DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
V1CKERS CAR,
No 117
Honderd en vijftiende Jaargang.
1918
VRIJDAG 23 MEI
FEUILLETON.
Kapitein Dodèro.
Internationale Politie.
bTn N E NUATiü^
fi f
Verordeningen op het heffen
en invorderen van begrafenis
rechten.
STIKKEL, OLIJ en TEN ZELDAM,
ALKMAARSCHE COURANT.
■i- -:Jé
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar, No. 411, is opgenomen het
besluit van den Raad dier gemeente van 19 Februari
1913, waarbij zjjn vastgesteld
Welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende
drie maanden ter Gemeente-Seeretarie ter lezing zijn
nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.22i/s
in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 22 Mei 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JAN DE WIT Dz, Voorzitter,
10. Burgemeester.
DONATH. Secrotaris.
ALKMAAR, 23 Mei.
In den Haag is een belangrijke vergadering gehou
den van vredesvrienden. Het gold een debat over het
bekende, pittige, levendige boek van den heer prof.
mr. C. van Vollenhoven „De Eendracht van het
Land," of liever over het daarin ontwikkelde denk
beeld, de instelling van een internationale politie
macht, om daardoor oorlogen te voorkomen.
De schrijver was zelf het eerst aan het w-oord. Hij
gaf enkel een korte inleiding van het plan, waarin hij
aan Nederland het initiatief heeft toegedacht.
De eerste opponent was de heer prof. Struycken, die
niet geloofde, dat de wereldorde zich schikken zal
naar het plan-Vollenhove.
Het uitgangspunt van het plan is recht, rechtspraak
en rechtsdwang. Inderdaad daarin heeft de inlei
der gelijk is de Staat ontstaan uit dwang, geweld,'
want door de centrale macht kwam het geordend ge
zag, maar. dat geweld was geen dwang tot hand
having van gezag, doch daarentegen juist een dwang
tot rechtsverkrachting.
Men neme dus die ontwikkeling niet ten voorbeeld,
wanneer men juist de kleine staten oproept, het initi
atief te nemen tot het imiteeren daarvan; zij zouden
hun eigen graf delven. De kleinere staten ontstonden
trouwens juist niet uit dwang en geweld, doch uit
het inzicht van gemeenschappelijk belang, van ge
meenschappelijke gedachten.
De inleider heriep zich op de bevoegdheid tot
rechtsdwang die het centraal gezag in den tijd van
onze republiek had tegenover de gewesten. Maar toen
eens werd gepoogd op sommige groote koopsteden dat
recht toe te passen, weigerden de grootste eenvoudig,
en de eenige die toegaf, n.l. Dordrecht, ondervond de
represailles van de Zeeuwen, wier belangen daardoor
gesehonden waren.
Zóó zal het ook gaan met de internationale vloot;
de machtige staten zullen niet gehoorzamen, de klei-
ne,die wel gehoorzamen, hebben wraak te duchten.
Hoezeer tractaten nu telkens worden gesehonden,
hetgeen door geweld wordt gewroken, en hoezeer dit
door juristen moge worden bejammerd, het zal voor
eerst wel onvermijdelijk blijven.
De redenaar wees ook hierop. Juist hetgeen de in
ternationale vloot in de eerste plaats met geweld
moet handhaven, n.l. de eerbiediging van de arbitrage-
uitspraken, dat wordt nu al stiptelijk nageleefd door
de staten zelve, zelfs al gelooft men, dat de uitspraak
ten eenenmale onjuist was (de Alabama-quaestie).
Prof. v. Y. noemde in zijn werkje één voorbeeld van
niet gehoorzamen: het geval tusschen Venezuela en
Peru
Doch dit zijn landen, waar ook het biunenlandsch
recht niet veel zaaks is. Voor kwesties tusschen zulk
soort landen heeft de redenaar geen kanonschot, laat
staan het leven van een Nederlandscli matroos over.
Tusschen beschaafde staten worden ook de neutra-
liteitsregelen rigoureus geëerbiedigd en onbeschaafde
landen moet men toch waarlijk niet trachten te be
schaven met de kanonskogels van de internationale
vloot.
Men kan trouwens aan elke neutralieteiseerbiedi-
ging ontkomen door eenvoudig den neutralen staat
den oorlog te verklaren.
