DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. V1CKERS CAR, No 117 Honderd en vijftiende Jaargang. 1918 VRIJDAG 23 MEI FEUILLETON. Kapitein Dodèro. Internationale Politie. bTn N E NUATiü^ fi f Verordeningen op het heffen en invorderen van begrafenis rechten. STIKKEL, OLIJ en TEN ZELDAM, ALKMAARSCHE COURANT. ■i- -:Jé BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis dat in het Ge meenteblad van Alkmaar, No. 411, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente van 19 Februari 1913, waarbij zjjn vastgesteld Welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden ter Gemeente-Seeretarie ter lezing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van f 0.22i/s in afdruk zijn verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 22 Mei 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz, Voorzitter, 10. Burgemeester. DONATH. Secrotaris. ALKMAAR, 23 Mei. In den Haag is een belangrijke vergadering gehou den van vredesvrienden. Het gold een debat over het bekende, pittige, levendige boek van den heer prof. mr. C. van Vollenhoven „De Eendracht van het Land," of liever over het daarin ontwikkelde denk beeld, de instelling van een internationale politie macht, om daardoor oorlogen te voorkomen. De schrijver was zelf het eerst aan het w-oord. Hij gaf enkel een korte inleiding van het plan, waarin hij aan Nederland het initiatief heeft toegedacht. De eerste opponent was de heer prof. Struycken, die niet geloofde, dat de wereldorde zich schikken zal naar het plan-Vollenhove. Het uitgangspunt van het plan is recht, rechtspraak en rechtsdwang. Inderdaad daarin heeft de inlei der gelijk is de Staat ontstaan uit dwang, geweld,' want door de centrale macht kwam het geordend ge zag, maar. dat geweld was geen dwang tot hand having van gezag, doch daarentegen juist een dwang tot rechtsverkrachting. Men neme dus die ontwikkeling niet ten voorbeeld, wanneer men juist de kleine staten oproept, het initi atief te nemen tot het imiteeren daarvan; zij zouden hun eigen graf delven. De kleinere staten ontstonden trouwens juist niet uit dwang en geweld, doch uit het inzicht van gemeenschappelijk belang, van ge meenschappelijke gedachten. De inleider heriep zich op de bevoegdheid tot rechtsdwang die het centraal gezag in den tijd van onze republiek had tegenover de gewesten. Maar toen eens werd gepoogd op sommige groote koopsteden dat recht toe te passen, weigerden de grootste eenvoudig, en de eenige die toegaf, n.l. Dordrecht, ondervond de represailles van de Zeeuwen, wier belangen daardoor gesehonden waren. Zóó zal het ook gaan met de internationale vloot; de machtige staten zullen niet gehoorzamen, de klei- ne,die wel gehoorzamen, hebben wraak te duchten. Hoezeer tractaten nu telkens worden gesehonden, hetgeen door geweld wordt gewroken, en hoezeer dit door juristen moge worden bejammerd, het zal voor eerst wel onvermijdelijk blijven. De redenaar wees ook hierop. Juist hetgeen de in ternationale vloot in de eerste plaats met geweld moet handhaven, n.l. de eerbiediging van de arbitrage- uitspraken, dat wordt nu al stiptelijk nageleefd door de staten zelve, zelfs al gelooft men, dat de uitspraak ten eenenmale onjuist was (de Alabama-quaestie). Prof. v. Y. noemde in zijn werkje één voorbeeld van niet gehoorzamen: het geval tusschen Venezuela en Peru Doch dit zijn landen, waar ook het biunenlandsch recht niet veel zaaks is. Voor kwesties tusschen zulk soort landen heeft de redenaar geen kanonschot, laat staan het leven van een Nederlandscli matroos over. Tusschen beschaafde staten worden ook de neutra- liteitsregelen rigoureus geëerbiedigd en onbeschaafde landen moet men toch waarlijk niet trachten te be schaven met