DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 99
Honderd en vijftiende Jaargang.
1913
WOESSBAO 30 APKIL.
FEUILLETON.
ERFELIJK BELAST.
Zwakke of zieke nieren.
STADSNIEUWS.
arrondissements-rechtbank
Dit
zijn
enkele
doeleinden
waarvoor
Ingezonden Mededeelingen.
ALKMAARSCHE COURANT.
Zitting van Dinsdag 29 April.
VERDUISTERING EX DTE'NSTBETREKKl XG
J. J. K. en J. J. D., winkelbedienden, thans beidon
gedetineerd in het Huis van Bewaring alhier, hadden
zich te verantwoorden ter zake verduistering in
dienstbetrekking.
Op den 26sten Maart trad de eerste beklaagde, die
uit Amsterdam was gekomen, als 1ste bediende in
dienst bij den heer Q. M. J. Bakker, aan het Ver-
dronkenoord. Hij ging als zoodanig over de waren
van den patroon. De 2de beklaagde was tweede be
kende. K. had in Amsterdam gehoord, van zekeren
Jlollemans, vroeger in dienst van den heer Bakker,
dat de eoptrole bij dezen wel wat te wensclien overliet
en toen vatte K, het plan op om daarvan gebruik te
maken. Alvorens naar Alkmaar te gaan, wist hij
reeds een afzetgebied voor de eventueel te stelen wa
ren, n.l. bij Bekker te Amsterdam. De bepaling van
do prijs en de afrekening zou later geschieden. Den
zelfden dag dat hij in dienst trad, sprak de uit Am
sterdam gekomen bediende reeds metdenl8-jnrigenD.,
die van Mei van het vorig jaar af bij den heer Bakker
iö diepst was, oyer het wegnemen van goederen. Deze
yond hpt goed. 26 Maart reeds werden 28 zakjes kof-
fieboonen weggenomen, welke door den tweede bekl
werden geborgen op dep zoldetr boven het magazijn
Daarna werden 17 busjes sardientjes weggenomen.
Den 27sten Maart werd een gekookte en een ongi
kookto ham bij den reeds geborgen voorraad gevoeg!
daarna nog rookvleesch en Leidsche kaas. Het gesto.
lc-ne werd i» twee kisten en een cartonnen doos ge
pakt, waarop de eerste bekl. het adres van Bekker te
Amsterdam schreef. Ze laadden het samen op een
wagen en do tweede bediende bracht het daarna naar
de „Alkmaar Packet','
Get. C. Drost, agent van politie te Alkmaar, ging
28 Maart naar Amsterdam en nam bij Bekker, le Jan
v, d, Heidastraat 77, te Amsterdam, verschillende din
gen in beslag. Get, werd te woord gestaan door P. J.
Mars. Op den winkel stond de naam Bekker. In be
slag 'genomen werden 28 zakjes koffie, een gekookte
en een ongekookte ham, 2 muisjes rookvleesch, 17
busjes sardines en een Leidsch kaasje.
Get. G. M. J. Bakker, legde een verklaring af om
trent de vermissing der verschillende goederen.
P. J. Mars te Amsterdam verklaarde, dat de 1ste
bekl. Dinsdag 18 Maart bij hem kwam en er over had
gesproken goederen van hem te koopen, wat get. goed
vond. Vrijdag 27 Maart kwam er reeds een bestel
ling. Op den winkel staat Bekker, de naam van get.'s
vrouw.
Op een desbetreffende vraag van den Officier, ver
klaarde get. zich bereid de goederen aan Bekker terug
te geven. De Officier verzocht de Rechtbank hier
van nota te nemen.
Eerste bekl. was slechts eens bij get. geweest, hij zei
handelaar te zijn. Get. zei niet te hebben geweten,
dat de goederen van diefstal afkomstig waren, wat
volgens den bekl. K. wel het geval is.
Nog werd als get. gehoord W. van Ommen, kan
toorbediende te Alkmaar, die in dienst van de „Alk
maar Packet" de kisten en de cartonnen doos van den
tweede bekl. ter verzending in ontvangst nam.
Het O. M. achtte bewezen dat bekl. tezamen en in
vereeniging verduistering in dienstbetrekking hebben
gepleegd. Z. E. A. noemde het een brutaal stukje;
de lste bekl. kwam uit Amsterdam met de vooropge
zette bedoeling om zich ten koste van BakkeT te ver
rijken. Z. E. A. eischic t'egen elk der bekl. die een
blanco strafregister hebben, 4 maanden gevangenis
straf.
