiatief en gelukkig werden ook hier mannen gevonden, die belangeloos hun tijd, hun gaven, hun geld schonken aan dat on derwijs. Wat baat het al of rijk en provincie geld geven, wanneer er geen mannen zijn, die hun moeite en tijd offeren) om het onderwijs in te richten, hot beheer op zich te nemen, te zorgen, dat het aan zijn doel en bestemming kan beantwoorden? Ik ben overtuigd, dat de geheele vergadering het piet goed zou vinden, wanneer ik geep hulde bracht aan den voorzitter en aan hert bestuur, voor hetgeen zij hebben gedaan om voort te schrijden op den een maal ingeslagen weg, om te komen tot dit grootsche gebouw. Ook directeur en Leeraren wensch ik geluk met hetgeen tot stand gebracht is. Zij immers zjjn de werkbijen bij uitnemendheid, ik wensch hun geluk dat ze in dit ruime gebouw hun vleugels kunnen uitslaan en ik hoop, dat dit ten goede zal komen aan het on derwijs, practisch in de ambachtsschool, theoretisch in de burgeravondschool. Ik geloof echter dat het geheele bestuur het met mij eens zal zijn, indien ik bijzondere hulde breng aan den voorzitter, die steeds met jeugdig vuur voor het ambaehts-onderwijs is opgetreden, die daarvoor geen offers te groot achtte, die het als zijn levenstaak be schouwde, het vakonderwijs naar boven te brengen. In hem toch heeft het bestuur een waren mentor. Ik acht het een groot voorrecht, ik, die gelukkige jaren in Alkmaar heb doorgebracht, die zooveel jaren met U heb mogen samenwerken, dat ik U het insigne van deze onderscheiding mag op de borst spelden. Onder luide teekenen van instemming speldde de heer de Groot het insigne op de borst van den gerid derde. De heer van der Hoeven zeide geheel onder den in druk te zijn van de gesproken woorden en de verras sing der hooge koninklijke onderscheiding, waarvoor hij H. M. de Koningin eerbiedig dank zegde. Voor het bestuur heeft deze onderscheiding een heel bij zondere waarde, omdat zij getuigt dat het streven en de bemoeiingen van het bestuur door het hoogste staatsgezag niet onopgemerkt zijn gebleven. Voor ons is het een vreugde, dat de regeering, door zaakkundige beoordeelaars voorgelicht, implicite als het ware haar goedkeuring hecht aan de prestaties van ons bestuur. Dit heb ik als voorzitter willen zeggen, thans zij het mij vergund uit deze functie te treden en mij tot U, mijnheer de Groot, te wenden, als man tot man, als vriend tot vriend. Wanneer twee mannen op velerlei gebied hetzelfde denken, voortdurend werken aan de zelfde taak, gedurende een reeks van jaren hun geest richten op hetzelfde doel, dan wandelen ze niet onge straft onder de palmen, dan ontstaat er waardeering en in vele gevallen sympathie, datgene, wat ik wil noemen het hoogste goed, dat de mensch in de maat schappij kan krijgen, vriendschap. Uw vriendschap, mijnheer de Groot is mijn trots en de eer, mij ver leend, krijgt te hooger waarde, door de vleiende woor den, waarmede u zich van de regeeringsopdracht heeft gekweten. Ik vraag mij angstig af, of dat concert van lof door mij wel is verdiend. Maar de goedkeuring op mijn werk door H. J. de Groot, den jjverigen, gema len organisator van het ambachtsonderwijs in Nederl., behoort nevens en naast de hooge koninklijke onder scheiding, tot de meest waardevolle dingen, die het maatschappelijk leven mij heeft gebracht. (Applaus). Vervolgens verklaarde de burgemeester dezer ge meente, de heer G. RIPPING, dat het hem een hooge eer en een groot genoegen was, te mogen vol doen aan het verzoek van den voorzitter om dit ge bouw aan zijn bestemming over te dragen. Niet ontkennen echter wil ik, zoo ging spreker voort, dat het voor mij en voor de school aangenamer ware geweest, indien dit verzoek had kunnen worden gericht tot Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken of Z. E. den Commissaris der Koningin in de ze provincie. Ik zal, nu beiden verhinderd waren hier aanwezig te zijn, gaarne aan het verzoek voldoen, maar wensch een kort woord te spreken, kort na de gloedvolle rede van den voorzitter en de woorden, door den inspecteur uitgesproken. Ik vrees, wanneer ik niet kort was, te zullen vervallen in herhalingen en de vergadering te zullen vermoeien en vervelen. Wanneer