DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
imst
No. 131.
Honderd en vfjftiende tergang.
1913
MAANDAG
9 JUNI.
De verkiezingen.
FEUILLETON.
Kapitein Dodèro.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat, öroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Donderdag 12 en Vrijdag 13 Juni a.s.
BINNENLAND.
iWordt fetTolgd)..
ALRMAARSCHE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de jaar-
lijksche collecte voor het fonds ter aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst in de Ne
derlanden, zal plaats hebben op
Gaarne wordt aan het houden dezer collecte her
innerd en worden de ingezetenen dringend uitgenoo-
digd haar mildelijk te steunen.
Burgemeester en Wethouders voornaemd,
JAN DE WIT Dz., Voorzitter, lo.-B.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 7 Jun,i 1913.
De coalitie.
ALKMAAR, 9 Juni.
Het heeft dit jaar lang geduurd, voordat de over
eenkomst tusschen de drie partijen der rechterzijde
werd gesloten. De Roomsch-Katholieken waren voor
een hernieuwing der coalitie dadelijk te vinden, ook
de anti-revolutionnairen wilden gaarne met hen naai
de stembus optrekken, maar de ehristelijk-histori-
schen maakten captie. Er was een zoo bedenkelijke
wrijving tusschen anti-revolutionnairen en christelijk-
historischen, dat het centraal comité der anti-revolu-
tionnaire kiesvereenigingen in Maart nog verklaarde
bij 't nemen van zijn maatregelen „op zelfstandig op
treden in Juni bedacht te zijn," en dat zelfs 8 dagen
vóór de algemeene vergaderingen der partijen op 26
April de Standaard de vrees uitte, dat het mis zou
loopen en schreef dat het gevaar daarvoor niet gering
was. Het Centrum waarschuwde dadelijk daarop„het
zou wel een zonderlingen indruk maken in den lande,
wanneer ter wille van een of twee Kamerzetels de coa
litie in duigen viel."
De positie der christelijk-historischen in de coalitie
wordt echter niet alléén bepaald door een of Lvee ze
tels.
„Bij de Christelijk-Historischen, zeide mr. dr. J.
„Schokking uit Leiden te C'harlois, blijkens een ver-
„slag in de Standaard van 30 Nov. 1912 bij de
„Christelijk-Historischen wordt niet zoo onvoorwaar
delijk liefde gevonden voor de coalitie, dan bij de
„beide andere groepen. Tusschen Christelijk-Histori
schen en Katholieken ligt toch altijd de hervorming
„en tegen de anti-revolutionnairen hebben de Chris-
„telijk-Historischen het bezwaar, dat die het woord
„Christelijk te veel op den voorgrond stellen."
De christelijk-historische partij is een partij van
ongelijksoortige bestanddeelen, een aaneensluiting
van groepen, die hun eigen oorsprong hadden. De
kern wordt gevormd door de Savornin-Lohmangroep,
anti-revolutionnairen, die zich in 1895 van die partij
afscheidden, omdat ze zich niet langer door dr. Kuy-
per wilden laten ringelooren. In 1897 vormden zij de
Christelijk-Historische of vrij-antirevolutionnaire
partij. Naast haar stond de Christelijk-Historische
Kiezersbond, opgericht in 1896, die vooral uitmuntte
door anti-papisme en anti-gereformeerdheid. Om door
den Bond gecandideerd te worden moest men bovenal
Novelle van
ANTON GIÜLIO BARR1L1.
19)
o
IX.
Ileeren, slaapt niet in, wat ik u bidden mag, ik na
der het einde van mijn verhaal, en ik moet je nog het
mooiste vertellen.
Dronken van vreugde als een besehonkene door den
wijn, verliet ik de raadszaal met den koning, die heel
statig tusschen mij en zijn beminnelijke zuster voort
schreed, haar bij de hand houdende en de andere op
mijn schouder geleund.
En het was geloof ik goed voor mij, dat hij mij zoo
vast hield, daar ik anders de lucht in zou zijn gevlo
gen, zoo licht voelde ik mij.
