mm DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Raleigh Rijwielen, Kapitein Dodèro. STIKKEL, OLIÏ&TEN ZELDAHf, No. 129. Honderd en vijftiende Jaargang. VRIJDAG 6 JUNI. F E IL L E T 0 N. S TAD S N I E U W s! VOOR DE OPENBARE SCHOOL. Ie klas Engelsch rijwiel, ALKMAARSCHE COURANT HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van THE CONDEN SED MILK COMPANIJ of HOLLAND Ltd. te Rot terdam om vergunning tot het oprichten van een stoomketel met een verwarmend oppervlak van 100 M2. in het perceel Heldersche weg Wijk E. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Donderdag 19 Juni e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JAN DE WIT Dz., Voorz., 10.-Burg. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 5 Juni 1913. ALKMAAR. 6 Juni. In Oostenrijk is door de Regeering een wetsontwerp aanhangig gemaakt tegen de sensatiepers. In het pas ingediende ontwerp voor een nieuw Strafwetboek komt voor een afzonderlijke titel: „Van het in ge vaar brengen van den Vrede." De in dezen titel ge plaatste paragraaf 115 luidt aldus: „Wie door middel van de drukpers een onware of valsch voorgestelde nieuwstijding verbreidt, waardoor de goede betrekkingen der Monarchie tot een vreem den Staat in gevaar worden gebracht, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van een week tot een jaar of met geldboete van 50 tot 4000 kronen." En dit artikel wordt op de volgende wijze toege licht: „Herhaaldelijk is door de uitnemendste staatslieden van verschillende Staten erkend, dat het gevaar voor den Vrede tegenwoordig meestal niet meer, zooals vroeger, uitgaat van de Regeering en haar diploma- tie,die integendeel voornamelijk ten dienste van het behoud van den Vrede werkzaam zijn, maar van on verantwoordelijke elementen, die uit de meest ver schillende beweegredenen, uit nationaal fanatisme, op economische gronden, ten deele echter ook uit de laagste winzucht of uit journalistieke sensatielust de volkeren en Staten tegen elkander aanhitsen en de po gingen tot vreedzame uitdenwegruiming van interna tionale geschillen en van opgewekte hartstochten ver storen door het openbaren van verdraaide of geheel gelogen nieuwsberichten. Dit gevaar tracht paragraaf 115 tegen te gaan door straf te bedreigen tegen deze wijze, om den vrede in gevaar te brengen." Het orgaan van den Bond „Vrede door Recht" spreekt thans, in navolging van Alfred H. Fried en Dr. Hans Wehberg, den wensch uit, dat tot een der gelijke strafbepaling op de Derde Vredesconferentie door alle Staten zal worden besloten. Vooï sommige landen wij denken bijv. aan Frank rijk met zijn omkoopbare pers zou een dergelijke bepaling zeker van groot nut kunnen zijn. In Duitschland is dezer dagen de verhouding tus- schen pers en oorlog ter sprake gekomen. Er werd te Dusseldorf een pers-vergadering gehouden en daar deelde een der sprekers het een en ander mede over de behandeling van militaire berichten door de pers. In Maart van dit jaar had de Pruisische regeering zijn medewerking verzocht bij het aanbrengen van een wijziging in den militairen berichtendienst. Het bleek hem, dat de regeering niet alleen niet erg gesticht was over de plaatsing van berichten betreffende leger en vloot, maar zelfs achtte zij ook militaire artikelen in de meeste gevallen ongewenscht, ja schadelijk en dikwijls gelijkwaardig aan landsverraad. Wilde de pers aan haar wenschen gehoor geven, dan bleef haar niets anders over dan berichten over benoemingen en verleende onderscheidingen op te nemen! Het mi nisterie vond dat van critiek alleen de vijand voordeel kan trekken, terwijl hij ook vaak opmerkzaam ga- maakt wordt op eigen fouten en die dan kan herstel len. De spreker stelde daartegenover, dat in een land met algemeen kiesrecht bedoeld