DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN De Herstemming. JbL Mr. P. VAR FOREEST. No. 143. Honderd en vflftiende Jaargang. 1913 MAANDAG 23 JUNI. FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Qroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. BINNENLAND. ALRHAARSCHE i ALKMAAR, 23 Juni. De tijd tusschen de stemming en de herstemming voor de 2e Kamer is dit jaar wel wat heel kort. Inhoe- verre den minister van binnenlandsche zaken zijn ge brek aan tijdrekenkunde" ook hier parten heeft ge speeld, blijve onbesproken, maar zeker is het, dat ve len de tweede gang naar de stembus reeds overmorgen min of meer zal overvallen. „Overmorgen reeds?" hoorden we menigeen vragen, vragen. Ja zeker dan is de beslissende eindstrijd. Woens dagavond zal het, naar we hopen, den rechtschen leden van de Eerste Kamer wel duidelijk wezen dat de mi- nisterieele beren goed geschoten zijn en dan kun nen we afwachten hoe de jagers de huiden zullen ver deden. Oeveld zijn de beren nog niet, wel gehavend. Of laat ons liever zeggen: de rechterzijde werd den lTden Juni wel geslagen, doch niet verslagen. De be slissende klap zal overmorgen moeten worden toege bracht. Dit mag geen enkele vrijzinnige vergeten. De strijd gaat immers tegen de coalitie, in het bijzonder tegen het zittend kabinet! Van rechts heeft men over dit oogmerk, door links nooit verloochend, heel wat te zeggen gehad. Maar nauwelijks is de uitslag van 17 Juni in het land be kend of dr. Kuyper heft de oorlogskreet aan: „Laat ons daarom terstond onze lanspunten vijlen en ons zwaard scherpen, en van meet af met onge- kreukten moed, in vastberaden plichtsbesef, en moge 't, zijn met warme geestdrift, deze nieuwe taak als op positie aanvaarden, en daarom zonder verwijl ver staan, dat we aan het nu komend kabinet, als opposi tie, reeds aanstonds zijn samenstelling' zoo moeielijk mogelijk hebben te maken". Het komend kabinet. Zou het ook een kabinet-Heemskerk kunnen zijn Een kabinet, volgens den anti-revolutionnairen leider „in onvoorzichtigheid geboren."? Een kabinet, waar van „het echte wagenschot" weer netjes naar binnen werd gekeerd? Evenwel het is te wenschen en te verwachten, dat de kiezers ook Woensdag klaar en onomwonden zich wéér zullen uitspreken tegen de coalitie en tegen het kabinet-lleemskerk. De coalitie-partijen hebben door haar herstemmingsadviezen „onthouding waar sociaal-democraten en concentratie-candidaten met elkaar in herstemming komen" ertoe medegewerkt, dat zelfs aan de gematigdste kiezers van links de oogen zijn opengegaan. j. Vooral in een district als Alkmaar lijkt ons dit een feit van belang. Aan de voorstanders van de candi- datuur-Henkemans is daardoor ten eenenmale de pas afgesneden, om, door te waarschuwen tegen „het roode gevaar" kiezers te vangen voor hun kerkelijken cundidaat. Wie zelf geen hand uitsteekt om een ge vaar te keeren, mist het recht, anderen daarvoor vrees in te boezemen en vindt in elk geval geen geloof. door L. G. MOBERLY. Kaar het Engelsch. 9) o Zij legde haar hand in de zijne, maar bleef stil op den divan liggen, en Rupert ging op een laag stoeltje naast haar zitten, terwijl zij stil haar hand terug trok die hij nog steeds in de zijne hield. En ze zei zachtjes: „Waarom juist vandaag? Je moest je aan de af spraak houden, Rupert. Als er een bijzondere reden voor is, nu, dan wil ik het je vergeven maar wij moe.ten aan de afspraak denken." Hoe vriendelijk de stem ook was, hoe zacht de uit drukking van haar oogen, een bijna moederlijk teedere blik, het was duidelijk dat zij met al die teederheid en zachtheid een buitengewone wilskracht bezat. De schoone vrouw, die daar uitgestrekt lag op den divan, blijkbaar ziek en lijdende, toonde in haar geheele per soonlijkheid geen