DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Straker Squire
No. 167
Honderd en vijftiende Jaargang.
1913
DINSDAG
22 JULI.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Greoti
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkeri
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Firma STIKKEL, OLIJ an TEN ZELDA1
J
Telefoonnummer 3.
BINNENLAND.
„Ken nemer An togarage", Telet. 146.
ALKMAAR.
Gemengde mededeellngen.
PEST OP JAVA.
IfilAVli
ALKMAAR, 22 Juli.
De „grand old man" Gladstone heeft eens gezegd,
dat een politicus minder moet denken aan de tegen
standers, die hij begunstigt wanneer hij aan de re
giering is, dan wel aan de vrienden, die hij teleur
stelt. Is immers een minister zijn portefeuille kwijt,
dan zullen zijn tegenstanders zich niet erkentelijk
toonen voor zijn weldaden en zijn vrienden zullen
zich vooral hun teleurstelling blijven herinneren.
De Fransche minister-president heeft zich aan de
zen gulden regel niet gestoord. Hij heeft voor het
wetsontwerp op den driejarigen diensttijd niet in de
eerste plaats op de hulp gerekend van wie hem in de
politiek het naast staan. De regeering der republiek
heeft in den laatsten tijd voortdurend gesteund op te
genstanders der republiek. De vurigste royalisten,
die nog nooit aan een republikeinsch kabinet hun
stem gaven, de aristocratische afgevaardigden van
Bretagne en Normandië, de oud-Boulangisten, zij
hebben allen ertoe medegewerkt om deze regeering de
overwinning te bezorgen. De nationalistische heer
Maurice Barrès heeft dezer dagen zelfs met zeer veel
lof over den minister-president gesproken. Wat doet
het er eigenlijk toe, zoo ongeveer verklaarde hij, dat
de Boulangistische beweging' mislukt is, dat de partij
der nationalisten aan het verdwijnen .is, wanneer zij,
die ons vroeger bestreden, thans verwezenlijken,
waarnaar wij altijd hebben gestreefd?
Een dergelijke verklaring is ongetwijfeld voor den
heer Barthou verre van aangenaam. Dat een regee
ring voor een belangrijk vraagstuk stemmen krijgt
uit het kamp harer tegenstanders moge merkwaardig
zjjn, meer dan een voorbijgaande beteekenis heeft
zooiets niet en men kan er bovendien het feit haast
plaatsen, dat enkele geestverwanten der regeering
met de revolutionnaire elementen de minderheid
vormen. Maar dat een Boulangist kan zeggen: „wij
zijn tevreden, gij doet uw zaken goed, gij brengt de
dingen tot stand, welke wij altijd hebben beoogd"
dat is erger. En nu denken wij niet slechts aan den
driejarigen dienstplicht, waarvan wij nog altijd niet
weten of hij inderdaad is een zuiver patriottische
maatregel, gericht tegen Duitschland, dan wel een
eisch door den bondgenoot Rusland in overleg met
den entente-vriend Engeland gesteld, maar ook aan
een ander opvallend feit. Men weet, dat tijdens de
herdenking van den veertienden Juli, den dag van de
bestorming der Bastille, buitengewone belangstelling
werd gewekt door de aanwezigheid van een vijftien
honderd man zwarte troepen -liet Bois de Boulogne
werd dien dag platgetrapt en de Eigaro verklaarde
dat het na afloop van de wapenschouwing eruit zag
alsof er een kudde olifanten over het gras getrokken
was. Die zwarte soldaten moesten natuurlijk recla
me maken voor de la plus grande Erance, zij moesten
den toeschouwers een indruk geven van de grootheid
der republiek, zij moesten hun vertrouwen geven in
de toekomst, wanneer het land werd bedreigd en dui
zenden van die Afrikaansche en Aziatische soldaten j
gereed zouden staan om Frankrijk en de Fransche be
schaving te redden naar de i'emps verzekerde, zij
moesten de hoop herlevendigen op de kleine correctie
der historie, welke immers van den Rijn de I ransch-
Duitsche grens maken en Elzas-Lotharingen weer bij
de republiek voegen moet. Over de Fransche be
schaving', welke door kleurlingen moet worden ge
red zou mede in verband met de opvattingen w elke
men in Engeland, in Amerika, en elders over kleur
lingen huldigt, heel wat te zeggen zijn. Maar we wil
den de aandacht op iets anders vestigen. Indertijd
heeft een afgevaardigde den toenmaligen minister
van oorlog Boulanger op het denkbeeld gebracht de
uit Tonkin terugkeerende troepen aan de wapen
schouwing 011 den nationalen feestdag te laten deel
nemen en de ijdele generaal reed op zijn zwart paard
inderdaad achter een afdeeling spahis. De afge
vaardigde, die dit denkbeeld aan de hand deed was.