is Duitschland, niet Pruisen! en algemeenen weerplicht men de pers niet mag noodzaken over militaire zaken te zwij gen. Haar taak is zeide hij onder groote instem ming der vergadering te spreken, belangstelling voor leger en vloot daardoor op te wekken en aan te wakkeren. Zij kan veel goeds doen ten opzichte der verdediging het legerbestuur wantrouwde nog steeds graaf Zeppelin, toen de pers hem reeds geest driftig prees. De verbetering van diens luchtschepen was niet tot stand gekomen, als niet de pers de mil- lioenen-gave van het volk na het ongeluk van Ech- terdingeu tot stand had gebracht. Een Berlijnsche courant riep den eersten vlieg- mensch naar Duitschland. Spreker wees op het En- gelsche systeem. Wanneer de Engelsche minister van oorlog geheimhouding van een bericht gewenscht acht, dan deelt hij dit aan de leidende persmannen mede. Dit nu wilde de referent ook in Duitschland. Hij wenschte de instelling yan een militaire persaf- deeling en dan een eerlijke samenwerking tusschen haar en de pers, gebaseerd op onderling vertrouwen. Er waren vertegenwoordigers van het ministerie aan wezig of die echter dezelfde meening waren toege daan als de spreker en de vergaderingen? Novelle van ANTON G1ULIO BARRILI. N) -o- Welke geheime stroom veroorzaakt het electrisch licht? Mat vertellen de twee polen elkaar onder dat flikkeren van lichtschitteringen? Wat hebben ze el kaar te zeggen, welke beloften wisselen die twee stroo men uit, die het verhevenste van twee menscheüjke zielen in contact brengt met elkaar door 'n handdruk? Leg mij dit alles uit en ik zal je woord voor woord al les herhalen wat- gezegd werd door die hand op mijn lippen en door mijn lippen op die hand. Morgendauw was, zooals in alles, oprecht in haar liefde, zooals de natuur oprecht is. De Eva van Ocu- ecanati kende nog niet, of zij minachtte de meester lijke, maar van weinig medelijden getuigende wijze waarop een Europeesclie vrouw, al is ze ook oprecht verliefd, uw hartstocht leidt langs den weg die haar behaagt. Zij beminde mij en dat verzweeg ze niet; van het eerste oogenblik af, dat zij alleen naast mij stond, spraken haar oogen mij van de groot© liefde, die in haar hart was, en haar lippen talmden niet lang om het met de woorden, die in alle talen zoo zoet klin ken, te bevestigen. Weet u hoe in de taal van Ocuenacati „ik bemin je" heet? „O cuen sini." Ocuenacati beteekent „het be minnelijke eiland"; „O cuen sini" ik bemin je." Melnu, dergelijke woorden klinken in alle talen zacht en zijn lief om aan te hooren, meer door de be- teekenis dan door hun klank; maar in de taal van Ocuenacati is het door klank en betedkenis dubbel zoet. Ik kan er ex professo over meepraten, daar ik Gisteravond werd in de geheel gevulde groote zaal dor Harmonie een openbare vergadering gehouden, waarin als sprekers optraden de heeren E. J. van Det, van Amsterdam, redacteur van „De Bode," met het onderwerp'„De aanslag op onze volksontwikkeling" en P. Cnudde van Lynchem, secretaris van den Belgi schen Onderwijzersbond met het onderwerp: Belgische Onderwijstoestanden, een waarschuwing voor Neder land. De voorzitter, de heer J. J. T. Kooy, voorzitter der afdeeling Alkmaar van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, wees er in zijn openingswoord op, dat men het in rechtsche kringen wil voorstellen, alsof het niet gaat tegen de openbare school zoo in het verkiezingsblad voor den heer Snoeck Henkemans en zette daarna kortelings uiteen, dat waar thans het openbaar onderwijs een voorwerp van aanhoudende zorg der regeering is, het na de beoogde grondwets herziening de regeering een zorg zal zijn, wat er met het openbaar onderwijs gebeurt. In het bijzonder riep spr. het welkom toe aan den heer Cnudde, die bijna door