Zoo hebben reeds Japan en Rusland heel eenvoudig
China's neutraliteit geschonden doch dan ook China
voor de keus gesteld öf dit te dulden, of zelf te moe
ten meevechten.
Door niets is dus aangetoond, dat de neutraliteits-
handhaving door dwang noodig is en ook niet, dat de
verdere ontwikkeling van het internationale leven tot
die noodzakelijkheid zal leiden.
Inmiddels ontwijde men niet juist het. doordringend
rechtsbesef, ook ten aanzien van internationale zaken,
door weer nieuw geweld, nieuwen oorlog, die toch ook
brengt verwoesting en ellende, ook hartstochten wekt.
Men geeft hierdoor juist aan het geweld een wij
ding, die het niet toekomt.
En in weerwil van dat alles kan toch, zooals gezegd,
die internationale vloot op niets anders berusten op
haar best dan op het billijkheids- en rechtsbesef van
de volkeren.
Wordt het internationale recht dan minder goed ge
handhaafd, dan blijve dit voorloopig maar zoo, totdat
het rechtsbesef zelf beter en sterker is geworden en
afhouden zal van reehtsschennis.
De ontwikkeling van de vreedzame, internationale
cultuur, niet de „strijdende vrede," evenmin als de
„lijdende" vrede, kan de schepping van het internati
onalisme brengen.
Dr. Easton.. de hoofdredacteur van het N. v. d. Dag
achtte het woord „politie" verkeerd gekozen.
Het gebruik van het woord van „politie" acht hij in
het verband verkeerd. Een politie kan werken als
kleine georganiseerde macht te midden van een onge
organiseerde menigte van millioenen individuen. De
„politie" tusschen staten zou maar met zeer enkelen
te maken hebben. Daardoor gaat elke vergelijking z.i.
verloren.
De heer van Vollenhove verdedigde zijn plan. Hij
zeide allerminst stemming te willen maken voor een
wereldstatenbond.
Wat liet verwijt betreft, dat hij ingaat tegen de or
de, volgens welke de staten vanzelf zullen komen naar
de plaats waar spr. ze door zachten dwang wil hebben,
noemde hij den naam van Filips den Goede, die door
dwang de verschillende deelen van Nederland tot een
groot vast- geheel vereenigde. Ook de bewering, dat
men hier te maken heeft niet met een vraagstuk van
mechanica, maar van ethica is niet juist. Door mecha
nica moet men juist tot de ethica komen. Er moet ge
loof in de organisatie ontstaan, want zoolang dat ge-
lcof ontbreekt, zullen daden van geweld tot behoud
van eigen voordeel blijven voorkomen.
Daarom is iedere kruimel organisatie, iedere krui
mel politie, die men in het volkenrecht invoert, een
bijdrage tot het bereiken van het einddoel.
Invoering van de politie zal moeten wachten op co
dificatie van het recht, maar behoeft niet te wachten,
totdat deze. codificatie voltooid is.
Prof. Struycken zeide, dat een staat schending van
de neutraliteit kan voorkomen door oorlogverklaren,
maar indien men dit als juist aanneemt, waarvoor die
nen dan de Vredesconferenties? Bij tractaten wordt
zelfs meer dan eens een verhouding bij een eventuee-
len oorlogstoestand geregeld, en dat kan, omdat oor
logen tegenwoordig niet meer spontaan ontstaan,
maar na koel diplomatiek overleg, en alleen om le
vensbelangen begonnen worden. Zou dit belang nu
ook niet dodï derden beoordeeld en zoo de oorlog
voorkomen kunnen worden? Zeker, het kan nog voor
komen, dat een oorlog geen rekening doet houden,
Novsll© van
ANTON GIULIO BARRILI.
6) o
Maar helaas! hoe mooier het eiland was hoe moei
lijker wij er konden landen. Toen de boot in den na
middag op kleinen afstand kwam van wat wij voor 'n
strand hadden gehouden, zagen wij tot onze niet ge
ringe ontsteltenis, dat het een lange rij rotsen was,
sommige even boven water uitstekende, waar de zee
met een geweldige branding tegenaan sloeg en waar
onze arme boot als een notedopje op neergesmeten
zou worden als wij ons verder durfden te wagen. Wat
te doen? Om de gevaarlijke rotsen heen te roeien was
niet mogelijk, want hun spitsen en de enorme schuim-
massa s die er tegen opspatten, verhinderden ons te
zle^7 waar "he rotsen eindigden.
besloten dus heel voorzichtig te naderen, stre-
en het zeil en hielden ons klaar om achteruit te
roeien als het noodig was.
