DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ffo. 106 Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 VRIJDAG 9 MEI. FEUILLETON. ERFELIJK BELAST. BINNENLAND. ALRMAARSCHE COURANT KEMJriSGEVIKO. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven: het kohier der Bedrijfsbelasting No. 22, voor het dienstjaar 19-12/13, executoir verklaard door den Di recteur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 6 Mei 1913; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen on dat heden ingaat do termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 8 Mei 1913. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, Q. RIPPING. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den land- weerplichtige FRANCISCUS JACOBUS PETRUS KOIJMANS, behoorende tot het 20e bataljon, le compagnie landweer-infanterie, lichting 1906, om zich, op grond van het bepaalde bij art. 35 der Land- weerwet, wegens 't niet naleven van art. 34 van ge noemde wet op den 26en Mei a.s., des voormiddags ten 9 ure voor den tijd van DERTIEN DAGEN, IN WERKELIJKEN DIENST TE BEGEVEN bij een der onderdeelen van het 7e Regiment Infanterie, in garnizoen te Amsterdam, waartoe hij zich op het ge melde tijdstip bij den commandeerende-officier van genoemd korps behoort aan te melden. De opgeroepene moet voorzien zijn van de wapenen, het- ledergoed, de kleeding- en uitrustingstukken, zoo mede van de reglementen en de dienstvoorschriften aan hem bij het vertrek met groot verlof medegege ven of aan hem later uitgereikt, benevens van zijn zakboekje. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Alkmaar, 8 Mei 1913. Gevonden Voorwerpen. Twee huissleutels, een bruin hondje, een zilveren schakelarmband, een paar kinderkousen, een mandje met breiwerk, een horlogedoosje, een handboor, een kip, een medaillon, een koper slot, een portret, een heerenpantalon, een blouse met broche, een bril, een heerenrijwiel, twee portemonnaie's met geld, een paar dameshandschoenen, een zilver ringetje, een kinder schoen, een bus melk, een zilveren broche, twee geld stukken, een duimstok, een bont schort, een bosje sleutels, een melkvaatje, een schooltasch, een reticu le, een paar kinderschoenen en een snoekkleurige dog hond. Alkmaar, 7 Mei 1913. De Commissaris van Politie W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. ALKMAAR, 9 Mei. De jongensachtige maar moedige koning van Span je is in Frankrijk op bezoek. We kunnen ons zoo voorstellen, dat noch de gast noch de gastheer erg op die visite gesteld zal zijn: Koning Alfonso is een mik punt voor anarchisten, er behoort moed toe naar Parijs te gaan, maar ook om hem daar te ontvangen en ongetwijfeld zullen beide partijen in hun nopjes zijn, wanneer alles goed en wel is afgeloopen. Plei- ziertjes zijn ontmoetingen tusschen een koning en een president zeker niet, maar zij moeten nu eenmaal worden ondergaan ter wille van de politiek. Staatshoofden dienen af en toe de rol van commis- vo^ageurg te vervullen, moeten voor „de zaak" op Gis, moeten zich laten zien, moeten menschen spre ken. En zooals een handelsreiziger weieens een aar digheidje krijgt van de'Ugeen, dien hij bezoekt, zoo heeft koning Alfonso van president Poincaró alreeds een paard ten geschenke gekregen. Men zal zeggen, dat de Spaansche monarch een gunstiger tijdstip voor een bezoek aan Frankrijk zou Roman van KLARA HOFER. 