Do ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. Lees
berg, pleitte clementie. Hij achtte de straf te zwaar,
in het bijzonder voor den tweeden bekl., die zeer zwak
is. Deze is steeds het willoos werktuig geweest van
den vroegeren bediende Hollemans, wien hij onbewust
hielp bij de verzending van gestolen goederen, zon
der er ooit een cent voordeel bij te hebben.
DIEFSTAL.
0. S., telegrambesteller te Helder, thans gedeti
neerd in het Huis van Bewaring alhier, had zich te
verantwoorden wegens diefstal uit het postkantoor to
Helder, den 17 Maart gepleegd, van een bedrag van
43 cents, een kwartje, een dubbeltje, een stuivertje en
3 centen. Hij daalde door een luik langs een ladder in
het postkantoor, waarboven hij een bed moest opma
ken. Beklaagde bekende. Nadat twee getuigen wa-
ren gehoord, n.l. T. Bloos, commies der posterijen en
J. Hofman, kantoorknecht te Helder, merkte het O.
M. op, dat deze bekl., die vloeiend Eransch schrijft
hij gebruikte bij voorkeur den aanhef „Ma chère
soeur en „mes chers parents," niet behoefde te
stelen. Hij heeft reed's 9 maanden lange vingers ge
had. Steeds werden kleinigheden op het kantoor
vermist en tenslotté heeft bekl. bekend ook dit op
zijn geweten te hebben. Z. E. A. eischte 4 maanden
gevangenisstraf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. Stap,
opmerkend dat uit het getuigenverhoor bleek, dat er
's avonds nooit geld1 in het postkantoor is, wat ook
bekl. wist, oordeelde, dat bekl. niet naar beneden is
gedaald met de bedoeling om te stelen. Eens in het
kantoor heeft hij, eenig geld ziende, de verleiding niet
kunnen weerstaan. PI. vroeg een lichtere stiraf tegen
bekl., die reeds lang in voorarrest zit en zijn betrek
king heeft verloren.
WEDERSPANNTGHEID.
J. Z., W. S., Th. J. P. en W. P., visschersknechts to
Helder, waarvan alleen de eerste twee verschenen wa
ren, hebben zich 15 Maart tegen de politieagenten M.
Terpstra en D. A. van de Wedden, beiden te den Hel
ler, verzet, toen do eerste bekl., die in kennelijken
jtaat van dronkenschap verkeerde, voor eigen en an-
derer veiligheid in verzekerde bewaring zou worden
gesteld.
Na het verhoor der getuigen-politieagenten achtte
het O. M. bewezen, dat bekl. zich met vereenigde
krachten tezamen en in voreeniging hebben verzet,
waarbij de agent Terpsttra lichamelijk letsel werd
toegebracht deze verloor een paar tanden. Tegen
elk der bekl. werd 1 maand gevangenisstraf geëischt.
DIERENMISHANDELING.
J. A. K., veehouder te Wieringen, wordt ten laste
gelegd, dat hij aldaar den 2en April een schaap heeft
mishandeld. Bekl. had met de linkerhand den hals
van het arme dier omkneld, terwijl hij het met de
rechterhand op den bek sloeg, waardoor het uit den
bek bloedde en een opgeloopen oog kreeg,
Als getuige werd gehoord T. Brouwer, gemeente
veldwachter te Wieringen, die het door hem opge
maakte proces-verbaal bevestigde en mededeelde, dat
bekl. er voor bekend staat, dat hij dieren mishandelt.
Bekl. ontkende het hem ten laste gelegde, wel
heeft hij een schaap een paar klappen met de platte
hand gegeven.
Het O. M. noemde de daad van bekl. gemeen en
eischte tegen bekl. 25 boete subs. 10 dagen hecht.
MISHANDELING VAN EEN STIEFKIND.
J. O., vrouw van J, Wijte te Alkmaar, had zich te
verantwoorden terzake dat zij 18 Maart haar minder
jarig (9-jarig) stiefkind Grietje Wijte, thans te
Leiden, heeft mishandeld door het met de handen te
slaan, met de tang te slaan over het heele- lichaam en
in den hals te knijpen.
Als eerste getuige werd gehoord de heer dr. A. M.
Gonijn, arts, die 18 Maart bij het kleine stiefkind J
onderhuidsche bloeduitstortingen constateerde bij de
schouders en op de billen. De get., tevens deskundi-
ge, was van oordeel, dat dit in casu het gevolg was
van uiterlijk geweld. Get, achtte het waarschijnlijk
dat de roode plekken, ontstaan tengevolge van de
bloeduitstorting, het gevolg zijn van het slaan met
een hard voorwerp. Op één plaats waren de slagen
zoo aangekomen, dat de afdrukken van de kleertjes
op het lichaam zichtbaar waren. Op de wondjes aan
den hals vond get. geronnen bloed.
