DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. im m juni. No. 140 Honderd en vijftiende Jaargang. DONDERBAH Handelsavondschool. Aangifte van Leerlingen. F E CIL L E T 0 F. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. Zij, die zich met 1 Juli op dit wj^^K^blad abonneeren, ontvangen de (§ÉI tot dien datum verschijnende nummers gratis. DE DIRECTIE. BINNENLAND. HET BESTE VOOR 'T LAATST BEWAARD. ALRMAARSCHE COURANT. Ouders en verzorgers, die hunne of de aan hunne zorg toevertrouwde kinderen het onderwijs aan de 11A X1) ELS A V O X D SCHOOL wenschen te laten vol gen, behooren zich daartoe AAN TE: MELDEN' bij den Directeur dier inrichting, AAN' HET SCHOOL GEBOUW, staande aan het Victoriepark en wel op MAANDAG, DINSDAG en WOENSDAG, 23, 24 en 25 JUNI a.s. TÜSSOHEN DES AVONDS 7 en 9 UUR. Leerlingen, die reeds vroeger de school bezochten, zullen opnieuw moeten worden opgegeven. Als leerlingen worden toegelaten zij, die den leeftijd van 12 jaar hebben bereikt cn het toelatingsexamen met goed gevolg- hebben afgelegd. In bijzondere ge vallen zullen leerlingen zonder toelatingsexamen kun nen worden toegelaten. Alkmaar, 18 Juni 1913. De Directeur der Handelsavondschool, A. VERSTEEGE. ALKMAAR, 19 Juni. De Eransche bladen vonden dezer dagen dat de Eransche afgevaardigden wel eens een voorbeeld kon den nemen aan de Duitsche. Men schijnt dus zelfs van een „erfvijand" nog iets goeds te kunnen leeren zelfs als men het op den ondergang van dien vij and gemunt heeft. De zaak is dezevele Franschen zijn jaloersch, dat in Duitschland de regeeringsvoor- stellen tot versterking van het leger zoo gauw zijn aangenomen en zij zouden graag zien, dat de Fransche Kamer ook zonder veel te praten tot de invoering van den driejarigen diensttijd besloot. In het Paleis Bour bon wordt namelijk schrikkelijk veel gepraat. Er wor den dagelijks spiegelgevechten in de Kamer gehouden tusschen regeering en volksvertegenwoordiging, die gerust stierengevechten mogen worden genoemd, met dit verschil, dat de minister-president zich niet laat afmaken. De parlementaire toreadors mogen nog zoo handig manoeuvreeren, nog zoo zeker hun degenstoo- ten richten, hun gladde, vlugge, sterke tegenstander weet hun steeds t-e ontkomen of hun gevoelige op stoppers te geven. De kranige houding van den nog jeugdigen minister-president vindt dan ook algemee- ne bewondering. Hij heeft den laatsten tijd heel wat redevoeringen gehouden er is geen enkele banale onder en zelfs de oude minister-dooder Clemenceau heeft hem in den Senaat geluk gewenscht met zijn slagvaardigheid. s Morgens heeft de heer Barthou besprekingen met zijn collega's afzonderlijk of leidt hij de vergade ringen van den ministerraad, 's Middags worstelt hij met de parlementsleden en „legt" er gemakkelijk een stuk of tien. En 's avonds toeft hij altijd in politieke of letterkundige clubs, en zelden slaat hij een uitnóo- diging om elders te komen" eteu, al'. Altijd is hij even vriendelijk en voorkomend. En altijd schijnt hij aan het spreekwoord te denken, dat de wijze, waarop men iets geeft meer waard is, dan hetgeen men geeft. Het zal hem niet gebeuren, wat een zijner voorgan- gers is overkomen. Bij een vroegeren minister kwam eens iemand een gunstbetoon vragen. De minister was wel geneigd het verzoek in te willigen, doch hij vond, dat de man maar eens veel moeite moest doen en hij liet hem ettelijke malen terugkomen. Eindelijk kreeg- de vrager wat hij wilde hebben, doch toen hij het had, toonde hij zich heelemaal niet erkentelijk. De minister wees hem hierop zijdelings. En wat ant woordde de man? „Ja excellentie, U schijnt te verge ten, dat ik aan zóóveel schellekoorden heb moeten trekken, dat mijn arm verlamd is en U heeft me zoo veel laten wachten, dat ik niet meer de kracht in me voel, om dankbaar te zijn." De heer Barthou zorgt, dat de menschen hem wel dankbaar zijn. En ook weet