Alles was licht, schoonheid en vroolijkheid om ons
heen. De zon scheen ons toe te lachen met hare stra
len tusschen de groote boomtakken en de grillige fes
toenen van de gekroesde lianen; de bloemen, ver
warmd door de kussen der zon, vervulden de lucht
met zoete geuren: zwermen vogels vlogen van den
eonen op den anderen tak, hunne verschillende liede
ren tjilpend, en mijn hart, één met de natuur, hief het
zoete liefdeslied aan. Op dat oogenblik dankte ik
God met geheel mijn ziel dat Hij mij zoo onverwachts
en tegen alle hoop in mijn hartewensch vervulde, en,
kop je het gelooveh? zóózeer gevoelde ik me al Uru-
voldoen aan den eisehgeen lidmaat zijn van een Ge
reformeerde kerk.
Al wat maar anti-Roomsch en anti-Gereformeerd
was, vond in den Bond een vérèenigingspunt. Weldra
teekenden zich echter in dezen Bond twee stroomin
gen, de eene geleid door dr. Bronsveld, de andere door
dr. de Visser. De eerste wilde in de aanvankelijk in
geslagen richting doorgaan. De tweede van meening,
dat de Ned. IlerV. kerk meer van de linkerzijde dan
van de rechterzijde te vreezen had, dat anti-papisme
geen politiek beginsel mocht zijn en niet weer
houden mocht van een samengaan van alle Christe
lijke partijen, wenschte ombuiging van het rivierbed
naar rechts.
De groep-Bronsveld werd ten slotte verslagen, zij
trad uit de partij, en in 1903 ontstond uit de samen
smelting van vrij-antirevolutionaire partij en christe
lijk-historische Kiezersbond de christelijk-historische
Partij.
In 1908 kwam zich hierbij voegen de Friesehe Chris
telijk-Historischen, ook al afkeerig van samenwerking
met anti-revolutionnairen en roomsch-katholieken,
een afkeer, die in 1905 mede de nederlaag der rechter
zijde ten gevolge had.
Maar de oude aard verloochent zich niet. De be
kende pauselijke afkondigingen deed onder tallooze
volgelingen het anti-papisme weer oplaaien, vermeen
de bedreigingen voor de Ned. Hervormde kerk, deden
ergernis ontstaan. De Kamerverkiezing te Ommen,
eerst vad den heer Mackay, toen van den heer Bichon
van IJsselmonde, fel tegenstander van het Kuyper-
systeem, als opvolger van den heer Ivuyper was een
reactie tegen de coalitie, die des te scherper uitkwam,
toen de chr. hist, „Nederlander" den gekozene een
dood-gewoon christelijk-historicus noemde.
Uit deze uiteenzetting, 1 welke men uitvoerig ge
schetst vindt in „De Christelijk-Historische Unie"
van C. E. van Koetsveld, welk boekje ons tot leid
draad strekte blijkt, waarin „het oud zeer" best'aat,
waarover af en toe door de Standaard werd geschre
ven.
Over de verdeeling der zetels zijn echter ook harde
woorden gevallen.
In zijn brochure „Moet de Reehtsche Coalitie in
1913 voortduren?", welke vraag- hij bevestigend beant
woordde, schreef de heer C. E. van Koetsveld, de chr.-
hist. hierboven reeds genoemd
„De partij, die ons Amersfoort, Kampen en Hilver
sum ontnam, die herhaaldelijk naar Schiedam en
„eenmaal ook naar Zwolle de steeds grijpende hand
uitstrekte, schreeuwt moord en brand als wij één van
„haar vier Overijsselsche districten trachtën te
„krijgen. De menschen die Domela Nieuwenhuis en
„Duys in de Kamer brachten, durven beweren, dat wij
„voor de heilige beginselen niet half zooveel voelen
„als zij. Wie de geschiedenis LehmanWestmeier en
„de zaak van-Heeckeren achter zich hebben, durvon
„schelden voor consciëntie schuwende figuren!"
„Ik wil volstrekt niet geheel en al den band tus
schen ons en de Atirevolutionairen verbroken zien.
„De Standaard dreigt er wel mede, dat het gebeurde
„in Ommen wellicht de geheele coalitie uiteen zal
„doen vallen. Nu, als zij op een breuk wil aansturen
„moet zij dat maar voor haar geweten zien te verant
tucte's aanverwant en burger van Ocuenacati, dat ik
God aanbad in dsn vorm, dien ze Hem daar geven, ik
zond mijn dankgebed op tot Koetkit
Nadat ons eenigen tijd gelaten was om te herstellen
van de vele emoties van dien morgen, gingen wij naar
het plechtige gastmaal, dat, Gode zij dank, niet werd
bedorven door vreeselijke gerechten van menschen-
vleeseh. Alleen ontstemde mij de tegenwoordigheid
van Tururü, zijn gezicht was als de storm zoo woest
en uit zijn oogen straalde de woede, zoodra zij de mij
ne ontmoetten.
