mm
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Raleigh Rijwielen,
Kapitein Dodèro.
STIKKEL, OLIÏ&TEN ZELDAHf,
No. 129.
Honderd en vijftiende Jaargang.
VRIJDAG
6 JUNI.
F E IL L E T 0 N.
S TAD S N I E U W s!
VOOR DE OPENBARE SCHOOL.
Ie klas Engelsch rijwiel,
ALKMAARSCHE COURANT
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen
ingediende verzoek met bijlagen van THE CONDEN
SED MILK COMPANIJ of HOLLAND Ltd. te Rot
terdam om vergunning tot het oprichten van een
stoomketel met een verwarmend oppervlak van 100 M2.
in het perceel Heldersche weg Wijk E.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
Donderdag 19 Juni e.k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen
vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JAN DE WIT Dz., Voorz., 10.-Burg.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 5 Juni 1913.
ALKMAAR. 6 Juni.
In Oostenrijk is door de Regeering een wetsontwerp
aanhangig gemaakt tegen de sensatiepers. In het pas
ingediende ontwerp voor een nieuw Strafwetboek
komt voor een afzonderlijke titel: „Van het in ge
vaar brengen van den Vrede." De in dezen titel ge
plaatste paragraaf 115 luidt aldus:
„Wie door middel van de drukpers een onware of
valsch voorgestelde nieuwstijding verbreidt, waardoor
de goede betrekkingen der Monarchie tot een vreem
den Staat in gevaar worden gebracht, wordt gestraft
met gevangenisstraf of hechtenis van een week tot
een jaar of met geldboete van 50 tot 4000 kronen."
En dit artikel wordt op de volgende wijze toege
licht:
„Herhaaldelijk is door de uitnemendste staatslieden
van verschillende Staten erkend, dat het gevaar voor
den Vrede tegenwoordig meestal niet meer, zooals
vroeger, uitgaat van de Regeering en haar diploma-
tie,die integendeel voornamelijk ten dienste van het
behoud van den Vrede werkzaam zijn, maar van on
verantwoordelijke elementen, die uit de meest ver
schillende beweegredenen, uit nationaal fanatisme, op
economische gronden, ten deele echter ook uit de
laagste winzucht of uit journalistieke sensatielust de
volkeren en Staten tegen elkander aanhitsen en de po
gingen tot vreedzame uitdenwegruiming van interna
tionale geschillen en van opgewekte hartstochten ver
storen door het openbaren van verdraaide of geheel
gelogen nieuwsberichten. Dit gevaar tracht paragraaf
115 tegen te gaan door straf te bedreigen tegen deze
wijze, om den vrede in gevaar te brengen."
Het orgaan van den Bond „Vrede door Recht"
spreekt thans, in navolging van Alfred H. Fried en
Dr. Hans Wehberg, den wensch uit, dat tot een der
gelijke strafbepaling op de Derde Vredesconferentie
door alle Staten zal worden besloten.
Vooï sommige landen wij denken bijv. aan Frank
rijk met zijn omkoopbare pers zou een dergelijke
bepaling zeker van groot nut kunnen zijn.
In Duitschland is dezer dagen de verhouding tus-
schen pers en oorlog ter sprake gekomen. Er werd te
Dusseldorf een pers-vergadering gehouden en daar
deelde een der sprekers het een en ander mede over de
behandeling van militaire berichten door de pers.
In Maart van dit jaar had de Pruisische regeering
zijn medewerking verzocht bij het aanbrengen van een
wijziging in den militairen berichtendienst. Het bleek
hem, dat de regeering niet alleen niet erg gesticht
was over de plaatsing van berichten betreffende leger
en vloot, maar zelfs achtte zij ook militaire artikelen
in de meeste gevallen ongewenscht, ja schadelijk en
dikwijls gelijkwaardig aan landsverraad. Wilde de
pers aan haar wenschen gehoor geven, dan bleef haar
niets anders over dan berichten over benoemingen en
verleende onderscheidingen op te nemen! Het mi
nisterie vond dat van critiek alleen de vijand voordeel
kan trekken, terwijl hij ook vaak opmerkzaam ga-
maakt wordt op eigen fouten en die dan kan herstel
len. De spreker stelde daartegenover, dat in een land
met algemeen kiesrecht bedoeld is Duitschland,
niet Pruisen! en algemeenen weerplicht men de
pers niet mag noodzaken over militaire zaken te zwij
gen. Haar taak is zeide hij onder groote instem
ming der vergadering te spreken, belangstelling
voor leger en vloot daardoor op te wekken en aan te
wakkeren. Zij kan veel goeds doen ten opzichte der
verdediging het legerbestuur wantrouwde nog
steeds graaf Zeppelin, toen de pers hem reeds geest
driftig prees. De verbetering van diens luchtschepen
was niet tot stand gekomen, als niet de pers de mil-
lioenen-gave van het volk na het ongeluk van Ech-
terdingeu tot stand had gebracht.