familieomstandigheden genoodzaakt was, zijn be lofte hier te komen spreken, te breken. Het eerst werd nu het woord gevoerd door den heer Cnudde. Deze zei dat het peil van onderwijs en zede lijkheid in België en speciaal in Vlaanderen, zeer was gedaald. Het deed spr. genoegen iets te kunnen doen ter mogelijke voorkoming van toestanden als in Bel gië, waar de kerk het onderwijs in handen heeft. Spr. gaf een overzicht van de onderwijsgeschiedenis in België en zette eerst uiteen den toestand van voor de omwenteling van 1830. Er zijn velen, die de schei ding van 1830 betreuren, vooral de Vlamingen, die in de Nederlanders broeders zien. (Applaus). Na 1830 zou vrijheid heerschen. Alles wat de vorige regeering had tot stand gebracht, werd ingetrokken of verkracht. De wet van 1842 is de spoorslag geweest van het vervallen onderwijs. In '78 kwam een libe raal kabinet aan het bewind, een afzonderlijk departe ment van onderwijs werd ingericht. Er zouden er kwam een nieuwe wet zooveel scholen komen, als het onderwijs eischte. De bepalingen op godsdienstgebied brachten de geestelijkheid in hevig verzet. Vele kinderen werden van de communie uitgesloten, in kerken en kloosters werd gezongen„Ze zullen het niet hebben, de schoo- het in alle talon heb leeren uitspreken, al heb ik het niet altijd correct kunnen schrijven. In het Engelsch zegt men: „I love you"; in het Duitsch„Ich liebe dich"; in het Poolsch: „cocham"; in het Hongaarsch„oze retlet"; in het Arabisch „ba- hebec in het Spaansch: „yo te quiero"; in het I ransch: „je t'uime", maar zonder aan al dezo talen te kort te doen, ge kunt den ouden kapitein Dodèro gelooven, in geen taal klinken die woorden zoo god delijk als in die van Morgendauw. Nooit ben ik zoo ontroerd geweest als toen die heerlijke vrouw mij dat „O eeun sini" toefluisterde, toen ze afscheid van mij nam, haar wang tegen mijn borst en de armen op mijn schouders. Vrienden, al leefde ik duizend jaar, iedere keer dat ik mij dat oogenblik, dat woord, hnar armen om mijn hals herinner, beef ik zooals ik toen beefde; het bloed zou mij wild naar de slapen stijgen zooals toen, toen ik door haar zacht haar werd aangeraakt. De dag van Koetku naderde intusschen met rassche schreden. Al de hooggeplaatste personages van Ocuenacati za gen mij met vriendelijke oogen aan; maar wie kon mij verzekeren dat in al die welwillende blikken zich ook niet een beetje gastronomische nieuwsgierigheid mengde. Te hooren hoe hun taal door mij werd mis handeld, deed hen schateren van het lachen; maar door dat lachen kwamen korte puntige tanden te zien, die mij deden ineenkrimpen van angst. Het werd me duidelijk, dat ik na het succes met het visehtuig behaald, niet op mijn lauweren moest gaan rusten. Uit de schipbreuk had ik een mes ge- 1 red, dat eerst als een onnut voorwerp in mijn zak j bleef, doch dat ik daarna zorgvuldig aan do profane oogen onttrok, als iets dat mij van veel dienst zou kunnen zijn- Op het strand had ik verschillende aar dige schelpen opgemerkt en ik vatte het plan op, om kleine snuisterijen te vervaardigen, die de hutten van de heeren Kannibalen zouden verfraaien en hun zou den bewijzen, dat ik nog- wel voor iets anders deugde ne ziel van het kind." Wat in de clerieale pers tot uiting kwam was meer dan bar. Er was tegenwerking van vele gemeentebesturen, die geen betalingen wilden doen voor het officieele onderwijs etc. Er werden i tal van katholieke scholen opgericht; vele der in al- lerijl opgerichte scholen waren zèer onvoldoende inge richt, soms werd school gehouden in schuren, berber gen en stallen. Het personeel was voor zijn taak niet i berekend; er waren schoenmakers, metselaars, zwij- i nenhoeders en koewachters onder. Zes jaar later kwamen de Katholieken weer aan het