DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. feuilleton. No. 108 Honderd en vijftiende Jaargang. 1018 DINSDAG 13 MEI ONDERWIJZERES ERFELIJK BELUST. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Gro#tt letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. "binnenland. Telefoonnummer 3. ALRMAARSCBE GOURAN - Aan de EERSTE GEMEENTESCHOOL (Hoofd de heer J. EI T S) WORDT GE- VRAAGD eene voor de vakken a—k. Jaarwedde van I 785—1 1075voor hoofdakte i ÏOO meer. Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge meentebestuur vddr 86 Mei a.s. ALKMAAR, 13 Mei. Al is de internationaal-politieke hemel niet zoo blauw en rein als de lucht boven onze hoofden tijdens deze Pinksterdagen ay, dat de courant geen Pink ster drie kent, of liever erkent'! toch is ook hij op geklaard, nu de sombere Balkanwolken zijn weggedre ven en daarmede het onweersgevaar voorloopig weer van de lucht is. De heeren diplomaten zullen natuur lijk nog heel wat moeten vergaderen en verschrijven, voordat de benauwende Balkankwestie van de baan is, de Londensche gezanten-conferentie zal nog wel een zomertje bijeenblijven, om den vrede tot stand te brengen, en de Parijscbe conferentie, die nog altijd niet saamgeroepen is, omdat de vrucht nog niet rijp is, zal haar omvangrijk program ook niet in een wip hebben uitgevoerd, maar de Balkanoorlog schijnt nu eindelijk als geëindigd te mogen worden beschouwd. De regeeringen der verbonden Balkansfaten, zoo luidt, volgens de N. R. Ct. het antwoord van de bondgenooten op de laatste nota der mogendheden, hebben den 18den April een mededeeling van de mo gendheden ontvangen, waarin deze kennis nemen van het feit, dat de Balkanstaten de grondslagen voor den vrede aanvaarden, neergelegd in de gemeenschappelij ke nota van den 14den April en hen uitnoodigen de f^ffihdelijkheden te staken, gevolmachtigden te benoe men en oen plaats voor de vredesonderhandeling aan te wijzen. De mogendheden herhalen in hunne mededeeling, dat zij het voorbehoud van de Balkanstaten nopens de grenzen van Albanië en de eilanden niet kunnen aanvaarden. De verbonden regeeringen kunnen nochtans niet gelooven, dat bij de voorgestelde bemiddeling zou be doeld zijn, hen te weigeren om in kwesties mede te spreken, die hun levensbelangen raken, en dat wel in verband met den uitslag van den gelukkigen bevrij dingsoorlog welken zij hebben ondernomen. Het uiteenloopen van deze twee gezichtspunten mag echter de onderhandelingen nopens den vrede niet vertragen en daarom verklaren de bondgenooten, wenschend de stappen van de mogendheden te ont zien, dat zij bereid zijn om de vijandelijkheden te sta ken en wijzen zij Londen als plaats voor de vredescon ferentie aan. Dit wil dus zeggen, dat het groote opruiming»- en hervormingswerk een aanvang kan nemen. Nu blijft het nog een vraag, of de verbonden mo gendheden den strijd over de verdeeling van den buit zoozeer zullen verscherpen, dat zij andermaal een be roep op de wapens doen. De verhouding tusschen Bul garen en Grieken is lang niet zuiver, er komen aller lei ongewenschte incidenten voor en er zijn ernstige punten van verschil over de prioriteit van de bezet ting van verschillende punten in Macedonië, waarin tot dusver geen der partijen wenseht toe te geven, Roman van KLARA HOFER. 