zweem van zwakheid. Zij zag den man naast haar aan met vasten blik; een eenigszins strenge trek vertoonde zich om haar mond. „Waarom ben je vandaag gekomen?" herhaalde zij, toen hij rusteloos op zijn stoel heen en weer bewoog en met een gebaar van ongeduld een voetkussen weg duwde. „Wanneer ik wil trachten het onder woorden te brengen, dan klinkt het als een heel kinderachtige re den; maar die dwaze jongen, die Layton, heeft een idiote grap met mij uitgehaald en ik was zoo dwaas er boos om te worden. Ik moest wat afleiding hebben, en daarenboven had ik je raad noodig omtrent een jong meisje." „Omtrent een jong meisje jij?" Er was een bijzonder opgewonden klank in haar Trouwens hebben de kerkelijken, met name in Duitschland niet keer op keer socialisten in de Kamer gebracht? En hebben de Katholieken in Groningen niet vrij onomwonden te kennen gegeven, dat zij hun stem Woensdag op mr. Sannes, den sociaal-democraat, uitbrengen, zoo er van vrijzinnige zijde candidaten voor den gemeenteraad worden gesteld tegenover de aftredende katholieke leden? Leest ge de Nederl., dan zult ge ontwaard hebben, dat het christ.-hist. orgaan Maandag met den mees ten nadruk verklaarde: „Bij herstemming, waarbij onze keuze beperkt is, zouden wij steeds den vrijzinni ge boven de S. D. kiezen." Sindsdien is onthouding ook daar het parool geworden. Leest ge de Maasbode, dan hebt ge daarin Zaterdag j.l. dit zinnetje ontmoet: „Als ze daar machteloos neerzit, de lasterende klap- pei, de hooghartige Nederlandselie vrijzinnigheid, als haar groote mannen als Limburg en Rink en wellicht De Meester, en Thomson en andere meer buiten het practische politieke leven zijn gezet, dan zal haar misschien eenigszins duidelijk worden, dat het nooit of te nimmer meer gaan zal." Een district als den Helder kan thans alleen soc.-de- moeratisch worden, als de kiezers van rechts hulp ver- leenen. Als oppositie is het wellicht te verklaren, dat de rechterzijde zorgt zooveel mogelijk sociaal-democra ten iu de Kamer te krijgen. Als zij dan ook maar be grijpt, dat het van nu af aan uit is met haar poseeren als d e bestrijder van de sociaal-democratie, als d e groep, welke het monopolie bezit van handhaving van het gezagsbeginsel Zonderling in hooge mate is het daarom ook, dat men thans de socialistische staking in België op het tapijt brengt, om den kiezers afschrik in te boezemen. Die staking toch was gericht tegen de reactionnaire kerkelijke Belgische regeering, terwijl het er bij onze verkiezingen juist om gaat om de rechtsche regeering weg te krijgen. De rechtsche meerderheid was oorzaak, 'dat de so ciaal-democraten in Nederland tot obstructie over gingen. En wie wist aan die obstructie op 11 October een einde te maken? De vrijzinnige heer Drucker De bangmakerij, welke wij thans in de rechtsche bladen vinden, zal dan ook op geen vrijzinnige vat hebben. Zij hebben 17 Juni tegen de coalitie ge stemd, zij zullen ook 25 Juni tegen de coalitie stem men. Geen vrijzinnige in dit district zal thans zijn stem om den uitslag van 17 Juni, al had hij die gaarne gunstiger voor de concentratie en ongunstiger voor de sociaal-democratie gezien, uitbrengen op den can- didaat der coalitie. Men zal zich niet laten verleiden door het praatje, dat onder de huidige omstandighe den de Tariefwet toch van de baan is. En evenmin zal men van links zijn stem laten beïnvloeden door de eigenaardige voorstelling, alsof de ouden van dagen alleen 2 per week krijgen, wanneer de heer Snoeck Henkemans gekozen wordt. Waar thans liet hoofdbe- stem; zij keek hem zeer scherp aan. „Is het eindelijk zoover, Rupert V' vroeg zij en haar kalme stem beefde een weinig. „Neen, neen, o hemel neen!" riep hij uit,, niets van dien aard zal ooit meer mijn zielsrust