Een Berlijnsche courant riep den eersten vlieg-
mensch naar Duitschland. Spreker wees op het En-
gelsche systeem. Wanneer de Engelsche minister van
oorlog geheimhouding van een bericht gewenscht
acht, dan deelt hij dit aan de leidende persmannen
mede. Dit nu wilde de referent ook in Duitschland.
Hij wenschte de instelling yan een militaire persaf-
deeling en dan een eerlijke samenwerking tusschen
haar en de pers, gebaseerd op onderling vertrouwen.
Er waren vertegenwoordigers van het ministerie aan
wezig of die echter dezelfde meening waren toege
daan als de spreker en de vergaderingen?
Novelle van
ANTON G1ULIO BARRILI.
N) -o-
Welke geheime stroom veroorzaakt het electrisch
licht? Mat vertellen de twee polen elkaar onder dat
flikkeren van lichtschitteringen? Wat hebben ze el
kaar te zeggen, welke beloften wisselen die twee stroo
men uit, die het verhevenste van twee menscheüjke
zielen in contact brengt met elkaar door 'n handdruk?
Leg mij dit alles uit en ik zal je woord voor woord al
les herhalen wat- gezegd werd door die hand op mijn
lippen en door mijn lippen op die hand.
Morgendauw was, zooals in alles, oprecht in haar
liefde, zooals de natuur oprecht is. De Eva van Ocu-
ecanati kende nog niet, of zij minachtte de meester
lijke, maar van weinig medelijden getuigende wijze
waarop een Europeesclie vrouw, al is ze ook oprecht
verliefd, uw hartstocht leidt langs den weg die haar
behaagt.
Zij beminde mij en dat verzweeg ze niet; van het
eerste oogenblik af, dat zij alleen naast mij stond,
spraken haar oogen mij van de groot© liefde, die in
haar hart was, en haar lippen talmden niet lang om
het met de woorden, die in alle talen zoo zoet klin
ken, te bevestigen.
Weet u hoe in de taal van Ocuenacati „ik bemin je"
heet? „O cuen sini." Ocuenacati beteekent „het be
minnelijke eiland"; „O cuen sini" ik bemin je."
Melnu, dergelijke woorden klinken in alle talen
zacht en zijn lief om aan te hooren, meer door de be-
teekenis dan door hun klank; maar in de taal van
Ocuenacati is het door klank en betedkenis dubbel
zoet. Ik kan er ex professo over meepraten, daar ik
Gisteravond werd in de geheel gevulde groote zaal
dor Harmonie een openbare vergadering gehouden,
waarin als sprekers optraden de heeren E. J. van Det,
van Amsterdam, redacteur van „De Bode," met het
onderwerp'„De aanslag op onze volksontwikkeling"
en P. Cnudde van Lynchem, secretaris van den Belgi
schen Onderwijzersbond met het onderwerp: Belgische
Onderwijstoestanden, een waarschuwing voor Neder
land.
De voorzitter, de heer J. J. T. Kooy, voorzitter der
afdeeling Alkmaar van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers, wees er in zijn openingswoord op, dat
men het in rechtsche kringen wil voorstellen, alsof
het niet gaat tegen de openbare school zoo in het
verkiezingsblad voor den heer Snoeck Henkemans
en zette daarna kortelings uiteen, dat waar thans het
openbaar onderwijs een voorwerp van aanhoudende
zorg der regeering is, het na de beoogde grondwets
herziening de regeering een zorg zal zijn, wat er met
het openbaar onderwijs gebeurt. In het bijzonder riep
spr. het welkom toe aan den heer Cnudde, die bijna
door familieomstandigheden genoodzaakt was, zijn be
lofte hier te komen spreken, te breken.
