DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Cacao J No. 121 Honderd en fjttiende Jaargang, 1918 WOENSDAG 28 MEI. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Engelsche Brieven. JANTJES BESTE VRIENDEN ZIJN MOEDER, ZIJN COLLEY EN ZIJN KOP VAN HOUTEN S Telefoonnummer 3. BINNENLAND. AARSCHE Dit nnmuiff bestaat uit 2 blade», Nadruk verboden. Londen, 26 Mei 1913. Londen heeft zich natuurlijk druk bezig gehouden met het huwelijk van „Prinzesschen," misschien min der om het bruidje dan wel om het feit dat Koning George de bruiloft ging bijwonen. Koning George was veel liever niet gegaan, dit is van vrij algemeene bekendheid onder hen die wat meer van hem weten. Hij is in velerlei opzicht niet modern, vooral niet vaar het geldt zich in het openbaar te vertoonen en zich het voorwerp te maken van „drukte." De Duitsche Keizer is in dat opzicht precies het te genovergestelde van zijn Koninklijken neef. Terwijl deze volkomen tevreden zou wTezen met een positie als van' den een of anderen grooten Engelschen edele, zooaU de hertog van Devonshire of graaf Derby, heeft de Keizer altijd getoond dat veel en innig niet im mer een vreedzaam verkeer met het volk op hem werkt als een stimulans en zijn toch al groote energie krachtig prikkelt. De Keizer heeft eens gezegd, dat hij maar met twee menschen zou willen ruilen: Cecil Rhodes en „Teddy" Roosevelt. Rhodes is dood, zoo dat enkel de voormalige President der Ver. Staten van N.-Amerika overblijft, als het tot „boompje ver wisselen" komt. „Teddy" is in Nederland nogal hard gevallen over zijn houding, bij de laatste Presidents-verkiezing, te genover vriend Taft. Doch men beoordeelt hem niet geheel juist, grootendeels ten gevolge van onvoldoen de bekendheid met Amerikaansche toestanden. Daarom is het niet ondienstig dat hij in den loop van dit jaar zijn „mémoires" zal uitgeven. Ik heb ge legenheid gehad daar brokken van te lezen en het lijdt geen twijfel, of dit boek zal een enormen opgang ma ken, zoowel om de eigenaardige figuur van den schrij ver, als om den frisschen kijk dien het geeft op het Amerikaansche leven in allerlei vormen, 't Zal onge twijfeld het boek van dit jaar wezen. Roosevelt, is dus iemand die hemelsbreed verschilt met den Koning van Engeland. Er kan echter ook wat andei's zitten achter zijn schroom om naar Berlijn te gaan. Men weet dat dit huwelijk de verzoening tot stand brengt tusschen den Keizer, wiens grootvader Hanno ver annexeerde en zoo doende den grootvader van den bruidegom diens koningsschap ontnam, zoodat die zich met zijn Engelschen titel, hertog van Cumber land, moest behelpen. De Cumberlands hebben echter even goed een grief tegen de afstammelingen van Koningin Victoria, wijl, naar zij beweren, deze ten onrechte de opvolgster werd van haar oom, Willem IV. Deze zaak zit als volgt in elkaar. George III, die, evenals zijn beide voorgangers, Ko ning was van Engeland en Hannover beide, werd ach tereenvolgens in beide rijken opgevolgd door zijn zoons George IV en Willem IV. Daar deze beide hee- ren geen wettige kinderen nalieten, was Willems op volger zijn jongere broer, de hertog van Kent en, we gens diens vooroverlijden, diens eenig kind en dochter Victoria. In Hannover geldt evenwel de Salische wet, die verbiedt dat een vrouw den troon bestijgt; daar moest dus weer een jongere broer van Willem IV opvolgen: de hertog van Cumberland. Deze was het evenwel volstrekt niet eens met zijn koninklijken broe der, dat Victoria recht had op de Engelsche kroon, een recht, waarop hij zelf voortdurend aanspraak maakte. Dit ging zoo ver dat, toen de beide broers: Willem IV en de hertog van Cumberland eens samen dineer den, laatstgenoemde als toast voorstelde: ,,'s Konings erfgenaam en moge God hem zegenen." Er