DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VAN HOUTEN'S Cacao No. 109 Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 WOENSDAG 14 MEI FEUILLETON. Engelsche Brieven. ERFELIJK BELUST. EN VOORAL 's MORGENS, 'S MIDDAGS en 'SAVOND5 EEN KOP BINNENLAND. ALRMAARSC Nadruk verboden. Londen, 13 Mei 1913. De Pinksterdagen zijn achter den rug en hebben zeer gemengde herinneringen achtergelaten. Terwijl het met Paschen overal guur en koud was, was het met Pinksteren heel waf beter. Doch, weer of geen weer, de Engelschen zijn er op uitgetrokken; een duizend of wat naar het vasteland, de overgroote meerderheid op dit eiland. Ze gaan er niet af, doch gebruiken elk voorwendsel om binnens lands heen en weer te trekken. Ze houden er niet van om bij' honk te blijven of stil te zitten en herinneren iemand aan een eekhoorn, die, in een ronddraaiende kooi opgesloten, ook eeuwig in beweging is, zonder ooit zijn kooi uit te komen. Volgens de EhgelSche couranten, die hun overdrij ven nooit kunnen laten, was Londen minstens leegge- loopen; een feit, dat men in dezelfde editie van het zelfde blad weersproken zag, door de even overdreven verhalen van de tien- en honderdduizenden, die in parken, museums, tentoonstellingen en de hemel weet waar, moeten geweest zijn. Noch het een noch het an der was waar, natuurlijk. In een stad met zeven milli- oen inwoners mist men een paar honderdduizend men- schen niet, te minder omdat uit alle kanten van het land weer andere honderdduizenden aanstroomen, die „Lunnun" wel eens willen zien. Zondag wa3 het natuurlijk betrekkelijk stil, doch gisteren was de drukte op straat als gewoonlijk op een Bankholday, die precies een vastelandsche Zon dag is: de theaters enz. zijn open, de restaurants ook en verreweg de overgroote meerderheid der winkels is gesloten. Ik ging voor de aardigheid eens kijken in de Royal Academy, waar de zomertentoonstelling van moderne Engelsche Kunst is, de officieels schilderij-tentoon stelling, die officieel met een diner begint, waarop de ministers van Oorlog en Marine officieel de natie ver tellen, dat ze rustig naar de schilderijen kan komen kijken, omdat de Britsche vloot onovertroffen sterk en het Britsche leger onovertroffen dapper is. Het ver band tusschen kunst en kanonnen, paletten en pant serschepen ligt wel niet voor de hand, doch dat doet er voor de Boyal Academy niet toe: ze is door en door Britsch. Ik vond de meeste menschen voor het stuk van John Collier, dat men in ongeveer alle geïllustreerde bla den ziet gereproduceerd. Het is een zoogenaamd pro bleem-schilderij en 't is altijd interessant de oplos singen te hooren, die het publiek aan het probleem geeft. Het schilderij stelt een man van middelbaren leef tijd voor, de gesloten vuist rust op de tafel, het ge zicht, de geheele houding wijzen op een groot, bitter verdriet. Bij hem ligt geknield een jong meisje, het blonde hoofd op haar gevouwen handen, die op zijn knie rusten. Ook uit haar houding spreekt verslagen heid, droefheid, wanhoop. Het heet „The fallen Idol," „de gevallen afgod." Het raadsel is: „wie is er ge vallen?" De meeste kijksters zeggen: „het meisje," waar van ze een misstap of ten minste iets heels ergs ver moeden. De kijksters zijn over het algemeen niet scheutig met medelijden; door de gevallenen te ver- oordeelen willen ze duidelijk laten uitkomen, hoe ver keerd ze 't vallen vinden. De mannen zijn 't wèl met de dames eens: 't meisje is de