DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
ffo. 106
Honderd en vijftiende Jaargang.
1913
VRIJDAG
9 MEI.
FEUILLETON.
ERFELIJK BELAST.
BINNENLAND.
ALRMAARSCHE COURANT
KEMJriSGEVIKO.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvan
ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven:
het kohier der Bedrijfsbelasting No. 22, voor het
dienstjaar 19-12/13, executoir verklaard door den Di
recteur der directe belastingen in Noordholland te
Amsterdam den 6 Mei 1913;
dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de
Wet bepaalden voet, te voldoen on dat heden ingaat
do termijn van zes weken binnen welken daartegen
bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Alkmaar, den 8 Mei 1913.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
Q. RIPPING.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den land-
weerplichtige FRANCISCUS JACOBUS PETRUS
KOIJMANS, behoorende tot het 20e bataljon, le
compagnie landweer-infanterie, lichting 1906, om
zich, op grond van het bepaalde bij art. 35 der Land-
weerwet, wegens 't niet naleven van art. 34 van ge
noemde wet op den 26en Mei a.s., des voormiddags ten
9 ure voor den tijd van DERTIEN DAGEN, IN
WERKELIJKEN DIENST TE BEGEVEN bij een
der onderdeelen van het 7e Regiment Infanterie, in
garnizoen te Amsterdam, waartoe hij zich op het ge
melde tijdstip bij den commandeerende-officier van
genoemd korps behoort aan te melden.
De opgeroepene moet voorzien zijn van de wapenen,
het- ledergoed, de kleeding- en uitrustingstukken, zoo
mede van de reglementen en de dienstvoorschriften
aan hem bij het vertrek met groot verlof medegege
ven of aan hem later uitgereikt, benevens van zijn
zakboekje.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 8 Mei 1913.
Gevonden Voorwerpen.
Twee huissleutels, een bruin hondje, een zilveren
schakelarmband, een paar kinderkousen, een mandje
met breiwerk, een horlogedoosje, een handboor, een
kip, een medaillon, een koper slot, een portret, een
heerenpantalon, een blouse met broche, een bril, een
heerenrijwiel, twee portemonnaie's met geld, een paar
dameshandschoenen, een zilver ringetje, een kinder
schoen, een bus melk, een zilveren broche, twee geld
stukken, een duimstok, een bont schort, een bosje
sleutels, een melkvaatje, een schooltasch, een reticu
le, een paar kinderschoenen en een snoekkleurige dog
hond.
Alkmaar, 7 Mei 1913.
De Commissaris van Politie
W. Th. VAN GRIETHUIJSEN.
ALKMAAR, 9 Mei.
De jongensachtige maar moedige koning van Span
je is in Frankrijk op bezoek. We kunnen ons zoo
voorstellen, dat noch de gast noch de gastheer erg op
die visite gesteld zal zijn: Koning Alfonso is een mik
punt voor anarchisten, er behoort moed toe naar
Parijs te gaan, maar ook om hem daar te ontvangen
en ongetwijfeld zullen beide partijen in hun nopjes
zijn, wanneer alles goed en wel is afgeloopen. Plei-
ziertjes zijn ontmoetingen tusschen een koning en
een president zeker niet, maar zij moeten nu eenmaal
worden ondergaan ter wille van de politiek.
Staatshoofden dienen af en toe de rol van commis-
vo^ageurg te vervullen, moeten voor „de zaak" op
Gis, moeten zich laten zien, moeten menschen spre
ken. En zooals een handelsreiziger weieens een aar
digheidje krijgt van de'Ugeen, dien hij bezoekt, zoo
heeft koning Alfonso van president Poincaró alreeds
een paard ten geschenke gekregen.
Men zal zeggen, dat de Spaansche monarch een
gunstiger tijdstip voor een bezoek aan Frankrijk zou
Roman van KLARA HOFER.
28) -o—
Zij waren een witten corridor doorgegaan. De zus
ter opende de deur. Daar lag hij in zijn kussens.
De dagen, die volgden, waren vreesdij k. Het be
wustzijn wilde niet terugkeeren. Men had geen uiter
lijke kwetsuren kunnen constateeren, behalve een
paar Schrammen en builen. Al de geneesheeren der
stad waren tot een consult bijeen gekomen; er ver
schenen een paar specialiteiten uit Bonn en Berlijn.