0 hadden buiten den stroom gerekend die daar
zeer s erk was. En de wind begon ons ook tegen te
werken, zoodat de kracht van onze armen, die wat
eff' Was £eweeBb door de enkele droppels
ewqn, ons nu begaf en de boot dreef met groote
vaart terug.
®ckuimde.n als spiralen de hoogte in en
nio-p mrvfcT- a schuwelÜk geraas tegen de rotsen, wei
toe nn Vn rVai4 °nS a^* ^k schreeuwde mijn mannen
bii zKn kik k°e^e t6 Z;m: ik pakte den armen APoll°
bu zqn halsband en trok hem van onder de bank uit,
vervolgens gooide ik mijn sextant en andere voorwer
pen in de beschuitton, die ik, om haar droog te hou
den, boven mijn hoofd hield. Maar het was te laat.
Een reusachtige golf hief de boot op, en smeet die te
gen de rotsen, waar ze ondersteboven werd geworpen,
met het voorschip half buiten water. -En hetzij het
toeval me hielp, of dat mijn goede Apollo voor mij
zorgde, een feit is het dat ik niet de prooi van de vis-
schen werd, en toen ik weer uit de verdooving ont
waakte, bevond ik me half zittend, half liggend tus
schen twee rotsen in, waarop de golfslag onophoude
lijk het groenachtige gras bevochtigde, en dat glad en
glibberig maakte, zoodat het minder prettig was om
bet aan te raken. Die opmerking maakte ik toen ze
ker niet; integendeel, mijn eerste gedachte zoodra ik
de oogen weer opende was om mij aan de puntige
armleuningen van mijn ongewonen stoel zoo stevig
mogelijk vast te klampen. Apollo stond naast me en
blafte zoo bard hij kon in allerlei toonaarden en hield
slechts af en toe op om mij zijn snuit' toe te steken,
vriendelijk te janken en de bloedende kneuzingen op
mijn armen en op mijn borst te likken. Mijn eerste
gedachte was die van oneindige dankbaarheid jegens
den armen hond, die mij zoo royaal had beloond voor
ue weldaad hem eenige dagen geleden bewezen. Ik
trachtte op te staan en bemerkte met onuitsprekelijke
\ieugde, dat ik niets had gebroken en al zat ik vol
blauwe plekken, niet erg gewond was. Maar helaas,
toen ik recht overeind was gekrabbeld, kwamen mij
weldra mijn arme lotgenooten in de gedachte en ik
overdacht met ontzetting boe ernstig het verlies was.
V an de zeven matrozen die met mij in de boot waren,
lagen maar twee, gewond, op de rotsen, een derde
worstelde met de golven, die hem naar de rotsen dre
ven en hem telkens weer terug sloegen. Dezen wilde ik
trachten te redden en ik was zoo gelukkig hem bij
een arm te pakken en op mijn rots t© trekken. Maar
met eene reeds gesloten overeenkomst, maar deze oor
log-en zijn uitzonderingen. Men beroept zich op den
Balkan-oorlog, maar dat voorbeeld is niet juist. De
oorlog ontstond door het niet handhaven van tracta
ten, welke jaren geleden gesloten werden. Bij het
verhoeden van oorlogen beginne men ook niet met in
gewikkelde gevallen, maar met eenvoudige; de arbi
trage deed dat ook.
Ten slotte kwam spr. tot de slotsom, dat Vredescon
ferenties haar doel zouden verliezen, als niet nu of in
do toekomst vaststond, dat de overeenkomsten ge
handhaafd kunnen worden. Spr. ontkende, dat het
internationale lichaam, dat de vloot zal moeten uit
zenden, een gevaar zou worden voor den vrede. Wat
voor belang zou het lichaam erbij hebben, het be-
stnando recht niet te handhaven? Mocht Nederland
de hand uitsteken naar het onderwerp, dat spr. zoo*
zeer aan 't harte ligt, dan gaat de natie een tijd van
opoffering tegemoet, maar ze vergete niet, dat ze dan
niets méér doet dan baar schuld betalen aan do man
nen van het vorig geslacht, die door hun werken Ne
derland gemaakt hebben tot wat het thans is.