Toen de president de bekl., die in het zwart ge
kleed was, waardoor haar bleek gezicht bijzonder
bleek uitkwam, vroeg of ze iets had aan te merken
op de verklaring van dr. Conijn, viel ze flauw. Door
den dokter, den deurwaarder, den concierge en een
verslaggever, die welwillende assistentie verleende,
werd bekl. uit de rechtzaal gedragen, waarop de zit- j
ting eenige oogenblikken werd geschorst. Toen bekl.
weer bijgekomen was, werd de geschorste zitting her
opend.
De president zeide, dat hij het volste recht had om
dr". Conijn na diens verhoor te laten gaan, maar om
begrijpelijke reden had de pres. liever dat de dokter
bleef.
Bekl. zeide, dat ze het kleine kind met de hand en
met den tang had geslagen, omdat dit haar voorge-
jokt had, dat het had moeten schoolblijven.
MONKEY BRAND
kan gebruikt worden— (apen-zeepi
Voor het schuren van keukentafels en vloeren.
Om vloerzeil helderen glansrijk te houden.
Om geverfde oppervlakten zoo goed als nieuw te maken.
Voor messen en vorken, aardewerk, porcelein en émaille.
Voor badkuipen, onverschillig van welk metaal.
Voor ontelbare dingen, te veel om op te noemen.
3503
- fii&i5
Roman van KLARA HOFER.
22) -o—
Hij trad zijn woning binnen. De kinderen kwamen
hem op de trap tegen. Zij gingen met juffrouw Wei
gel wandelen. Zij zagen er frisch uit met hun mat.ro-
zenmutsjes hoven de fijne gezichtjes en de witte kra
gen Over de goedzittende, nette manteltjes. Hit de
elegante, stevige laarsjes kwamen de beentjes roos
kleurig boven het streepje kous te voorschijn- Antoi
nette kleedde ze altijd geheel gelijk, slechts het plooi
rokje onderscheidde het meisje van haar broertje. Zij
snelden verheugd op hun vader toe, van wien zij on
danks al zijn heftigheid veel hielden.
Hij keek hen met een blik van voldoening na. Alles,
alles zou goed worden, terecht komen. Voorwaarts
was het wachtwoord.
Antoinette was niet in de huiskamer. Of zij nog
niet van haar commissies terug zou zijn? Hij legde
zijn hand op de kruk van haar slaapkamerdeur. Deze
was gesloten. Hij riep haar toe: „Ben je al terug?"'
Zij deed dadelijk open.
Haar haar hing los, zij was juist bezig het op te
maken. Zij hield hem haar wang toe, terwijl zij met
de linkerhand het zware haar omhoog hield.
Hij kuste haar op den hals, die uit den laag uitge
sneden kanten kapmantel te voorschijn kwam. Zij
kreeg nog altijd even spoedig een kleur als vroeger.
Hij vertelde haar het groote nieuws.
Zij zei nadenkend: „Nu zal zijn arme vrouw het
nog moeilijker krijgen.' Maar het volgende oogen-
blik was zij bijna nog meer verheugd dan hij. Einde
lijk zei zij„Maar nu moet ik mij eerst aankleeden."
Hij ging op de chaiselongue zitten en schoof de
lichte, zijden deken wat op zij.
Haar toilet voor dien avond met alles wat er bij
behoorde lag reeds klaar. De zacht-blauwe robo met
het zwart kanten overkleed, het mat zilveren hand-
taschje, de lange handschoenen, het kanten zakdoekje
en daar naast de luchtige sjaal; op het blauwe tapijt
de smalle lakschoenen met de hooge hakken.
Hij beschouwde alles met een belangstelling, die
zijn ernstig gezicht, goed stond. Hij had gevoel voor
elegantie en weelde. Hij vond het prettig als zij er
goed uitzag. Maar dat raakte de eigenlijke kern van
zijn gevoel voor haar niet. Als zij in een ziekte haar
frisehheid, haar charme verloren had, zou hij dat al
leen voor haar betreurd hebben. Zijn liefde was zoo
echt, omdat hij haar ziel liefhad.
Zij keerde zich in haar stoel om, haar slanke ar
men met de wijde kanten mouwen naar haar hoofd
opheffend. „Het zwarte of het blauwe lint?"
Hij zei zeer beslist: „Het zwarte."
Zij trok het fluweelen lint door de lange schild
padden rijgnaald.
Hij vroeg: „Waarom slinger je dat zoo om? Doe je
dat altijd zoo?"