Zij trokken de schouders opmen kon voorloopig
niets doen. Men moest afwachten.
Antoinette had het ziekenhuis niet meer verlaten.
De dames van het regiment hadden de zaak ter hand
genomen en alles geschikt.
De kinderen hadden eerst bij de Von Beust's zullen
logeeren, maar Antoinette had dat niet goed gevon
den. De gouvernante bezat haar volkomen vertrou
wen. Eiken middag als zij in den tuin van het zie
kenhuis op streng bevel van den dokter een uur be
weging in de buitenlucht nam, bezochten de kinderen
haar. Zij vroegen dan, zonder eenig vermoeden te
hebben van den vreeselijken ernst van den toestand:
„Is het beter met papa?" En dan schudde zij haar
hoofd. Neen, het ging niet beter.
Do lichaamskrachten waren bevredigend bij de
kunstmatige voeding. En toch was Stojentin's uiter
lijk vreeselijk. De forsche wangbeenderen traden
schrikwekkend sterk naar voren, de mond was inge
vallen. Do gesloten oogen lagen diep in hun door
donkere kringen omgeven kassen. Zijn donker teint
was wasachtig geel. Hij zag er uit als een doode.
kunnen hebben gekozen. Maar - de vrucht van een
Fransch-Spaansche toenadering schijnt nu rijp en
moet haastig worden geplukt. Beide rijken hebben
nogal samen geplukhaard: Spanje zat Frankrijk in
Marokko dwars. Doch nu eindelijk de geschilpunten,
die tot ernstige botsingen hadden kunnen leiden, uit
den weg zijn geruimd en het Fransch-Spaansche ver
drag nopens Marokko tot stand gekomen is, is er alle
reden tot toenadering.
„Legt de gemeenschappelijkheid der belangen in
Marokko ons niet ook een gemeenschappelijk, nauw
samengaan in de politiek op?" vroeg onlangs de ko
ning in een gesprek met een vertegenwoordiger van
een blad.
De toestand van thans herinnert aan dien van tien
jaar geleden. De verhouding tusschen Engeland en
Frankrijk was even te voren beïnvloed door strubbe
lingen, maar toch kwam Eduard VII in Parijs, on
danks de dreigementen van betoogingen, toch liep al
les goed van stapel, toch werd er een entente geslo
ten, toen president Loubet het jaar daarop Londen
bezocht. En thans wordt het algemeen uitgesproken,
dat het sluiten van een FranBch-Spaansche entente, of
liever het opnemen van Spanjo in de Fransch-Engel-
sche overeenkomst wordt beoogd. Men verwacht er
wonderwat van in Spanje: de couranten te Madrid
schrijven over verbetering der commercieele, financi-
eele, economische betrekkingen.
Dat er politiek „gemaakt" wordt to Parijs, bewijst
do aanwezigheid van den Spaanschen minister-presi
dent, den heer Romanones, bewijst het bericht over
het bezoek aan Londen van den Spaanschen koning,
terwijl naar alle waarschijnlijkheid de reis van den
heer Poincaré naar Madrid de kroon zal zetten op de
gesloten overeonkomst.
Geen wondér, dat men in Duitschland een en ander
spijtig aanziet. Doch men heeft er een troost men
kan politiek maken bij de bruiloft van 's keizers doch
ter. Dan zullen te Berlijn als gasten verschijnen: de
Tsaar van Rusland, de Koning van Engeland, de
aartshertog-troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije,
dan zullen er ministers en gezanten aanwezig zijn.
En dan zal men grondig kunnen spreken over Balkan
aangelegenheden. Zoo wordt verzekerd in de Duit-
sehe pers. Zij geeft een troost.... doch die is wel
een beetje schraal!
TWEEDE KAMER.
In de gisteren gehouden zitting huldigde de v o o r-
z i 11 e r met een van groote achting getuigende re
devoering den griffier der Kamer, mr. A. R. Arntze-
nius, ter gelegenheid van diens 25-jarig ambtsjubile
um.
Minister Heemskerk sloot zich daarbij aan
en deelde den heer Artzenius zijn 'benoeming tot Com
mandeur in de Oranje-Nassauorde mede.