de heer Etienne, de tegenwoordige minister van oor
log, onder wiens bewind de inboorlingen-troepen uit
de koloniën thans den 14den Juli aan het nationale
schouwspel medegewerkt hebben. Dit wetende zal
men begrijpen hoe veelbeteekenend de volgende op-
I merking van den ouden heer Clemenceau in zijn
Homme libre is: „Deze geestdriftige toejuichingen
(op den 14den Juli) golden niet alleen de republiek.
In de het hardst roepende groepen vond men dege
nen, die enkele jarèn' geleden vertegenwoordigers wa
ren van de omwentelingsgezinden en reactionnairen.
Terwijl zij „leve het leger" riepen zochten deze
schreeuwers met hun oogen het paard van den natio
nalen held."
Zoo'n nationale held met een blonden baard en
een zwart paard zal er wel niet gauw komen en veel
zou die in de gegeven omstandigheden zeker niet be
reiken om te slagen zou er minstens weer een Bo
naparte op moeten staan maar uit het boven
staande blijkt voldoende, dat de regeering in den
laatsten tijd wel heel erg de politiek der reactionnai
ren bevorderd heeft, terwijl zij bovendien de republi-
keinsche partij in de Kamer uiteengescheurd heeft,
zoodat de beide «deelen als hartstochtelijke vijanden
tegenover elkaar hebben gestaan.
Of dit alles ongestraft is kunnen geschieden zal
de tijd moeten leeren.
lof gecelebreerd door den kardinaal in de kerk der pa- r
ters Redemptoristen, in wier klooster hij verblijft. -
Gistermorgen droeg de kardinaal in dezelfde kerk te
zeven uur een Mis op en reikte persoonlijk daarbij de
communie uit aan de talrijke geloovigen.
De Katholieken te Groningen brengen geld bij
een om daarvoor kardinaal van Rossum een hulde
blijk aan te bieden.
DE KABINETSCRISIS.
Bij de aanbieding' van drie portefeuilles aan de b.
D. A. P. zat, volgens het N. v. d. D., de gedachte
voor de zes overblijvende portefeuilles aldus te ver-
deelen: 4 voor de Unie-liberalen en voor de vrij-libe-
ralen en vrijzinnig-democraten ieder één.
Nu de S. D. A. P. geen portefeuilles wenscht te
aanvaarden, zou volgens dat blad, dr. Bos vermoede
lijk de opdracht ontvangen een ministerie samen te
stellen uit de liberale concentratie, waarin zouden
zitting nemen: 4 unie-liberalen, 3 vrij-liberalen en 2
vrijzinnig-democraten.
DE PARTIJCONFERENTIE DER S. D. A. P.
Uit Het Volk blijkt, dat de verwerping van het
voorstel om drie ministersportefeuilles te aanvaar
den, in de bijeenkomst van de Sociaal-democratische
Kamerfractie, het bestuur van de S. D. A. P. en de-
redactie van Het Volk, is geschied met 13 tegen 8
stemmen.
«le auto Tan de chic ran Engeland.
Bij de op 16 Mei j.l. op de Brooklyn-Baan geho
den raceskwam deze auto wederom eerste aan.
Importeurs voor geheel Nederland
OPENING VREDESPALEIS.
Naar de N. R. Crt. verneemt, zal H. M. de Ko
ningin het Vredespaleis openen.
KARDINAAL VAN ROSSUM.
Kardinaal van Rossum werd Zondagmiddag met
buitengewone plechtigheid in Den Boscli ontvangen.
Hij werd omringd door een stoet van duizenden leden
van vereenigingen met banieren van het station ge
baald. In de versierde St. Janskerk had een groot-
sehe plechtigheid plaats en sprak de kardinaal de
geloovigen toe. Aanwezig waren burgerlijke en mi
litaire autoriteiten. Des avonds werd een plechtig
TUSSCHENTTJDSCHE VERKIEZING
TWEEDE KAMER.
Gisteren heeft te Groningen de tusschentijdsche
verkiezing' plaats gehad voor een lid der Tweede Ka
mer, ter voorziening in de vacature, welke is ont
staan door de benoeming' van mr. H. L. Drucker tot
lid der Eerste Kamer.