Langdurig applaus volgde op deze woorden, waarna
de vergadering gesloten werd.
GemengJ nieuws.
LEZING-DRION.
Gisteravond trad in het café „de Rustende Jager"
te Heilo als spreker op de heer F. J. W. Drion, secre
taris van den Bond van Vrije Liberalen met het on
derwerp: „Waarom de candidaat der concentratie ge
kozen moetl"
Nadat namens het bestuur der liberale kiesvereeni-
ging „Vrijheid door orde" de heer ds. Eilerts de Haan,
de vergadering had geopend, begon de spreker met de
redenen uiteen te zetten, waarom men niet op den
candidaat van rechts moet stemmen. Van rechts ge
bruikt men tal van valsche leuzen. Daar is vooral de
leuze: „Voor of tegen den Christus," door ds. Wisse
te Utrecht aldus geformuleerd: het gaat om de be
storming der altaren, tegen Golgotha. Van Christelij
ke zijde zelf begint men in to zien, dat die leuze
valsch en gevaarlijk is. Mr. van Laar is in naam
van den Christus tegen de coalitie, ds. de Visser ver
klaart de leuze onwaar en nadeelig voor de politiek,
de nationale eenheid en het Christendom. De golven
van verzet gaan hoe langer hoe hooger op ds. van
Hoogenhuyze schreef een schitterenden open brief
aan ds. de Visser welke een ware conscientie-kreet is.
Er is gevormd een vereeniging van orthodoxe pro-
testantsche kiezers, die tegen de coalitie wil optrek
ken. Het spreekt wel van zelf, dat de rechterzijde de
leuze nu vooral niet prijs geeft, maar haar valschheid
is voldoende gebleken.
Een andere leuze was,'dat het Christelijk bewind
zou voorzien in de sociale nooden, omdat de Christe-
lijken, stoelende op één geloof, zooveel meer warmte
en liefde voor do medemenschen hebben. De reg. is lan
ger aan het bewind geweest dan één kabinet sinds
1848, de meerderheid in de Kamers was zoo groot als
nooit te voren, en toch is er van uit de coalitie zelf de
scherpste critiek uitgeoefend op minister Talma. Om
de beloften toch maar te vervullen, heeft men veel
Kamerleden van rechts moeten bewegen voor de wet
ten te stemmen, waar zij feitelijk tegen zijn. Men
spreekt wel over obstructie, maar dr. Kuyper heeft
zelf eenige dagen geleden erkend, dat het verschil van
inzichten over do sociale wetgeving de oorzaak is,
dat men tenslotte op het laatste oogenblik alles heeft
moeten afdoen.
Ten opzichte van de afschaffing der loterij, de Zon
dagsheiliging', de vaccine heeft het. kabinet niets ge
daan, ja, de inentingen zijn zelfs verscherpt in-
plaats van 2 zijn er 6 insnijdingen gekomen, hetgeen
bewijst, hoe men van rechts de kiezers met valsche
leuzen tracht te bewerken.
De rechterzijde erkent zelf, dat de vierjarige perio
de van dit kabinet geenszins een krachtig bewind ia
geweest.
Spreker kwam thans tot de schoolkwestie. Van
links denkt niemand er aan, de subsidies voor de bij
zondere school in te trekken, al zou het misschien
niet overbodig zijn eens na te gaan, waar die subsidies
blijven mr. Tydeman heeft er in de Kamer op ge
wezen, dat er subsidies komen ten voordeele van de K.