Urutucte liet zijn kokosbeker rondgaan, om op het
geluk der echtgenooten te drinken en iedereen dronk
mee, zelfs de woedende minister. Daarop volgde de
ceremonie der madrigalen, een gewoonte die bij alle
volkeren, wilde en beschaafde, in eere is.
Een oude gedienstige van den kojiing hief een een
tonig gezang aan, waarvan ik me de eerste vier verzen
nog herinner
Caila Lapi
Purugui
Capituta
Gamusac;
die, als je het niet weet (en hoe zou je het weten) be
teekenen in die lieve taal: „Zonnebaard gaat trou
wen; Capituta verheugt, zich over de bruiloft".
Ook Labsolu wilde met een Eranseh versje tot de
algemeene vreugde bijdragen; ik zal het maar niet
herhalen, daar, al zwoer mijn brave vriend dat hij het
zoo juist had gemaakt, ik mij herinnerde het gelezen
te hebben op een van die papiertjes, die om de bon
bons zitten.
Zal ik je spreken over de zalige uren en dagen die
de bruidegom van Morgendauw doorbracht?
woorden. Ik hoop, dat de „consciëntie schuwende fi-
„guren" uit onze partij voor zulk eene verant woo r-
„ding zullen terugdeinzen. Al zegt men van ons, dat
„wij „voor de heilige beginselen niet half zooveel voe-
„len" als de Antirevolutionnaire Gideonskeurbende,
„toch hoop ik dat w ij, ter wille van die beginselen,
„coalitiebelang boven partijbelang zullen weten te
„plaatsen, en dus zelfs door smaad en berooving ons
„niet zullen laten verleiden tot ouderlingen strijd in
„districten, waar de rechterzijde er verlies door zou
„kunnen lijden.
„Maar in de vaste districten ligt voor ons het
„strijdperk, waar zij desnoods ons pleit met de Anti-
„revolutionnairen kunnen uitvechten."
Den 24sten April vergaderden de partijen over de
concept-overeenkomst, allen op één dag, en allen op
de voorwaarde, dat aan die overeenkomst niets veran
derd mocht worden toen de partijen der concentra
tie ook op één dag vergaderden en natuurlijk ook aan
dezelfde voorwaarde waren verbonden, werd dit van
rechts als „comedie" betiteld
Wij komen op het politiek accoord nader terug.
Wat het electoraal accoord aangaat d.w.z. de stem
bus-overeenkomsten zij medegedeeld, dat Leiden in
plaats van den christ.-hist. dr. de Visser een anti-re-
volutionnair mocht stellen, dat Ede aan de anti-revo-
lutionnaire partij werd toegewezen, dat een thans
zittend Christ. Kamerlid (dr. de Visser) in Ommen
gecandideerd zou worden, mits hij zich schriftelijk
verbond bij de eerstvolgende algemeene verkiezing
in dat district geen candidatuur meer te aanvaarden.
En wat zien we nu?
Dat naast de coalitie-candidaat dr. de Visser te Om
men gecandideerd is de chr. hist. Bichon van IJssel-
monde, dat naast den coalitie-candidaat voor Ede ba
ron van Heeckeren van Keil, is gecandideerd jhr.
Schimmelpenninck, het aftredend lid, dat zich niet als
een zondebok in de woestijn wilde laten jagen.
Geen wonder, dat de Standaard 28 Mei schreef
„Best mogelijk dan ook, dat we een volgend maal
van alle accoord moeten afzien en de coalitie opbre
ken. Er deed zich ditmaal reeds meer dan één ver
schijnsel voor, dat op 't politieke weerglas voor ons de
naald naar storm deed opschuiven."
„Storm" verraadt voorts de oprichting eener Chris-
telijk-sociale partij en die van den Nationalen Bond
van protestantsche kiezers, welke de rol wil vervul
len van de Friesch Christelijk Historischen welke in
1905 de macht der coalitie bij de stembus braken. En
wanneer men zich ter rechterzijde beklaagt over het
anti-Kuyperianisme en het anti-papisme dier partijen,
laat men dan bedenken, dat zij uit de coalitie en dooi
de coalitie zijn ontstaan!