De beraadslaging over de wetsontwerpen tot pen-
sionneering van gemeente-ambtenaren en van hun we
duwen en weezen werd hierna voortgezet.
Minister Heemskerk ontkende; dat do regee
ring haar standpunt heeft prijsgegeveit en besprak do
verhouding van rijk tot gemeente.
Spr. maakte tegenover den héér Vliegen gebruik
van het adres van den Bond Van Gemeente-ambtena
ren en wees verder op de beperkte draagkracht van de
schatkist.
Spr. besprak ook het aandeel van het Rotterdartisch
gemeentebestuur in de wijziging van de wetten.
Minister K o 1 k man besprak den inkoop en de
door den heer Treub als rijksbijdrage gevraagde milli-
oenen in verband met de verwachte meerdere op
brengst van de inkomstenbelasting.
Spr. verklaarde zich tegen de amendementen, die
het beginsel van uniformiteit der regeling schenden.
Dat de heer Treub in het ontwerp berust, achtte de
minister ^en goed teeken.
Na eenige replieken werden de algemeene beraad
slagingen gesloten.
Met de artikelsgewijze behandeling werd daarna
nog even een begin gemaakt.
Bij de regeling van werkzaamheden werd het voor-
stel-V liegen (S. D. A.P.) om zijn ontwerp tot' wij-
ziging der Kieswet op de agenda te plaatsen aangeno
men met 50 tegen 15 stemmen, evenzoo een voorstel
van By landt (C. H.) om het ontwerp tot ver
hooging der Waterstaatsbegrooting nog te behande
len (o. m. uitdieping van de Achterzaan).
Besloten werd ook morgen te vergaderen.
DE KOPEREN BRUILOFT VAN HET KONINK
LIJK ECHTPAAR.
Uit de ingezetenen van de omgeving van het Ko
ninklijk Paleis, op het Loo, heeft zich voor eenigen
tijd een comité gevormd voor het beramen van plan
nen, ter viering van het lSV2-jarig huwelijksfeest van
het Koninklijk echtpaar, op 7 Augustus. Het comité
mocht, naar de Tel. meldt, mededeéling ontvangen,
dat H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik
het zeer op prijs zouden stellen, wanneer de bewoners
van het Loo hen op dien dag eenig blijk van hulde
zouden betuigen, hoewel het hun innige wensch bleef,
dat dit feest een huiselijk karakter bleef dragen. Het
comité, dit gevoelen reeds deelende, had dan ook geen
andere plannen dan het aanbieden van een fraai
bloemstuk, gepaard gaande met het uitvoeren van
eenige nummers koraalmuziek,
H. M. DE KONINGIN.
H. M. de Koningin is gisteravond per extra-S taats-
spoortrein te kwart voor achten van Het Loo in Den
Haag aangekomen.
H. M. werd ontvangen door den Prins.
Een luid hoera steeg op uit do velen, die op het
perron getuige warén van de hartelijke begroeting
tusschen Prins en Koningin.
Het Koninklijk echtpaar reed daarop in gesloten
rijtuig van het station naar het nabijgelegen Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen, waar de feestavond
van de ambulances werd gehouden.
O hemel, maar hij ademde, hij leefde! Er was nog
hoop, er bestond nog kans, dat het volle, rijke leven
kon terugkomen.
Heilig leven, wat zijt gij groot! Hoe logisch is 't.
hoe eenvoudig van zélf sprekend, dat de natuur degc
nen, die dit leven geven kunnen, dwingt het eigene
daarvoor op het spel te zetten.
Het geval verwekte algemeene belangstelling. De
deelneming in de stad sprak immers van zelf, doch
nu, van den vijfden dag af, begonnen de groote. dag
bladen geregeld bulletins te geven. Er werd van alle
kanten geïnformeerd. Op het bureau van den adju
dant hoopten zich de brieven op, die beantwoord
moesten worden. En nog altijd geen verandering,
geen teeken. Dag en nacht, uur op uur hetzelfde.
