DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. JÜO. 155, Honderd en vfjftiende Jaargang. 1913 MAANDAG 7 JULI FEUILLETON. De medailles der Aikmaarsche Courant. Onafhankelijkheidsfeesten. STADSNIEUWS. H ui a BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van ALK MAAR noodigen de ingezetenen dezer gemeente uit, ter gelegenheid der Onafhankelijkheidsfeesten op 9 en 10 Juli a.s. door het uitsteken van vlaggen van hunne deelneming in die feesten blijk te geven. Alkmaar, 4 Juli 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. DRANKWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij hun col lege is ingekomen een verzoekschrift van W. WEBER, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholhouden den anderen dan sterken drank in het perceel Doelen straat, B 31. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bezwa ren worden ingediend. Alkmaar, den Oden Juli 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 7 Juli. Een tweede Balkanoorlog is de afgeloopen week ontbrand niet verklaard, immers de partijen voer den den krijg, zonder dat er een oorlogsverklaring was geweest en zonder dat de betrekkingen waren af gebroken. De Balkanstaten, die verleden jaar gezamenlijk te gen Turkije optrokken en zulke uitstekende moorde naars op groote schaal bleken, zijn thans bezig elkaar uit te moorden. Nu de Turksche beer geschoten is, krijgen de jagers een zoo hooge ruzie over de verdee ling van den huid, dat zij op elkaar de geweren heb ben gericht. Bulgarije, die het leeuwenaandeel in den strijd heeft genomen eischt een dienovereenkomstig stuk van den buit, doch de bondgenooten willen daar niemendal van weten. De aloude naijver, door den gemeenschap- pelijken haat tegen Turkije een oogenblik tot zwijgen gebracht, is weer ontwaakt. Servië en Griekenland hebben den aanval gewaagd en zij wisten zich zeker van Roemenië, dat een overheerschende rol op den Balkan niet aan Bulgarije overlaten wil. Zoo verkeert het zegevierende Bulgarije wel eenigszins in den toe stand van Turkije bij, het begin van den oorlog: zwak en uitgeput, wordt het van verschillende kanten aan gevallen en aan een van die kanten staat een machti ge, gevaarlijke vijand. In hoeverre Turkije nog in staat is uit deze veranderde positie voordeel te trek ken, zal de toekomst leeren. En ook zal achterna blij ken, waar men in dit bloedige Balkan-spel aan de touwtjes trekt en of het inderdaad gaat om den voor rang, niet tusschen Balkanstaten, maar tusschen de groote mogendheden Rusland en Oostenrijk, gelijk be weerd wordt. Indien we het verloop van de gebeurtenissen nog even nagaan, dan moeten we voorop stellen, dat niet zeker is, wie der Balkanstaten eigenlijk begonnen is, noch wie tot dusverre aan de winnende hand is. Even als vroeger schenken de partijen zich zelf den zege palm. De Bulgaren verzekeren, dat zij tot handelend optreden zijn gedwongen, de anderen echter verkla ren, dut de Bulgaren het eerst zijn opgerukt. Vast staat intusschen, dat de Grieken met de Bulgaren te Salonika korte metten hebben gemaakt. Toen de Bul garen zich niet wilden laten ontwapenen werden ze zonder vorm van protest neergekwartetst. Na deze door L. G. MOBERLY. Naar het Engelsch. 20) -o- „Dat dacht ik ook," riep Christine vrijmoedig uit: Jen minste ik bedoel," zoo stamelde zij, „ik was zoo blij dat ik de eerste was die haar vond en niet een van die oneerlijk slechte menschen, die soms ronddo len in den mist en er hun voordeel mee willen doen." „Daar zijn wij ook zeer dankbaar voor," antwoordde Rupert; en toen, man van de wereld als hij was bracht hij het gesprek op meer algemeene onderwer pen, totdat Christine weldra rustig en natuurlijk zat te praten zonder éenigen angst of bedeesdheid. 