hij op een goed oogenbiik eeii goed woord te plaatsen. Zoo zeide hij dezer da gen: „Alen moet, indien men aan het bewind is, eenvoudig zijn plicht doen als men weet wat zijn plicht isDat is in nieuwen vorm de krachtige ge dachte van Tacitus, dat het moeielijke niet zit in liet doen, maar in het vinden van zijn plicht." Onlangs verweet men hem reactionnair te zijn. Hij antwoordde hierop: „Toen ik minister was in het kabinet-Méline noemde men mij reactionnair ik was toen nog jong en het verwijt trof me onaange naam. Toen ik minister was in het kabinet Clemen ceau hoorde ik, dat de heer Clemenceau een aanhan ger van de reactie was en toen heb ik begrepen wat zulke gezegden waard zijn." De bladen hebben opgemerkt, dat de minister-presi dent volkomen gelijk had: er is altijd wel iemand, die U reactionnair noemt, hoe ver ge er U af waant. Wij denken hierbij onwillekeurig aan een woor.l van onzen oud-minister van Houten, die eens schreef, dat andere menschen, die verkeerde loten wilden en ten op den gezonden stam, door hem in het leven geroepen, hem reactionnair noemden, omdat hij zich daarmede niet kon vereenigen 1 tegen dit ontwerp verklaard. Mogen wij nu een toe komstig minister moeilijkheden berokkenen door hem te dwingen een wetsontwerp uit te voeren, dat niet in zijn lijn ligt? Wordt dit wetsontwerp aangenomen, dan zal de tegenwoordige minister van Oorlog dadelijk ingrijpende maatregelen nemen die zullen praejudici- eeren op de toekomstige kustverdedigingswerken. Maar zijn opvolgers zullen dan staan voor de noodza kelijkheid om kostbare contracten na te komen en tevens voor de onmogelijkheid om met de uitvoering der wet verder te gaan. Spr.-^zal dan ook tegen het voorstel van den voorzitter stemmen nu wij aan den vooravond staan van een groote politieke verandering. Hedenochtend voortzet ting-. EERSTE KAMER. In de gisteren gehouden zitting der Eerste Kamer werd na eeuige discussie besloten tot verhooging van hoofdstuk 9 der Staatsbegroothig over 1913 (inrich ting huis Korte Vijverberg en voor het kabinet dei- Koningin). Nog eenige kleine wetsontwerpen werden daarna aangenomen. Bij de regeling van werkzaamheden stelde de v o o r- zitter voor, in afwijking van het reglement van orde, na afdoening der agenda, dadelijk het wetsont werp in zake de kustverdediging aan de orde te stel len. De heer O r e m e r (U. L.)i herinnerde er aan dat er in de politieke omstandigheden verandering is ge komen. Bij dit wetsontwerp is de politiek in hooge mate betrokken, want in de Tweede Kamer heeft de ge heele linkerzijde op den heer van Karnebeek na, zich door L. G. MOBERLY. Naar het Engelsch. 6) o „Bébó weet niet waar zij woont." Het kind schudde haar blonde krullen en haar groote oogen vulden zich met tranen. „Bébé is heel erg bang. lie deur stónd open - en Bébé is naar de straat geloopen om naar de mooie paarden te kijken en toen was idles zwart en donker en Bébé wist niet waar ze naar toe moest." „Ik zou denken dat Bébé niet alleen in den mist op straat had moeten komen' zei Christine met zacht verwijt in haar stem; „en nu moeten wij maar eens zoeken naar je huis, meisjelief. Hoe heet je behalve Bébé „Bebe, moesjes Bebe - anders niet'', antwoordde het kind en zij sloot heel gedecideerd haar kleine mondje. „Bébé is haar anderen naam vergeten zij heet alleen maar Moesjes Bébé." „Maar Bébé en hoe nog meer?" zeide Christine met het grootst mogelijke geduld, terwijl zij langzaam het plein opliep met het kind in haar armen. „Bedenk eens goed hoe je nog meer heet, lief kindje, dan breng is je veilig naar huis, naar moesje en naar juf." „Bébé heeft geen juf, de juffrouw is weg. Aloesje kleedt Bébé aan en Bébé weet niet meer hoe ze nog meer heet. Zij heeft een garnalen-memorie." en zij lachte heerlijk om Christine's verbaasd gezicht. Waar schijnlijk herinnerde ze zich iets van hetgeen een van de vorige dienstmeisjes tot