de kanonskogels van de internationale vloot. Men kan trouwens aan elke neutralieteiseerbiedi- ging ontkomen door eenvoudig den neutralen staat den oorlog te verklaren. Zoo hebben reeds Japan en Rusland heel eenvoudig China's neutraliteit geschonden doch dan ook China voor de keus gesteld öf dit te dulden, of zelf te moe ten meevechten. Door niets is dus aangetoond, dat de neutraliteits- handhaving door dwang noodig is en ook niet, dat de verdere ontwikkeling van het internationale leven tot die noodzakelijkheid zal leiden. Inmiddels ontwijde men niet juist het. doordringend rechtsbesef, ook ten aanzien van internationale zaken, door weer nieuw geweld, nieuwen oorlog, die toch ook brengt verwoesting en ellende, ook hartstochten wekt. Men geeft hierdoor juist aan het geweld een wij ding, die het niet toekomt. En in weerwil van dat alles kan toch, zooals gezegd, die internationale vloot op niets anders berusten op haar best dan op het billijkheids- en rechtsbesef van de volkeren. Wordt het internationale recht dan minder goed ge handhaafd, dan blijve dit voorloopig maar zoo, totdat het rechtsbesef zelf beter en sterker is geworden en afhouden zal van reehtsschennis. De ontwikkeling van de vreedzame, internationale cultuur, niet de „strijdende vrede," evenmin als de „lijdende" vrede, kan de schepping van het internati onalisme brengen. Dr. Easton.. de hoofdredacteur van het N. v. d. Dag achtte het woord „politie" verkeerd gekozen. Het gebruik van het woord van „politie" acht hij in het verband verkeerd. Een politie kan werken als kleine georganiseerde macht te midden van een onge organiseerde menigte van millioenen individuen. De „politie" tusschen staten zou maar met zeer enkelen te maken hebben. Daardoor gaat elke vergelijking z.i. verloren. De heer van Vollenhove verdedigde zijn plan. Hij zeide allerminst stemming te willen maken voor een wereldstatenbond. Wat liet verwijt betreft, dat hij ingaat tegen de or de, volgens welke de staten vanzelf zullen komen naar de plaats waar spr. ze door zachten dwang wil hebben, noemde hij den naam van Filips den Goede, die door dwang de verschillende deelen van Nederland tot een groot vast- geheel vereenigde. Ook de bewering, dat men hier te maken heeft niet met een vraagstuk van mechanica, maar van ethica is niet juist. Door mecha nica moet men juist tot de ethica komen. Er moet ge loof in de organisatie ontstaan, want zoolang dat ge- lcof ontbreekt, zullen daden van geweld tot behoud van eigen voordeel blijven voorkomen. Daarom is iedere kruimel organisatie, iedere krui mel politie, die men in het volkenrecht invoert, een bijdrage tot het bereiken van het einddoel. Invoering van de politie zal moeten wachten op co dificatie van het recht, maar behoeft niet te wachten, totdat deze. codificatie voltooid is. Prof. Struycken zeide, dat een staat schending van de neutraliteit kan voorkomen door oorlogverklaren, maar indien men dit als juist aanneemt, waarvoor die nen dan de Vredesconferenties? Bij tractaten wordt zelfs meer dan eens een verhouding bij een eventuee- len oorlogstoestand geregeld, en dat kan, omdat oor logen tegenwoordig niet meer spontaan ontstaan, maar na koel diplomatiek overleg, en alleen om le vensbelangen begonnen worden. Zou dit belang nu ook niet dodï derden beoordeeld en zoo de oorlog voorkomen kunnen worden? Zeker, het kan nog voor komen, dat een oorlog geen rekening doet houden, Novsll© van ANTON GIULIO BARRILI. 