1 oen zij eenige oogenblikken later opstond om heen te gaan hield Lady Cicely haar hand stevig vast, het geen het vermoeide meisje bepaald aangenaam aan deed en zei zachtjes: „Ik zal u niet langer met mijn dankbetuigingen vervelen maar het zou mij zoo aangenaam zijn als u over een paar dagen nog eens terug wou komen. Mis schien kan ik u wel werk bezorgen dat voor u geschikt is." Toen Christine naar huis g'ing, had zij een gevoel, hoe vermoeid zij ook was, dat zij gedragen werd. Nieuwe hoop vervulde haar hart. Lady Cicely's vriendelijk gezicht en bekoorlijke manier van doen hadden liet jonge meisje geheel betooverd en zij wist zeker ja volkomen zeker dat indien die lieve dame met haar blauwe oogen zeide dat zij iets voor haar doen kon, dan kon zij daar ook stellig en zeker op re kenen. En die lange neef van mevrouw, met zijn ern stige grijze oogen, en dien mond met den pijnlijken trek, dacht. Christine. Die grijze oogen en die stand vastige mond vervolgden haar steeds, de geheele wan deling door, en onwillekeurig kwam de gedachte bij haar op; slachtpartij was het vrijwel onmogelijk, dat de partij en zonder wapengeweld tot elkaar zouden komen. De Bulgaarsche regeering protesteerde te Athene, maar de Grieksche minister antwoordde verbaasd te zijn over zooveel brutaliteit, daar immers Bulgarije alles deed om den oorlog uit te lokken. Woensdag protesteerde Bulgarije opnieuw te Athene en te Belgrado tegen de gepleegde vijandelijkheden. Maar de Grieken en de Serviërs gingen voort met vijandelijkheden, de koning van Roemenië gelastte Woensdag de mobilisatie van het leger, de koning van Griekenland gaf leger en vloot bevel, om op den vijand los te trekken, en de Bulgaarsche regeering gelastte het leger, het Servi sche grondgebied binnen te dringen. Servië heeft hierna de diplomatieke betrekkingen met Bulgarije af gebroken, en Griekenland deed desgelijks. Ook nu weer wordt aangenomen, dat de oorlog, bloedig én verwoestend, maar kort van duur zal zijn. En evenzoo wordt verklaard, dat de groote mogend heden er naar streven, om ook dezen tweeden Balkan oorlog te lokaliseeren. De Duitsche Rijksdag heeft het wetsontwerp op de legeruitbreiding en de dek kings ontwerpen in eind stemming aangenomen. De Keizer moet hiermede zeer ingenomen zijn hij heeft den rijkskanselier de orde van den Zwarten Adelaar met de briljanten ver leend en den Pruisisehen minister van oorlog, gene raal v. Heeringen, zijn portret in olieverf geschonken, terwijl deze minister, bij wijze van erkenning van de groote verdiensten die hij zich „door een ingespannen ambtelijke werkzaamheid gedurende vier jaar jegens het leger in het algemeen en door de krachtige en ge slaagde verdediging van de 'legerwet in het bijzonder" heeft verworven, benoemd is tot. inspecteur-generaal van de tweede legerinspectie te Berlijn. Met alle krachten wordt er thans reeds aan de uit voering van de nieuwe wetten gewerkt, zoodat het le ger weldra zoo krachtig zal zijn, als de Rijksdag het wilde hebben. Tn Frankrijk heeft de regeering deze week een over winning behaald, welke de aanneming van het wets ontwerp op den driejarigen diensttijd zoo goed als zeker maakt. Er kwam in de Kamer een tegenont werp in behandeling, dat de verlenging van den diensttijd voor de bereden troepen tot dertig maanden en voor de overige tot acht en twintig bepaalde. Daar warén niet enkel de ware voorstanders voor, maar ook de tegenstanders van de regeering, zelfs de socia listen, die overigens niet bepaald