Er is geen enkele candidaat gesteld. Binnen 14
dagen zal de minister nu een nieuwe verkiezing' uit
schrijven. Dan zal er, naar de Prov. Gr. Ct. ver
trouwt, weer geen candidaat gesteld worden en zoo
moet het. doorgaan totdat de zitting' 1912/1913 der
Tweede Kamer zal zijn gesloten.
NA VERKIEZINGEN-TWEEDE KAMER.
De vooruitstrevend-liberale kiesvereeniging Rot
terdam heeft gisteravond den heer D. de Klerk met
alg-emeene stemmen candidaat gesteld voor de Twee
de Kamer in het district Rotterdam I.
De héér De Klerk heeft deze eandidatuur aanvaard.
Mr. Rink zal de eandidatuur in het district Ilooge-
zand aanvaarden. Ook door de liberale kiesvereeni-
gingen te Haren en Onderdendam is hij thans ge-
candideerd. Er zal krachtig worden gewerkt. 3
Augustus zullen vrijzinnige landdagen worden ge
houden te Hoogezand en te Den Bosch.
Bij het departement van koloniën is het volgende
telegram ontvangen van den gouverneur-generaal
van Ned.Tndië d.d. 19 dezer, betreffende pestgeval-
len op Java gedurende het tijdvak van 2 tot en met
15 dezer
Afdeeling Malang 258 nieuwe pestgevallen, 249
dooden. Madioen: 9 nieuwe gevallen, 10 dooden, Ke-
diri: 84 nieuwe gevallen, 75 dooden. Paree: 10
nieuwe gevallen, 7 dooden. Toeloeng' Agoeng: 21
doodelijke gevallen, Soerabaya 5 en Ngawi 1 geval.
Uit Batavia wordt geseind dat op Madoera de
pest officieel is geconstateerd.
DE KUYPER-BUS TE
Een medewerker van het persbureau-Vaz Di
heeft zich tot den heer Dupuis gewend en o.a. h
volgende vernomen.
Op 18 April 1906 heeft de heer Dupuis van d
heer Veltman de som van 2000 ontvangen voor
marmeren buste. Wat er verder is onderhandeld
besproken over bijdragen van dr. Kuyper en.
daaromtrent staat de beeldhouwer ganschelijk „b
ten het geding." In de mededeeling door den h<
Veltman aan „Het Volk" verstrekt, vindt men o.Jj
vermeld, dat dr. Kuyper zou gezegd hebben slecl
eene marmeren buste en geen bronzen te beg
ren. De heer Dupuis geeft van zijn kant omtrent
punt eene'afwijkende lezing', 't Is verklaarde hij,
dus gegaan. Op een der middagen, dat dr. K. v
hem poseerde, vroeg de minister hem terloops, we
stof Dupuis voor zoo'n buste het best achtte. En
beeldhouwer-tmtwoordde„Had ik te kiezen, ik
marmer nemen!" Over het verschil in prijs tusscl
marmer en brons bij de uitvoering werd. toen ver.
niet gesproken. Maar toen Dupuis den heer V<
man kort daarop ontmoette, gaf hij dezen een w<
dat z. i. dr. Kuyper het liefst marmer voor de bu
zou aangewezen zien. Waarna weer bespreking w
gehouden door den heer V. (die hier dus het ini
tief nam) met dr. Kuyper.
De heer Dupuis zegt ook, dat dr. Kuyper toen
sprake was van de plaatsing zijner buste in
Rijksmuseum, als zijn nadrukkelijken wensch heefi
kennen gegeven, dat nooit ofte nimmer beelden
nog levende personen in het Rijksmuseum wor
geplaatst.
WERKLIEDENREGLEMENT TE ZAANDA
Bij den gemeenteraad te Zaandam is ingeko:
een voorstel der Raadscommissie, die de noodzal
ke wijzigingen, van het werkliedenreglement on
zocht. De commissie hoorde daartoe de afgev
digden der werkliedënorganisaties en haar hoof
sturen en heeft grootendeels de uitgesproken
schen ingewilligd.
De commissie wenscht de voorgestelde wijzigi:
te doen ingaan op 1 Juli 1913 en becijfert, dat
uit zullen voortvloeien meerdere kosten voor den
nigingsdienst van 6000, voor de gasfabriek
en voor openbare werken van 600.
Kort samengevat luiden de voorgestelde wijz
gen
De plaats van een ander in te nemen is niet no|
bij werkstakingen.
Het aannemen van fooien is streng verb
Daarom wordt het loon extra met 54 cent per
verhoogd.