Men ziet uit het bovenstaande, dat de coalitie niet
zoo sterk en niet zoo eensgezind ter stembus gaat als
in 1909.
DE KIEZERSLIJSTEN VAN 1913.
Een vluchtige optelling van de cijfers der kiezers
lijsten van 1913 voor alle districten toont aan dat het
totaalcijfer thans 950.000 bedraagt, aldus schrijft de
N. Crt. Het is sedert 1909 vooruitgegaan met onge
veer 100.000 en sedert 1912 met 60.000.
In 1909 telden 19 van de honderd kiesdistricten
Er zijn genietingen die men niet vertelt, omdat
geen taal rijk genoeg is om een juist beeld daarvan te
geven.
Liefde, liefde! hare zaligheden verdwijnen als blik
semstralen, maar ze laten ook een levendige en sterke
herinnering achter. Hoe zoet is het niet de beminde
vrouw uit de verte te aanbidden, haar verschijning op
het balkon van uit een hoek van de straat te bespit
den, haar te vervolgen, te ontmoeten, een snellen blik
tot belooning te ontvangen. Een bloem, door haar
aangeraakt, krijgt een waarde, grooter dan die dei-
diamanten van Golc-onda, een kus op haar witte, f ij ne
hand zou men gaarne met zijn bloed betalen. Maar
al die lieve dingen, al die zaligheden, beteelcenen wei
nig- tegenover dat goddelijke van twee zielen, die, ge
scheiden door geboorte, gewoonten en gedachten, toch
één worden, en door de macht van een electrisch
vonk eenzelfde gevoel deelachtig worden, en ik zou
haast zeggen van eenzelfden levensadem elkaar door
dringen, bijna één leven, één ziel worden. De tij
staat even stil. Men blijft zweven tusschen hemel en
aarde als èen wolk of beter gezegd, men is de wolk
zelf, die tot rust uitnoodigt, een doorschijnend, roze
gordijn, dat alles rondom laat zien, maar de hard'
kleuren verzacht.
Morgendauw was niet minder gelukkig dan ik. Aan
den schoonen hemel van Ocuenacati waren geen an
dere wolkon dan die roze en doorschijnende, waarvan
ik je zooeven sprak. Ook de donkere onweerswolk
Tururu was verdwenen; de eerste minister had Capi
tuta verlaten daags na de bruiloft. Urutucte liot lang
■naar hem zoeken; hij zwoer dat hij hem zijn lange
noren zou laten afkappen, maar daarvoor moest hij
hem eerst te pakken krijgen en dat gebeurde niet.
meer dan 10.000 kiezers; thans overtroffen 11 distric
ten bovendien dat aantal in het geheel dus 30.
Het eenige district dat de 20.000 overtreft, het tal
rijkste van Nederland dus, is Amsterdam IX met
22,557. Hoe ongelijk de districten allengs in aantal
kiezers zijn geworden, toont juist de hoofdstad aan,
waar men tevens de kleinste districten vindt: Amster
dam VIII met 5611, VII met 5237, I met 5184, II met
5041 en IV (het kleinste van het geheele land) met
4733.
KAMER VERKIEZ INDEN.
De bestuursvergadering van de R.-K. centrale kies-
vereeniging in het district Bergen-op-Zoom, die zeer
druk bezocht was, heeft met algemeene stemmen be
sloten, krachtens art. 3 aliena 2 der statuten, den
heer W. J. F. Juten te royeeren als secretaris dezer
kiesvereeniging.
Deze alinea luidt: De leden verliezen het lidmaat
schap der vereeniging door het aanvaarden of het zich
laten welgevallen van een candidatuur, tegen die de
zer vereeniging gesteld.
De heer W. J. F. Juten heeft blijkens een tot dat
bestuur gericht schrijven d.d. 6 dezer zich niet verzet
tegen de door kiezers gestelde candidatuur van hem
voor het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Gemengd nieuw».
NIET BEGREPEN.
Een Engelschman wilde aan een dame te 's-Graven-
hage een bloemenhulde brengen. Bloemen uit Enge
land oversturen ging niet. Die zouden geheel ver
welkt zijn overgekomen. Het eenige was ze door een
bloemenwinkel te 's-Gravenhage te doen bezorgen.