heerschte een oogenblik doodsche stilte, terwijl de twee broers elkaar woedend aankeken. En toen stond de oude Koning op en riep uit, met opgeheven glas: „'s Ko nings erfgenaam, en moge God haar zegenen." Daarop keerde hij zich tot zijn broer en zei: „Ik heb mijn kroon aan een meisje*) te danken en zij zal weer aan een meisje behooren; Aangenaam was de verhouding dus niet; doch dit huwelijk en het feit dat de hertogin van Cumberland een zuster is van 's Konings moeder, Koningin Alex andra, kunnen veel doen om daarin finale verbetering te brengen. Niettegenstaande hun verschil in temperament schieten Keizer en Koning anders vrij goed met el kaar op; doch dit is niet het geval met Czaar Nico- laas,^ voor wien George V eigenlijk minachting voelt. Als jongen is Nicolaas eens op den loop gegaan, na een pak slaag te hebben opgeloopen; en de diepe ver achting waarmee de jonge George vertelde „en toen ging Nikie aan den haal," zal wel nooit vergeten wor den door wie 't hem hoorden zeggen. En ook nu nog ziet George in neef „Niekie" iemand die in staat is weer aan den haal te gaan „wind en weer dienende." Iets anders waarover men zich hier druk maakt, is het dansen, 't Is zeer natuurlijk; de „season" is in vollen gang en bals aan de orde van den avond of nacht. "Nu heeft men uit Amerika een aantal nieuwe dansen geïmporteerd, onder allerlei malle namen „one step," „two step," „turkey trot," „Bunney Hug," „Tango" en weet ik wat. 't Gevolg is dat een „peeress" er een brief over ge- Toespeling op hunne afstamming van Sophia, Keurvorstin van Hannover, wier zoon, George I, de opvolger werd van Koningin Anna, schoonzuster en opvolgster van den Koning-Stadhouder Willem III. Sophia was, door Elizabeth van de Palts, kleindochter van Jacobus I, den zoon van Maria Stuart. Deze Jacobus stierf in hetzelfde jaar (1625) als on ze Prins Maurits. schreven heeft aan „The Times"; en als de „Times" zegt dat het een „peeress" is die schreef, dan kan men er zeker van wezen dat dit zoo is. Deze „peeress" vindt de nieuwe dansen vulgair, abominabel vulgair, sug gestief tot in het onbehoorlijke en zoo voorts. Dat zou nu allemaal zeer indrukwekkend kunnen zijn, als zo haar eigen pleidooi maar niet bedierf, door te vertel len dat hare grootmama bloosde toen die voor het eerst een paar zag walsen. Ze bewees daardoor dat men niet te gauw waarde moet hechten aan de afkeuring van iets nieuws. Ieder die wat ouder wordt heeft heele reeksen vooroordee- len zien verdwijnen, 't Is voor vrouwen en meisjes vulgair geweest om nu maar bij de laatste veertig of vijftig jaar te blijven te zwemmen, haar eigen brood te verdienen, schaatsen te rijden, te fietsen, gymnastiek aan rekstok, ringen of brug te doen, schrijlings te paard te rijden, voetvrije rokken te dra gen, te rooken, te roeien en danwalsen. 't Kwaad ligt niet in die dingen, maar in de manier waarop men ze doet. Men heeft hier een zekeren kring van indolente slapzedelijke aristocratische fami lies, die met vreugde de banaal-rijke varkensslachters uit Chicago aanhalen. In die kringen ziet men in het dansen maar heusch niet in 't dansen alleen het minderwaardige in smaak en tact dat dit zoo walge lijk maakt. Dan vindt men in de voorsteden families die deze ver-Amerikaniseerde aristocraten naapen en de zaak nog wat meer vulgair maken. Doch daartegenover staan, gelukkig, talrijke krin gen waar men alles kan dansen, zonder dat het aan stoot geeft, omdat men het doet met smaak en inge togenheid. Ik eindig mijn Londensch praatje met den raad aan mijne lezers en lezeressen, als zij dezer dagen hier mochten wezen of hier komen, een bezoek te brengen aan het „Naval and Military Tournament" in Olym- pia. Daar ziet men cavaleriepaarden walsen en an dere dansfiguren