bewind, ze ver loren geen oogenblik om een nieuwe wet te maken. Vele onderwijzers werden brutaal afgezet als onschul dige slachtoffers van het clerieale gedoe; vele scho len werden opgeheven, zoo alleen reeds 300 lagere ge meentescholen. Vele onderwijzers kregen verminde ring van salaris. Zoo duurt de toestand sedert 29 ja ren. Het openbaar onderwijs wordt overal vernietigd of ondermijnd, de kloosterscholen verrijzen als padde stoelen uit den grond en waar geen openbare scholen zijn, moeten de kinderen naar de kloosterscholen. Er zijn van de 2623 gemeenten in België thans 200 waar geen enkele gemeenteschool is deze gemeenten heb ben samen meer dan 300.000 inwoners. Vooral op de gemeentescholen voor meisjes heeft men het gemunt. Vele meisjesscholen worden door kloosterzusters in genomen. Zijn er in een openbare gemeenteschool te veel leer lingen, dan komt er geen nieuwe leerkracht, maar ko men de leerlingen op de kloosterschool. Dit is in wel 250 gemeenten het geval. Vooral in Vlaanderen en de Kempen zijn zeer uit gebreide gemeenten. Volgens de- wet moet er een ge meenteschool blijven als er 20 huisvaders zijn, die een dergelijke school willen. Waar dat zoo is, wordt de school geplaatst in een ver afgelegen wijk en dan moe ten wel de kinderen naar de kloosterschool. Een ander middel om het onderwijs te treffen is dat bij ziekte geen hulponderwijzer wordt aangesteld, maar de school wordt gesloten en de kinderen loopen op straat. Spr. noemde een voorbeeld van een ge- i meente, waar voor een op „mstgeld" gestelden open baren onderwijzer langen tijd geen nieuwe werd be- noemd en eindelijk wordt tijdelijk een onderwijzer van een clericaal pensionaat aangesteld. De benoeming wordt door het gemeentebestuur op de lange baan ge- 1 schoven. j Spr. gaf verschillende statistieken van de groote toename van het klooster-onderwijs. Op de lagere en andere scholen zijn de meeste leerkrachten zonder di ploma. j Vele lokalen van de openbare scholen zijn gesloten, er is een andere bestemming aan gegeven, vele zijn langen tijd veranderd in danszalen en herbergen. Dit jaar hebben de kloosterscholen 16 millioen aan den staat gekost, sinds 1884 zijn de bijdragen van den staat 235 millioen. De leerboeken der scholen hebben een uitermate cle- i ricalc strekking. In een leerboek voor gezondheids leer schreef een tegenwoordige schoolopziener, dat zij, die door een razenden hond gebeten zijn, ter bedevaart moeten gaan, maar ook wel kunnen gaan naar het in stituut Pasteur. Vele leerboeken, door de priesters goedgekeurd, be- vatten krachtige aanvallen tegen het liberalisme en het socialisme. Zelfs het rekenonderwijs is verclerica- liseerd. In een leerboek, geschreven door een schoolop- ziener te Antwerpen wordt bij het hoofdrekenen ge- vraagd: Hoeveel dagen in het jaar zijn wo verplicht mis te houden, hoeveel dagen verplicht vleesch te der ven? Er bestaat in België geen wet op de leerplicht, het schoolbezoek is zeer onregelmatig; volgens een offici eele statistiek over een der jaren had 85V2 onvol- doende de school doorloopen, waarvan 50 zeer on voldoende. Bij de loting blijkt, dat velen lezen noch schrijven kunnen. Wie in Oost-Vlaanderen zijn naam kan schrijven, kan lezen en schrijven! In 1906 kon van de lotelingen 36 lezen noch schrijven, slechts 12 had volledig onderwijs geno ten. Er is geen ander redmiddel dan het verplichtend onderwijs. De geestelijkheid houdt het volk dom, maar wat is een volk zonder onderwijs in den oeconomischen strijd? We zullen blijven strijden zei spr., ondanks de nederlaag van het vorig jaar, met de leus: Leve het openbaar onderwijs! (Applaus). dan voor gerecht voor twintig of dertig gasten. Het eerste voortbrengsel van mijn kunst was een klein doosje, geheel met kleine