28) -o— Zij waren een witten corridor doorgegaan. De zus ter opende de deur. Daar lag hij in zijn kussens. De dagen, die volgden, waren vreesdij k. Het be wustzijn wilde niet terugkeeren. Men had geen uiter lijke kwetsuren kunnen constateeren, behalve een paar Schrammen en builen. Al de geneesheeren der stad waren tot een consult bijeen gekomen; er ver schenen een paar specialiteiten uit Bonn en Berlijn. Zij trokken de schouders opmen kon voorloopig niets doen. Men moest afwachten. Antoinette had het ziekenhuis niet meer verlaten. De dames van het regiment hadden de zaak ter hand genomen en alles geschikt. De kinderen hadden eerst bij de Von Beust's zullen logeeren, maar Antoinette had dat niet goed gevon den. De gouvernante bezat haar volkomen vertrou wen. Eiken middag als zij in den tuin van het zie kenhuis op streng bevel van den dokter een uur be weging in de buitenlucht nam, bezochten de kinderen haar. Zij vroegen dan, zonder eenig vermoeden te hebben van den vreeselijken ernst van den toestand: „Is het beter met papa?" En dan schudde zij haar hoofd. Neen, het ging niet beter. Do lichaamskrachten waren bevredigend bij de kunstmatige voeding. En toch was Stojentin's uiter lijk vreeselijk. De forsche wangbeenderen traden schrikwekkend sterk naar voren, de mond was inge vallen. Do gesloten oogen lagen diep in hun door donkere kringen omgeven kassen. Zijn donker teint was wasachtig geel. Hij zag er uit als een doode. kunnen hebben gekozen. Maar - de vrucht van een Fransch-Spaansche toenadering schijnt nu rijp en moet haastig worden geplukt. Beide rijken hebben nogal samen geplukhaard: Spanje zat Frankrijk in Marokko dwars. Doch nu eindelijk de geschilpunten, die tot ernstige botsingen hadden kunnen leiden, uit den weg zijn geruimd en het Fransch-Spaansche ver drag nopens Marokko tot stand gekomen is, is er alle reden tot toenadering. „Legt de gemeenschappelijkheid der belangen in Marokko ons niet ook een gemeenschappelijk, nauw samengaan in de politiek op?" vroeg onlangs de ko ning in een gesprek met een vertegenwoordiger van een blad. De toestand van thans herinnert aan dien van tien jaar geleden. De verhouding tusschen Engeland en Frankrijk was even te voren beïnvloed door strubbe lingen, maar toch kwam Eduard VII in Parijs, on danks de dreigementen van betoogingen, toch liep al les goed van stapel, toch werd er een entente geslo ten, toen president Loubet het jaar daarop Londen bezocht. En thans wordt het algemeen uitgesproken, dat het sluiten van een FranBch-Spaansche entente, of liever het opnemen van Spanjo in de Fransch-Engel- sche overeenkomst wordt beoogd. Men verwacht er wonderwat van in Spanje: de couranten te Madrid schrijven over verbetering der commercieele, financi- eele, economische betrekkingen. Dat er politiek „gemaakt" wordt to Parijs, bewijst do aanwezigheid van den Spaanschen minister-presi dent, den heer Romanones, bewijst het bericht over het bezoek aan Londen van den Spaanschen koning, terwijl naar alle waarschijnlijkheid de reis van den heer Poincaré naar Madrid de kroon zal zetten op de gesloten overeonkomst. Geen wondér, dat men in Duitschland een en ander spijtig aanziet. Doch men heeft er een troost men kan politiek maken bij de bruiloft van 's keizers doch ter. Dan zullen te Berlijn als gasten verschijnen: de Tsaar van Rusland, de Koning van Engeland, de aartshertog-troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, dan zullen er ministers en gezanten aanwezig zijn. En dan zal men grondig kunnen spreken over Balkan aangelegenheden. Zoo wordt verzekerd in de Duit- sehe pers. Zij geeft een troost.... doch die is wel een beetje schraal! TWEEDE KAMER. In de gisteren gehouden zitting huldigde de v o o r- z i 11 e r met een van groote achting getuigende re devoering den griffier der