verstoren," hij sprak die laatste woorden fluisterend en zijn oogen bleven verlangend op het schoone gelaat gevestigd „daar is geen kwestie van ik geef niets om een meisje, niets, neen niets maar die Jack Layton heeft mij de verantwoordelijkheid gegeven voor iets wat een onschuldig jong kind misschien ongelukkig maakt." En nu gaf hij een volledige beschrijving van al de brieven, welke hij dien morgen ontvangen had en eindigde met de vermelding van het beknopte brief je, onderteekend ,,C. M." De oogen van zijn toehoor ster glinsterden ondeugend, toen hij met een vertoorn de stem het eerste gedeelte van de geschiedenis ver telde, en ook eenige gedeelten aanhaalde uit de brie ven die hij ontvangen had. Zij lachte, een heerlijke, gulle lach, die niet in overeenstemming was met de tragische geheimzinnigheid van haar oogen. Maar toen hij den inhoud van dien laatsten brief mededeel de, die eenvoudige woorden, werd haar gezicht weder ernstig en toen hij zweeg sprak ze precies dezelfde woorden, welke drie uifr te voren over zijn lippen wa ren gekomen. „Arm meisje och! arm, klein meisje!" „Het spijt mij voor haar," zeide Meruside vol vuur, „en ik vind het niet zooals het hoort dat zij misschien verdriet moet hebben door de liefhebberij voor flauwe grappen van dien onzinnigen, jeugdigen dwaas. Wie weet welke verwachtingen zij heeft van dien brief en van mij, welke luchtkasteelen zij heeft gebouwd. Het spreekt van zelf dat ik haar geen tehuis kan aanbie den, dat ik niet van plan ben kennis met haar te gaan maken met het een of ander plan. In mijn leven is geen plaats voor vrouwen, en zelfs niet voor vrien den. In mijn leven is slechts plaat9 vooréén vrouw," zei hij op heftigen toon. stuur van den Bond voor Staatspensionneering den le den sterk aanbeveelt voor den heer Van F oïeest te stemmen, waar het bestuur der federatie te Scha- gen thans zeer beslist stelling kiest vóór de candida- tuur van Foreest, daar is er voor een rechtsche candi daat, volstrekt tegenstander van staatspensionneering, in dit opzicht niets te hopen. EN HET ZIJ NOG EENS NADRUKKELIJK GEZEGD: HET TWEE GULDENS PENSIOEN AAN ZEVENTIGJARI- QEN BLIJFT IN ELK GEVAL. Waarschijnlijk zullen de verdedigers van de andere candidatuur den tegencandidaat van Foreest weer verdacht gaan maken. Wij laten het gaarne aan hen over een dergelijk wa pen te hanteeren. Willen zij hun candidaat op zulk een negatieve wijze aanbevelen het is hun zaak en het staat ter hunner beoordeeling of zij daardoor de kans van hun man vergrooten of verzwakken. W ij achten èn onzen candidaat èn onze beginselen èn ons zelf te hoog, dan dat wij door persoonlijke bestrijding van den tegencandidaat, den heer van Foreest zouden willen aanbevelen. Eïi wij zijn overtuigd dat men van links niet het voorbeeld van rechts zal volgen, op de nieuwe aanplakbiljetten te lezen: de tegencandidaat van den candidaat van de partij, welke voortgekomen is uit het aristocratische element der anti-revolutionnaire par tij, de groep-Lohman, de „mannen met dubbele na men" wordt daar genoemd„de conser vatieve jonkheer." Wij laten den persoon van den heer Snoeck Henke mans geheel buiten spel. Links heeft zulke propaganda niet noodig. Het kan den strijd ook er zonder winnen -wanneer de vrijzin nigen Woensdag maar aan de stembus komen. „Verrassend" noemde „de Nederlander" het stem- mencijfer van den heer Snoeck Henkemans hier te Alkmaar. Men voorkome nu een nieuwe verrassing, waardoor de oude vrijzinnige traditie van Alkmaar zou worden verbroken. Niet te vast rekene men er op, dat de rechtsche partijen Dinsdag al hun kiezers naar de stembus hebben gebracht. Zij zullen, zonder veel ophef, maar met de grootste krachtsinspanning, alles doen, om hun candidaat de overwinning te doen beha