Op een dag, dat Antoinette, bleek, een schaduw van
zichzelf, in de zon zat., kwam de Hertogin, vergezeld
van freule Von Pankow, haar bezoeken. Haar lief ge
laat drukte innige deelneming en medelijden uit. Zij
stak Antoinette beide handen toe: „Mijn lieve me
vrouw Stojentin, hoe houdt u het uit!" Haar oogen
vulden zich daarbij met. tranen.
Kamerheer Von Alten was roeds bijna dagelijks ko
men' voorrijden om informaties in te winnen.
Antoinette's gezicht was strak. Zij keek de Her
togin met droge oogen aan. ,,Hij leeft immers. Hij
leeft nog."
De Hertogin keerde zich om, met haar zakdoek voor
de oogen. Vermoedde de ongelukkige dan niet.
De dirigeerende geneesheer verscheen om de hoogo
vrouw op de hoogte van den toestand te brengen. Zijn
ernstig gelaat met den donkeren baard en den bril
was onbewegelijk boven de witte operatiejas, dia hij
juist had aangeschoten.
De hofdame liep intusschen naast Antoinette. Zij
gaf haar den arm. „Leunt u maar op mij, mevrouw."
Na eenige minuten keerde hare Hoogheid zich om.
DE LEDEN DER AMBULANCES.
In de gewone algemeene vergadering van de veree-
niging Het Nederlandsche Roode Kruis, gistermiddag
in het gebouw Pulchri Studio aldaar gehouden, deelde
de. voorzitter, jhr. Repelaer van Driel, den leden der
ambulances mede, dat het H. M. de Koningin had be
haagd aan allen, van hoog tot laag, de medaille van
het Roode Kruis toe te kennen. Verder heeft H. M.
bepaald, dat de bij de uitoefening van zijne taak over
leden sergeant bij de 1ste compagnie hospitaalsolda
ten W. P. Braam, zal worden ingeschreven in de re
gisters der medaille van het Roode Kruis.
FEESTAVOND VOOR HET ROODE KRUIS.
Als blijk van waardeering voor het menschlievend
werk van de Nederlandsche ambulances in de Balkan-
staten heeft het garnizoen van 's-Gravenhage, in sa
menwerking met den militairen geneeskundigen
dienst en de plaatselijke afdeeling van het Roode
Kruis, gisteravond in het gebouw een uitvoering ge
geven.
De leden van de drie ambulances waren, nadat de
voorstelling een aanvang nam, bijeengekomen in den
kleinen foyer, waar de voorzitter van het uitvoerend
comité, generaal Wüpperman, hen toesprak en in har
telijke bewoordingen dank bracht voor alles wat zij in
dienst van de menschheid verricht hadden.
Na afloop van dezo korte plechtigheid begaven al
len zich naar het balcon, rechts van de Koningsloge.
Toen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins met
groot gevolg binnentraden zette de kon. militaire
kapel zacht het oude Wilhelmus in, dat ten slotte met
volle kracht door de zaal weerklonk. H. M. en Z. K.
H. werden naar de hofloge geleid dóór het bestuur
van het uitvoerend comité met den directeur van het
gebouw.
Zoodra de Koningin, die met den Prins de voor
stelling tot het eindetoe bijwoonde, haar zetel had
ingenomen, nam de uitvoering van het program een
aanvang. Er werd dramatische schets „Een toe
komstdroom" gegeven en gegymnastiseerd door de on
derofficiers-vereeniging „Door Eendracht Bloeiend."
Oorlogstafreelen vroegen toen om de aandacht. Ze
gaven een aanschouwelijk beeld van hetgeen het Roo
de Kruis in oorlogstijd wil zijn. Gewonden, die zich
uit het gevecht gesleept hadden, werden gevonden
door een Roode Kruis-hond, die onmiddellijk aansloeg.
waarop de dokter met zijn helpers toesnelde en vlug
noodverbanden legde. In eén geïmproviseerde tent
moesten do gewonden op verdere hulp wachten. Een
ander tafereel liet een nood-ziekenverblijf zien in een
dorp, waar gevochten wordt. Zoo spoedig mogelijk
reinigen de zusters het huis en de verplegers dragen
gewonden aan, welke later in een trein geladen wer
den, die hen naar de definitieve hulp zal voeren.
Deze aardige, eenvoudige voorstelling maakte in
druk.