uitvoeren, op een manier waartegen zelfs de grootmama van onze „peeress" geen bezwaar zou maken. De staaltjes van dressuur die men daar ziet, maken Olympia tijdelijk tot een ideaal paarden spel. En, aangezien men in heel Londen geen enkele inrichting van dien aard heeft, is een bezoek aan die voorstelling voor vele Nederlanders een uitnemende vergoeding. Men ziet zoo iets moois nergens elders. Dan krijgt men er, later in Juni, het beroemde „con cours hippique," „the International Horse Show," dat ook nergens anders in de wereld zoo mooi en op zoo breede schaal wordt gehouden. venden arbeid van het ministerie, maar het wenscht het voorbeeld der sociaal-democraten niet na te vol gen, die de vakbeweging in dienst'stellen van hun po litieke partij. TE LICHT BEVONDEN. Aan Het. Vad. werd uit een bron, die absoluut ver trouwen verdient, medegedeeld dat onlangs aan een sollicitant naar een burgemeestersvacature op een audiëntie door den Minister gevraagd is, tot welke partij hij behoorde. De sollicitant antwoordde, dat hij Christen was, maar zioh nooit bij eenige partij had aangesloten, nadat hem nog uitdrukkelijk gevraagd w&s, of hij niet anti-revolutionnair of Christelijk- Historisch was. Verder werd gevraagd welke courant de sollicitant las; toen in antwoord hierop *twee libe rale bladen werden gnoemd, luidde de repliek: dus leest u niet De Standaard? Het antwoord luidde ont kennend. Deze sollicitant is niet benoemd. Ten overvloede voegt het blad hier nog aan toe, dat het hier gold een zoon van een in Christelijke kringen zeer bekend man en dat de sollicitant een bekwaam man is, die sedert in een eervol ambt (geen staatsambt natuurlijkwerd benoemd. De huisbewaarster, die tijdens de afwezigheid der bewoners in de woning vertoeft, was Maandagavond uitgegaan. Toen zij terugkwam bleek haar, dat er diefstal gepleegd was. Dieven hadden zich vermoede lijk met een valschen sleutel toegang verschaft en volgens het Hbld. een bankbiljet van 100 en een paar sieraden gestolen. HET KAMERLID THOMSON. Wegens zijn bevordering tot majoor en daarmede ge paarde herplaatsing in den actieven dienst van het le ger, heeft de heer Thomson met ingang van Maandag opgehouden on lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal èn lid van den Haagschen Gemeenteraad te zijn. Is de positie van den officier, lid der Tweede Ka- iner, bij de bevorderingswet geregeld, in de gemeente wet is het lidmaatschap van den Raad onvereenigbaar verklaard met de betrekking van krijgsman in werke- lijken dienst, De heer Thomson is echter in beide functiën her kiesbaar en nu laat de datum van zijn bevordering (ook wegens promotie in den staatsdienst zou hij als Kamerlid moeten aftreden) toe, dat de vervulling der vacatures kan samenvallen met de a.s. periodieke Ka mer- en Raadsverkiezingen. Wordt de heer Thomson voor beide functiën even tueel herkozen, dan kan hij niet voor den derden Dins dag in September, na weder op nonactiviteit te zijn gesteld, in Kamer en Raad zitting nemen. EERSTEI KAMER. In de gisteravond gehouden zitting der Eerste Ka mer wijdde de voprzitter woorden van waardeering' aan de nagedachtenis van hét overleden lid, den heer J. Breebaart. De voorzitter stelde voor, heden in de af- deelingen te gaan en Donderdag de verzekeringswet ten te nemen, waarbij hij dan zal voorstellen de alge meene beschouwingen gelijktijdig te houden over de drie ontwerpen. De heer Hengers (U. L.) zeide, dat voor het geval, dat de Regeering na de verkiezingen niet mocht terugkomen, het hoogst onwensehelijk zou zijn, wan neer de wetten aangenomen zijn. Overigens zou, wanneer de meerderheid, gebruik makende van haar overmacht, de wetten doordrijft, zij daarmee niets an ders hebben bereikt dan dat ze in het Staatsblad