6) o Maar helaas! hoe mooier het eiland was hoe moei lijker wij er konden landen. Toen de boot in den na middag op kleinen afstand kwam van wat wij voor 'n strand hadden gehouden, zagen wij tot onze niet ge ringe ontsteltenis, dat het een lange rij rotsen was, sommige even boven water uitstekende, waar de zee met een geweldige branding tegenaan sloeg en waar onze arme boot als een notedopje op neergesmeten zou worden als wij ons verder durfden te wagen. Wat te doen? Om de gevaarlijke rotsen heen te roeien was niet mogelijk, want hun spitsen en de enorme schuim- massa s die er tegen opspatten, verhinderden ons te zle^7 waar "he rotsen eindigden. besloten dus heel voorzichtig te naderen, stre- en het zeil en hielden ons klaar om achteruit te roeien als het noodig was. 0 hadden buiten den stroom gerekend die daar zeer s erk was. En de wind begon ons ook tegen te werken, zoodat de kracht van onze armen, die wat eff' Was £eweeBb door de enkele droppels ewqn, ons nu begaf en de boot dreef met groote vaart terug. ®ckuimde.n als spiralen de hoogte in en nio-p mrvfcT- a schuwelÜk geraas tegen de rotsen, wei toe nn Vn rVai4 °nS a^* ^k schreeuwde mijn mannen bii zKn kik k°e^e t6 Z;m: ik pakte den armen APoll° bu zqn halsband en trok hem van onder de bank uit, vervolgens gooide ik mijn sextant en andere voorwer pen in de beschuitton, die ik, om haar droog te hou den, boven mijn hoofd hield. Maar het was te laat. Een reusachtige golf hief de boot op, en smeet die te gen de rotsen, waar ze ondersteboven werd geworpen, met het voorschip half buiten water. -En hetzij het toeval me hielp, of dat mijn goede Apollo voor mij zorgde, een feit is het dat ik niet de prooi van de vis- schen werd, en toen ik weer uit de verdooving ont waakte, bevond ik me half zittend, half liggend tus schen twee rotsen in, waarop de golfslag onophoude lijk het groenachtige gras bevochtigde, en dat glad en glibberig maakte, zoodat het minder prettig was om bet aan te raken. Die opmerking maakte ik toen ze ker niet; integendeel, mijn eerste gedachte zoodra ik de oogen weer opende was om mij aan de puntige armleuningen van mijn ongewonen stoel zoo stevig mogelijk vast te klampen. Apollo stond naast me en blafte zoo bard hij kon in allerlei toonaarden en hield slechts af en toe op om mij zijn snuit' toe te steken, vriendelijk te janken en de bloedende kneuzingen op mijn armen en op mijn borst te likken. Mijn eerste gedachte was die van oneindige dankbaarheid jegens den armen hond, die mij zoo royaal had beloond voor ue weldaad hem eenige dagen geleden bewezen. Ik trachtte op te staan en bemerkte met onuitsprekelijke \ieugde, dat ik niets had gebroken en al zat ik vol blauwe plekken, niet erg gewond was. Maar helaas, toen ik recht overeind was gekrabbeld, kwamen mij weldra mijn arme lotgenooten in de gedachte en ik overdacht met ontzetting boe ernstig het verlies was. V an de zeven matrozen die met mij in de boot waren, lagen maar twee, gewond, op de rotsen, een derde worstelde met de golven, die hem naar de rotsen dre ven en hem telkens weer terug sloegen. Dezen wilde ik trachten te redden en ik was zoo gelukkig hem bij een arm te pakken en op mijn rots t© trekken. Maar met eene reeds gesloten overeenkomst, maar deze oor log-en zijn uitzonderingen. Men beroept zich op den Balkan-oorlog, maar dat voorbeeld is niet juist. De oorlog ontstond door het niet handhaven van tracta ten, welke jaren geleden gesloten werden. Bij het verhoeden van oorlogen beginne men ook niet met in gewikkelde gevallen, maar met eenvoudige; de arbi trage deed dat ook. Ten slotte kwam spr. tot de slotsom, dat Vredescon ferenties haar doel zouden verliezen, als niet nu of in do toekomst vaststond, dat de overeenkomsten ge handhaafd kunnen worden. Spr. ontkende, dat het internationale lichaam, dat de vloot zal moeten uit zenden, een gevaar zou worden voor den vrede. Wat voor belang zou het lichaam erbij hebben, het be- stnando recht niet te