K. kerk. De rechterzijde wil echter de bijzondere
school van staats- en gemeentewege doen betalen en
de vier anderen? Ze waren verdwenen, die geduldige
kerels, die met ons al onze vermoeienissen, al onze
gevaren hadden gedeéld en met hen was ook de boots
man verdwenen, do man van het „profundis" en van
ue treurige voorspellingen van den „Vliegenden Hol
lander". liet treurige einde van kapitein Fantasia en
van de mannen, die met hem in de sloep waren, had
den mij al tot tranen geroerd; maar ik had mij moe
ten inhouden, om aan de matrozen het goede voor
beeld te geven. Daar op de rotsen door een nieuwe
ramp overvallen, barstte ik uit in. bitter weenen en ik
weende ook over het treurige lot van de overgebleve
nen. Van de sterke bemanning van de „Stella del
mare" bleef niets over dan vier verzwakte, door den
honger uitgeputte lichamen, neergesmeten op 'n rots,
midden in den Grooten Oceaan. Wie van hen waren
op dat oogenblik het meest te beklagen? De dooden
of wij
De zon zou wéldra ondergaan. Er was geen tijd. te
verliezen; ik bekeek aandachtig de keten van rotsen,
waarop we stonden en ik merkte hoe ze parallel liep
met het strand van het eiland, waarvan ze misschien
op een mijl afstand was. Het strand dat ik in de
verte zag, en de heuvels van het eiland, deden me aan
een oase, aan een aardsch paradijs denken, terwijl de
rotsenketen, die op vele punten door de zee was on
derbroken, zoo kaal als een hand scheen. Ik dacht
dus dat het niet verstandig zou zijn om daar te blij
ven, waar we. al was het eiland bewoond, toch door
niemand kondeu gezien worden; ook was er geen
drinken, geen eten to krijgen. Mijn plan was dus om
naar het land te gaan en zoodra dit vaststond, moest
het ook dadelijk uitgevoerd worden. We waren wel
half, maar nog niet lieelemaal dood; en het was beter,
niet op de rotsen te sterven, maar op het strand, bij
een bron, die we zeker zouden aantreffen tusschen die
dichtbegroeide hoornen, die we in de verte zagen.
4 cylinder, 14.4 H. P., twee-persoons torped».
Het wonder Tan Engeland.
Importeurs voor geheel Nederland
„Kexmemer Aatogarage'% Telef. 146,
IIKlIiiB.
de lagere school doen verdwijnen. Geschiedt dit
d. w. z. wordt de school gebracht in naam onder in
vloed der ouders, in werkelijkheid onder den invloed
van pastoors en kapelaans dan zal dit noodzakelijk
een belangrijke inzinking van het volksonderwijs ten
gevolge hebben. Geschiedt dit, dan krijgt niet alleen
ouze geestelijke ontwikkeling, maar ook onze wel
vaart een grooten knak. De meeningen der onderwijzers
zullen worden onderdrukt, de vrije ontwikkeling van
den geest van het kind zal in gevaar gebracht worden,
tal van ouders zullen gedwongen worden hun kinderen
naar een bepaalde school te zenden.
Wat de Tariefwet betreft, er is geen twijfel aan,
of verschillende artikelen zullen daardoor in niet
geringe mate in prijs verhoogd worden. Dr. van Laar
heeft berekend, dat dit voor arbeiders een meerdere
uitgave van 10 per jaar zou zijn. Blijft het kabinet,
dan wordt deze belasting op de kleine luyden geheven.
Zij is reactionnair, zij gaat regelrecht tegen de belas*
tingpolitiek der vrijzinnigen in, zij wordt niet gehe
ven naar draagkracht. Sommige bedrijven zullen in
gunstiger conditie komen, doch daarmee is niet ge
zegd, dat de loonen verhoogd zullen worden. En tal
van bloeiende bedrijven zullen door de tariefwet er op
achteruitgaan, en het zou wel kunnen gebeuren, dat
de arbeiders daarvan in de eerste plaats de dupe
werden.
Een ander gevaar is de toenemende invloed van Ro
me in ons land, die zich langzamerhand uitbreidt. Mi
nister Regout wenschte meerdere aanstelling van R.
K. postambtenaren, in alle colleges komen meerdere
R. Katholieken ook in de rechtbanken, hetgeen ge
vaarlijk is in verband met het bekende motu proprio,
men heeft een R. K. Kamerpresident, men heeft een
R. K. directeur-generaal bij de post. Ook de aanma
tiging der Roomsch Katholieken stijgt, bewijze het
optreden van sprekers als de heeren Van Best en Van
Wijnbergen. Volgens den laatste stemt al het canaille
links. In Noord-Brabant en Limburg hebben echter
de bier- en jeneververkiezingen plaats. En ten op
zichte van de misdaden staan de R. K. ver boven de
Protestanten.