schelpen en steentjes van verschillende kleuren ingelegd, het deksel met bloe menweide van geparelde kleine schelpjes verfraaid dat alles plakte ik met een soort hars, die ik in de na burige boschjes had gevonden, in elkaar. Mijn doos werd zeer bewonderd en het behaagde den Koning' die te aanvaarden. Zijn Minister Tururu wilde er ook een hebben, en na twee dagen bracht ik hem een doosje, dat, ik zeg het niet om te bluffen, werkelijk een meesterstuk was. Die schelm van een Tururu! hij had mij dat prul letje gevraagd om aan Morgendauw te geven; ik be,- merkte het den volgenden dag, toen ik het in de ka mer van de prinses zag liggen. Ik heb het aangenomen, zei de goddelijke vrouw, omdat ik wel vermoedde, dat het het werk was van Caila Lapi. Aangemoedigd door mijn eerste triomfen, verzon ik nieuwe dingen; ik wilde een grooton slag slaan. Daar om ging ik in do bosschen ronddwalen, om to zoeken naar een stuk hout, dat ik weldra vond; het was wit, zacht en handelbaar, zooals ik het hebben wilde. Ik ging vervolgens naar mijn hut en sneed er met mijn zakmes een beeld van den God Tucru uit, eon hand palm hoog, zonder do papagaaiveeren te rekenen, die ik hem op zijn kruin zette. Het was een beeldje dat onze Maragliano zeker niet voor zijn rekening zou hebben genomen. Maar de wilden van Ocuenacati stel den niet zulke hooge eischen. Het beeldje had den vorm van een man, er waren de mooie veeren, de mantel die ik uit een lapjo van dat roodo weefsel, waarvan ik jelui sprak, had ge maakt en ik had mijn Godje een enorme lans in zijn hand gegeven en eenige haren van mijn blonden baard geschonken, om eenige waardigheid aan zijn ruwe aangezicht te geven. De feestdag brak aan en mijn werk was klaar. All# „Kennemer Autogarage", Telef. 146. ALEHA1S. De religie is bijzaak, 't is middel om het doel te bereiken. Om dit te bereiken staan de Katholieken voor niets. Op een plaatje werd de openbare onder wijzer voorgesteld als een varken, de openbare school als een kweekplaats van bandieten. Het doel der ele- rioalen van Nederland is hetzelfde als van die in Bel gië, n.l. de staat buiten de school. Daarom wil men in Nederland art. 192 van de Grondwet wijzigen. Het openbaar onderwijs wil men ook in Nederland doen verdwijnen en het aanvulling maken. liet zal uitloo- pen op een volledige vernietiging van het openbaai' onderwijs. Wilt gij, Nederlanders, zei spr., dat de schoolstrijd, die thans de politiek reeds beheerscht, in alle gemeenten zal gaan heerschen, dat er klooster scholen komen met ongediplomeerde leerkrachten, wilt ge terug naar de 16e eeuw, stemt dan over 14 da gen de rechtsche coalitiet (Applaus). Aan den strijd, eindigde spr., met de leuze: Leve de openbare school, leve de openbare onderwijzer! (Daverend applaus). De heer van Det, hierna het woord verkrijgend, be gon met er op te wijzen, dat zelden een verkiezing met zooveel angst en misschien blijde verwachting aan den anderen kant is tegemoet gezien als dit jaar. Spr. dacht echter niet, dat aan den anderen kant zooveel goede verwachting zou heerschen, daarvoor heeft deze te veel verkorven. Dat weet de mijnheer, die zelf ment, ook heel goed. De verkiezingsleuze, waaronder men van rechts uitkomt, is voor ons land heelemaal ver keerd. Dr. Kuyper heeft het onderwijs voorop weten te krijgen. Doch het openbaar onderwijs zullen we nimmer meer prijsgeven. (Applaus). Men tracht zooveel mogelijk te verdonkermanen wat men wil, vooral de heer Sn. Henkemans heeft daar een handje van. De heer de Savornin Lohman heeft in Oroningen gezegd: Het gaat niet tegen de openbare school, maar voor de christelijke school. Hij was ze ker zijn Bijbel vergeten. Wie niet voor mij is, die is tegen mijUit het verkiezingsblad blijkt, dat de heer Snoeck Henkemans