zondige, doch ze hebben medelijden met haar: „poor girl, she must have got herself into a mess" farm kind, ze schijnt leelijk in de knoei te zijn ge raakt), luidt hun zachtmoedig vonnis. Zeer weinigen opperen het denkbeeld, dat de vader degene is, die van zijn voetstuk gerold is, door bankroet of de hemel weet wat. Er liggen papieren op de tafel en een boek; dat is voor die weinigen het overtuigend bewijs, dat er iets met hem niet in den haak moet wezen. En nu is het echt Britsch, dat geen enkele der kijk sters of kijkers aan een andere mogelijkheid denkt. Ze zeggen: de schilder geeft ons een gevallen afgod te kijken, naar hij zegt, dus moet die afgod te zien wezen en moet dus ook een van de twee personen zijn, die we zien. Bij geen één is het vermoeden gerezen, dat de afgod wel eens niet kon te zien wezen, dat de vrouw en moeder wel eens de zondares kon zijn, die man en kind verliet onder den invloed van een on- weerstaanbaren of ten minste niet weerstanen hart stocht. Roman v&n KT,ARA HOEER 81) -o- Een uur later kwam het antwoord: „Verwacht het. aangekondigde bezoek vanavond kwart voor elf. Rij tuig station. D'Autreval." Zij haalde verruimd adem. Doch dadelijk voelde zij haar hart weer bezwaard. Wat zou zij hooren? Het was haar te moede als voor een doodvonnis. Zij ging een kwartier op de chaise longue rusten. Daarop regelde zij het noodige en zat den geheelen namiddag in de kamer van haar man. Zij was van zenuwachtigheid nog bleeker dan gewoonlijk. Hij keek haar heimelijk aan. Wat zag zij er ellendig uit! „Heb je hoofdpijn? Je ziet zoo bleek. Ik heb te veel van je gevergd. Ga nu toch dadelijk naar bed." Zij kuste hem goeden nacht, „Maar dan kom ik straks niet weer Het liep gelukkig mee! Hij schudde met het hoofd. „Neen, dat moet je ook niet doen. Slaap maar. Je hebt het noodig." Om half negen was zij op weg naar het station en nam niet eens den oppasser mee om haar taschje te dragen. Zij nam zelf een kaartje. Toen stond zij, met haar dichte voile over den hoed, den stofmantel over haar costuum, op het bijna verlaten perron. De sneltrein was te laat. Eindelijk doken in de verte de voorloopig candidaat geproclameerd den beer Snoeck Henkemans, lid van de Tweede Kamer, te 's-Grayen- hage. Ik had tal van Engelsche kennissen die oplossing aan de hand gedaan, doch ze behaagt hen niet; ze is hun, waar geen enkel onderdeel van het schilderstuk direct aan de vrouw herinnert, niet positief genoeg. En die zucht naar positiviteit bij dit volk verklaart waarom de tentoonstellingen der Royal Academy, waar geen enkelen keer nauwelijks meer dan twee do zijn artistieke uitingen te vinden zijn, financieel altijd een groot succes zijn. De Brit maalt wat om impres sionisten, cubisten, futuristen, om Ibsen, om Richard Strauss 1 Ze moeten stevige, soliede „kunst" hebben, kunst waar je met je twee handen in knijpen kunt. Al dat onbepaalde, wegvagende, afgetrokkene mag voor één duizend der zevenduizend maal duizend Lon- denaars iets aantrekkelijks hebben, de massa geeft er niemendal om. Gelukkig zijn de berichten over de hertogin van Connaught, 's Konings tante, de laatste dagen zooal niet bepaald geruststellend, dan toch belangrijk min der verontrustend. Buikvliesontsteking, na eene ope ratie wegens appendicitis, is natuurlijk altijd hoogst gevaarlijk en de patiënte was reeds belangrijk ver zwakt vóór tot de laatste operatie werd overgegaan. De „season" belooft nu ook niet gestoord te wor