Het eerst werd nu het woord gevoerd door den heer
Cnudde. Deze zei dat het peil van onderwijs en zede
lijkheid in België en speciaal in Vlaanderen, zeer was
gedaald. Het deed spr. genoegen iets te kunnen doen
ter mogelijke voorkoming van toestanden als in Bel
gië, waar de kerk het onderwijs in handen heeft.
Spr. gaf een overzicht van de onderwijsgeschiedenis
in België en zette eerst uiteen den toestand van voor
de omwenteling van 1830. Er zijn velen, die de schei
ding van 1830 betreuren, vooral de Vlamingen, die in
de Nederlanders broeders zien. (Applaus).
Na 1830 zou vrijheid heerschen. Alles wat de vorige
regeering had tot stand gebracht, werd ingetrokken of
verkracht. De wet van 1842 is de spoorslag geweest
van het vervallen onderwijs. In '78 kwam een libe
raal kabinet aan het bewind, een afzonderlijk departe
ment van onderwijs werd ingericht. Er zouden er
kwam een nieuwe wet zooveel scholen komen, als
het onderwijs eischte.
De bepalingen op godsdienstgebied brachten de
geestelijkheid in hevig verzet. Vele kinderen werden
van de communie uitgesloten, in kerken en kloosters
werd gezongen„Ze zullen het niet hebben, de schoo-
het in alle talon heb leeren uitspreken, al heb ik het
niet altijd correct kunnen schrijven.
In het Engelsch zegt men: „I love you"; in het
Duitsch„Ich liebe dich"; in het Poolsch: „cocham";
in het Hongaarsch„oze retlet"; in het Arabisch „ba-
hebec in het Spaansch: „yo te quiero"; in het
I ransch: „je t'uime", maar zonder aan al dezo talen
te kort te doen, ge kunt den ouden kapitein Dodèro
gelooven, in geen taal klinken die woorden zoo god
delijk als in die van Morgendauw. Nooit ben ik zoo
ontroerd geweest als toen die heerlijke vrouw mij dat
„O eeun sini" toefluisterde, toen ze afscheid van mij
nam, haar wang tegen mijn borst en de armen op mijn
schouders.
Vrienden, al leefde ik duizend jaar, iedere keer dat
ik mij dat oogenblik, dat woord, hnar armen om mijn
hals herinner, beef ik zooals ik toen beefde; het bloed
zou mij wild naar de slapen stijgen zooals toen, toen
ik door haar zacht haar werd aangeraakt. De dag
van Koetku naderde intusschen met rassche schreden.
Al de hooggeplaatste personages van Ocuenacati za
gen mij met vriendelijke oogen aan; maar wie kon mij
verzekeren dat in al die welwillende blikken zich ook
niet een beetje gastronomische nieuwsgierigheid
mengde. Te hooren hoe hun taal door mij werd mis
handeld, deed hen schateren van het lachen; maar
door dat lachen kwamen korte puntige tanden te
zien, die mij deden ineenkrimpen van angst.
Het werd me duidelijk, dat ik na het succes met
het visehtuig behaald, niet op mijn lauweren moest
gaan rusten. Uit de schipbreuk had ik een mes ge- 1
red, dat eerst als een onnut voorwerp in mijn zak j
bleef, doch dat ik daarna zorgvuldig aan do profane
oogen onttrok, als iets dat mij van veel dienst zou
kunnen zijn- Op het strand had ik verschillende aar
dige schelpen opgemerkt en ik vatte het plan op, om
kleine snuisterijen te vervaardigen, die de hutten van
de heeren Kannibalen zouden verfraaien en hun zou
den bewijzen, dat ik nog- wel voor iets anders deugde
ne ziel van het kind." Wat in de clerieale pers tot
uiting kwam was meer dan bar. Er was tegenwerking
van vele gemeentebesturen, die geen betalingen wilden
doen voor het officieele onderwijs etc. Er werden
i tal van katholieke scholen opgericht; vele der in al-
lerijl opgerichte scholen waren zèer onvoldoende inge
richt, soms werd school gehouden in schuren, berber
gen en stallen. Het personeel was voor zijn taak niet
i berekend; er waren schoenmakers, metselaars, zwij-
i nenhoeders en koewachters onder. Zes jaar later
kwamen de Katholieken weer aan het bewind, ze ver
loren geen oogenblik om een nieuwe wet te maken.