haar verontschuldiging- gezegd had. „Bébé vindt je heel lief aardige dame ga mee naar huis met Bébé". „Ik wou dat ik dat maar kon", zei Christine ern stig; zij wist bepaald niet wat zij doen zou toen zij inet het kind in haar armen naar de deftige huizen koek op het plein en dan weer naar het kind. „Ik wou dat ik maar wist waar je woon, dwaas kindje en hoe ik er achter kan komen van wie je een kindjeben. Zij zullen thuis zeker hemel en aarde bewegen om je^ te vinden." Het kind lachte. Zij begreep waarschijnlijk niet al les was Christine zei, maar haar kinderlijke verbeel ding werd dadelijk geboeid door de vriendelijke ma nier van spreken van het jonge meisje en het beseher mende, moederlijke dat van haar uitging. Zij sloeg twee mollige armpjes om den hals van haar redster en drukte haar gezichtje vertrouwelijk tegen de bleeke wanken van Christine. „Bébé is niet. bang meer", fluisterde zij welbehage- Uik, „je moet Bébé thuis biengen - we zullen naar moesje gaan - en dan vindt Bébé alles weer goed." „Ja, alles is weer goed als wij ons huis en moesje maar weer terug hebben", antwoordde Christine met een lach; zij sloeg haar arm vaster om het zachte lichaampje heen en drukte haar lippen op de zachte krullen van liet kind; zoo iiep zij langzaam voort, het plein over, in de hoop dat zulk een klein persoontje toch niet zoo heel ver had kunnen loopen en dat zij wel gauw iemand zou tegenkomen die het kind zocht. Zij hadden het plein aan den eenen kant afgeloopen en ook de rij huizen aan een der zijkanten, toen het kind plotseling een zegepralenden kreet deed hooren. „Daar is James daar aan den kant", riep zij uit, „nu kan Bébé haar eigen huis zien. James! James!" riep zij opgewonden uit en Christine zag op kleinen afstand een huisknecht op een stoep staan; de man keek angstig naar rechts en naar links. Bij het hoo ren van Bébé's stem verliet hij zijn post bij de deur en kwam ijlings naar Christine toegeloopen, die bleef stilstaan om op hem te wachten. „Dat is mijn lieve James", riep het kind; en^met de wispelturigheid aan een kind eigen, maakte zij haar aimpjes rondom den hals van Christin© los en stak ze uit naar den knecht. „Bébé was verdwaald", zei zij HET 11E RS TE ALA11N G SAD VIES DER CONCEN TRATIE. Het Centraal Comité der Vrijzinnigen, overwegende, dat. onder de omstandigheden van het oogenbiik liet landsbelang medebrengt dat bij de her stemmingen voor de Tweede Kamer over de geheele iinie de tegenstanders der rechterzijde worden ge steund, adviseert met- volledige handhaving van eigen be ginselen aan de vrijzinnige Verkiezingscomités in de verschillende distrieten de verkiezing van alle Candi da ten die met Coalitie-candidaten in herstemming zijn, zoo krachtig mogelijk te bevorderen. NATIONALE BOND VAN PROTESTANTSCHE KIEZERS. In de gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van dezen Bond is, na breede discussie, het volgende besluit genomen: Do Nationale Bond van Protestantsche kiezers, ge zien dén uitslag- der gehouden stemming voor de I weede Kamer der Staten-Generaal, gedrongen, zich uit te spreken in zake de herstemmingen, besluit: vast te houden aan de van meet- af gevolgde ge dragslijn om noch een eoalitie-candidaat, noch een enndidaat der uiterste linkerzijde (de S. D. A. P.) te steunen. Gemengd nieuws. DE BURGEMEESTERSBENOEMING VAN KOUDEKERKE. De heer Duymaer van Twist heeft gisteren persoon lijk bij den officier van justitie te Heerenveen een klacht wegens beleediging ingediend naar aanleiding van een bericht in de verkiezingscourant in het dis trict Steenwijk. BIOSCOOP EN ONDERWIJS. Een in 1912 op aanstichting van het gemeentebe stuur van Leeuwarden gehouden vergadering van af gevaardigden van eenige 'gemeenten en vereenigingen besloot aan dit gemeentebestuur te verzoeken, een commissie te vormen, welke de mogelijkheid van in voering van de kinematografie als "aanschouwingsmid- ciel