30) -o- De heer Von Beust ging de trap op om het An toinette zoo omzichtig mogelijk mee te deelen. Hij was voor verandering van lucht. Zij moest met Sto- jentin voor acht a tien dagen ergens heengaan, zoodra hij het bed mocht, verlaten. De jonge vrouw ontstelde. Was er weer een nieu we zorg? En toen Zijne Excellentie weg was, ging zij zitten op het uitgesneden kinderstoeltje voor Sto- jentin's bed, waarin de kleine Jochen had gezeten. Stojentin had het kereltje gaarne bij zich. Het scheen alsof de levendige vroolijkheid van het gezonde kind hem opbeurde. Zij nam zijn nog altijd bloedelooze hand tusschen haar beide handen en legde haar hoofd op zijn deken. Je bont niet opgewekt. Er is iets dat je hindert." Zij had dat al lang opgemerkt, maar er niet over durven beginnen, om hem niet op te winden. Hü keek haar aan. „Dat weet je immers." Zij drukte zijn vingers en zag hem smeekend aan. „Wil je nog altijd daaraan denken! Heb je in 't ge heel geen medelijden met mij Deze vreeselijke da gen, die als jaren waren Maar hij bleef er bij, als met een halsstarrigen lust om zichzelf te kwellen. „Je hebt gelijk gehad. Ik ben een wrak. Iets, wat de gezonde maatschappij uit stoot Het is onverantwoordelijk het lot van anderen »et het mijne te verbinden." zoodat men niet kan weten, waartoe dit nog zal lei den. Pinksteren heeft dit jaar een 'vredesvergadering gebracht: het congres van Fransche en Duitsche par lementsleden, die den vrede willen bevorderen en een ontspanning tusschen hun beide landen in het leven willen roepen, die een wenschelijke samenwerking in de hand willen werken. Er waren 185 Franschen en 33 Duitschers naar het Zwitsersche Bern getogen de Duitschers behoorden allen tot de oppositie-partijen en de bladen eonstatee- ren, dat het congres vooral een socialistische betoo ging is geworden. Met algemeene stemmen werd een motie aangenomen, waarin het congres met nadruk alle solidariteit wraakt met den verfoeilijken chauvi- nistischen en opruienden veldtocht, met de boosaardi ge berekeningen, die aan weerszijden van de grens den goeden vaderlandlievenden zin van de volken dreigt to misleiden. Het congres noodigt de leden uit, alle mogelijke moeite to doen, opdat de regeeringen van de groote mogendheden hun uitgaven voor leger en vloot zullen matigen en zegt steun toe aan het voor stel van den Amerikaanschen minister Bryan, nopens arbitrage-tractaten. Het verlangt, dat geschillen tusschen de twee naties, welke niet langs diplomatie- ken weg te regelen mochten zijn, gebracht zullen wor den voor het Haagsche hof, rekent op hare leden om in dien geest krachtig te ijveren en spreekt de mee ning uit, dat een toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland de goede verstandhouding tusschen de twee Europeesehe groepen van mogendheden gemak kelijker zou maken en een duurzamen vrede zou ver zekeren. Het congres besluit eindelijk, dat haar bu reau in een vast comité zal overgaan, dat tot taak zal hebben, de conferentie af en toe, of indien de om standigheden het noodig mochten maken, spoedei- schend bijeen te roepen. Deze motie werd met algemeene stemmen goedge keurd. Het comité, uit zes leden bestaande, zal te Bazel zijn gevestigd en het zal contact kunnen brengen tus schen de parlementen van beide landen en al baat dat niet, het schaadt evenmin! De koning van Spanje he«ft deze week een bezoek gebracht aan Frankrijk, waar hem een goede ont vangst ten deel viel, terwijl de vijandige betoogingen, die verwacht werden, van weinig beteekenis waren. Er zijn hartelijke redevoeringen gehouden, die doelden op samenwerking tusschen beide landen, maar de aard dier samenwerking zal later wel nader worden bekend gemaakt. Niet onwaarschijnlijk, dat Spanje wordt opgenomen in de Fransch-Engelsche overeenkomst, welke werd gesloten toen aan weerszijden van het Ka naal soortgelijke omstandigheden bestonden als thans aan beide kanten der Pyreneeën. In Engeland hebben de verdwaasde kiesrechtvrou wen in do verwerping van de wet-Dickinson op het vrouwenkiesrecht door het Lagerhuis aanleiding ge vonden, om haar schuldige buitensporigheden op nog grooter schaal te bedrijven. De furies staken een kerk in brand en legden zelfs een bom in de prachtige St. Pauls kathedraal te Londen, in een stationswacht