handhaven? Mocht Nederland de hand uitsteken naar het onderwerp, dat spr. zoo* zeer aan 't harte ligt, dan gaat de natie een tijd van opoffering tegemoet, maar ze vergete niet, dat ze dan niets méér doet dan baar schuld betalen aan do man nen van het vorig geslacht, die door hun werken Ne derland gemaakt hebben tot wat het thans is. Langdurig applaus volgde op deze woorden, waarna de vergadering gesloten werd. GemengJ nieuws. LEZING-DRION. Gisteravond trad in het café „de Rustende Jager" te Heilo als spreker op de heer F. J. W. Drion, secre taris van den Bond van Vrije Liberalen met het on derwerp: „Waarom de candidaat der concentratie ge kozen moetl" Nadat namens het bestuur der liberale kiesvereeni- ging „Vrijheid door orde" de heer ds. Eilerts de Haan, de vergadering had geopend, begon de spreker met de redenen uiteen te zetten, waarom men niet op den candidaat van rechts moet stemmen. Van rechts ge bruikt men tal van valsche leuzen. Daar is vooral de leuze: „Voor of tegen den Christus," door ds. Wisse te Utrecht aldus geformuleerd: het gaat om de be storming der altaren, tegen Golgotha. Van Christelij ke zijde zelf begint men in to zien, dat die leuze valsch en gevaarlijk is. Mr. van Laar is in naam van den Christus tegen de coalitie, ds. de Visser ver klaart de leuze onwaar en nadeelig voor de politiek, de nationale eenheid en het Christendom. De golven van verzet gaan hoe langer hoe hooger op ds. van Hoogenhuyze schreef een schitterenden open brief aan ds. de Visser welke een ware conscientie-kreet is. Er is gevormd een vereeniging van orthodoxe pro- testantsche kiezers, die tegen de coalitie wil optrek ken. Het spreekt wel van zelf, dat de rechterzijde de leuze nu vooral niet prijs geeft, maar haar valschheid is voldoende gebleken. Een andere leuze was,'dat het Christelijk bewind zou voorzien in de sociale nooden, omdat de Christe- lijken, stoelende op één geloof, zooveel meer warmte en liefde voor do medemenschen hebben. De reg. is lan ger aan het bewind geweest dan één kabinet sinds 1848, de meerderheid in de Kamers was zoo groot als nooit te voren, en toch is er van uit de coalitie zelf de scherpste critiek uitgeoefend op minister Talma. Om de beloften toch maar te vervullen, heeft men veel Kamerleden van rechts moeten bewegen voor de wet ten te stemmen, waar zij feitelijk tegen zijn. Men spreekt wel over obstructie, maar dr. Kuyper heeft zelf eenige dagen geleden erkend, dat het verschil van inzichten over do sociale wetgeving de oorzaak is, dat men tenslotte op het laatste oogenblik alles heeft moeten afdoen. Ten opzichte van de afschaffing der loterij, de Zon dagsheiliging', de vaccine heeft het. kabinet niets ge daan, ja, de inentingen zijn zelfs verscherpt in- plaats van 2 zijn er 6 insnijdingen gekomen, hetgeen bewijst, hoe men van rechts de kiezers met valsche leuzen tracht te bewerken. De rechterzijde erkent zelf, dat de vierjarige perio de van dit kabinet geenszins een krachtig bewind ia geweest. Spreker kwam thans tot de schoolkwestie. Van links denkt niemand er aan, de subsidies voor de bij zondere school in te trekken, al zou het misschien niet overbodig zijn eens na te gaan, waar die subsidies blijven mr. Tydeman heeft er in de Kamer op ge wezen, dat er subsidies komen ten voordeele van de K. K. kerk. De rechterzijde wil echter de bijzondere school van staats- en gemeentewege doen betalen en de vier anderen? Ze waren verdwenen, die geduldige kerels, die met ons al onze vermoeienissen, al onze gevaren hadden gedeéld en met hen was ook de boots man verdwenen, do man van het „profundis" en van ue treurige voorspellingen van den „Vliegenden Hol lander". liet treurige einde van kapitein Fantasia en van de