bij het onderwijs zou hebben te bestudeeren. Aan dit verzoek werd voldaan, en de ingestelde commissie heeft nu een exploitatieplan ontworpen. Dit plan zal, naar de N. R. Ort. meldt, in een Zaterdag a.s. te 's-Gravenhage te houden vergadering worden behan deld, terwijl er dan ook gelegenheid zal bestaan ken nis te maken met een proeve van kinematografisch onderwijs, zooals dit ingericht is door de Berlijnsche Zentrale für wissenschaftliche und Schulkinemato- graphie. VER KJ EZING SVARIA. Het aantal ongeldige stemmen is ditmaal in Am sterdam zéér groot geweest. Er werden toch niet vertrouwelijk tot hem, „deze dame heeft Bébé'gevon den en haar thuis gebracht." Dc knecht nam liet kind in zijn armen en zag Chris tine met ontsteld gezicht aan. ij hebben juist gemerkt dat zij weg was", zei hij ademloos; „ze i,- zeker weggeloopen terwijl de deur even open -tond, wij waren allemaal vreeselijk ver- sohrikt. Maai- heeft u haar gevonden, juffrouw? Het is heel vriendelijk van u dat. u haar hebt thuis ge bracht.." „Zij was naar het andere eind van het plein geloo- Pen en was heel bang in den mist. Ik ben zoo blij, dat zij veilig en wel thuis is." „Bany is nu heelemaal niet meer bang: Baby gaat met. James naar huis. Dag, lieve dame", en terwijl zij wuifde met haar handje werd zij weggedragen in de armen van den doodangstigen knecht, die nog niet genoeg van den schrik bekomen was om te bedenken dat zijn meesteres de jonge dame, die het kind had teruggebracht, zeker wel eens gaarne zou wilier, be danken. „Wat een allerliefst klein ding!" dacht Christine, terugkeerende naar haar kamer. „Ik wou wel e£ns weten wie het is. Zeker van een voorname familie als ze daar in dat huis woont. Ik wou" zij zuchtte en dacht er over na of er eenig antwoord zou konjen op de brieven die zij op de post bad gedaan. „Ik Ben blij dat ik den brief aan R. M. nog niet verzonden heb", dacht zij bij zichzelve, „ik heb den heelen dag nu nog om er over na te denken, en als ik er dan nog zoo over denk kan ik hem overschrijven en nog altijd met de laatste post verzenden. Maar ik weet nog heelemaal niet of ik den moed zal hebben het te doen." HOOFDSTUK III. De kamers in de Jermijnstreet, waar Rupert Meru- side woonde, droegen het cachet van den eigenaar. minder dan 2084 ongeldige stemmen uitgebracht. De oorzaak is vermoedelijk hierin gelegen dat tal van kiezers nog leefden onder de suggestie der Statenver kiezingen en liun stem uitbrachten op twee eandida- ten. Te Middelburg hebben Dinsdag twee ongelukken met verkiezings-auto's plaats gehad; bij het eerste erd de chauffeur, die den dop van het waterreservoir beter wilde aanschroeven, door het afspringen van dien dop en tengevolge daarvan uitspringende koken de water het geheele gezicht en beide handen vrij ern stig- verbrand. liet tweede ongeluk gebeurde, toen een auto met een ladder in aanraking kwam, welke op den auto viel. Een der inzittenden, éen laksche kiezer, werd door de ladder een rib gebroken. Te Havelte district Weststelling reed Dinsdag de penningmeester der Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs met. zijn wagen om kiezers op te ha len voor den eandidaat. der S. D. A. P. De wagen was geheel beplakt met biljetten: Stemt. Hugenholtzl in kolossale letters. EEN MISLUKTE SCHAKING. Alaandagnacht- kwam, naar de Grondw. meldt, to Rozendaal een automobiel uit Antwerpen aan, waar in zich een verliefd paartje bevond, dat met een der vroegtreinen de reis naar Holland wilde Voortzetten. Hiertoe hadden zij zich voorzien van een rondreisbil- jet. Juist bevonden zij zich in de wachtkamer, toen de eerste trein uit Antwerpen arriveerde, waaruit tot hun grooten schrik met groot kabaal kwamen ge stormd vader, moeder en een oom van het meisje, dat zoo vol illusies haar galant op dit, avontuurlijk tochtje had gevolgd. In het begin vluchtten de geliefden de gang in en hot. station