Kamer, mr. A. R. Arntze- nius, ter gelegenheid van diens 25-jarig ambtsjubile um. Minister Heemskerk sloot zich daarbij aan en deelde den heer Artzenius zijn 'benoeming tot Com mandeur in de Oranje-Nassauorde mede. De beraadslaging over de wetsontwerpen tot pen- sionneering van gemeente-ambtenaren en van hun we duwen en weezen werd hierna voortgezet. Minister Heemskerk ontkende; dat do regee ring haar standpunt heeft prijsgegeveit en besprak do verhouding van rijk tot gemeente. Spr. maakte tegenover den héér Vliegen gebruik van het adres van den Bond Van Gemeente-ambtena ren en wees verder op de beperkte draagkracht van de schatkist. Spr. besprak ook het aandeel van het Rotterdartisch gemeentebestuur in de wijziging van de wetten. Minister K o 1 k man besprak den inkoop en de door den heer Treub als rijksbijdrage gevraagde milli- oenen in verband met de verwachte meerdere op brengst van de inkomstenbelasting. Spr. verklaarde zich tegen de amendementen, die het beginsel van uniformiteit der regeling schenden. Dat de heer Treub in het ontwerp berust, achtte de minister ^en goed teeken. Na eenige replieken werden de algemeene beraad slagingen gesloten. Met de artikelsgewijze behandeling werd daarna nog even een begin gemaakt. Bij de regeling van werkzaamheden werd het voor- stel-V liegen (S. D. A.P.) om zijn ontwerp tot' wij- ziging der Kieswet op de agenda te plaatsen aangeno men met 50 tegen 15 stemmen, evenzoo een voorstel van By landt (C. H.) om het ontwerp tot ver hooging der Waterstaatsbegrooting nog te behande len (o. m. uitdieping van de Achterzaan). Besloten werd ook morgen te vergaderen. DE KOPEREN BRUILOFT VAN HET KONINK LIJK ECHTPAAR. Uit de ingezetenen van de omgeving van het Ko ninklijk Paleis, op het Loo, heeft zich voor eenigen tijd een comité gevormd voor het beramen van plan nen, ter viering van het lSV2-jarig huwelijksfeest van het Koninklijk echtpaar, op 7 Augustus. Het comité mocht, naar de Tel. meldt, mededeéling ontvangen, dat H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik het zeer op prijs zouden stellen, wanneer de bewoners van het Loo hen op dien dag eenig blijk van hulde zouden betuigen, hoewel het hun innige wensch bleef, dat dit feest een huiselijk karakter bleef dragen. Het comité, dit gevoelen reeds deelende, had dan ook geen andere plannen dan het aanbieden van een fraai bloemstuk, gepaard gaande met het uitvoeren van eenige nummers koraalmuziek, H. M. DE KONINGIN. H. M. de Koningin is gisteravond per extra-S taats- spoortrein te kwart voor achten van Het Loo in Den Haag aangekomen. H. M. werd ontvangen door den Prins. Een luid hoera steeg op uit do velen, die op het perron getuige warén van de hartelijke begroeting tusschen Prins en Koningin. Het Koninklijk echtpaar reed daarop in gesloten rijtuig van het station naar het nabijgelegen Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar de feestavond van de ambulances werd gehouden. O hemel, maar hij ademde, hij leefde! Er was nog hoop, er bestond nog kans, dat het volle, rijke leven kon terugkomen. Heilig leven, wat zijt gij groot! Hoe logisch is 't. hoe eenvoudig van zélf sprekend, dat de natuur degc nen, die dit leven geven kunnen, dwingt het eigene daarvoor op het spel te zetten. Het geval verwekte algemeene belangstelling. De deelneming in de stad sprak immers van zelf, doch nu, van den vijfden dag af, begonnen de groote. dag bladen geregeld bulletins te geven. Er werd van alle kanten geïnformeerd. Op het bureau van den adju dant hoopten zich de brieven op, die beantwoord moesten worden. En nog altijd geen verandering, geen