De geldstraffen zijn afgeschaft.
De werktijd wordt verminderd tot 9 uur daa
er worden minstens 26 vrije Zondagen gewaarbo
De werklieden hebben recht op 10 dagen v
met een extra-uitkeering van i 10.
door L. G. MOBERLY.
Naar het Engelsch.
27) o
Zij deed haar hoed en mantel af en rolde bedaard de
morgenjapon los die zij had meegebracht en die zij
over een stoel bij het vuur wou hangen toen haar pa
tiënt eensklaps zei:
„Kijk eens of zij weggaan en zeg mij dadelijk wan
neer zij vertrokken zijn. Zeg mij wanneer wij alleen
zijn met ons beiden."
Christine ging naar het bed.
„Wou u graag dat ik hem zag vertrekker} uit de
poort?" vroeg zij. De ander knikte.
„Ja. Sluit de poort achter hen en schuif er de
grendels op. Als de dokter terugkomt zullen wij het
wel hooren. Maar de poort moet nu achter hem geslo
ten worden." Zij sprak zenuwachtig en opgewonden;
haar handen bewogen rusteloos op het bed, haar
oogen schitterden en Christine wist zeker dat er vrees
sprak uit die oogen.
„Zeker, ik zal gaarne doen vat u verlangt, zeide zij
heel vriendelijk, terwijl ztij de rustelooze vingers
streelde; „blijft u dan stil liggen terwijl ik weg ben?"
„O, ja zeker!" Er was ongeduld in haar toon. „Toe
ga nu gauw naar benedeia. Ze zijn zeker op het punt
van vertrekken."
Christine deed haar m antel weer aan en ligp de trap
af; zij bleef even stilstaan toen zij een geluid van
stemmen en voetstappeen hoorde, dat uit de gang
kwam, welke op de hall uitliep en waarin zp niet zien
kon.
„Voorzichtig licht haar voeten een beetje op
pas op hier om den hoiek," hoorde zij den dokter zeg
gen en van af haar observatiepost zag zij hem lang
zaam de hall in komen?;, hij liep achteruit en hield het
hoofd en de schouders, van de bewustelooze vrouw in
zijn armen. Een vrouw uit den dienstbodenstand;
wier gezicht duidelijk verlicht was door de lampen in
de gang, hielp de bewustelooze dragen; Christine zag
dadelijk hoeveel goedheid er op dat gelaat te lezen
stond.
„Stil wacht even, zuster; Ja, nu is 't goed. O,
't is waar ook, de lantaarn!" riep hij uit, „wij moeten
een lantaarn hebben om dien donkeren tuin door te
gaan."
„Ik zal de lantaarn wel brengen," riep Christine be
vende; toen liep zij zonder dralen de trap af. „Ik word
gezonden om de poort achter u te sluitenj ik kan u
bijlichten in den tuin."
Zij nam de lantaarn van de tafel in de hall, waar
Fergusson die neergezet had; en met een blik op de
roode, zwaar-ademhalende vrouw, die het huis uitge
dragen werd, plaatste zij zich, zelf aan het hoofd van
den zonderlingen kleinen optocht, en lichtte hen bij
zoo goed dat in haar vermogen was.
Het was geen gemakkelijke taak het ongelukkige
schepsel te dragen, eerst door de poort en toen in den
wagen, maar Fergusson was een sterke man, met
krachtige spieren, en de groote vrouw die meehielp
was sterk en goedgebouwd; met vereende krachten ge- I
lukte het hun de vrouw op de kussens neer te leggen.
Christine bleef een oogenblik aan de deur staan en
zag' den wagen het laantje op gaan, maar toen de
schitterende lichten in de duisternis verdwenen,
keerde zij zich huiverend om, sloot de deur, schoof er
de grendels voor en liep het donkere pad op met een
spoed alsof de duivel haar op de hielen zat. Zij deed
de voordeur van het huis met evenveel zorg op slot
als de poort en schaamde zich voor haar angst, zij tril
de en bleef een oogenblik zitten op een eikenhouten
kist bij het vuur.
„Elauwert!" zei ze tot zich zelve, „je weet dat je
alleen in huis bent met een zieke vrouw, waar ben je
nu bang voor?" Maar al poogde zij nog zoo moedig
te wezen, toen zij de trap op vloog keek zij telkens
over haar schouder, met een zenuwachtigen angst, zij
wist niet waar voor.