kamer te Liverpool, in het postkantoor te Reading, in een voetbalpavillon te Cambridge, in een kleedka mer van een schouwburg te Dublin. Het ware zeker te wenschen, dat de regeering ein delijk eens wat doortastender ging optreden en dat de straffen werden uitgesproken, welko voor dergelijke ernstige misdrijven bestaan. Vrouwen, die zich bui ten de wet plaatsen, dienen de macht dor wet even- goed als anarchisten to gevoelen H. M. DE KONINGIN EN HET ZENDINGS- FEEST. II. M. de Koningin kwam gistermiddag per rijtuig door het- park en arriveerde te 2 uur op het terrein van het zendingsfeest te Apeldoorn. Zij stapte uit, nam met haar gevolg plaat.» op de onbekleede voorste bank onder de toehoorders en zeido met genoegen het terrein beschikbaar te hebben gesteld en het gehoorde zeer belangwekkend te hebben gevonden. VORSTELUKE ONTMOETINGEN? Reuter seint uit Rome: De „Tribuna" verneemt, uit Madrid, dat de koning van Spanje keizer Wilhelm den aanstaanden zomer in Nederland ontmoeten zal. Hare oogen baden, smeekten hem: „Zeg toch niet zulke vreeselijke dingen. Je verscheurt mij het hart. Bedenk toch, wat je presteert, zie de kinderen toch. Maar hij trof haar, onbewust, met haar eigen ge- dachtengang. „Ik ben een wrak. Zonder recht van bestaan. En wie weet, wat er bij de kinderen aan het licht komt. Jij hebt den spijker op den kop geslagen. Men moet naar de stem der natuur luisteren. Dat je mij niet hebt liefgehad, was een waarschuwing. Want als er bij jou geen instinct had meegewerkt, waarop wij, trotsch als wij zijn op ons beetjo molleverstand, verleerd hebben te letten, dan zou hetgeen ik voor jou gevoelde hetzelfde gevoel bij jou moeten wekken." Zij werd wanhopig. „Maar ik heb je lief. Ik heb je lief. Ik spreek de Waarheid; als ik jou verloren had, dan zou ik het niet overleefd hebben, O God, waar om spreek ik zoo. Als je dat niet voelen kunt. Maar hij bleef bij zijn ideeën. „Dat is medelijden. Gewoonte. Je hebt een te teer geweten. En als een vrouw tien jaren in zulk een verhouding tot een man heeft geleefd als jij tot mij, dan moet zij wel, ten minste als hij niet een volmaakt monster is, iets voor hem hebben leeren voelen als men zooveel samen heeft beleefd. Over 't algemeen heb je door mij slechts geleden. En wie weet, hoeveel erger het nu wordt. Ik moet mijn ontslag vragen." Zij slaakte een zachten kreet. Zij wist wat hem dat kostte. „Neem toch nu nog geen besluit, George. Alles zal beter worden. Grossmannsdorff gaat weg. J e bezit toch gaven, die men niet licht bij iemand an ders vindt. Je moet die aan den koning, aan het land wijden. Je moeder was gezond. Ik ben gezond. De kinderen zullen dat, ook zijn...." „De jongen heeft stuipen mee op de wereld ge bracht TWEEDE KAMER. Zaterdag werd de behandeling van het wetsontwerp tot pensionneering van gemeente-ambtenaren voortge zet. Het amendement-De Meester in zake het geldelijk en administratief beheer van het fonds werd verwor pen met 31 tegen 30 stemmen. Art. 61 werd daarna z. li. s. aangenomen, nadat de minister van binnenlandsche zaken het amende ment-De Geer, om de gemeenten te verplichten jaar lijks in. het fonds te storten het door haar uit te kee- ren pensioenbedrag, ten einde die gemeenten in de gelegenheid te stellen het omslagstelsel te behouden, en het sub-amendement-Treub, om te voorkomen, dat bestaande pensioenaanspraken van gemeente-ambte naren vervallen, had overgenomen. De heer Rutgers (A.-R.) verdedigde een amendement tot invoeging van een nieuw artikel 64a, ten einde aan de gemeenten uitdrukkelijk de bevoegd heid te geven, om door leening de lasten over ver schillende jaren te verdeelen en om die leening eenigszins te vergemakkelijken. De minister van financiën bestreed het amendement. De heer Bos (Y.