een burger in een gemeente zich op veler lei gebied bijzonder verdienstelijk maakt, zoodanig, dat het de aandacht trekt van de hooge regeering, die aanleiding ^indt hem voor te dragen voor een ko ninklijke onderscheiding, dan is dat niet alleen voor dezen burger een groote voldoening, maar ook een groote. eer voor de gemeente, waarin zoo'n verdienste lijk burger woont. Daarom ben ik overtuigd van de instemming van alle ingezetenen, wanneer ik y, mijn heer van der Hoeven van harte geluk wensch -met de onderscheiding, u heden ten deel gevallen. Wij weten allen, wat U heeft kunnen en willen doen, welke moeite u zich heeft gegeven, hoe u niet rustte, voor hetgeen door u was voorgenomen, tot een goed einde was gebracht. Het is niet doenlijk op te noe men in welke opzichten u zich verdienstelijk heeft gemaakt, ik wil mij daarom bepalen tot u te zeggen, dat u voor het Hooger- en Ambachtsonderwijs in deze gemeente is geweest de man van het initiatief, aan wien beide takken van onderwijs veel hebben te dan ken. Een dag of wat geleden kwam u een kijkje nemen in het stadhuis en nu heb ik wel opgemerkt, dat de spreuk op den schoorsteenmantel uw aandacht tfok, we hebben er zelfs een paar woorden over gesproken, maar ik had niet kunnen denken, dat die spreuk u aanleiding zou geven hier ter plaatse waardeering te betuigen aan het gemeentebestuur, den Raad en mij. Voor de vriendelijke woorden zeg ik u dank. Het zij mij echter vergund te verklaren, dat niet ik dat de vies heb, doch de Raad, en dat de Raad daardoor het moeielijke van mijn taak zooveel verlicht. Hoe het gemeentebestuur de spreuk opvat in verband met de school, die thans geopend wordt, veroorloof het mij, dit even mede te deelen. Bij onzen gemeenteraad en bij ons Dagelijksch Bestuur zit voor de innige over tuiging,. dat de gemeente moet medewerken, om te bevorderen dat. in den moeielijken tijd waarin we le ven, jonge lieden de wereld ingaan, toegerust met the oretische en practische kennis, teneinde het dage lijksch brood met eere te kunnen verdienen. Uit dat oogpunt heeft de Raad het altijd als een zaak van eer beschouwd met rijk en provincie te mogen samen werken en uw bestuur in staat te kunnen stellen tot stand te brengen hetgeen thans is daargesteld. Dit is onze opvatting der leuze: „Salus populi." Daartegen over stel ik het „suprema lex," d. w. z. dat het voor de leerlingen dezer school moet zijn een „dure plicht," om door ijver, toewijding en plichtsbetrachting' te toonen, het streven van rijk, provincie en gemeente te waardeeren en te verdienen. Ik zou hier dit de jon gens op het hart willen drukken en tot hen willen zeggen Jongens, doe jullie best, zorg dat je bruikbare, weerbare mannen in de wereld wordt, leden der maat schappij, die den strijd aandurven. Mag dat zoo zijn, dan zal liet gebouw op welks uiterlijk ieder trotsch is, ook innerlijk harmonieëeren met het uiterlijke, in al le opzichten voldoen aan zijn bestemming. Dan zal dit zijn een groote voldoening voor Uw bestuur en een .vergoeding voor den belangeloozen arbeid, die het be stuur zich getroost. Ik hoop^dat het aan het bestuur gegeven mag zijn, jaren lang op dezelfde wijze to werken voor de school en dat dit jaren ook nog zal mogen geschieden onder de leiding van den tegenwoordigen voorzitter. Ik ge loof, dat ik de tolk der genoodigden ben, indien ik uw bestuur dank zeg voor de gelegenheid om bij de opening tegenwoordig ta kunnen zijn, Het is me be kend, dat meerderen gaarne aanwezig hadden willen zijn, doch dat het daartoe aan ruimte- ontbrak, Het bestuur heeft echter zorg gedragen, dat de gelegen heid tot bezoek ruim is opengesteld en namens hen, die daarvan gebruik zullen maken, zeg ik daarvoor dank. Een oud-Hollandsch spreekwoord zegt,, onbe kend maakt onbemind," ik hoop echter, dat bekend hier bemind zal maken, dat particulieren nog grooté- re sympathie voor de inrichting zullen krijgen ea, toonen. En hiermede verklaar ik officieel de school geopend en aan zijn bestemming gegeven (daverend applaus). De voorzitter sloot hierna de plechtigheid. Talrijke aanwezigen kwamen hem gelukwenschen, waarna de genoodigden, officieele personen en zij, die