teeken. Dag en nacht, uur op uur hetzelfde. Op een dag, dat Antoinette, bleek, een schaduw van zichzelf, in de zon zat., kwam de Hertogin, vergezeld van freule Von Pankow, haar bezoeken. Haar lief ge laat drukte innige deelneming en medelijden uit. Zij stak Antoinette beide handen toe: „Mijn lieve me vrouw Stojentin, hoe houdt u het uit!" Haar oogen vulden zich daarbij met. tranen. Kamerheer Von Alten was roeds bijna dagelijks ko men' voorrijden om informaties in te winnen. Antoinette's gezicht was strak. Zij keek de Her togin met droge oogen aan. ,,Hij leeft immers. Hij leeft nog." De Hertogin keerde zich om, met haar zakdoek voor de oogen. Vermoedde de ongelukkige dan niet. De dirigeerende geneesheer verscheen om de hoogo vrouw op de hoogte van den toestand te brengen. Zijn ernstig gelaat met den donkeren baard en den bril was onbewegelijk boven de witte operatiejas, dia hij juist had aangeschoten. De hofdame liep intusschen naast Antoinette. Zij gaf haar den arm. „Leunt u maar op mij, mevrouw." Na eenige minuten keerde hare Hoogheid zich om. DE LEDEN DER AMBULANCES. In de gewone algemeene vergadering van de veree- niging Het Nederlandsche Roode Kruis, gistermiddag in het gebouw Pulchri Studio aldaar gehouden, deelde de. voorzitter, jhr. Repelaer van Driel, den leden der ambulances mede, dat het H. M. de Koningin had be haagd aan allen, van hoog tot laag, de medaille van het Roode Kruis toe te kennen. Verder heeft H. M. bepaald, dat de bij de uitoefening van zijne taak over leden sergeant bij de 1ste compagnie hospitaalsolda ten W. P. Braam, zal worden ingeschreven in de re gisters der medaille van het Roode Kruis. FEESTAVOND VOOR HET ROODE KRUIS. Als blijk van waardeering voor het menschlievend werk van de Nederlandsche ambulances in de Balkan- staten heeft het garnizoen van 's-Gravenhage, in sa menwerking met den militairen geneeskundigen dienst en de plaatselijke afdeeling van het Roode Kruis, gisteravond in het gebouw een uitvoering ge geven. De leden van de drie ambulances waren, nadat de voorstelling een aanvang nam, bijeengekomen in den kleinen foyer, waar de voorzitter van het uitvoerend comité, generaal Wüpperman, hen toesprak en in har telijke bewoordingen dank bracht voor alles wat zij in dienst van de menschheid verricht hadden. Na afloop van dezo korte plechtigheid begaven al len zich naar het balcon, rechts van de Koningsloge. Toen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins met groot gevolg binnentraden zette de kon. militaire kapel zacht het oude Wilhelmus in, dat ten slotte met volle kracht door de zaal weerklonk. H. M. en Z. K. H. werden naar de hofloge geleid dóór het bestuur van het uitvoerend comité met den directeur van het gebouw. Zoodra de Koningin, die met den Prins de voor stelling tot het eindetoe bijwoonde, haar zetel had ingenomen, nam de uitvoering van het program een aanvang. Er werd dramatische schets „Een toe komstdroom" gegeven en gegymnastiseerd door de on derofficiers-vereeniging „Door Eendracht Bloeiend." Oorlogstafreelen vroegen toen om de aandacht. Ze gaven een aanschouwelijk beeld van hetgeen het Roo de Kruis in oorlogstijd wil zijn. Gewonden, die zich uit het gevecht gesleept hadden, werden gevonden door een Roode Kruis-hond, die onmiddellijk aansloeg. waarop de dokter met zijn helpers toesnelde en vlug noodverbanden legde. In eén geïmproviseerde tent moesten do gewonden op verdere hulp wachten. Een ander tafereel liet een nood-ziekenverblijf zien in een dorp, waar gevochten wordt. Zoo spoedig mogelijk reinigen de zusters het huis en de verplegers dragen