-D.) bestreed ook het amende ment, dat daarna door den heer Rutgers werd inge trokken. Bij art. 65 (verhaal van de inkoopsom op de ambte naren) verdedigde de heer Vliegen (S. D. A. P.) een amendement, om dat verhaal uit te sluiten en om de bijdrage geheel voor rekening van de gemeente te doen blijven. De heer Fleskens (R.-K.) had eveneens een amendement, om het verhaal op de ambtenaren van 3 op 2 pet. terug- te brengen. De minister van financiën wees beide amen dementen af. Na repliek trok de heer Fleskens zijn amendement in, terwijl dat van den heer Vliegen verworpen werd met 40 tegen 21 stemmen. Bij art. 70 (overgangsbepaling) verdedigde de heer T r e u b een amendement, om er voor te waken, dat bij de overgangsbepaling in de gemeenten, welke reeds een pensioenregeling bezitten, de rechten der ambte naren worden gewaarborgd. De minister nam het amendement over. De heer Fleskens verdedigde een amende ment, om een nieuw art. 70a in te voegen met de be doeling, om voor de wethouders van de grootere ge meenten de gelegenheid te openen, pensioenaanspra ken te doen gelden. „Maar die zijn overgegaan! Die hadden misschien andere oorzaken. Alles wordt goed. Hij glimlachte droevig. „Zooiets is goed voor kin deren. Zulke sprookjes heeft mijn vader ook trachten te gelooven, toen de angst voor zijn lot- hem overviel. Ik heb mijzelf ook iets dergelijks voorgepraat, maar de man had indertijd toch gelijk toen bij de Beusts. Zij weende. „Och, had je toch maar vertrouwen ge had! Ik zou alles met andere oogen beschouwd heb ben. Misschien zou het dan nooit zoover met je gekomen zijn Maar hij zei met zijn onbarmhartige logica: „Ik heb immers gezien, welk een uitwerking bet, nu nog op je had. Het zou het eenige juist zijn geweest. Dan zou ik je nooit gekregen hebben. Ik zou mij geheel aan mijn beroep hebben gewijd en zou wel iets be reikt hebben. Een belast mensch heeft genoeg met zichzelf te doen. liet is misdadige grootheidswanu zin zich in te beelden. Zij drukte haar gezicht in den zijden doken en snik te luid. Zij was diep ongelukkig. Zijn oude teederheid kwam weer boven. Ilij kwelde haar misschien te zeer met het onvermijdelijke. „Schrei niet," zeide hij. „Je moet niet schreien Lees mij maar wat voor. Het is immers niet noodig om dadelijk stappen te doen...." Nog in tranen stond zij op. Een paar uren later, toen hij rcfat sliep nam zij een besluit. Zij was zoo gemarteld,, dat zij een uitweg moest vinden. Er moest raad, geschaft worden, zij j moest er met iemand over spr/èken. Zij moest er hem De minister van binnenlandsche zaken ver klaarde zich tegen het amendement. Hij nam echter een nieuw artikel op, om den gemeenten de bevoegd heid te geven afzonderlijke pensioenregelingen voor de wethouders te maken. De heer Fleskens trok zijn amendement; in. Het gewijzigd artikel werd z. h. s. aangenomen. Daarop werd de eindstemming gehouden en het wetsontwerp betreffende de pensionneering van ge- mèente-ambtenaren z. h. s. aangenomen. Aan de orde was daarna het wetsontwerp betreffen de de pensioenregeling voor de weduwen en weezen van gemeente-ambtenaren en van gepensionneerde of op wachtgeld gestelde gemeente-ambtenaren. Bij de artt. 6, 7 en 8 (pensioensgrondslag) verdedig de de heer Treub een amendement, om voor het we duwen- en weezenpensioen van de gemeente-ambtena ren geen lager maximum te stellen dan voor de bur gerlijke ambtenaren. De heer P o 11 e m a (A.