len. Temeer, omdat diens zetel te Amsterdam als verloren is te beschouwen en Alkmaar voor hem nog de beste kans biedt. Niet vergeten-mogen de vrijzinnigen, d.at „de kerke: lijke candidaat in 1901 van de stemming tot dei'hdr- steinming maar eventjes 736 stemmen vooruitging en in 1909 bijna 200, terwijl in het laatstgenoemde jaar- het aantal stemmen tegen de coalitie daalde van 53Ö5 bij de stemming tot 4953 bij de herstemming. En hét. kan dit keer heusch niet zooveel lijden: de heer vfin Foreest had verleden Dinsdag slechts 116 st. meer dan zijn rechtschen tegencandidaat. Ons aftredend Kamerlid moet dus Woensdag be slist veel meer stemmen hebben dan Dinsdag j.l. Al len, die bij den eersten slag in dit district tegen de co alitie zijn opgetrokken, moeten Woensdag opnieuw in de gelederen plaats nemen. Zij mogen zich daaraan „Stil, stil. Denk er aan wat je mij beloofd hebt, en als je je belofte breekt dan kan ik je nooit weer toestaan hier te komen." „DaJ, weet ik wel, dat weet ik wel!" riep hij uit met een vuur dat zeer weinig in overeenstemming was met zijn gewone zelfbedwang; „maar Margaret, moet dat altijd zoo blijven? Zal er niet eens een tijd komen dat je dat ik Zij stak haar hand uit en legde die op de zijne, zij drukte die hand hetgeen een zeer kalmeerenden in vloed op hem had. „Wij zijn goede vrienden van elkaar, zooals wij al zoo lang geweest zijn langer dan wij meenen. Maar er kan geen sprake zijn van iets anders tusschen ons beiden, wij kunnen er zelfs niet aan denken. Daar is geen kwestie van. Er is nooit sprake van geweest. Dat weet je even goed als ik, en als je je niet aan onze afspraak kunt houden, zoowel naar den geest als naar de letter, dan moet je liever in 't geheel niet hier ko men." „Beteekent onze vriendschap dan niets voor jou V vroeg hij dof. „Juist zooveel dat ik niet riskeeren wil die vriend schap voor goed te bederven; maar als je spreekt zoo als nu, dan zal ik aan Elisabeth zeggen, dat zij je nooit meer binnen laat." „En je trekt dien muur tusschen ons op terwijl ik misschien iets voor je wezen kon," riep hij uit op een haast ruwen toon; hij was opgestaan en tegen den schoorsteenmantel aangeleund zag hij uitdagend op haar neer, „terwijl ieder verstandig mensch zou zeggen dat „Ach! stil nu toch!" riep zij uit, en er was plotse ling zielesmart in haar stem; „laten wij niet van vo ren af aan beginnen. Juist omdat ik voel wat ik voel moet ik voortgaan op den weg dien ik mij zelf heb voorgeschreven, men kan alleen den rechten weg vol gen wanneer men ziet wat de rechte weg is. En daar enboven eenvoudig, niet onttrekken. Veel kiezers zijn er percentsgewijze Dinsdag hier niet thuis gebleven. Maar yan de ruim 700 zullen toch wel drie kwart vrijzinnigen zijn. Ook die moeten dus Woensdag naar de stembus. Doet er uw best voor, vrijzinnigenAls het kan van avond nog en anders morgen, in het uiterste geval overmorgen. Wijst hen op het gevaar, dat de coalitie-candidaat gekozen wordt. Spoort hen krachtig aan te komen stemmen! Wannéér" dë niet-stemmers den I7den Juni ziek of afwezig waren onderzoekt, of ze ook her steld, riiogelijk teruggekeerd zijn! Links moét Woensdag nog beter voorbereid dan Dinsdag vóór de stembus staan! Vrijzinnigen, niets wat geoorloofd is, mag worden nagelaten om Woensdag de stemmenmeerderheid te verzekeren aan dén eoncentratie-candidaat EERSTE KAMER. Bij de beraadslaging, over het Kustverdedigingsont- wferp vervolgde Zaterdag de minister van oörlog zijn rede. Agn den heer Staal merkte do minister op, dat verschillende autoriteiten in den raad van defensie, als onder meer de oud-chef van den generalen staf, generaal Kool, de inspecteurs der ge nie en artillerie, de stelling-commandanten té Am sterdam, te Den Helder en te Hellevoetsluis, allen