gewonden aan, welke later in een trein geladen wer den, die hen naar de definitieve hulp zal voeren. Deze aardige, eenvoudige voorstelling maakte in druk. Maar het beste deel van den avond was toch, aldus het verslag der N. R. Ort., de hulde aan de nagedach tenis van den -verpleger W. P. Braam. Uit de zware gordijnen trad de zanger van der Stap naar voren. Dadelijk rezen Koningin en Prins van hun zetel en met hen alle aanwezigen, en staande, in doodsche stilte, -werd Alting van Geusau's lied „Ge vallen, zijn roeping vervuld" aangehoord. Toen d« laatste noot verklonken was, bleef het eerbiedig stil. Met een tableau vivant, een eerobetooging van mili tairen van alle landen voor de nagedachtenis van Hen ri Durant, den stichter van het Roode Kruis, voor stellend, werd den avond besloten. Vooraf had van der Stap het Roode Kruis-lied gezongen. In de pauze begaven H. M. en de Prins zich naar de ontvangstzaal waar zij eenige hoofden van de ambu lances ontvingen, en pleegzusters, onder wie zuster Kuyper en jonkvr. Six. Tot allen richtten zij eenige hartelijke woorden. Na afloop van den feestavond liet de Koningin alle doctoren, verpleegsters en verplegers bij zich in dê Hot'logo ontbieden, waarna allen aan H. M. en Z. K. H. werden voorgesteld. H. M. onderhield zich met allen, ten getale van ongeveer veertig, en zij drukt» ieder de hand, belangstellend vragend naar de onder vindingen. Ook Z. K. II. sprak de dames en heeTen toe, hen al len de hand drukkende. Gemengd nienws. UIT HOORN. De totstandkoming der Hoornsche vluchthaven is mogelijk geworden door een zeer ruime gift van mej. A. Brons Boldingh. Uiterlijk huldebetoon wees zij af, maar toch werd haar daad herdacht in verschillen- redevoeringen, die tijdens de feesten zijn gehouden. B. en W. van Hoorn hebben thans aan de schenk ster een artistieke zilvergravure aangeboden, waarop is gegraveerd een gezicht op de Vluchthaven, omringd door een lijst, welker hoeken zijn voorzien v.an de wa pens van Nederland, van Noord-Holland, •van Hoorn en van het familie-wapen der schenkster. Het geheel is gevat in een zwarte lijst. Het bijzonder mooie stuk werk, vervaardigd door de firma Van Straten te'Hoorn, is een zeer gelukkig» symboliseering van de schenking. STATENVERKIEZING De Centrale Vrijzinnige Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Schagen heeft met algemeene stem men in hare vergadering op den 8en te Schagen tot candidaten voor de Provinciale Staten gesteld de hoe ren P. Trapman en Met, aftredende leden. Zij keek wat hoopvoller. „Het zou mijn vader genoe gen doen, als u hem persoonlijk op de hoogte wilde houden, dokter. Ik heb hem reeds tweemaal geschre ven." En terwijl de geneesheer naast de hofdame staan bleef, ging de Hertogin met Antoinette een paar stappen op zijde. Haar kinderlijk gelaat beefde van aandoening. Zij drukte haar lippen op het voorhoofd der jonge vrouw. „Ik zal voor u bidden. God zij met u." Zij drukte haar in haar stoel. „Neen, neen! U moogt mij niet begeleidenDo dokter gaat mede Blijf hier zitten!"' Zij verdween, door geneesheer en hofdame gevolgd. De jonge vrouw bleef zitten. Voor haar, in het grasperk, stonden een paar irissen. Wat waren zij blauw of eigenlijk meer lila, of toch blauw.... Een zuster kwam met haar ei met bouillon op een blaadje. „Zoo, u moet dit dadelijk uitdrinken, mevrouw Zij bracht het kopje gehoorzaam aan haar lippen en dronk het werktuigelijk leeg. Zij leefde eigenlijk slechts nog van vloeibaar voedsel. De zuster keek haar medelijdend aan. ,.Zoo is 't goed. I)at onderhoudt de krachten." Nu was zij weer weg. De spitse