-R.) had financieele be zwaren. De minister van financiën wees er ook op, dat het fonds niet alleen voor de weduwen en weezen, maar ook voor de ambtenaren is. Na re- en dupliek, waarbij de minister het amendement niet bepaald onaannemelijk verklaarde, werd het aangenomen met 33 tegen 24 stemmen. Bij art. 32 (verhaal op de ambtenaren) verdedigd# de heer Vliegen een amendement, om dit ver haal niet toe te laten. De minister van financiën wees het amende ment af, waarop het met groote meerderheid werd verworpen. Bij art. 50 (inwerkingtreding op 1 Oct. 1913) ver dedigde de heer Fleskens een amendement, orö terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Jan. 1913. De minister achtte het amendement bedenke lijk. Het amendement werd verworpen. Het wetsontwerp werd evenals het vorige z. h. s. aangenomen. Over de motie-Marehant c. s. tot toekenning van een jnarlijkseh subsidie aan het Amsterdamsche Con certgebouw staakten de stemmen opnieuw (33 tegen 33). De motie geldt thans volgens het reglement van orde als verworpen. Aan de orde waren de wetsontwerpen inzake de pen sioenregeling voor de leeraren aan bijzondere gym nasia. Hot wetsontwerp werd z. h. s. aangenomen, nadat de heeren Ter Laan (S. D. A. P.) en Smeen- g e (U.-L.) pensioenregelingen voor verschillende ca tegorieën van personen hebben aanbevolen. De suppletoire Indische begrooting en verschillen de kleine wetsontwerpen werden aangenomen. Ook de suppletoire marinebegrooting (verbetering van trae tementen van zee-officieren en minder personeel) na verwerping met 54 tegen 4 stemmen van een motie- T e r Laan, waarin de Kamer als haar oordeel uit sprak, dat de verhoogingen voor de officieren niet be hoorden te worden toegestaan. Met 49 tegen 9 stemmen werd verworpen een amendement van den heer Bichon van IJssel- monde (chr.-hist.) om de suppletoire begrooting Hoofdstuk II (daggelden en decoratiën) bij wijze van protest tegen de buitengewone uitreiking van decora tiën bij Ilr. M.'s bezoek aan Frankrijk te vermindereu met 1. De Kamer was zeer onrustig. Toen tot stemming zou worden overgegaan over het voorstel van wet van den heer Vliegen c. s. tot openstelling der stembureaux tot 8 uur 's avonds, bleek, dat er 21 voor en 29 tegen waren daar er dus geen 51 leden waren, werd de vergadering verdaagd tot morgenochtend 11 uur. En de heeren hadden zoo gehoopt vóór de Pinkste ren nog voorgoed „huis-toe" te kunnen gaan toe brengen, dat hij een psychiater consulteerde, een man, wiens woord gezag had. Ilij moest aan dien kring van gedachten onttrokken worden. En plotseling, terwijl zij telkens over het verloop van de laatste weken nacht, viel haar iets in Graaf d'Autreval, li ij kende het beste dergelijke toestanden. Zij voelde zich echter dadelijk weer teleurgesteld: hij was ziek, hij kende haar niet, zou het niet onbeschei den zijn? Maar hij had zijn geheele leven aan de lij dende, beangste menschheid opgeofferd. En het was toch iets anders dan naar een beroepsdokter te gaan. die het geval wellicht haastig, zakelijk zou behande len. Zij kon hem alles duidelijk uiteenzetten, niet haastig of verward, terwijl de wachtkamer vol pa tiënten zat.... Maar hoe kon zij weg? Zij wilde haar man niets zeggen. Zij bladerde in het. spoorboekje. En zij vond spoe dig de route. De Noord-West sneltrein! Die kwam 's avonds om kwart voor negen do,or-, had een minuui oponthoud en 's morgens om acht. uur vijf en der tig kwam hij terug met een oponthoud van bijna vijf minuten. Van acht uur af was de verpleegster bij George, want de dokter had er met kracht op aange drongen, dat zij, nu er geen gevaar meer bestond, haar volledige nachtrust kree-g. Eu 's morgens sliep hij in zijn verzwakten toestand tot negen uur. Zij was wel gewoon, om tegen half tien, vóórdat zij zelve naar bed ging, nog eens naar hem toe te gaan, maar zij moest een voorwendsel zien te vinden. Anders wilde zij niemand iets zeggen. Het was bij twee. Zij stelde een lang telegram aan den graaf op, waarin zij hem verzocht, haar wegens ernstige ziekte van een familielid indien dit. mogelijk was nog op een laat uur te ontvangen. Wordt, vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1