personen, die door liun ambt geroepen zijn in 't bijzon der een studie te maken van het vraagstuk der lands- defensie, met de regeermg van oordeel zijn, dat de bouw van een fort bij - Vlissingen dient voorop te staan, bij de verbetering der kustverdediging. Reeds in 1874, bij de behandeling van de vestingwet, heeft de heer Stieltjes betoogd de noodzakelijkheid van het in staat van verdediging stellen van de Schelde. Uit een algemeen militair-wetenschappelijk oogpunt moet de Schelde door een fort verdedigd worden om voor bereid te zijn op alle eventualiteiten. Met concrete voorbeelden kan men niet werken. De vriend van vandaag kan morgen een vijand zijn. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, waardoor een operatie van den vijand van uit- Zeeland zeer goed mo gelijk zal zijn. Wel achtte de Minister een reeht- str.eeksch.en aanval met het doel om een einde te maken aan onze onafhankelijkheid niet een waar schijnlijke operatie, maar denkbaér is hij wel, en*' als een paal boven water staat vast, dat, als Vlissingen onbeschermd is, de vijand d£ar en niet op onze vlakke kust of bij onze beschermde zeegaten zal trachten-bin nen te vallen. Om die mogelijkheid af te snijden, 'diént Vlissingen dus even goed a.Is de Hoek-van-Hol- land, IJmuiden en Den Helder versterkt te worden. De minister weersprak ook het betoog van den heer Staal, dat een beschermd Vlissingen het gevaar doet ontstaan, dat een vijandelijke macht Vlissingen zal gaan gebruiken als uitvalspoort. Immers het fort zou dien vijand niet gaaf, doch slechts vernield in handen vallen. De vernieling kan zeer gemakkelijk geschieden. Adrianopel heeft dit onlangs nog doen zien. De minister toonde ten bewijze daarvan eenige foto's van deze vernielde vesting. De vrees der oppositie, dat ten gevolge van het in stellen van een kustverdedigings-fonds de levende strijdkrachten schade zouden lijden, is, merkte de mi nister verder op, beschaamd; immers inmiddels is wij- „En daarenboven geef je meer om zijn pink „Ach neen, neen! spreek zoo niet!" viel zij hem we der in de rede, en het was of haar oogen verduisterden en al dieper werden van pijn. „Rupert, ik kan dat niet verdragen; er zijn dingen waar ik niet sterk ge noeg voor ben om ze te dragen." „Ik ben een lompert," zeide hij, de ruwe toou van zooe ven was geheel gewekener was teederheid in zijn stem. „Ik had mijzelf niet in bedwang ik ben een ruwe kerel geweest. Vergeef het mij, lieve Marga ret en tracht te vergeten." Hij ging weer naast haar zitten; zijn gezicht, waar op zooeven een hevige aandoening te lezen stond, ver toonde nu weer de bedaarde uitdrukking van geest kracht van gewoonlijk. En ook van het schoone ge laat van Margaret verdween de donkere wolk, of schoon zij nog van het hoofd tot de voeten beefde on haar oogen angstig stonden. Met een groote inspan ning, hoe groot die inspanning was kon zij zelf al leen weten kreeg zij haar zelfbedwang terug, haar stem beefde nog, maar was weer zacht en vriendelijk als te voren. „Vertel mij nu eens verder van dat meisje en van dien brief. Zouden wij er samen i.ets.op kunnen be denken „Ik zou moeten trachten haar wat werk te bezor gen," antwoordde Rupert, „maar de menschen zijn in den regel een beetje huiverig meisjes in dienst te ne men die gerecommandeerd worden door een onge trouwd man zooals ik hen. Cicely zou haar misschien kunnen helpen, maar in dé eerste plaats moet ik trachten te weten te komen of zij geschikt "is. Ik kan geen vreemd meisje opdringen, zelfs niet aan Cicely, dat- goedhartige, lieve schepseltje. En om er achter te komen wat het voor een meisje is, dien ik wel kennis met haar te maken!" Margaret Stanforth glimlachte. „Arme Rupert (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1