punten der iria bladen staken in de lucht. Het gras glinsterde. Daartusschen, op den grond, bewoog zich zoemend en kruipend een duizendvoudig leven. Ook dit was een wereld. Zij was tot dusver, al die dagen, van de buitenwe reld afgesneden geweest. De geneesheer-directeu- had van het begin af verklaard, dat als zii de inspannende verpleging, die zij met twee zusters waarnam, wild blijven volhouden, zij niet met bezoeken mocht lastig gevallen worden. Dit bezoek was natuurlijk iets an ders. Voor het eerst zag zij haar toestand in een an dere natuur weerspiegeld, want de geneesheeren en de zusters kwamen als vaklui niet in aanmerking. Wat UIT HENSBROEK. Iets zeer zeldzaams in dé vogelwereld doet zich hier vóór. In tegenstelling met haar soortgenooten, die in de hooge hoornen nestelen, heeft hier een kraai thans op een weiland haar nest van takken gebouwd. T» midden vah het grazende vee zit zij rustig een vijftal eieren uit te broeden. KORTE BERICHTEN. Naar men aan de Tel. meedeelt, maken kapitein Wallaardt. Sacré chef van de afdeeling aviatiek van ons leger en de luitenant-vlieger'Van Heyst thans een studiereis in Frankrijk, met het doel om een drie tal vliegmachines van Fransch fabricaat ten dienste van het Nederlandsche leger aan te koopen. Naar in het weekblad van den A. N. D. B. wordt meegedeeld zijn acht. bondsleden geroyeerd we gens werken beneden de vastgestelde loonbepalingen. Gisternacht is diefstal gepleegd in het magazijn der firma S. I. de Vries, in de Warmoesstraat te Am sterdam. De dief of dieven zijn vermoedelijk aan de zijde van het Damrak het gebouw binnengekomen; van een van de kantoren namen zij een geldkistje me de, inhoudende ruim 800 gulden aan bankpapier. had de Hertogin zoo ontroerd En plotseling voer het haar koud door de leden bij de vreeselijke gedach te, die allen drukte: Het leven was er. Maar het ver stand? Het koude zweet kwam haar op het voorhoofd. Het bloed schoot ziedend naar haar hart. Alles in het rond werd donker. Zij klemde haar handen om de stoelleuningen. Zij mocht niet vallen! Men zou haar naar huis zenden, zij zou ronddolen in de verlaten wo ning, voortdurend door angst gefolterd worden. Zoo, daar waren weer de irissen. Zij wilde toch liever opstaan. En met de hand op haar hart gedrukt richtte zij zich op. Zij trachtte haar angst door rede neeringen te onderdrukken. Het kon immers niet zijn. Maar hét verstand zei: „Hel was toch waar. Het was waar, dat organische veranderingen in die weeke substantie, die hersenen heet, in de zenuwbun dels, op den mensehelijken géést van invloed konden zijn, de ziel konden gevangen houden, zoodat zij het licht niet meer zag. liet kwam dikwijls voor. Het was mogelijk. O, barmhartige hemel, hoe kon het mo gelijk zijn. Men moest daarmee rekening houden. Het was zeer waarschijnlijk. Dat was erger dan de dood. Welke martelingen had het leven! Erger dan de geraffineerdste pijniger ze kon verzinnen.... Zij trad met waggelende schreden het huis binnen. In de gang kwam zij den dokter tegen. Zij wees zwij gend op de dichtst bijzijnde deur. Het was een wacht kamer. Er was niemand. Zij steunde op de leuning van een stoel. „Ik moet u iets vragen, dokter. Ge looft u, dat de geest.. De geneesheer keek haar ernstig aan. Hij had deze viaag reeds lang verwacht. „Dat staat, in hooger macht, mevrouw. Wij kunnen niets anders doen dan hopen en vertrouwen. Hoe dikwijls had zij zich datzelfde, met dezelfde woorden gezegd. Vroeger, vóór dat dit vreeselijke kwam. Hopen, vertrouwen.... wat blijft, ons andeva over (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1