„Zijn ze weg veilig' en wel weg? En is de deur
goed gesloten?" Met deze woorden werd zij begroet i
zoodra zij de slaapkamer binnentrad, en de donkere
oogen van de vrouw in bed keken haar aan vol angst
en vrees.
„Ja; zij zijn weggereden en alles is gesloten en nu
wou ik het hier graag wat prettig voor u' maken en
het vuur wat oppoken, wij zullen hier heel gezellig
zitten in deze lekker warme kamer." Christine sprak
op zeer opgewekten toon, er was geen sprake meer
van angst of zenuwachtigheid; zij had er haar zinnen
op gezet de angstige vrouw te kalmeeren, want het
was nog maar al te duidelijk zichtbaar hoe koortsach
tig opgewonden deze was.
„Prettig en gezellig?" vroeg de zieke droevig', „ik
kan niet rustig en bedaard zijn voordat ik weet dat
hij Kan ik op u vertrouwen?' Zij richtte zich in
bed op en keek Christine strak aan; „wilt u verzwij
gen alles wat u ziet, alles wat u hoort?"
„Ja natuurlijk. Maar nu moet u uw best doen te
gaan slapen, niet waar?" zeide Christine sussend; in
de vaste overtuiging, dat haar sehoone gezellin ijlde
of niet wel bij 't hoofd was.
„Slapen gaan?" Het droevige lachje vertoonde
zich weer. „Hoe zou ik kunnen slapen? Ik moet
hier liggen, daar is niets aan te doen. Marion heeft
haar taak goed gedaan, arme ziel; zij wilde mij geen
kwaad doen. Maar ik kon hier niet blijven liggen ter
wijl hij u belooft dat u zwijgen zult?"
„Ik beloof het", zei Christine haastig'; alleen met
het doel de arme vrouw gerust te stellen tot eiken
prijs", is er iets dat ik voor u doen kan?"
De andere knikte.
„Loop de gang door, die hier op het portaal uit
komt", zei zij, „tik aan de derde deur links en vraag
aan mijn aan den persoon die zich daar bevindt, of
hij ook iets noodig heeft. Het kan wel wezen dat hij
wat eten wil wij konden niets voor hem doen zoo
lang Marion en de dokter
Met gesloten oogen zonk zij op het kussen neer er:
zag er zoo uitgeput uit, dat Christine zich over haar
heenboog, te zeer vervuld met den toestand van de
zieke om zich te kunnen verwonderen over het bevel
dat zij zoo juist ontvangen had.
„Over mij behoeft u zich niet ongerust te m
als u maar naar hem toe gaat en doet wat hij n
heeft." Zij sloeg de donkere oogen weder o
fronste de wenkbrauwen. „Met mij gaat het
voor hem alleen komt het er op aan."
Al haar angsten van zooeven bestormden haa
der, toen Christine het portaal over ging, de ga
die haar was aangeduid. Wien en wat zou zij v
in die derde kamer links? En waartoe was al d:
heimzinnigheid noodig? Haar hart klopte luid,
luid, dat zij dreigde te stikken toen zij voor de
deur links staan bleef en zich afvroeg wat haa
weer geopenbaard zou worden. Zij klopte zacl
eén mannestem antwoordde:
„Kom binnen", en zij trad een warm, weelderif
meubileerd vertrek binnen, dat als zit- en slaapt
dienst scheen te doen. Gehuld in een dikke kan
jon en vlak bij het vuur zat een man in een arm
aan zijn lijkkleurig gelaat en ingevallen oogen|
men meenen dat hij herstellende was van een er
ziekte; hij deed een poging om op te staan toe:
een vriendelijke dame aan-de deur zag staan, ma
yelukte hem niet, hij viel dadelijk met een zuch
zijn stoel neer.
„Wie is u?" vroeg hij, „wat komt *i doen? W
Madge
Christine meende een vreemd accent bij hem
merken ofschoon hij vloeiend Engelsch sprak.
„Ik werd hier naar toe gezonden door dot
dame die hier woont", antwoordde Christine,
weet niet hoe zij heet, maar zij is erg moe."
Zij gebruikte dat woord, in plaats van het
„ziek", toen zij zag hoe de zieke man schrikte e:
hel bloed hem naar het gezicht steeg. „Zij vroj
ik eens wou gaan zien of u iets noodig heeft."
„Is Madge zoo moe?" zei hij met een zachte
merige stem, „het is zoo moeilijk zich voor te s|
dat Madge vermoeid kan wezen. Zij is altijd zo
geweest, zoo bijzonder sterk."
CW«rdt verv»lgd).l