min of meer betrokken zijn bij het vakonderwijs, het door den heer Doggenaar aardig versierde lokaal voor per manente tentoonstellingen verlieten en het prachtige gebouw bezichtigden. Waar wij onlangs reeds onze lezers leidden door de fraaie werkplaatsen en ruime leerlokalem, mogen wij ons thans ontslagen achten van den plicht, andermaal een rondgang te maken. Alleen zij dus vermeld, dat het kostbare Axminster kleed in de bestuurskamer, door den heer Englander geleverd, zeer de aandacht trok. EERSTE KAMER. In de gisteren gehouden vergadering werden na eenige opmerkingen, welke door minister Colijn wer den beantwoord, de ontwerpen Landweerwet en Landstormwet aangenomen. Nog werden een aantal kleine ontwerpen afgedaan, waaronder die tot wijziging van de artsenwet, en tot wijziging van de wet op de uitoefening van de tandheelkunsten dat tot oprichting van een nieuw krankzinnigengesticht onder Woensel. De Kamer ging daarna uiteen tot 6 Mei. DE DEPUTATENVERG ADERING. Dr. Kuyper opende de gisteren te Utrecht gehouden deputatenvergadering met een redevoering, getiteld „De Meiboom in de kap," Na langen strijd is onze wensch toch vervuld, zei spr., thans i s het ontwerp tot grondwetsherziening er, om hot aan weeën zwangere onderwijsartikel in de Grondwet te herzien. De Meiboom staat thans in de kap van het huis ter opvoeding voor onze gedoopte kinderen. De vrije school regel in de Grondwet en de Staats school intredende waar de vrije school ontbrak; wan neer de Koningin dit ontwerp tot wet verheven zal hebben, dan zal na een druk van nogmaals tachtig Spaansche jaren een tweede monument van burger- vrijheid'in ons land gesticht zijn, Spr. wees op den zwaren strijd, die in Juni moet worden gevoerd, daarbij opmerkende, dat de tegen standers alleen met een liberalistische staatsschool, waarin zij den toon aangeven, veilig zijn met hun eigen positie in den lande. Wordt het ontwerp-grond- wetsherziening aangenomen, dan triumfeert niet ons stelsel, maar de vrijheid en vrijheid in de volksop voeding is voor wie het liberalisme huldigt, de omge keerde wereld. Geven ze den dwang op, dan zijn ze weg. Intusschen beheerscht de vraag: „Al dan niet in coalitie" ditmaal meer dan ooit de positie van het slagveld. Spr. wilde allerminst beweren, dat zonder 't aceoord van den Driebond niet met eere slag kon worden geleverd. Hij wees er daarbij op, hoe in som mige districten de benauwing, die coalitie altoos mee brengt, wordt gevoeld. Doch thans is voegen, schik ken en plooien het wachtwoord van politieke wijsheid. Spr. stond daarna stil bij het ooneentratieprogram, er op wijzende dat er tittel noch jota in voorkomt van de landsdefensie; het kabinet van rechts biedt betere waarborgen voor ons nationale welzijn. Allengs werd schier heel het kabinet een uitgezochte keurbende. Toch moet dit kabinet als een schelm worden wegge jaagd Doch spr. voorspelde dat er krachtig getoond zou worden, wat men voor dit kabinet over heeft. Ons geld gaat er voor uit de beurs. Natuurlijk, als onze God ons de nederlaag beschikt, zullen we vastberaden en gewillig ons het juk weer op de schouders leggen. Maar nu we hier zoo heerlijk samenzijn en van hier het land weer intrekken met een lied Hammaaloth, nu zeggen we: Neen, dat kan immers niet! Ons spelt ook nu weer de uitkomst zegepraal. Aan één stem kan het hangen, denkt er om! Niet maar het zwaard gekruist, óók de troffel gehanteerd. „De Meiboom in de kap" en het inroepen van Gods zegen niet verzaakt. En dan zij 't onze God, dio ons in Juni het zegelied doe hooren. De rede werd zeer luide toegejuicht. Het politieke en het electorale accoord werden met algemeene stemmen aangenomen. Dr. Kuyper sloot met dank gebed. CHRISTELIJK-HISTORISGHE UNIE. Zooals we in een deel van het nummer van gisteren nog meldden, nam de vergadering van de Chr. Hist. Unie, te Amsterdam gehouden, het politieke accoord, met opneming van eenige niet principieele amende menten aan met 184 tegen 18 stemmen. Eerst laat in den middag kwam het accoord betref- fende de verdeeling der districten aan de orde. De afgevaardigden van Ede kwamen, meldt liet Hbld., onmiddellijk met de verklaring, dat, wat de vergade