Zij glimlachte tegen hem. Haar fijn profiel kwam
bekoorlijk uit tegen den donkerder tint van den muur.
"Zoo wordt het smaller. Het lijkt anders zoo opge
schikt. Zoo thcatcrachtig. Overdressed."
Het kapsel was klaar. Zij stak er hier en daar een
speld in, trok, maakte los, duwde een paar maal met
de vlakke handen naar rechts en links. Het zag er
uit alsof een eerste kapper er urenlang aan geondu-
leerd, geborsteld, gedraaid en gestoken had. Of ei
genlijk mooier, omdat het geheel natuurlijk was.
Zij schoof haar stoel achteruit. De borstels, fla-
De kleine Grietje Wijte, een aanvallig meisje,
kwam daarna voor de rechtbank; bekl. liet het hoofd
weer bedenkelijk zakken, zood'at ze lichtelijk werd on
dersteund en haar een glas water werd gereikt.
Het meisje erkende gejokt te hebben en daarna ge
slagen te zijn; de pres, vroeg bekl. of het feit, dat ze
hard voor haar stiefkind was, misschien ook de reden
kon zijn, dat de kleine de waarheid niet had durven
te zeggen.
C. Scheerman, vrouw van W. Pannekoek, woont
aan de Lindelaan naast bekl. Get. hoorde slagen toe
brengen, die klonken alsof ze op een lichaam neer
kwamen. Get. hoorde de stem van bekl.: „Zal je het
zeggen?" De kleine schreeuwde en kreunde. Bekl.
riep toen„Nou zal ik den tang halen 1" Get. hoor
de doffe slagen en rinkelen van ijzer. Get hoorde
het kind toen niet meer kermen. Volgens get, was
bekl. slecht voor dit kind,pok reeds voor een ander,
jonger kind. Bekl. is een harde moeder, die een
slecht leven heeft met haar man.
Bekl. repte schreiend ook van die slechte verstand
houding.
Het O. M. merkte op, dat uit de behandeling dezer
zaak een brok menschelijke ellende naar voren komt.
Het hoofd van het gezin heeft een slechte opvatting
van het meerdere gezag, dat hem als vadeT toekomt.
Bekl. heeft op het weerlooze object het tuchtrecht
der orders verre overschreden. Nu het kind, dat
cons en doozen op de dikke glazen plaat van de toilet
tafel schitterden.
Zij keek hom nan. „Je moet ook aan je toilet den
ken
Hij verdween in zijn kleedkamer.
Zij ging nog een oogenblik zitten. Goddank, het
zou beter worden. Beter? Was dat waar? Wie kon
dat zeggen? Als de eene hinderpaal uit den weg was
dan kwam or iets anders. De vijand zat in het bloed.
O God, zij wilde er niet aan denken. Hij kon het niet
helpen. En was het niet iets grootseh, bij dezen
aanleg dat uit zichzelf te maken?
Zijn wij niet allen als ruiters langs een onzichtba-
ren afgrond. Wij voelen ons veilig, wij lachen en stre
ven voorwaarts en beneden in de diepte loeren de
sombere machten, het vraatzuchtige noodlot.... wat
blijft ons nog over dan de oogen te sluiten, er niet
aan te donken, wat die diepte verbergt. Gelukkig,
wanneer wij voor anderen het leven gemakkelijker
kunnen maken wij armzaligen, kleinen, in het on
metelijke verloren Wat blijft ons over dan de
wanhoop, wanneer wij niet vertrouwen....
Het kamermeisje klopte. Zij trok haar de schoenen
aan, hielp haar bij het toilet. Goddank. Zij kon niet
meer danken.
Liet was reeds, donker in de zaal toen zij hun loge
binnentraden. Mevrouw Yon Beust draaide zich om,
met haar lorgnet tegen de lippen, want juist begon
de stem van den grooten tooneelspeler Kainz, zacht
en toch duidelijk, genuanceerd tot in de laatste sylla
bes: „Meer dan uw vader minder dan uw zoon.
reeds tijdelijk uit de onaangename omgeving is, bin
nenkort wel voor goed daaruit zal zijn verwijderd,
meende Z. E. A., hoewel niet uit weekheid, dat hier
geen zware straf moet worden opgelegd. Wordt ge
vangenisstraf gegeven, dan begint het er nog droe
viger uit te zien in het gezin met kinderen van drie
erlei bloede, de zaak zal nog meer in het honderd
loopen. Hoewel het bestiaal is, wat bekL heeft ge
daan, wilde Z. E. A. geen gevangenisstraf vragen.