den; en men kan 't. Londen aanzien, dat het zich voorbereidt op zijn zes a acht weken pleizier maken. Niet alleen ziet men in de winkelstraten de mooiste en nieuwste snufjes uitgestald, ook de woonhuizen in de voorname wijken zijn in gala-toilet gestoken. Dit wil zeggen, dat men overal „window boxes" ziet: groote, langwerpige bakken met tegels of boomschors bekleed, die buiten de vensters op de vensterbanken worden geplaatst, vol bloeiende planten, 't Is een al leraardigst gezicht, wanneer men door de „Squares" van Mayfair wandelt en ziet daar de gevellijnen geac centueerd door de frissche margerieten en andere hel der en helkleurige bloemen. Het kwam mij de vorige week voor, dat do pantof felparade 's middags om 4 uur in Hyde Park van ka rakter verandert, nu do automobielen de equipages bij na geheel hebben verdrongen. Een tweespan, dat stapt, is een aardig gezicht, een automobiel, die langs den weg kruipt, lijkt een „contradiction dans les te nues." Gelukkig heeft de verandering evenwel geen invloed op do toiletten; de dames, die zich met een zacht gangetje door het park laten rijden, kleeden zich zoo fraai mogelijk en verschijnen niet in de conventio- neele auto-windselen, met leelijke groote brillen voor de oogen en. onmogelijk dikke voiles om het hoofd. 't Heeft overigens invloed, dat het parlement een week of drie vacantia neemt; dit geeft een groot aan tal uit de „upper ten" gelegenheid nog een tijd naar buiten, naar de kust, of op reis te gaan. De eerste-mi- nister, met zijn collega voor Marine en beider fami lies, zwalken reeds op de blauwe baren der Middel- landsche Zee en zal wel niet terugkomen voor ik u mijn volgenden brief zend. Zoo tracht elk wat kracht en gezondheid op te doen voor de werkzaamheden in Juni, Juli en Augustus, die de laatste drie zijn, waar in 't parlement van 'tjaar vergadert, H. M. DE KONINGIN EN DE TENTOONBTEL- LING „DE VROUW." H. M de Koningin vereenigt ter gelegenheid van zich hekend maken? Zij liep het perron eens op en neef. Plotseling hoorde zij achter zich korte, klin kende voetstappen, een jonge heer nam naast haar den hoed af. „Mij is opgedragen een gast voor Graaf d' Autreval af te halen." Zij knikte zwijgend. „Mag ik zoo vrij zijn, mevrouw: Dokter Jurgens." Zij gaf hem de hand. De slanke, blonde man met het ernstigp, sympa thieke gelaat en de lichte oogen van den Oost-Fries nam haar de tasch af. Hij keek een oogenblik naar den nog wachtenden trein„Is er geen kamenier of zoo iemand meegekomen Zij schudde van neen. „Ik help mijzelf met alles." De jonge geneesheer boog: „Wilt u mijn arm ne men, mevrouw U kent het terrein niet." Zijn blik gleed over haar door de aandoeningen etherisch ge zicht. Zij ging naast hem de trappen af. „Is de graaf nog altijd lijdend, dokter? Ik voel mij bezwaard, dat ik hem op zulk een laat uur kom lastig vallen. Als de omstandigheden het maar eenigszins mogelijk hadden gemaakt maar ik kan anders niet weg. „Ik kan u volkomen geruststellen", zei het jonge mensch. „De graaf heeft weinig slaap noodig. Hij werkt eiken nacht tot twee uur. En hij leeft slechts voor anderen." „Wordt hij veel om raad gevraagd?" De jonge dokter glimlachte. „Dat zou ik denken. Onze logeerkamers zijn altijd bezet, Hij is immers een erkende autoriteit, ik bedoel dat hij iemand is, die wetenschappelijk ook hoog staat. Hij is niet al leen philantroop, hij is ook op medisch gebied zeer ontwikkeld. De Friedericiana heeft hem om zijn