ring ook mocht besluiten, zij niet geneigd zouden zijn af te zien van het stellen van een eigen candidaat. De afgevaardigden van Ommen verklaarden, nog niet te kannen zeggen of zij den coalitie-candidaat dr. De Visser of een ander zouden candideeren. Zij wenschten dienaangaande vast te houden aan de auto nomie van het district, doch betoogden in geen geval mede te kunnen" gaan met den eisch van art, 6 der overeenkomst, om het district bij een volgende verkie zing aan de anti-revolutionnairen weder uit te leve ren. Volgens het bestuur moest men echter art. 6 niet in dien geest opvatten, doch als een gereede toestem ming aan de anti-revolutionnairen om bij een volgen de verkiezing een tegencandidaat te stellen en te po gen het district te heroveren. In den breede werd ten slotte door den voorzitter der vergadering, dr. De Visser, de wenschelijkheid betoogd om de ontworpen districtsverdeeling, met uitlevering van Ede aan de antirevolutionnairen, aan te nemen. Mét 140 tegen 40 stemmen .(verschillende afgevaar digden waren inmiddels reeds vertrokken) nam de vergadering ten slotte het bestuursvoorstel aan. Hiermede werden ook de verschillende ingediende amendementen als vervallen beschouwd. ALG. BOND VAN R. K. KIESVEREENIGINGEN. De vergadering van bovengenoemden Bond werd gisteren te Utrecht geopend door den voorzitter, den heer mr. dr. D. A. P. N. Kooien, die oordeelde dat 's Lands belang vordert het aanblijven van het zit tend kabinet. Zoude de -stormloop der verbonden Linksche partij en in vollen omvang gelukken, dan zoude een vol gend Kabinet met. maatregelen moeten komen, die wij een verderf achten voor de gezonde ontwikkeling on zer Staatsinstellingen; en mocht alleen het gevolg zijn: vernieling van het bestaande zonder mogelijk heid om zelf op te bouwen, dan zoude een zakenkabi net het resultaat van den stillen arbeid der laatste ja ren teniet doen. Bij de b<^an4eling.,van de vraag.o.f de coalitie moet worden vernieuwd, z.ag spr. eenige grieven en bezwa ren onder het oog. Er zijn er die meenen, dat- de eene partij te veel zetels bezet ten nadeele van de andere. De partij, die het sterkst in het nadeel is, uit deze grief niet ih het algemeen. Indien: hot toch waar w-as dat die partij, die van de drie partijen in een district de sterkste was, ook recht zou moeten hebben op den zetel, dan zou spr. dadelijk 'n tiental districten kunnen noemen, waar een Katholiek gekozen moest worden. Er moet naar worden gestreefd i dat do rechtsche zetels zoo billijk mogelijk worden verdeeld, dit kan bereikt worden, wanneer bij vacature in onderling overleg de vacature wordt toegewezen. S-pr. wees er op% dat voor het totstandkomen der coalitie moest worden uitgesproken en vastgelegd het voornemen, om bij de komende Grondwetsherziening met aan het eerste lid van art. .171 te rallen. Op het speculeerenop kerkelijke hartstochten antwoordde spr.: de Katholieken vorderen op het hun toekomen de deel in het Bestuur van den Staat en van-?ijn on derdeden, niets meer, maar ook niets minder. Be stond er niet zooveel misverstand omtrent,, -de 'strevin gen der Katholieken, er zouden nog heel wat; meer stemmen vóór de coalitie worden uitgebracht, zei spr. Spr. wees er op, dat binnenkort belangrijke wetten in het Staatsblad zullen komen en dat nog veel moet gebeuren. De Katholieken zullen met warmte strij den voor dit Kabinet, samengesteld door Staatslieden van den eersten rang. Met algemeene stemmen werd goedkeuring gehecht aan het politieke en electorale accoord der drie partij en. Na de behandeling van het „Kort Program yan Ac tie, kwam o.m. in behandeling de toekende motie- Alkmaar, waarin voorgesteld werd, te besluiten het program van actie voor 1913-1917 aan te vullen met bepalingen betreffende de sociale wetgeving voor midden- en landbouwstand. Ze vormde ,een punt van langdurige discussie. Na de toelichting merkte de voorzitter op dat het niet goed is, nu reeds te spreken van staatsverplich- tmg, om wetten te maken uitsluitend voor landbouw en middenstand. Er zijn misschien enkele kleinig heden, die misschien door wetten kunnen verbeterd, maar over het algemeen kan men niet spreken van be hoefte