uit en trachtten door den uit gang van liet station ongezien weer op het perron te komen. Deze toeleg echter mislukte, en een nieuwe nog heftiger scène had tusschen de geliefden en papa en mama plaats, waarbij zich thans, op verzoek van den oom, een marechaussee voegde. De aanval werkte zoo ontnuchterend op het gemoed van het arme min nende meisje, dat zij schreiend haar galant in den steek liet. en met papa en mama met den eersten den besten trein naar Antwerpen terugkeerde. ZONDERLINGE VERKIEZINGSPRACTIJ KEN. Bij de Amsterdamsehe politie is Dinsdag, naar het Hbld. meldt, aangifte gedaan van het volgende geval, dat zich heeft afgespeeld bij de stemming voor de Tweede Kamer in district VIII. Ten huize van een kiezer van dit district, wonende op de Lijnbaans gracht, vervoegden zich gisteren een paar verkiezings agenten van den sociaal-democratischen eandidaat KLeerekojper, J)e kiezer was niet thuis. Daarom vroe gen de bezoekers aan de vrouw van den kiezer om de oproeping-spaart voor haar man. De vrouw antwoord de, dat haar man niet op Kleerekoper, maar op den vrijzinnigen eandidaat Xolting zou stemmen, maar gaf niettemin de kaart mede. Toen haar man thuis kwam, vertelde zij haar wedervaren. Op verzoek van haar man ging zij naar het verkiezingsbureau-Kleere- koper, om de oproepingskaart terug te halen, doch dn ar deelde men haar mede, dat de kaart „onderweg" was. De kaart blééf evenwel onderweg, en de kiezer van de Lijnbaansgracht stemde niet. De politie gaat thans na, of wellicht een ander op naam van den bewusten kiezer gestemd heeft. In dat geval heeft hier overtreding plaats gehad van art. 128 van het. Wetboek van Strafrecht, luidende: „Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene^ krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt, gestraft met gevangenis straf van ten hoogste een jaar." liet was of men er het darakter van den bewoner in herkende. In meerdere of mindere mate hebben de meeste kamers dat; willekeurig of ook wel onwille keurig drukt een mensch het stempel van zijn per soonlijkheid op zijne omgeving, hij schept zich een ze kere atmosfeer zelfs in een huurhuis. Ruperts Ka- uir-s, gevuld als zij waren met meubelen die hij nu en dan verzameld had, de wanden behangen met schilde rijen, die van zijn fijnen smaak getuigden, boekenkas ten gevuld met zijn eigën speciale keuze van boeken, waren voor hen die oogen hadden om te zien, een af spiegeling van den bewoner. In de eerste plaats ge- tuigde alles van grooten eenvoud. Geen kostbare be hangsels en gordijnen, geen prachtige haardkleeden of rijk gecapitonneerde stoelen en sofa's. Xiets van dat allés, wat door Meruside met den naam van prullcboed betiteld zou zijn, niets wat aan verwijfheid of Ie groote sierlijkheid deed denken. Do vloer was bedekt niet een mat en hiel- en daar een kleed van een zachte kleur; de muren met een z.aeht geel behang, hier en daar versierd met mooie aqparel- len; de boekenkasten waren van gebeeldhouwd eiken hout, evenals de paar tafels, terwijl de stoelen, streng eenvoudig van vorm en zelfs de fauteuils eerder ge tuigden van soliditeit, cn gemakkelijkheid dan van on- noodige luxe. Op de ontbijttafel die voor het raam was geschoven, stond een vaas met Chrysanthen, die juist, door een flauw zonnestraaltje beschenen werd, wat een zeer fraai effect maakte. Toen Rupert dc kamer binnentrad en de zon op de bloemen zag schij nen, glimlachte hij; het was een week nadat hij van het kasteel Bramwell was terug-gekomen. Het was zijn gewoonte niet bloemen op zijn kamer te hebben; hij vond dat dit goed voor een vrouw was, maar niet voor een man. Cicely, zijn aardig nichtje, was zelt naar de broeikas gegaan om een bouquet voor hem to plkuken en als het Cicely was die iets zond, dan zou zelfs een bouquet paardebloemen een welkom cadeau voor hem geweest zijn. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1