staan. Ze kunnen niet worden uitgevoerd. Na discussie werd met 23 tegen 12 stemmen (rechts tegen links) besloten de verzekeringswetten wel in be handeling te nemen. Besloten werd met 21 tegen 13 stemmen morgen de kustverdediging in de afdeelingen te behandelen. Met 19 tegen 15 stemmen werd besloten de pensionneering der gemeente-ambtenaren niet te behandelen. CHR. NAT. VAKVERBOND. Het bestuur van het Chr. Nat. Vakverbond heeft, naar de Stand, meldt, aan de aangesloten bonden en vereenigingeh een rondschrijven verzonden, waarin het besluit, wordt medegedeeld, niet mede te doen aan een betooging ter huldiging van het ministerie. Geenszins geschiedde dit, omdat het Ohr. Nat. Vak verbond geen oog zou hebben voor den sociaal-wetge- KAMERVERKIEZINGEN. Eenige ingezetenen van Rijswijk, instemmende met de politieke actie van ds. Van Hoogenhuyze c.s., wen den, naar de N. Crt, meldt, pogingen aan om in het kiesdistrict Loosduinen een eigen candidaat te stel len, staande tusschen de coalitie en de concentratie, en opkomende voor de belangen der Ned. Hervormde Kerk. In verband met den ingewikkelden politieken toestand, die in verschillende plattelandsdistricten bestaat, zal, naar de N. R, Crt. verneemt, de agrari sche partij aan de komende Kamerverkiezingen niet deelnemen. De Chr.-Hist. Kiesvereeniging te 's-Gravenhage heeft voor district II candidaat gesteld den heer J. R. Snoeck Henkemans, aldaar. (Ned.)1 üemengd nieuws. EEN SERENADE. Maandagavond bracht, naar het Hbld. meldt, te Vlissingen de Vereeniging „Vlissingen Vooruit" na mens de burgerij mét het muziekgezelschap „Ons Ge noegen" ter gelegenheid van den verjaardag van den Engelschen Koning een ovatie aan den commandant van het Engelsche jacht. Eerst werd het Engelsche volkslied gespeeld, dat door de bemanning staande werd aangehoord. Na de uitvoering van enkele num mers werd het bestuur van „Vlissingen Vooruit" door den commandant ontvangen. Op gezellige wijze wa ren Nederlanders en Engelschen eenigen tijd samen. DIEFSTAL. Voor de dieven is tegenwoordig niets meer veilig of heilig. Men heeft zich zelfs niet ontzien diefstal te plegen ton huize der familie Boere, Prinsengracht 876 te Amsterdam. Deze familie vertoeft tijdelijk el ders, n.l. in het Huis van Bewaring, in verband met vermoedens, dat zij betrokken zou zijn bij verschillen de diefstallen. UIT HEILO. Tot tijdelijk onderwijzeres is benoemd inplaats van den heer S. H. Boot, aan wien om gezondheidsredenen verlof is verleend, mej. A. Lakeman te Stompetoren. UIT ZUID-SCHARWOUDE. De afdeeling Langendijk der S. D. A. P. hield gis teravond eene ledenvergadering bij A. Kist alhier.. De hoofdschotel van dezen avond was: candidaat- stelling voor den gemeenteraad. In de voorlaatste vergadering «prak men den wensch uit, het lid der afd., den heer K. Zeeman te candideeren. Deze verlangde echter stemming, wat volgens hem principieel zuiverder was. Uit de stem ming toch zou dan blijken of hij wel inderdaad de ge- wenschte persoon is. Hoewel toen met een meerder heid gekozen, had de heer Zeeman tegen zijne candi- datuur ernstige bezwaren. Nu werd de heer Jb. Kra mer „de man" en zou nog eens gepoogd worden den heer Zeeman te bewerken zijne candidatuur te aan vaarden. Zijn hoofdbezwaar was, dat men met 2 can- didaten uitkwam, Dit is noch tactisch, noch aanbeve lenswaardig. Persoonlijke overwegingen staan hoe genaamd hiermede niet in verband. De heer Zeeman nam aan dat er leden waren, die hem niet stemden, omdat de beïnvloeding van voorheen van buiten hier niet vreemd aan was. De heer S. van Zoonen zeide o m. dat die beïnvloeding ook komt van geestverwanten die geen lid der afd. zijn. Hij memoreerde het feit, dat toen hij vóór 2 jaar mede-candidaat was, de Bond van Ned. O., afd. Heer-Hugowaard, adviseerde