vóór vermeerdering van militaire lasten zijn. Maar de regeering was ge lukkig in de bestrijding van dit tegenvoorstel, dat ten slotte werd verworpen met 312 tegen 2G6 stemmen. Een ander tegenvoorstel werd met veel grooter meer derheid van de baan gebracht en nog een ander maar gauw ingetrokken. Vandaag zal er een begin ge maakt worden met de artikelsgewijze behandeling van het regeeringsontwerp en men hoopt, daarmede deze week gereed te komen, zoodat de Kamerleden tegen het laatst van deze maand naar huis kunnen gaan vroeger deed men dit vroeger Uit Zuid-Afrika, waar men overigens weinig van verneemt, kwamen verontrustende berichten. Aan de nieuwe Kleinfonteinmijn brak onlangs een staking uit, doordat de directie in de werkuren van vijf on dergronds-werkende monteurs een kleine wijziging- had gebracht. De staking heeft zich snel uitgebreid en zij leidde tot ernstige ongeregeldheden. Vooral aan „Ik ik wou dat ik hem troosten bon. Ik weet ze ker dat hij ongelukkig is." Zij passeerde het courantenwinkeltjes van den heer Croles, en het kleine mannetje stond zelf aan de deur naar de menschen te kijken. „Er is een brief voor u gekomen juffrouw," zei hij vriendelijk; „hij is gistermorgen al gekomen, mijn vrouw en ik dachten zeker dat u hem was komen ha len." Christine schrikte. De gebeurtenissen van dien dag- hadden alles wat met de huwelijksadvertentie in ver band stond uit haar geheugen gewischt en ook de brieven die ten huize van Mr. Croles aan haar ge adresseerd waren. Daar kwam haar teleurstelling van Woensdag haar in eens weer levendig voor den geest en toen de heer Croles haar een brief met de letters C. M. ter hand stelde, geschreven met de zelfde hand van den vorigen brief was haar eerste gedachte hem ongeopend terug te zenden." „Misschien is er eenige verklaring in en terwijl zij verder de straat opa 1 iepo en den brief las had zij toch wel eenige gewetenswroeging. Hij kwam weer door het dagbladbureau en luidde aldus: „Geachte mejuffrouw! Tot mijn grooten spijt heeft u het huis waar ik u verzocht had een bezoek te brengen, gesloten gevon den. Ik ben er een minuut of wat na u geweest en tot mijn groote verbazing vond ik er even als.u niemand anders dan een huisbewaarster. Mijn vrien din is zeker onverwachts ergens ontboden, want Dingdag toen ik bij haar was, had zij de beleefdheid haar huis ter mijner beschikking te stellen. Wees zoo goed mij dit niet kwalijk te nemen: het moet u zeker zeer hebben bevreemd. Zou u misschien zelf een plaats willen opgeven waar ik u spreken kon? Met vele excu se, Hoogachtend Uw dw. R. Meruside. den Rand begon liet er weldra zeer onrustig uit te zien. Er kwamen daden van geweld voor, de werkwil ligen werden mishandeld en de troepen, door de regee- ring ijlings gezonden, waren genoodzaakt van de vuur wapens gebruik te maken, zoodat er dooden zijn ge vallen. Te Johannesburg, waar werklooze kaffers den toestand zeer onveilig maakten, was streng ingrijpen geboden, zoodat de staat van beleg moest worden af gekondigd. De heeren Botha, Smuts en Farrar zijn er in ge slaagd werknemers en werkgevers tot elkaar te bren gen. De staking is voor geëindigd verklaard, maar ook is al weer gedreigd, dat zij wellicht over een maand opnieuw zal worden geproclameerd. Zooals Zaterdag reeds kort werd medegedeeld, zul len wij ter beschikking van onze abonné's in de stad een tweetal gouden medailles stellen, welke zij mogen toewijzen aan een wijkversiering en een winkeluitstal ling, gedurende de onafhankelijkheidsfeesten. De bedoeling hiervan is, dat onze abonné's een blijk van waardeering zouden kunnen geven aan