Vele onderwijzers werden brutaal afgezet als onschul
dige slachtoffers van het clerieale gedoe; vele scho
len werden opgeheven, zoo alleen reeds 300 lagere ge
meentescholen. Vele onderwijzers kregen verminde
ring van salaris. Zoo duurt de toestand sedert 29 ja
ren. Het openbaar onderwijs wordt overal vernietigd
of ondermijnd, de kloosterscholen verrijzen als padde
stoelen uit den grond en waar geen openbare scholen
zijn, moeten de kinderen naar de kloosterscholen. Er
zijn van de 2623 gemeenten in België thans 200 waar
geen enkele gemeenteschool is deze gemeenten heb
ben samen meer dan 300.000 inwoners. Vooral op de
gemeentescholen voor meisjes heeft men het gemunt.
Vele meisjesscholen worden door kloosterzusters in
genomen.
Zijn er in een openbare gemeenteschool te veel leer
lingen, dan komt er geen nieuwe leerkracht, maar ko
men de leerlingen op de kloosterschool. Dit is in wel
250 gemeenten het geval.
Vooral in Vlaanderen en de Kempen zijn zeer uit
gebreide gemeenten. Volgens de- wet moet er een ge
meenteschool blijven als er 20 huisvaders zijn, die een
dergelijke school willen. Waar dat zoo is, wordt de
school geplaatst in een ver afgelegen wijk en dan moe
ten wel de kinderen naar de kloosterschool.
Een ander middel om het onderwijs te treffen is dat
bij ziekte geen hulponderwijzer wordt aangesteld,
maar de school wordt gesloten en de kinderen loopen
op straat. Spr. noemde een voorbeeld van een ge- i
meente, waar voor een op „mstgeld" gestelden open
baren onderwijzer langen tijd geen nieuwe werd be-
noemd en eindelijk wordt tijdelijk een onderwijzer van
een clericaal pensionaat aangesteld. De benoeming
wordt door het gemeentebestuur op de lange baan ge- 1
schoven. j
Spr. gaf verschillende statistieken van de groote
toename van het klooster-onderwijs. Op de lagere en
andere scholen zijn de meeste leerkrachten zonder di
ploma. j
Vele lokalen van de openbare scholen zijn gesloten,
er is een andere bestemming aan gegeven, vele zijn
langen tijd veranderd in danszalen en herbergen.
Dit jaar hebben de kloosterscholen 16 millioen aan
den staat gekost, sinds 1884 zijn de bijdragen van den
staat 235 millioen.
De leerboeken der scholen hebben een uitermate cle- i
ricalc strekking. In een leerboek voor gezondheids
leer schreef een tegenwoordige schoolopziener, dat zij,
die door een razenden hond gebeten zijn, ter bedevaart
moeten gaan, maar ook wel kunnen gaan naar het in
stituut Pasteur.
Vele leerboeken, door de priesters goedgekeurd, be-
vatten krachtige aanvallen tegen het liberalisme en
het socialisme. Zelfs het rekenonderwijs is verclerica-
liseerd. In een leerboek, geschreven door een schoolop-
ziener te Antwerpen wordt bij het hoofdrekenen ge-
vraagd: Hoeveel dagen in het jaar zijn wo verplicht
mis te houden, hoeveel dagen verplicht vleesch te der
ven?
Er bestaat in België geen wet op de leerplicht, het
schoolbezoek is zeer onregelmatig; volgens een offici
eele statistiek over een der jaren had 85V2 onvol-
doende de school doorloopen, waarvan 50 zeer on
voldoende. Bij de loting blijkt, dat velen lezen noch
schrijven kunnen. Wie in Oost-Vlaanderen zijn naam
kan schrijven, kan lezen en schrijven!
In 1906 kon van de lotelingen 36 lezen noch
schrijven, slechts 12 had volledig onderwijs geno
ten.
Er is geen ander redmiddel dan het verplichtend
onderwijs. De geestelijkheid houdt het volk dom,
maar wat is een volk zonder onderwijs in den
oeconomischen strijd? We zullen blijven strijden zei
spr., ondanks de nederlaag van het vorig jaar, met de
leus: Leve het openbaar onderwijs! (Applaus).
dan voor gerecht voor twintig of dertig gasten. Het
eerste voortbrengsel van mijn kunst was een klein
doosje, geheel met kleine schelpen en steentjes van
verschillende kleuren ingelegd, het deksel met bloe
menweide van geparelde kleine schelpjes verfraaid
dat alles plakte ik met een soort hars, die ik in de na
burige boschjes had gevonden, in elkaar.