mannen, die met hem in de sloep waren, had den mij al tot tranen geroerd; maar ik had mij moe ten inhouden, om aan de matrozen het goede voor beeld te geven. Daar op de rotsen door een nieuwe ramp overvallen, barstte ik uit in. bitter weenen en ik weende ook over het treurige lot van de overgebleve nen. Van de sterke bemanning van de „Stella del mare" bleef niets over dan vier verzwakte, door den honger uitgeputte lichamen, neergesmeten op 'n rots, midden in den Grooten Oceaan. Wie van hen waren op dat oogenblik het meest te beklagen? De dooden of wij De zon zou wéldra ondergaan. Er was geen tijd. te verliezen; ik bekeek aandachtig de keten van rotsen, waarop we stonden en ik merkte hoe ze parallel liep met het strand van het eiland, waarvan ze misschien op een mijl afstand was. Het strand dat ik in de verte zag, en de heuvels van het eiland, deden me aan een oase, aan een aardsch paradijs denken, terwijl de rotsenketen, die op vele punten door de zee was on derbroken, zoo kaal als een hand scheen. Ik dacht dus dat het niet verstandig zou zijn om daar te blij ven, waar we. al was het eiland bewoond, toch door niemand kondeu gezien worden; ook was er geen drinken, geen eten to krijgen. Mijn plan was dus om naar het land te gaan en zoodra dit vaststond, moest het ook dadelijk uitgevoerd worden. We waren wel half, maar nog niet lieelemaal dood; en het was beter, niet op de rotsen te sterven, maar op het strand, bij een bron, die we zeker zouden aantreffen tusschen die dichtbegroeide hoornen, die we in de verte zagen. 4 cylinder, 14.4 H. P., twee-persoons torped». Het wonder Tan Engeland. Importeurs voor geheel Nederland „Kexmemer Aatogarage'% Telef. 146, IIKlIiiB. de lagere school doen verdwijnen. Geschiedt dit d. w. z. wordt de school gebracht in naam onder in vloed der ouders, in werkelijkheid onder den invloed van pastoors en kapelaans dan zal dit noodzakelijk een belangrijke inzinking van het volksonderwijs ten gevolge hebben. Geschiedt dit, dan krijgt niet alleen ouze geestelijke ontwikkeling, maar ook onze wel vaart een grooten knak. De meeningen der onderwijzers zullen worden onderdrukt, de vrije ontwikkeling van den geest van het kind zal in gevaar gebracht worden, tal van ouders zullen gedwongen worden hun kinderen naar een bepaalde school te zenden. Wat de Tariefwet betreft, er is geen twijfel aan, of verschillende artikelen zullen daardoor in niet geringe mate in prijs verhoogd worden. Dr. van Laar heeft berekend, dat dit voor arbeiders een meerdere uitgave van 10 per jaar zou zijn. Blijft het kabinet, dan wordt deze belasting op de kleine luyden geheven. Zij is reactionnair, zij gaat regelrecht tegen de belas* tingpolitiek der vrijzinnigen in, zij wordt niet gehe ven naar draagkracht. Sommige bedrijven zullen in gunstiger conditie komen, doch daarmee is niet ge zegd, dat de loonen verhoogd zullen worden. En tal van bloeiende bedrijven zullen door de tariefwet er op achteruitgaan, en het zou wel kunnen gebeuren, dat de arbeiders daarvan in de eerste plaats de dupe werden. Een ander gevaar is de toenemende invloed van Ro me in ons land, die zich langzamerhand uitbreidt. Mi nister Regout wenschte meerdere aanstelling van R. K. postambtenaren, in alle colleges komen meerdere R. Katholieken ook in de rechtbanken, hetgeen ge vaarlijk is in verband met het bekende motu proprio, men heeft een R. K. Kamerpresident, men heeft een R. K. directeur-generaal bij de post. Ook de aanma tiging der Roomsch Katholieken stijgt, bewijze het optreden van sprekers als de heeren Van Best en Van Wijnbergen. Volgens den laatste stemt al het canaille links. In Noord-Brabant en Limburg hebben echter de bier- en jeneververkiezingen plaats. En