bij-' zonder onderzoek vijf jaren geleden tot doctor hóno- haar bezoek aan de tentoonstelling van de Vrouw morgen te Amsterdam de dames leden van het uitvoe rend comité aan een noenmaal in het paleis op den Dam. Z. K. H. DE PRINS. Z. K. II. de Prins denkt nog begin Juni te Ober- Ursel tot beëindiging zijner kuur te blijven. DUITSCHE PRESSIE De I.ondensehe „Standard" bevat een uitvoerig ar tikel over een onlangs door den Duitschen gezant te 's-Gravenhage op de Nederlandsche regeering ge- oefenden druk tot 't verkrijgen van toestemming voor de plannen van de Vulkan-Maatschappij (welke onder controle staat van een groote ijzer- en kolenfir- ma Thijssen Co.) ter inrichting van een fabriek aan den oever van den Waterweg bij Vlaardingen. De „Standard" meent dat indien deze toestemming wordt gegeven hier een groote Duitsche fabrieksin- riehting zal ontstaan die in tijd van oorlog voor de reparatie vrfn. oorlogschepen van groote waarde zal zijn, terwijl de Nederlandsche regeering dan onmoge lijk in staat zal zijn de onzijdigheid te handhaven. Daarom, zegt de „Standard" moet de Nederlandsche regeering niet toegeven en zorg dragen dat zij de con trole langs den Waterweg volkomen in handen houdt. De dwaasheid van dit bericht valt in het oog, tee kent het Alg. Handelsbl. hierbij aan. Wanneer eenige maatschappij'in Nederland een fabriek of een werk plaats oprichten wil, staat haar dat volkomen vrij en is het niet van het minste belang of het een Ameri- kaansche, een Duitsche of een Engelsche maatschap pij is. In den aanleg van een haven moet ons Depar tement van Waterstaat gekend worden, doch het zijn uitsluitend technische redenen die op de beslissing invloed oefenen, redenen die geheel gelijk staan wan neer Nederlanders het wenschen en wanneer b.v. de American Oil Co. haar petroleum tankschepen een ha ven wil bezorgen. Dat een Nederlandsch minister zou gedoogen dat „pressie" werd geoefend op een te nemen beslissing, achten wij uitgesloten evenzeer achten wij het on denkbaar, dat een Duitsche gezant op zulk een be slissing pressie zou trachten te oefenen. Het is ook volkomen onjuist, dat controle of hand haven van onzijdigheid of het voorkomen van repara tie van vreemde oorlogsschepen of welk ander onge- wenscht gebruik van een in een Nederlandsche haven aanwezige fabriek of werf, moeilijker zou zijn, wan neer de eigenaars van de fabriek in Duitschland wo nen, dan wanneer het Hollanders zijn. De Nederland sche regeering heeft in beide gevallen geheel dezelfde rechten, geheel dezelfde gelegenheid tot onderzoek. En indien de Nederlandsche regeering de onzijdigheid niet kan handhaven, omdat een der werven en ha ventjes aan den Maasmond een Duitschen eigenaar heeft, kan zij het ook niet als die eigenaar een Neder lander is. Het eenige belangrijke in het bericht is het feit, dat een blad als de Standard zulke bakerpraatjes zijn lezers voorzet. KAMERVERKIEZINGEN. Daar dr. De Visser voor de voorloopige candidatuur in het Kamerdistrict Zutphen heeft bedankt, heeft, schrijft de Ned., de districtsvereeniging aldaar, als lichten op. Eep paar seconden later liep hij met don derend geweld binnen. De lange rijen vensters waren verlicht. Een portier werd open gerukt, iemand duw de haar naar binnen. Klaar. Een schel gefluit en de sneltrein stoomde verder. Zij viel op de bank neer. Haar hart klopt onstuimig. Zij had tweede klasse ge nomen om in een damescoupé te kunnen zitten. Be halve haar was er