eens aan den heer de Savornin Lohman heeft gevraagd of het er wel om te doen is om de openbare school te doen verdwijnen. Doch daar was hij bij den duivel te biecht. Dr. Kuyper echter windt er geen doekjes om, deze heeft in de Standaard van 26 April in één artikel drie beer verteld, dat 1913 het politieke antwoord moet zijn op 1878, dat de open bare school moet verdwijnen. En dan durft de heer Snoeck Henkemans op een debatavond tegen een openbaar onderwijzer te zeggen: Als het in de Stan daard stond, dan zou ik het wel weten. (Applaus). liet zal met de openbare school slecht gaan, wan neer art, 192 gewijzigd wordt. Hoewel de bijzondere scholen veel subsidie krijgen, moet thans het dood vonnis over de openbare school worden uitgesproken. Het staat in het artikel op een advocaatachtigo ma nier, glimlachend zooals minister Heemskerk er altijd uitziet, zal hij de openbare school helpen verdwijnen. Komt de voorgestelde wijziging der grondwet tot stand, dan zullen vele ouders gedwongen zijn hun kin deren naar de bijzondere school te zenden, terwijl ze in hun hart de neutrale school wenschen. In het vèrkiezingsblad staat dat de toestand van de openbare school geheel bij het ouda zal blijven. Is dat nu een gewoon napraten van den heer de Savornin Lohman, zand in de oogen strooien of bewusts volks misleiding? Het paedagogische stelsel van de openbare school heeft leeren inzien, dat men een kind niet als een groot mensch moet beschouwen, in de jonge jaren moet men geen denkbeelden brengen, die men pas in de jongelingsjaren na ernstig denken in zich kan op nemen. Bij de bijzondere school begint men aan het eind. Het onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van het godsdienstig gevoel van de ouders der kinde ren zal het thans worden. Katholieke leerboekjes als „Schets onzer vaderlandsehe geschiedenis voor cle hoog9te klasse," waarop de N. R. Crt. van 28 Mei d# aandacht vestigde, zullen dan op de openbare hovelingen van Urutucte hadden zich rondom hem vereenigd in de raadszaal, toen ik voor den koning verscheen in gezelschap van Labsoiu, en hem 't beeld van den God van Ocuenacati liet- zien. Er was eerst een groot gebaar van verwondering; en toen ik den naam van Koetku had uitgesproken, vielen alle aanwezigen op hun knieën, om het werk van mijne handen te aanbidden. Toen ving' een nauw keurig onderzoek van het beeld aan en de vele geba ren, de uitbarstingen van eene, ik zou haast zeggen kinderlijke bewondering, beloonden me voor mijn moeite. Urutucte was in extase; Morgendauw, die nooit in het rumoerige gezelschap der hovelingen van haar broeder verscheen, maakte dien dag een uitzon dering op hare gewoonte en kwam met haar vrouwen om de Koetku te begroeten, wiens komst op aarde door bemiddeling van Caila Lapi weldra in alle hut ten van de residentie was bekend geworden. De tegenwoordigheid van de beminde vrouw en haar gelukwenschen deden mij het toppunt van geluk bereiken. Iets was er echter dat mij hinderde; ik moest het aanzien hoe de eerste minister, die naast haar was gaan zitten, haar met zijn leelijke groote oogen van een waanzinnige als het ware verslond. Maar terwijl ik daarover zat te tobben, richtte de machtige Urutucte tot mij het woord als volgt: Oaila Lapi, volgens afspraak zou heden het uur van uw dood zijn geslagen. Mijn genadige zuster kent nog niet den zoeten smaak van mensekenvleesch, jij bont zeker het smakelijkste, fijnste hapje dat in dit land te vinden is. Mooi zoo, ik voel mij al gebraden en gekookt! dacht ik hij mezelf, maar misschien eten ze mij wel rauw. En ik bleef onbewegelijk naar het vervolg van dat al les behalve vroolijke gesprek luisteren. Na een korte pauz# vervolgde Urutucte: (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1