degenen, die daarop naar hun oordeel de meeste aanspraak hebben. Wij zullen in ons blad van Dinsdag een stem biljet afdrukken, dat iedere abonné in de stad kan uit knippen, invullen, in een bij die courant gevoegd couvert sluiten en aan ons bureau doen toekomen, hetzij door het te laten bezorgen, hetzij door het ge- franceerd op de bus te doen of wel door het aan onze eourantenloopers mee te geven. De biljetten moeten vóór Zaterdag, 12 Juli, 's ochtends om 9 uur, bij ons zijn ingeleverd. De prijzen worden toegekend aan die versierde wijk en die winkeluitstalling-, welke door 't grootste aantal onzer abonné's daarvoor zijn aangewezen. Wil men zijn naam op het biljet zetten goed, wil men dit nalaten ook goed. Evenzeer is het ge oorloofd te verklaren, waarom men aan een bepaalde wijk of uitstalling de voorkeur geeft en wie lust ge voelt, dat in dichtvorm te doen, heeft daartoe de volle vrijheid aardige versjes zullen allicht een plaatsje in onze courant vinden. Natuurlijk behoeft niet de abonné zelf zijn biljet in te vullen. Hij mag dit ook gerust aan een ander overlaten. Als de invulling maar eerlijk en onpartijdig geschiedt! Wanneer men naar een feest gaat, verzorgt men zijn uiterlijk zoo goed mogelijk. Dan trekt de vrouw haar mooiste costuum, de man zijn beste pak aan. Dan ook besteedt de vrouw extra-moeite aan haar kapsel en laat de man zich eens extra scheren. Kortom, dan houdt een ieder rekening met het spreekwoord, dat het oog ook wat hebben wil. En wanneer een stad feest gaat vieren, wordt er om het zelfde spreekwoord evenzeer gedacht. Kleeren mogen den man maken mooie versieringen kenmer ken een feestende stad. Vandaar dan ook, dat er bij een algemeen feest, in tal van wijken commissies wor den gevormd, om de straten tijdens de feestdagen een vroolijk, een opgewekt aanzien te geven, door ze op te smukken en ze 's avonds heel bijzonder te verlich ten. Natuurlijk kunnen die versieringen en verlich tingen op allerlei manieren geschieden. Een breede straat kan anders aangekleed worden dan een smalle, en wat voor een grachtje prachtig zou zijn, misstaat misschien op een plein. Ook spreken de beschikbare gelden een hartig woordje mee maar evenmin als de jonge vrouw, die het durx-ste toilet draagt, altijd het meest, behaagt, evenmin maakt de duurste versie ring steeds den groosten indruk. Trekt een anders weinig aanzienlijk straatje in een passend feestkleed niet veel meer de aandacht, dan ec-n hoofdweg, die duur maar leelijk is? Was de Asschepoester uit de keuken in feestgewaad niet de koningin van het bal? Wij stellen ons voor, dat de stadgenooten, die Woens- IIOOFDSTUK VII. EEN ZEER MOOI MEDAILLON MET DE LETTERS A. V. C. Met al de geestkracht die Christine inderdaad bezat, zij was slechts een mensch en de beleefde verontschul diging die bij ontvangen had van dien mijnheer „R. Meruside" bracht haar wel eenigszins in verzoeking. Nieuwsgierigheid om den man te zien die haar ge schreven had en een heimelijk voorgevoel, dat hij misschien in staat zou wezen werk voor haar te vin den, waren niet de eenige redenenzij had een echt meisjesachtig verlangen naar een avontuurtje en naar al de jeugdige genoegens die zij nooit gekend had; en al die gewaarwordingen bij elkaar deden er haar wel toe overhellen dien mijnheer Meruside een plaats op te geven waar zij elkaar konden ontmoeten. Zij had weinig heeren in haar leven ontmoet, evenmin in haar rustig tehuis in Devonshire als toen zij in betrekking was bij de familie Donaldson en van een prettigen om gang met jongelui was nooit sprake geweest. Daar rees voor het oog van haar verbeelding een