hem niet te stemmen, en dat toen zelfs de afd. hem in den steek liet. Echter heeft de uitslag van toen bewezen dat het stellen van 2 candidaten in geen geval is van terugwerkende kracht. Hij zeide dat de heer Zee man overeenkomstig zijn lidmaatschap zedelijk ver plicht is zich te onderwerpen aan de besluiten. Ook door anderen werd de houding des heeren Zeeman af gekeurd, berustende op ontactische en onorganisato rische gronden. Genoemde heer erkende weliswaar do gegrondheid der motieven die hier tegen hem geuit waren, maar als persoon had hij toch ook iets te zeg gen. Ilij bleef bij zijn besluit. Men ging nu over tot stemmen over de vraag: één of twee candidaten? De uitslag was dat de meerder heid nu voor één candidaat was. Nu stond men voor de vraag: wie is nu de candidaat? De heer Zeeman meende van den heer Kramer, en deze laatste van den heer Zeeman. De drang der vergadering om de can didatuur te aanvaarden werd den heer Zeeman nu te sterk. Gehoord de vergadering en gezien de sympa thieke houding der vergadering jegens hem, liet hij ten slotte de candidatuur zich welgevallen. De voorzitter beloofde dat de afdeeling zal doen wot in haar vermogen is om deze candidatuur te ver dedigen. MODERNE BUITENMENS CHEN. Een Amsterdammer schrijft ons het volgende: Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat alleen de upper-ten zich de weelde veroorloofde, de zomer maanden buiten door te brengen. Maar de tijden zijn veranderd. Steeds wordt het aantal Amsterdammers, dat het in den zomer niet in de hoofdstad kan uithou den, gr.ooter, en het is een gelukkig verschijnsel, dat ook de gewone burgerman er thans iets voor voelt, althans gedurende enkele maanden de frissche lucht van het Gooi of Haarlems omstreken in te ademen. Einde Mei begint reeds de exodus. Om half tien marcheert langs hel Damrak een dichte troep, en te gen half vijf beginnen dé „moderne buitenmenschen" de stad weer te verlaten. Het. aantal Amsterdamscho gezinnon, dat „eruit trekt," wordt geschat op 5500; natuurlijk zijn hierbij niet gerekend de forensen, en de menschen, die er eens een paar dagen uit gaan (in kun kantoor-vacantie). De „moderne buitenmenschen" hebben dikwijls een inkomen, dat een 1500 niet. te boven gaat. In hun „Sommerfrische" moeten zij zich in het algemeen zeer behelpen. Vele Amsterdamsche huismoeders, die een maand of vier van de buitenlucht willen genieten, zijn door zeer commercieele operation in staat, naar bui ten te gaan, zonder dat daaruit extra onkosten voort spruiten. Zij huren reeds ii. April ergens in het Gooi een klein landhuisje, -en verhuren hiervan weer -met kost en inwoning enkele kamers. Dit pensionhou- den is dan een zeer lucratieve onderneming. In Am sterdam zouden die dames er feestelijk voor bedanken ..eommesaale te houe," maar jedes Tierchen hat sein Plaisierchenop het land worden zij toch niet door vrienden en kennissen gezien, en zij vinden het kolossaal chic later te kunnen snoeven, dat hun man met zijn heele gezin vijf maanden uit de stad ia ge weest. Buiten zijn zij vrij. Zij loopen er blootshoofds, en ook op de kleeding behoeft niet gelet. Zij voelen zich buitenmenschen, en genieten van den zonneschijn. En wanneer „de zwaluw ons verlaa-t" komen de „buiten mensehen" weer stadswaarts, gezond en wel, en met. een bruingebrand gezicht. Tiet nadeel van den uittocht ondervinden de kleine winkeliers. Maar een Amsterdammer is een enorm handige vent. IToe vindt gij het, lezer,' te vernemen, dat enkele kleine neringdoenden in de Helmerstraten, en in andere wijken waar zich de uittocht het krach tigst doet gelden, hun klanten achterna reizen, huu Amsterdamsche zaak tijdelijk sluitende, om in Baarn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1