maar één dame in de coupé. Het was een donkere, regenachtige avond na een warmen dag. De trein stampte, ratelde, rolde. Zij staarde door het raam.. Beneden haar schenen de rails voorbij te vliegen, de telegraafpalen dansten. Meren en rivieren glinsterden, donkere bosschen trok ken voorbij, bruggen dreunden, waaronder de reusach tige schaduw van den trein met zijn verlichte ramen spookachtig in het water voorbij gleed. Nu en dan vertraagde de trein zijn gang, liep in gematigder tem po door een stad of een plaatsje; op de sober verlichte perrons stonden groepjes menschen, die de voorbij glijdende vurige slang nakeken. De sneltrein suisde als onwillig verder. Treinen kwamen hen tégen, die van de verte uit gilden hun dreunend: TTit den weg! Zij joegen elkaar rakelings voorbij, het werd een paa> minuten helder. En dan weer eenzaamheid, duister nis, niets dan de voorbijvliegende rails van andere banen, waarop het. licht van locomotief en wagens viel. Nu moest zij er spoedig zijn. Zij waren het voor laatste station voorbij gestoomd. De lichten van een grootere stad doken op, vage omtrekken van daken eri torens. Roode, géle en groene lichten kropen op de rails rond, ijzeren bruggen schokten. Na enkele rni- huten liep de sneltrein binnen. Drie minuten. Zij kon zonder haast uitstappen. Er waren slechts weinig menschen. Hoe moest zij INSPECTIES OP DE LICHAMELIJKE OP VOEDING. Bij Kou. besl. is,'met ingang van 1 Juni ingesteld eene inspectie op de lichamelijke opvoeding. Voor dit toezicht is het Rijk verdeeld in drie in spectiën, zoodanig, dat de eerste inspectie zal bevat,ten de prov. Noord-Brabant, Gelderland en Limburg; d# tweede inspectie de prov. Zuid-Holland, Noord-Hol land, Zeeland en Utrecht; de derde inspectie de prov. Friesland, Overijssel, Groningen en Drenthe. De inspecteur in de eerste inspectie zal zijne woon plaats hebben te 's-Hertogenbosch, de inspecteur in de tweede inspectie te 's-Gravpnhage, de inspecteur in de derde inspectie te Zwolle. Benoemd zijn tot inspecteur van de lichamelijk^ op voeding: in de eerste inspectie, W. H. Nijstei', - te Maastricht, met gelijkt, toekenning van eervol ontslag als ond. bij de Rijkskweekschool voor ond. te Maas tricht; in de tweede inspectie, H. J. Balfooï-t, té 's-Gravenhage, en in de derde inspectie M. E. Graaf land, te 's-Gravenhage. Gemengd nlenwn. KARDINAAL VAN ROSSUM. Omtrent het aanstaande bezoek van Kardinaal Van Rossum aan ons land, meldt De Tijd het volgende: Z. Em. zal tegen het einde van Juni uit Rome vertrek ken, en komt hoogstwaarschijnlijk Zaterdag 5 Juli in Amsterdam aan. Zondag 6 Juli zal hij dan, daartoe uitgenoodigd 'do*» de gezamenlijke Directeurs Van de zes mannenafdeelingen der H. Familie te Amsterdam een plechtige feestvergadering der Broederschap ko men bijwonen. Déze feestvergadering zal gehouden worden in de St.. Willebrorduskerk (aan den Amstel- dijk) des avonds tegen 7 uur, en is toegankelijk uit sluitend voor mannen en jongelingen. Aan ieder van de leden der II. Familie zal een introductiekaart wor den verstrekt, zoodat daardoor ongeveer 5000 mannen en jongelingen bij de huldiging van onzen Hollimd- schen Kardinaal zullen tegenwoordig zijn. Een koor van 250 zangers, samengesteld uit verschillende kerk koren der stad, zal bij die gelegenheid de feestelijk heid door gezangen opluisteren. Het belooft een grootsche feestviering te zullen worden. PLAN 1913. Verschenen is het eerste nummer van het bulletin der centrale commissie voor „Plan 1913." Voor de vreemdelingen, die geen Nederlandsch verstaan heeft de centrale commissie een bulletin doen samenstellen, waarin op zeer beknopte wijze in het Duitsch, En- gelsch en Fransch de tentoonstellingen en andere feestelijkheden, die voor vreemdelingen van belang zijn, worden vermeld.