Mijn doos werd zeer bewonderd en het behaagde
den Koning' die te aanvaarden. Zijn Minister Tururu
wilde er ook een hebben, en na twee dagen bracht ik
hem een doosje, dat, ik zeg het niet om te bluffen,
werkelijk een meesterstuk was.
Die schelm van een Tururu! hij had mij dat prul
letje gevraagd om aan Morgendauw te geven; ik be,-
merkte het den volgenden dag, toen ik het in de ka
mer van de prinses zag liggen.
Ik heb het aangenomen, zei de goddelijke vrouw,
omdat ik wel vermoedde, dat het het werk was van
Caila Lapi.
Aangemoedigd door mijn eerste triomfen, verzon ik
nieuwe dingen; ik wilde een grooton slag slaan. Daar
om ging ik in do bosschen ronddwalen, om to zoeken
naar een stuk hout, dat ik weldra vond; het was wit,
zacht en handelbaar, zooals ik het hebben wilde. Ik
ging vervolgens naar mijn hut en sneed er met mijn
zakmes een beeld van den God Tucru uit, eon hand
palm hoog, zonder do papagaaiveeren te rekenen, die
ik hem op zijn kruin zette. Het was een beeldje dat
onze Maragliano zeker niet voor zijn rekening zou
hebben genomen. Maar de wilden van Ocuenacati stel
den niet zulke hooge eischen.
Het beeldje had den vorm van een man, er waren
de mooie veeren, de mantel die ik uit een lapjo van
dat roodo weefsel, waarvan ik jelui sprak, had ge
maakt en ik had mijn Godje een enorme lans in zijn
hand gegeven en eenige haren van mijn blonden
baard geschonken, om eenige waardigheid aan zijn
ruwe aangezicht te geven.
De feestdag brak aan en mijn werk was klaar. All#
„Kennemer Autogarage", Telef. 146.
ALEHA1S.
De religie is bijzaak, 't is middel om het doel te
bereiken. Om dit te bereiken staan de Katholieken
voor niets. Op een plaatje werd de openbare onder
wijzer voorgesteld als een varken, de openbare school
als een kweekplaats van bandieten. Het doel der ele-
rioalen van Nederland is hetzelfde als van die in Bel
gië, n.l. de staat buiten de school. Daarom wil men
in Nederland art. 192 van de Grondwet wijzigen. Het
openbaar onderwijs wil men ook in Nederland doen
verdwijnen en het aanvulling maken. liet zal uitloo-
pen op een volledige vernietiging van het openbaai'
onderwijs. Wilt gij, Nederlanders, zei spr., dat de
schoolstrijd, die thans de politiek reeds beheerscht, in
alle gemeenten zal gaan heerschen, dat er klooster
scholen komen met ongediplomeerde leerkrachten,
wilt ge terug naar de 16e eeuw, stemt dan over 14 da
gen de rechtsche coalitiet (Applaus). Aan den strijd,
eindigde spr., met de leuze: Leve de openbare school,
leve de openbare onderwijzer! (Daverend applaus).
De heer van Det, hierna het woord verkrijgend, be
gon met er op te wijzen, dat zelden een verkiezing met
zooveel angst en misschien blijde verwachting aan
den anderen kant is tegemoet gezien als dit jaar. Spr.
dacht echter niet, dat aan den anderen kant zooveel
goede verwachting zou heerschen, daarvoor heeft deze
te veel verkorven. Dat weet de mijnheer, die zelf ment,
ook heel goed. De verkiezingsleuze, waaronder men
van rechts uitkomt, is voor ons land heelemaal ver
keerd. Dr. Kuyper heeft het onderwijs voorop weten
te krijgen. Doch het openbaar onderwijs zullen we
nimmer meer prijsgeven. (Applaus).