Maar het beste deel van den avond was toch, aldus
het verslag der N. R. Ort., de hulde aan de nagedach
tenis van den -verpleger W. P. Braam.
Uit de zware gordijnen trad de zanger van der Stap
naar voren. Dadelijk rezen Koningin en Prins van
hun zetel en met hen alle aanwezigen, en staande, in
doodsche stilte, -werd Alting van Geusau's lied „Ge
vallen, zijn roeping vervuld" aangehoord. Toen d«
laatste noot verklonken was, bleef het eerbiedig stil.
Met een tableau vivant, een eerobetooging van mili
tairen van alle landen voor de nagedachtenis van Hen
ri Durant, den stichter van het Roode Kruis, voor
stellend, werd den avond besloten. Vooraf had van
der Stap het Roode Kruis-lied gezongen.
In de pauze begaven H. M. en de Prins zich naar de
ontvangstzaal waar zij eenige hoofden van de ambu
lances ontvingen, en pleegzusters, onder wie zuster
Kuyper en jonkvr. Six. Tot allen richtten zij eenige
hartelijke woorden.
Na afloop van den feestavond liet de Koningin alle
doctoren, verpleegsters en verplegers bij zich in dê
Hot'logo ontbieden, waarna allen aan H. M. en Z. K.
H. werden voorgesteld. H. M. onderhield zich met
allen, ten getale van ongeveer veertig, en zij drukt»
ieder de hand, belangstellend vragend naar de onder
vindingen.
Ook Z. K. II. sprak de dames en heeTen toe, hen al
len de hand drukkende.
Gemengd nienws.
UIT HOORN.
De totstandkoming der Hoornsche vluchthaven is
mogelijk geworden door een zeer ruime gift van mej.
A. Brons Boldingh. Uiterlijk huldebetoon wees zij
af, maar toch werd haar daad herdacht in verschillen-
redevoeringen, die tijdens de feesten zijn gehouden.
B. en W. van Hoorn hebben thans aan de schenk
ster een artistieke zilvergravure aangeboden, waarop
is gegraveerd een gezicht op de Vluchthaven, omringd
door een lijst, welker hoeken zijn voorzien v.an de wa
pens van Nederland, van Noord-Holland, •van Hoorn
en van het familie-wapen der schenkster. Het geheel
is gevat in een zwarte lijst.
Het bijzonder mooie stuk werk, vervaardigd door de
firma Van Straten te'Hoorn, is een zeer gelukkig»
symboliseering van de schenking.
STATENVERKIEZING
De Centrale Vrijzinnige Kiesvereeniging in het
hoofdkiesdistrict Schagen heeft met algemeene stem
men in hare vergadering op den 8en te Schagen tot
candidaten voor de Provinciale Staten gesteld de hoe
ren P. Trapman en Met, aftredende leden.
Zij keek wat hoopvoller. „Het zou mijn vader genoe
gen doen, als u hem persoonlijk op de hoogte wilde
houden, dokter. Ik heb hem reeds tweemaal geschre
ven."
En terwijl de geneesheer naast de hofdame staan
bleef, ging de Hertogin met Antoinette een paar
stappen op zijde. Haar kinderlijk gelaat beefde van
aandoening. Zij drukte haar lippen op het voorhoofd
der jonge vrouw. „Ik zal voor u bidden. God zij met
u." Zij drukte haar in haar stoel. „Neen, neen! U
moogt mij niet begeleidenDo dokter gaat mede
Blijf hier zitten!"' Zij verdween, door geneesheer en
hofdame gevolgd.
De jonge vrouw bleef zitten. Voor haar, in het
grasperk, stonden een paar irissen. Wat waren zij
blauw of eigenlijk meer lila, of toch blauw.... Een
zuster kwam met haar ei met bouillon op een blaadje.
„Zoo, u moet dit dadelijk uitdrinken, mevrouw
Zij bracht het kopje gehoorzaam aan haar lippen
en dronk het werktuigelijk leeg. Zij leefde eigenlijk
slechts nog van vloeibaar voedsel.
De zuster keek haar medelijdend aan. ,.Zoo is 't
goed. I)at onderhoudt de krachten."
Nu was zij weer weg. De spitse punten der iria
bladen staken in de lucht. Het gras glinsterde.