visioen van dezen man met het flinke karakteristieke hand schrift misschien zou ze met hem meegenomen wor den om thee te drinken naar zulk een tea room waar ze al zoo dikwijls over bad hooren spreken. Een tea room waar de juffrouwen die bedienden echte dames waren, in mooie licht lila japonnen gekleed, met keu rige neteldoeksche schortjes, en waar de bezoeker» werden getraeteerd op mooie muziek. Thee te drin ken in zulk een zaal met een heer bij zich die op 't oogenblik niets anders te doen had dan voor haar te zorgen, zou zulk een genot geweest zijn als zij nog nooit in haar leven had gehad. Haar ouders hadden nooit veel omgang gehad met de buitenwereld; als Christine er nu over nadacht scheen het wel dat zij om een onverklaarbare reden den omgang- met ande re menschen vermeden hadden en of zij de buren, die vriendschappelijk met hen wilden zijn, opzettelijk af stootten. En met een plotseling gevoel van weerzin tegen haar eiges eenzaam en saai leyei), kwam er een dag- en Donderdag de versieringen en verlichtingen in oogenschouw gaan nemen ook geheel verschillende maatstaven bij hun beoordeeling zullen aanleggen. De een zal mooi vinden, wat kleurrijk is, de ander zal meer letten op kleursehoon. Wie van natuur houdt j zal de voorkeur geven aan een versiering met veel groen van de bosschen en bloemen uit de tuinen, ter wijl een ander weer het meest wordt aangetrokken door een bonte verscheidenheid van papierguirlandes en vlaggentrofeeën. Deze zal zich misschien afvra gen of er mannelijke kloekheid uit een eerepoort spreekt, gene daarentegen geeft den eereprijs aan een ranke, slanke boog met vrouwelijke gratie. Zoo zal ook bij de verlichting liet onderscheid in smaak, het verschil in opvatting tot uiting komen. De een zal haar mooi vinden als er maar veel licht uitstraalt, de ander daarentegen acht haar het best geslaagd, in dien hij harmonie vindt in het doel der verlichting- en het middel dat ervoor gebruikt is. Een mooie verlich ting van gekleurde lampions bekoort A het meest, B's bewondering wordt echter in het bijzonder gewekt door een smaakvolle illuminatie van stil-glanzende vetglaasjes. Er zullen er zijn, die enkel beoordeelen het resultaat van het optreden der wijkcommissie, an deren daarentegen zullen rekening houden met het persoonlijk aandeel, dat de commissie zelve in het tot stand gebrachte heeft gehad, met de opofferingen aan tijd, moeite en geld, welke de buurtgenooten zich hebben getroost. Ieder weet echter voor zich zelf het best, hoe hij oordeelen moet en wanneer ieder zich daaraan houdt, dan komt er ten slotte een globaal eind-oordeel, dat de meening van do massa vertolkt- Hoe meer personen ertoe medegewerkt hebben, om de globale uitspraak te helpen vormen, hoe aardiger het resultaat is. En niet waar hoe grooter het aantal bij ons inkomende biljetten is, des te aange namer dit moet zijn voor de wijkcommissies. Elk ingevuld biljet is immers te beschouwen als een stem van een belangstellend burger! Wij hopen daarom vooral, dat onze abonné's zich de kleine moeite van het invullen zullen willen getroosten, dat dit invullen zal geschieden door menschen uit alle maatschappelij ke kringen, van alle politieke en godsdienstige over tuigingen. Er is de afgeloopen weken zooveel ge stemd, welnu, beschóuwe men dit dan eens als een stemming, welke buiten politiek, godsdienst, welstand enz. staat, enkel beoogt het aanwijzen van een groep burgers, die zich egdurende de feestdagen door het aanbrengen van een wijkversiering bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Allicht zal men vragen: wat moet de commissie, die de