Uit betrouwbare bron had' Z. E. A. gehoord, dat de
vrouw den boel niet verwaarloost ;in de huishouding
is zij een onberispelijke vrouw, ze zorgt dat alles voor
man eji kinderen op tijd marcheert. Ze is een beetje
erg handhandig en zet wat erg forsch de zaken naar
haar hand. Om te maken, dat een hooge boete bekl.
de subsidiaire hechtenis niet zou doen verkiezen,
waardoor ze uit het dan slecht beheerde gezin zou
moeten verdwijnen voor eenigen tijd, eischte Z. E. A.
5 boete subs. 5 dagen hechtenis.
BELEEDIGING.
W. van L., werkman te Noord-Scharwoude heeft in
den nacht van 23 op 24 Maart A. J. v. d. Mast, rijks
veldwachter te Petten, beleedigd, waarvoor het O. M.
20 boete subs. 20 dagen hechtenis tegen hem eischte.
Ingezonden Mededeelingen.
Door haar te verwaarloozen begunstigen wij de
voortwoekering van ziekten. Het verwaarloozen van
verzwakking of ziekte der nieren en urinewegen kan
de ernstigste gevolgen met zich sleepen.
Men kan een betrekkelijk uitstekende gezondheid
schijnen te genieten en toch een nieraandoening heb
ben, welke, in het begin van weinig hinder, veroor
zaakt werd door een kleinigheid (een gevatte koude,
vermoeienis, buitensporigheden van allerlei aard1).
De uitvloeisels van deze aandoening treden bij tus-
schenpoozen op, verdwijnen tijdelijk en doen zieh
daarna krachtiger gevoelen.
Rugpijn, hoofdpijn, waterzuchtige zwellingen onder
de oogen en in de enkels, rheumatische pijnen, urine-
stoornissen kunnen de verschijnselen zijn, die aan
duiden, dat de nieren en blaas aangedaan zijn en som
tijds reeds veel erger dan vermoed wordt.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen herstellen de goede
werking der nieren en blaas en doen de bovenstaande
verschijnselen verdwijnen, de voorloopers van gevaar
lijke ziekten als waterzucht., niersteen, nier- en blaos-
ontsteking,_ uremie (urinezuurvergiftiging).
P J) Te Alkmaar verkrjjgb. bij de hh.
C Nierop en Slothouber, Langestr 52.
Toezending geschiedt fr. na ontv.
v. postwissel ii f 1.75 roor één, of
[hiHSA. f 10.voor zes doozen. Eiseht de
echte Foster's Rugpijn NierenPillen,
weigert elke doos, die niet voorzien
™AOt is van nevenstaand handelsmerk.
Het gebouw was overvol. Op de galerij verdrongen
de menschen zich. In het parket, op alle rangen, za
ten zij hoofd aan hoofd. De gastvoorstelling was
tweemaal uitgesteld. Er heerschte een ademlooze stil
te. De schouwburg was oudi, de decoraties slecht.
Er zou een nieuw gebouw komen. De tooneelspelers,
vrij goed in moderne rollen, stonden tegenover klas
sieke stukken met de verlegenheid aan de middelma
tigheid eigen. Zij stelden de bekende, ontzettend ste
reotype theaterfiguren voor, zonder dat men zou heb
ben kunnen zeggen, waar de fout zat. Zij verdienden
den hun welwillend toegezwaaiden lof der plaatselijke
perser werd heel dapper gespeeld.
En toch zweefde de adem van het genie door do
zaal; ieder, geblaseerd of niet verwend, veeleischend
i of lichter voldaan, voelde iets van de macht van het
grootsche, een openbaring uit lang vervlogen eeuwen:
de schaduw van den reus ging over het tooneel. Het
drama der gedachte uit den tijd van kracht en geweld.
Antoinette had zacht, om niet te storen, naast haar
man op de achterste stoelen plaats genomen. Bene
den speelde zich het eeuwige gedicht af. Zij had den
laatsten keer in Berlijn Matkowsky als Hamlet ge
zien. Kainz kende zij toevallig nog niet. Als hij in
Berlijn speelde, was het altijd in rollen geweest, waar
van zij niet hield, Frans Moor, Mephisto, Zanga uit
„Het leven een droom". En evenals ieder in de zaal
had zij het gevoel, dat slechts zoo in de Hamlet koa
worden gespeeld.
Na het:
De tijd is uit zijn voegen; schande en wee.
Dat ik ter wereld kwam dien recht te zetten,
barstte een oorverdoovend applaus los.
De jongensachtige slanke gedaante in hot afgedra
gen, zwart fluweelen buis, stond buigend voor het
voetlicht.
(Wordt vervolgd),