Men tracht zooveel mogelijk te verdonkermanen wat
men wil, vooral de heer Sn. Henkemans heeft daar een
handje van. De heer de Savornin Lohman heeft in
Oroningen gezegd: Het gaat niet tegen de openbare
school, maar voor de christelijke school. Hij was ze
ker zijn Bijbel vergeten. Wie niet voor mij is, die is
tegen mijUit het verkiezingsblad blijkt, dat de heer
Snoeck Henkemans eens aan den heer de Savornin
Lohman heeft gevraagd of het er wel om te doen is
om de openbare school te doen verdwijnen. Doch daar
was hij bij den duivel te biecht. Dr. Kuyper echter
windt er geen doekjes om, deze heeft in de Standaard
van 26 April in één artikel drie beer verteld, dat 1913
het politieke antwoord moet zijn op 1878, dat de open
bare school moet verdwijnen. En dan durft de heer
Snoeck Henkemans op een debatavond tegen een
openbaar onderwijzer te zeggen: Als het in de Stan
daard stond, dan zou ik het wel weten. (Applaus).
liet zal met de openbare school slecht gaan, wan
neer art, 192 gewijzigd wordt. Hoewel de bijzondere
scholen veel subsidie krijgen, moet thans het dood
vonnis over de openbare school worden uitgesproken.
Het staat in het artikel op een advocaatachtigo ma
nier, glimlachend zooals minister Heemskerk er altijd
uitziet, zal hij de openbare school helpen verdwijnen.
Komt de voorgestelde wijziging der grondwet tot
stand, dan zullen vele ouders gedwongen zijn hun kin
deren naar de bijzondere school te zenden, terwijl ze
in hun hart de neutrale school wenschen.
In het vèrkiezingsblad staat dat de toestand van de
openbare school geheel bij het ouda zal blijven. Is dat
nu een gewoon napraten van den heer de Savornin
Lohman, zand in de oogen strooien of bewusts volks
misleiding?
Het paedagogische stelsel van de openbare school
heeft leeren inzien, dat men een kind niet als een
groot mensch moet beschouwen, in de jonge jaren
moet men geen denkbeelden brengen, die men pas in
de jongelingsjaren na ernstig denken in zich kan op
nemen. Bij de bijzondere school begint men aan het
eind. Het onderwijs wordt gegeven met eerbiediging
van het godsdienstig gevoel van de ouders der kinde
ren zal het thans worden. Katholieke leerboekjes
als „Schets onzer vaderlandsehe geschiedenis voor cle
hoog9te klasse," waarop de N. R. Crt. van 28 Mei d#
aandacht vestigde, zullen dan op de openbare
hovelingen van Urutucte hadden zich rondom hem
vereenigd in de raadszaal, toen ik voor den koning
verscheen in gezelschap van Labsoiu, en hem 't beeld
van den God van Ocuenacati liet- zien.
Er was eerst een groot gebaar van verwondering;
en toen ik den naam van Koetku had uitgesproken,
vielen alle aanwezigen op hun knieën, om het werk
van mijne handen te aanbidden. Toen ving' een nauw
keurig onderzoek van het beeld aan en de vele geba
ren, de uitbarstingen van eene, ik zou haast zeggen
kinderlijke bewondering, beloonden me voor mijn
moeite. Urutucte was in extase; Morgendauw, die
nooit in het rumoerige gezelschap der hovelingen van
haar broeder verscheen, maakte dien dag een uitzon
dering op hare gewoonte en kwam met haar vrouwen
om de Koetku te begroeten, wiens komst op aarde
door bemiddeling van Caila Lapi weldra in alle hut
ten van de residentie was bekend geworden.
De tegenwoordigheid van de beminde vrouw en
haar gelukwenschen deden mij het toppunt van geluk
bereiken. Iets was er echter dat mij hinderde; ik
moest het aanzien hoe de eerste minister, die naast
haar was gaan zitten, haar met zijn leelijke groote
oogen van een waanzinnige als het ware verslond.
Maar terwijl ik daarover zat te tobben, richtte de
machtige Urutucte tot mij het woord als volgt:
Oaila Lapi, volgens afspraak zou heden het uur
van uw dood zijn geslagen. Mijn genadige zuster kent
nog niet den zoeten smaak van mensekenvleesch, jij
bont zeker het smakelijkste, fijnste hapje dat in dit
land te vinden is.
Mooi zoo, ik voel mij al gebraden en gekookt! dacht
ik hij mezelf, maar misschien eten ze mij wel rauw.
En ik bleef onbewegelijk naar het vervolg van dat al
les behalve vroolijke gesprek luisteren. Na een korte
pauz# vervolgde Urutucte:
(Wordt vervolgd),