gouden medaille krijgt, daarmee doen? Wij zouden zeggen: dat staat haar vrij. Zij kan haar toekennen, aan dengene, die bij de versiering bij zonder op den voorgrond is getreden. Zij kan bepa len, dat het blijk van waardeering zal blijven berusten bij een barer bestuursleden. En eindelijk kan zij be slissen, dat de medaille zal worden aangeboden aan het Stedelijk Museum, waar zij als een herinne ring aan het Onafhankelijkheidsfeest van 1913, als een aardige onderscheiding, door vele burgers toege kend aan enkele, voor het nageslacht bewaard zal blijven. 4» Een étalage-wedstrijd wordt er niet gehouden. Maar het spreekt wel vanzelf, dat desondanks vele winke liers en handelaren bijzonder veel werk van hun uit stallingen gaan maken, om gedurende de feestdagen liet feestelijke aanzien van de stad te verhoog-en en. om een goede reclame voor hun zaak te maken. Het zou immers al te dwaas zijn, als de Aikmaarsche win kelstand niet trachtte te profiteeren van de omstan digheid, dat er die dagen buitengewoon veel men sehen op de been zijn. En hoe zou hij dat heter kun nen doen dan door toepassing van het alleroudste re clame-middel, dat tevens het beste eoncurrentie-mid- del is? Wij hebben eens een aardige vergelijking ge lezen: de concurrentiestrijd werd een oorlog genoemd, de patroon de generaal, de firma-naam was het vaan del, dat verdedigd moest worden met als ammunitie liet artikel en als zwaar geschut.... de etalagekast. Nu, de Aikmaarsche winkelstand zal wel zorg dragen, dat in de komende feestdagen van dit geschut een zekere behoefte aan vriendschap, amusement en aflei ding- bij het jonge, meisje op. „Ach ik heb geen klee ren om naar zulk een mooie tea room te gaan," dacht zij toen zij in haar eigen klein kamertje was terugge keerd en den brief nog eens overlas: „Misschien zijn er ook minder voorname gelegenheden waar hij mij mee naar toe kan nemen; hij laat het aan mij over; waar O! ik wou zoo graag eens wat plezier heb ben; ik heb er zoo'n vreeseljjke behoefte aan." De man, die het middelpunt moest vormen van haar amusement, rekende weinig in haar overdenkingen mee. Zij was meer vervuld met haar visioen van tea rooms en van nette menschen die zij daar ontmoeten zou, dan met den man die het: „Open u Sesam-us" maar te spreken had om haar toe te laten in die heer lijke oorden. En pas toen zij zich heel eventjes de ontmoeting met Lady Cicely herinnerde, dacht zij er over na, dat de persoon, die naast haar zou zitten en haar wenschen zou vervullen aan het kleine tafeltje in dé prachtige theesalon, een vreemdeling voor haar zou wezen en misschien een heel weinig aantrekkelijke vreemde man. Met die herinnering aan haar bezoek bij Lady Re- desdale, zag zij ook den langen mijnheer weer vóór zich met zijn ernstige grijze oogen, den man die haar door Lady Cicely werd voorgesteld als „mijn neef." En een donkere blos van schaamte vloog haar naar de wangen toen zij er over dacht wat hij wel zeggen zou als hij wist dat zij van plan was een plaats van sa menkomst op te geven aan een man dien zij nooit ge zien had en van wiens bestaan zij alleen door een hu- t welijksadvertentie had vernomen. I Hij zou haar zeker minachten; en het zou heel narfr zijn den vriendelijken blik van die oogen te zien ver anderen in verontwaardiging en verachting. Ofschoon zij best begreep dat het onwijs was te veronderstellen dat Lady Cicely's neef zich ooit zou j bemoeien met hetgeen zulk een onbeduidend pérsoou- tje als zij was wou doen of laten, deinsde zij terug- voor alles wat hij niet goed zou kunnen vinden. (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1