ten op zichte van de misdaden staan de R. K. ver boven de Protestanten. De statistiek leert dat in ons land op de 100.000 in woners bij 15 protestanten misdrijven tegen de eer baarheid voorkomen tegen 30 bij katholieken, ten op zichte van zedemisdrijven zijn deze getallen 23 tegen 28, mishandeling 601 tegen 811, moord 13 tegen 25, diefstal 301 tegen 402, gekwalif. diefstal 159 tegen 192, strooperij 101 tegen 179, oplichting 21 tegen 21, beling 16 tegen 25, vernieling 142 tegen 179, bedelarij 311 tegen 354. Bedoelde de heer v. Wijnbergen met „canaille" men- schen die vrijheid van denken, spreken, consciëntie en drukpers voorstaan, ja dan heeft hij gelijk en dan is „canaille" een ecrenaam. Rome kan niet toestaan, de vrijheden, waarvoor wij in ons land hebben gestreden en die wij lief hebben. Gaat het zoo door, dan komt er een tijd, dat er van al die vrijheden niets meer overblijft. Hierna behandelde de spreker de vraag, waarom niet gestemd moet worden op een sociaal-democraat. Hij stelde op den voorgrond, dat hij niet bedoelde de herstemmingen, welke een stemmenruil betreft, een correctie van het gebrekkige kiesstelsel. Dat gebeurt in allo landen in Beieren bijv. werken katholieken en sociaal-democraten dan samen. Een diep principieel verschil bestaat er tusschen vrijzinnigen en sociaal-democraten: de klove van het privaat bezit scheidt beiden. Gaan soe.-dem. den boer op, dan spreken ze bij voorkeur liever niet over de af schaffing van het. privaat bezit. Een ander princi pieel verschil is d-e klassenstrijd. Verschillende soci aal-democraten uit het buitenland komen echter ook op den klassenstrijd terug. De sociaal-democratische partij kan ook geen po litieke verantwoordelijkheid dragen. Zij kan het niet om haar revolutionnair karakter, zij kan het niet, omdat zij in het stellen van haar eiscben veel te hoog M"""—fp—mmmmm«w—W liet plan beviel mijn kameraden en de daad bij het v oord voegende, ontdeden we ons van onze kleeren, die we in een bundeltje bij elkaar pakten, (het was 'n klein bundeltje na dien vreeselijken tocht) en we zwommen naar de kust. Ik zag de ton, die vlak bij mij dreef; mijn sextant, de passer, het kompas en mijn zeekaart; en al die schatten waren met me mee op de rotsen geslagen. Apollo volgde dadelijk mijn voor beeld en hij was de eerste die het eenzame strand be reikte, waar hij bleef staan om ons met teekenen van het grootste ongeduld eu van vreugde te verwelko men. Toen we daar eenmaal waren aangekomen, gingen wij op het strand liggen, vrooïijk of terneergeslagen, ik weet het niet meer, we staarden naar die woeste zee, die ons zoo mishandeld had en tot, zoo'n klein troepje had gemaakt. Het eiland, waarop het lot ons had neergeworpen, was inderdaad zeer mooi; we zagen een prachtige groene vallei, die zich vernauwde en eindigde in een zeer hoogen borg, die zijn top in do wolken verschool, waarschijnlijk de krater van een uitgedoofde vulkaan, zooals gemakkelijk te raden was I)e natuur had op dat eiland vrij spel gehad en liet zich zoowel van haar gunstigste als van haar ongunstigste zijde zien; van den kalen steilen bergtop daalde men af in de prach tige vallei vol heerlijk geboomte en rijken planten groei. Van waar we waren aangeland strekte zich ecu dal uit, niet groot, maar prachtig en geheel met plan ten bedekt, waaronder we een soort riet opmerkten, een mooi soort bamboe, de segovia-palm en den kokos boom. Die gaf ons het voedsel, waaraan wij zoo'n behoefte hadden, die deed ons tevens een mooie bron ontdekken, waar we ons eens flink konden was.sehen en waar we naai' hartelust gemakkelijk bp den grond uitgestrekt onzen dorst konden lesschen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1