aan wetten voor bedoelde groepen. Spr. wees er op, wat reeds is gedaan. Nu kan men de motie-Alkmaar wel aannemen, maar als aanhangsel van het Kort Program is het niet aan te raden, daar men dan ook wel andere on derwerpen als desiderata kan aangeven. Het bestuur blijft van oordeel, dat de motie in elk geval te vaag is en het best verworpen wordt. Na nog eenige beschouwingen, waarop de voorzit ter antwoordde geen bezwaar meer te hebben tegen de motie werd deze, los van het Program van Actie, aan genomen. Gemengd nieuw*. KORTE BERICHTEN. Do Duitsche keizer heeft aan EL M. de Koningin de insignes van de Johanniterorde voor aouvereinen verleend. De vier Nederlandsche artsen van de ambulance te Montenegro hebben den terugreis naar het' vader land aanvaard en zullen Zaterdagmiddag te Amster dam aankomen. President Wilson heeft Woensdag op het Witte Huis een receptie gehouden van Nationale Akademie van Wetenschappen en namens deze de medaille voor astronomische onderzoekingen uitgereikt aan prof. dr. J. C. Kapteyn, hoogleeraar te Groningen. De rechtbank te Heerenveen heeft-gisteren den onderwijzer H. te Tynje wegens smaadschrift, aan het adres van dèn schoolopziener mr. Jonkers te Korte- zwaag, veroordeeld tot 25 boete of 5 dagen hechte nis. De eisch was een maand gevangenisstraf. De 4de Kamer der Rechtbank te Amsterdam heeft gisteren veroordeeld tot 8 maanden gevangenis straf, overeenkomstig den eisch van het O. M., J. V., bode van De Rijp op Amsterdam, wegens oplichting van een schoenenwinkelier voor drie paar schoenen. Te Lekkerkerk raakte een 6-jarig jongentje te water. Een 5-jarig ventje kwam uit nieuwsgierigheid te dicht aan den kant van den sloot en raakte even eens te water. Beiden verdronken. De rechtbank te Ouxhaven heeft dén kapitein van den in beslaggenomen Nederlandschcn stoom trawler „Luit.-generaal den Beer Portugael" -schuldig verklaard aan het visschen in Duitsche wateren. De vangst, de netten en het vischgerei zijn in beslag ge nomen de boot, wegens beschadiging van de haven werken bij het binnenioopen, aan den ketting gelegd, en de kapitein tegen borgstelling op Vrije "voeten ge steld. Laatste berichten. TWEEDE KAMER. 's-GRAVENHAGE, 25 April. De Tweede Kamer heeft de ziektewet aangenomen met 58 tegen 22 stemmen. De onderhandelingen over de overgave van Skoeta- ri hebben twee dagen geduurd. Montenegro besloot zoo tegemoetkomend mogelijk to zijn tegen een vijand die zoo grooten moed heeft getoond. Met name moest worden toegestemd in den aftochi met militaire eer van het garnizoen, dat zijn wapenen zou mogen meenemen en zelfs, indien de bevelhebber daarop stond, het geschut, Vandaag zou prins Danilo zijn plechtigen intocht in Skoetari houden. Toebereidselen worden getroffen voor den intocht van den koning. - Essad pasja, de verdediger, heeft de Turksche re geering meegedeeld dat hij uit gebrek aan leeftocht zich genoodzaakt heeft gezien Skoetari over te geven. De Montenegrijnen hebben" te Skoetari 120 kanon nen buit gemaakt, waarvan 40 snelvuurkanonnen en 12 houwitsers. Verder een groote hoeveelheid oor logsmateriaal. De Koning en de Koningin hébben drie booten met levensmiddelen gezonden, om onder de bevolking van Skoetari te verdeelen. Koning Nikolaas heeft in een toespraak Vópr zijn paleis verklaard, dat Skoetari van nu af bij Montene gro behoort. Indien Europa nog mocht overwegen om de stad weer aan Montenegro afhandig te maken, dan zal het eigenhandig die taak moeten volvoeren. Verheugt u over dit eerste Montenegrijiisehe suc ces, en treurt niet om de duizende slachtoffers. Het bloed der gevallen helden is niet vóór niets gevloeid. Wij hebben thans wat wij wensehen. Laten wij ons gelukkig prijzen met de eensgezind heid tussehen ons en onze bondgenooten. Wij kunnen trotsch zijn op het groote werk dat Wij door de in neming van Skoetari volbracht hebben. De woorden van den koning werden beantwoord met kreten: leve de koning, levé do dynastie vaó Monte negro. Intusschen heeft volgens de N. Roti, Crt. Oosten rijk Hongarije scherpe maatregelen voorgesteld aan do mogendheden om Montenegro' té dwingen'tot ont«

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 2