* Dit bulletin wordt aan de vreemdelingen, die ons land bezoeken, gratis aangeboden. Behalve een lijst der plaatselijke plannen, bevat het de adressen der bu reaux voor huisvesting, een munttafel, nuttige wen ken en een causerie van den heer Jan Feith, die met. den heer Pierre Long voor do redactie zorg draagt. Daar het bulletin bedoeld is, om de aandacht te ves tigen op het geheele land, is de driekleur voor derft omslag gekozen. BRANDSTICHTING. In verband met den brand in de woning van den heer von Glahn in de Vossiusstraat te Amsterdam-, waarvan we gisteren melding maakten, heeft, naar de Tel. meldt, de justitie met den uit Zandvoort overge komen heer von Glahn onderzocht, wat de inbrekers hebben ontvreemd. Het nauwkeurig onderzoek heeft uitgewezen, dat geen enkel voorwerp van eenige waar de ontvreemd en een bedrag van hoogstens acht gul den in geld verdweiïen is. Justitie en politie staan voor een hoogst raadsel achtig geval. Er lag een vrij groote voorraad huis- houdzilver in het buffet voor het grijpen, want, geen der laden was afgesloten, toch is geen stuk er van ontvreemd. Wanneer werkelijk inbrekers hun slag hadden wil len slaan, zouden zij in alle kalmte hebben kunnen „werken," want er was wel een en ander voor hunne gading voorhanden. Dat dan daarna door de daders brand zou zijn gesticht om de sporen der misdaad uit te wissehen, is hoogst onwaarschijnlijk. Nu echter zoo goed als niets blijkt ontvreemd te zijn, wordt de zaak er niet minder geheimzinnig door. Eenig ver- ris causa benoemd", hij glimlachte weer, „en die eere graad is bij de medicijnen niet zoo goedkoop als bij andere faculteiten." Op het plein voor het stationsgebouw stond een lichte dogcart. Eon kruier hield den mooien kleinen vos bij den teugel. «Holla Petersen „Jawel, dokter." De geneesheer hielp haar op de hooge bank en het volgende oogenblik zat hij aan haar rechterzij. Hij mende zelf. De hoefslagen klapperden op de stille straten; alles was haar als een droom. Zij reden over een paar pleinen, over een brug tusschen groen, ho ven oen diep gelegen gracht. De huizen werden klei ner, stonden meer afzonderlijk. Het rijtuig kwam op don rijweg. Men scheen in die streek solide te leven. Zelfs in de stad waren maar enkele menschen te zien. De vermoeidheid dreigde haar een oogenblik te machtig te worden. Maar de opwinding hield haar weer op. Zij had haar gedachten noodig. T)e groote wog strekte zichschemerachtig wit voor hen uit. Het scheen hier geregend te hebben, alles was frisch. Het landschap was eentonig. Dennen, heide, liier en daar een poel, een stroompje. Na ongeveer een kwartier gereden te hebben kwa men zij in do vlakte. Een kleine kolonie in het groen verscholen lag voor hen. Een paar honden sloegen aan. Een poort word open gestooten. Het rijtuig rolde over een geplaveide binnenplaats, die door een ijzeren lantaarn verlicht werd. Zij waren op de plaats van bestemming. Voor een met klimop begroeid huis stond een be jaarde vrouw met een wit boezelaar. Zij nam Antoi nette de tasch af en stiet de witte voordeur open. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1