Ongelukkigerwijze wist de Engelschman geen adres
van een Haagschen bloemenwinkel. Alleen herinner
de hij zich, er wel eens een in de Hoogstraat gezien te
hebben, maar het huisnummer was hem even onbe
kend als de naam van den winkelier.
Toen kwam hij op een snuggeren inval. Hij sloot
zijn order benevens het vereischte bedrag in een en
veloppe, welke hij adresseerde aan: „Any flowershop,
(De een of andere bloemwinkel) Hoogstraat, The
Hague, Holland." De Nederlandsche postadministra
tie zou den brief wel aan het juiste adres bezorgen.
Maar de Engelschman had te veel op de snugger
heid onzer ambtenaren gerekend. Een „mej. Any Flo
wershop," die in de Hoogstraat zou wonen, was aan
het Ilaagsche postkantoor onbekend, en ook het adres
boek kon geen licht verspreiden. Dan maar met den
brief naar het bureau bevolking. Daar werden alle fo
lianten opgeslagen, en ja, de post moest maar eens
informeeren in de Prins Hendrikstraat 55, le étage;
misschien dat daar wel iemand van dien naam woon
de, luidde het bescheid. Maar ook aan dat adres woon
de geen mej. Any Flowershop en evenmin Prins Hen
driklaan 55, le étage.
Ten einde raad zond men den brief dus maar weer
naar Londen terug-, schrijft de Tel.
CONSUMPTIE-ARTIKELEN IN HET KOEL
HUIS.
In het afgeloopen seizoen zijn aan het openbaar
slachthuis te 's-Gravenhage proeven genomen met het
bewaren van andere consumptie-artikelen dan vleeseh
in het koelhuis. Met grootendeels zeer goede resulta
ten werden op kleine schaal gekoeld: wild, boter, eie
ren, vruchten en groenten. Teneinde het koelhuis zoo
productief mogelijk te doen zijn, stellen B. en W. den
raad voor, te besluiten het definitief te bestemmen
ook voor het bewaren van dergelijke artikelen. Het is
evenwel noodig-, hiervoor een afzonderlijke ruimte in
te richten, daar de reuk van vruchten en groenten in
vloed kan hebben op het vleeseh en omgekeerd, terwijl
voor vruchten de temperatuur en het vochtgehalte
van de koelhuislucht veel meer constant moet zijn dan
in het vleeschkoelhuis mogelijk is.
DE ONTSLAGEN MATROZEN.
Men deelt aan Het Volk mede, dat het honderdtal
Het verdwijnen van een kano, eenige dagen later
opgemerkt, bewees, dat mijn ongelukkige medemin
naar met zijn woede naar een naburig eiland was ver
trokken. Gelukkig had hij geen staatsgeheimen mee
genomen, en wat hij ging uitvoeren bij de naburige
inlanders, joeg Urutucte geen schrik aan. Die buren
waren eenigen tijd voor mijn komst zoó afdoende ver
slagen, dat ze er niet aan konden denken bet. hem
vooreerst lastig te maken.
Hij is vertrokken, zei ik, bet ga hem goed!
Ik werd benoemd tot eersten minister van den ko
ning, mijn zwager en de daadwerkelijke- bestuurder
van Capituta; geen zaak werd zonder mij behandeld.
Zoo begon ik mij aan mijn nieuwe taak te wijden en
menig plan, dat ik in mijn hoofd had, doch helaas
nooit ten uitvoer gebracht werd, getuigde van mijn
belangstelling in het welzijn van het eiland.
Het volk van Capituta en van de naburige dorpen
bracht zijn tijd, zooals ik al zeide, door met visschen
en jagen.
Vrij geworden door mijn huwelijk en 's konings
gunst, gaf ik mij geheel aan de jacht over, die mij
zeer bekoorde sedert ik bemerkt had boel handig met
pijl en boog te zijn.
De hovelingen, die overal hetzelfde zijn, hemelden
mij vreeselijk op over mijn bekwaamheid; na Urutucte
was Caila Lapi de eenige die alles goed deed; en Cai
la Lapi was gevoeliger voor den lof van de wilden dan
Mauro Dodèro was geweest, voor de complimenten
van de strenge professoren te Genua, die hem exami
neerden voor kapitein van de groote vaart.