Daartusschen, op den grond, bewoog zich zoemend en
kruipend een duizendvoudig leven. Ook dit was een
wereld.
Zij was tot dusver, al die dagen, van de buitenwe
reld afgesneden geweest. De geneesheer-directeu- had
van het begin af verklaard, dat als zii de inspannende
verpleging, die zij met twee zusters waarnam, wild
blijven volhouden, zij niet met bezoeken mocht lastig
gevallen worden. Dit bezoek was natuurlijk iets an
ders. Voor het eerst zag zij haar toestand in een an
dere natuur weerspiegeld, want de geneesheeren en de
zusters kwamen als vaklui niet in aanmerking. Wat
UIT HENSBROEK.
Iets zeer zeldzaams in dé vogelwereld doet zich hier
vóór. In tegenstelling met haar soortgenooten, die in
de hooge hoornen nestelen, heeft hier een kraai thans
op een weiland haar nest van takken gebouwd. T»
midden vah het grazende vee zit zij rustig een vijftal
eieren uit te broeden.
KORTE BERICHTEN.
Naar men aan de Tel. meedeelt, maken kapitein
Wallaardt. Sacré chef van de afdeeling aviatiek van
ons leger en de luitenant-vlieger'Van Heyst thans
een studiereis in Frankrijk, met het doel om een drie
tal vliegmachines van Fransch fabricaat ten dienste
van het Nederlandsche leger aan te koopen.
Naar in het weekblad van den A. N. D. B.
wordt meegedeeld zijn acht. bondsleden geroyeerd we
gens werken beneden de vastgestelde loonbepalingen.
Gisternacht is diefstal gepleegd in het magazijn
der firma S. I. de Vries, in de Warmoesstraat te Am
sterdam. De dief of dieven zijn vermoedelijk aan de
zijde van het Damrak het gebouw binnengekomen;
van een van de kantoren namen zij een geldkistje me
de, inhoudende ruim 800 gulden aan bankpapier.
had de Hertogin zoo ontroerd En plotseling voer
het haar koud door de leden bij de vreeselijke gedach
te, die allen drukte: Het leven was er. Maar het ver
stand? Het koude zweet kwam haar op het voorhoofd.
Het bloed schoot ziedend naar haar hart. Alles in het
rond werd donker. Zij klemde haar handen om de
stoelleuningen. Zij mocht niet vallen! Men zou haar
naar huis zenden, zij zou ronddolen in de verlaten wo
ning, voortdurend door angst gefolterd worden.
Zoo, daar waren weer de irissen. Zij wilde toch
liever opstaan. En met de hand op haar hart gedrukt
richtte zij zich op. Zij trachtte haar angst door rede
neeringen te onderdrukken. Het kon immers niet
zijn. Maar hét verstand zei: „Hel was toch waar.
Het was waar, dat organische veranderingen in die
weeke substantie, die hersenen heet, in de zenuwbun
dels, op den mensehelijken géést van invloed konden
zijn, de ziel konden gevangen houden, zoodat zij het
licht niet meer zag. liet kwam dikwijls voor. Het
was mogelijk. O, barmhartige hemel, hoe kon het mo
gelijk zijn. Men moest daarmee rekening houden.
Het was zeer waarschijnlijk. Dat was erger dan de
dood. Welke martelingen had het leven! Erger dan
de geraffineerdste pijniger ze kon verzinnen....
Zij trad met waggelende schreden het huis binnen.
In de gang kwam zij den dokter tegen. Zij wees zwij
gend op de dichtst bijzijnde deur. Het was een wacht
kamer. Er was niemand. Zij steunde op de leuning
van een stoel. „Ik moet u iets vragen, dokter. Ge
looft u, dat de geest..
De geneesheer keek haar ernstig aan. Hij had deze
viaag reeds lang verwacht. „Dat staat, in hooger
macht, mevrouw. Wij kunnen niets anders doen dan
hopen en vertrouwen.
Hoe dikwijls had zij zich datzelfde, met dezelfde
woorden gezegd. Vroeger, vóór dat dit vreeselijke
kwam. Hopen, vertrouwen.... wat blijft, ons andeva
over (Wordt vervolgd.)