De statistiek leert dat in ons land op de 100.000 in
woners bij 15 protestanten misdrijven tegen de eer
baarheid voorkomen tegen 30 bij katholieken, ten op
zichte van zedemisdrijven zijn deze getallen 23 tegen
28, mishandeling 601 tegen 811, moord 13 tegen 25,
diefstal 301 tegen 402, gekwalif. diefstal 159 tegen
192, strooperij 101 tegen 179, oplichting 21 tegen 21,
beling 16 tegen 25, vernieling 142 tegen 179, bedelarij
311 tegen 354.
Bedoelde de heer v. Wijnbergen met „canaille" men-
schen die vrijheid van denken, spreken, consciëntie en
drukpers voorstaan, ja dan heeft hij gelijk en dan is
„canaille" een ecrenaam.
Rome kan niet toestaan, de vrijheden, waarvoor wij
in ons land hebben gestreden en die wij lief hebben.
Gaat het zoo door, dan komt er een tijd, dat er van
al die vrijheden niets meer overblijft.
Hierna behandelde de spreker de vraag, waarom
niet gestemd moet worden op een sociaal-democraat.
Hij stelde op den voorgrond, dat hij niet bedoelde de
herstemmingen, welke een stemmenruil betreft, een
correctie van het gebrekkige kiesstelsel. Dat gebeurt
in allo landen in Beieren bijv. werken katholieken
en sociaal-democraten dan samen.
Een diep principieel verschil bestaat er tusschen
vrijzinnigen en sociaal-democraten: de klove van het
privaat bezit scheidt beiden. Gaan soe.-dem. den boer
op, dan spreken ze bij voorkeur liever niet over de af
schaffing van het. privaat bezit. Een ander princi
pieel verschil is d-e klassenstrijd. Verschillende soci
aal-democraten uit het buitenland komen echter ook
op den klassenstrijd terug.
De sociaal-democratische partij kan ook geen po
litieke verantwoordelijkheid dragen. Zij kan het niet
om haar revolutionnair karakter, zij kan het niet,
omdat zij in het stellen van haar eiscben veel te hoog
M"""—fp—mmmmm«w—W
liet plan beviel mijn kameraden en de daad bij het
v oord voegende, ontdeden we ons van onze kleeren,
die we in een bundeltje bij elkaar pakten, (het was 'n
klein bundeltje na dien vreeselijken tocht) en we
zwommen naar de kust. Ik zag de ton, die vlak bij
mij dreef; mijn sextant, de passer, het kompas en mijn
zeekaart; en al die schatten waren met me mee op de
rotsen geslagen. Apollo volgde dadelijk mijn voor
beeld en hij was de eerste die het eenzame strand be
reikte, waar hij bleef staan om ons met teekenen van
het grootste ongeduld eu van vreugde te verwelko
men.
Toen we daar eenmaal waren aangekomen, gingen
wij op het strand liggen, vrooïijk of terneergeslagen,
ik weet het niet meer, we staarden naar die woeste
zee, die ons zoo mishandeld had en tot, zoo'n klein
troepje had gemaakt.
Het eiland, waarop het lot ons had neergeworpen,
was inderdaad zeer mooi; we zagen een prachtige
groene vallei, die zich vernauwde en eindigde in een
zeer hoogen borg, die zijn top in do wolken verschool,
waarschijnlijk de krater van een uitgedoofde vulkaan,
zooals gemakkelijk te raden was I)e natuur had op
dat eiland vrij spel gehad en liet zich zoowel van haar
gunstigste als van haar ongunstigste zijde zien; van
den kalen steilen bergtop daalde men af in de prach
tige vallei vol heerlijk geboomte en rijken planten
groei. Van waar we waren aangeland strekte zich ecu
dal uit, niet groot, maar prachtig en geheel met plan
ten bedekt, waaronder we een soort riet opmerkten,
een mooi soort bamboe, de segovia-palm en den kokos
boom. Die gaf ons het voedsel, waaraan wij zoo'n
behoefte hadden, die deed ons tevens een mooie bron
ontdekken, waar we ons eens flink konden was.sehen
en waar we naai' hartelust gemakkelijk bp den grond
uitgestrekt onzen dorst konden lesschen.
(Wordt vervolgd).