DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 168
Honderd en vfjttiende Jaargang,
1913
WOENSDAG
23 JULI.
FEUILLETON.
Stedelijk Museum.
Engelsche Brieven.
m
BINNENLAND.
DE VERDEELING DER PORTEFEUILLES.
f
ALKMAARSCHE
KOSTELOOZE BEZICHTIGING op Zondag 27
Juli a.s's nam. van 1 tot 3 uur.
Ingang Breedstraat.
Kinderen beneden 12 jaar worden niet toegelaten,
van 12 tot 16 jaar slechts onder geleide.
Gelijktijdig mogen niet meer dan 50 personen in
de lokalen zijn.
Het to verboden ln de lokalen te rooken.
Nadruk verboden.
Londen, 21 Juli 1913.
„Stille engagementen'' zijn zulke uitzonderingen in
vorstelijke kringen, dat de goê-gemeente volstrekt
niet geneigd is onbepaald geloof te slaan aan het ro
mantisch verhaal, dat de hertogin van Fife en prins
Arthur van Connaught 't al langer dan een jaar
„samen geweten" hebben, zooals de leuke Nederland-
sche zegswijs het uitdrukt.
De buitenwacht heeft er in elk geval niemendal
van geweten, zelfs niet personen die in zeer nauwe
aanraking met het hof komen; en dit is te meer op
vallend, omdat deze verloving nogal wat beteekent
door de hooge positie die beide jongelui innemen.
Da hertogin is een volle nicht van Koning George,
wijl hare moeder, de „Prinsess Royal,'' 's Konings
oudste zuster is. Haar huwelijk met den hertog van
Five was niet geheel naar den zin van Koningin ic-
toria en ze heeft haar oudste kleindochter nooit den
titel van „Princess Royal" verleend; deze kreeg dien
eerst van haar vader, Eduard VII, na Koningin ic-
toria's dood. Deze zorgde ook dat de hertogstitel in
de vrouwelijke lijn is overgegaan.
Ze heeft van haar moeder de verlegenheid geërfd,
waarmee al de kinderen van Koning Eduard behept
zijn en die Koning' George eerst nu geheel begint af
te leggen, 'tLiefst zit ze in Schotland of vaart op
een jacht of viseht. Boeken, theaters, diners en bals
interesseeren haar zeer weinig, doch ze heeft den
naam dat ze van haar Schotsehen vader den natuur
lijken aanleg geërfd heeft om haar reusachtig ver
mogen ze is geweldig rijk goed te beheeren. Als
het niet wat oneerbiedig klonk zou men zeggen: „ze
is een binnenvettertje," of, zooals ze hier wordt be-
schreven: „a quiet little thing, witli a good deal in
her."
Prins Arthur van Connaught is dertig jaar en dus
zoowat acht jaar ouder dan zijn aanstaande gemalin.
Hij is de -eenige zoon van den hertog van Connaught
en dus een kleinzoon van Koningin Victoria en een
voile neef van Koning George V. 's Prinsen moeder,
die, naar men weet, nog steeds niet volkomen her
steld is van hare gevaarlijke ziekte en daardoor nood
zakelijk geworden operaties, is een dochter van wijlen
prins Friedrich Carl van Pruisen, de „roode prins,'
aldus genoemd, niet wegens de kleur van zijn politie
ke overtuiging, docli om die van zijn huzaren-uni
form, die hem opvallend goed) stond.
Prins Arthur is hier zeer populair. Hij is allesbe
halve verlegen, beweegt zich gemakkelijk in het pu
bliek en stelt in allerlei dingen belang, terwijl hij
ook een goed en gevat, spreker is. Dezer dagen, vlak
nadat zijn engagement bekend werd, opende hij bij
voorbeeld een tentoonstelling in Olympia van auto's
voor handelsgebruik en zei in zijn speech leukjes dat
hij eigenlijk niet de aangewezen persoon was om over
die soort van industrieele voertuigen te spreken,
daar hij op 't oogenblik alleen werkelijk belang stelt
in „two-seaters."
Men weet allerlei verklaringen te geven voor het
stil houden van het engagement, waarvan er twee
zeer waarschijnlijk luiden. De eerste is, dat de jonge
hertogin nog altijd zeer onder den indruk was van
den dood van haar vader. Men herinnert zich dat de
geheele familie in 1912 schipbreuk heeft geleden met
de „Delhi" op de kust van Noord-Amerika en de her
tog- toen een koude vatte, die den niet zeer robusten
man kort daarna in het graf sleepte.
De tweede verklaring is dat men aan het hof te
veel beslag' moest leggen op prins Arthur, zoolang
als de prins van Wales nog te jong was om in het
publiek op te treden. Laatstgenoemd: doet dit nu
evenwel meer bij1 gelegenheden die de tegenwoordig
heid van een prins van den bloede wensehelijk ma
ken, zooals nog onlangs bij het bezoek van den Pre
sident der Fransche Republiek, den heer Poincaré.
In niet te nauw verband met het bovenstaande en
met de belangen in het algemeen van Cupido's rijk -
staat 't feit, dat de goede fee voor jonggehuwden uit
of in de groote wereld, Lady Desborough, een groote
erfenis heeft gekregen van hare tante en pleegmoe
der, gravin Cowper.
Lady Desborough's echtgenoot heeft velerlei deug
den en eigenschappen: hij is voorzitter van de Lon-
densehe Kamer van Koophandel, „dijkgraaf", zouden
wij zeggen, van het Theemsgebieddoch bij deze en
andere voortreffelijke kwaliteiten schittert hij als
.eigenaar van Taplow Court, een prachtig landgoed
aan de Theems, dat ieder kent die wel eens ging spe
levaren op de rivier.
En nu is het een liefhebberijstukje van Lady Des
borough om, als een paartje uit haren kring trouwt,
hen Taplow Court te ieenen. Het gevolg is dammen
het meestal noemt „Honeymoon Hall," of „Witte-
broods-Hal." Alle loges schrijven hun namen daar
in het „visitors book," met opmerkingen, die ze ge
past of gewenscht achten; en de lectuur van dit boek
is, om licht begrijpelijke redenen, over het algemeen
zeer interessant en vaak hoogst vermakelijk.
Er is sprake van eene nieuwigheid in Londen, na
melijk om carillons in te richten, zoowel' in den groo-
ten klokkentoren in het parlementsgebouw, algemeen
bekend als „Big Ben," als in dien van Crystal Pa-
•e.
Nederlanders zijn zoo gewoon aan hun klokkenspel,
dat ze moeilijk kunnen begrijpen, waarom Engel-
schen er zoo opgewonden over worden als zij er een
hooren. Men verdiept zich reeds druk in min of
meer sentimenteele beschouwingen, hoe de zeesche
pen, als ze Londen. Bridge naderen, de muziek dei-
klokken van Big Ben, die vlak aan de rivier staat,
zullen kunnen hooren, wijl het water zulk een uitste
kende geluidsgeleider is.
Een gewoon menseh zou zoo zeggen, dat er al le-
cu genoog in de stad is en het noch opwekkend,
noch muzikaal bevredigend is elk uur van den dag
en nacht denzelfden deun te hooren tingelen. Een
klokkenspel is bovendien geen heel uitstekend mu
ziekinstrument en, wie zich met muziek wenscht te
vermeien, kan bijna iederen dag in de parken goede
orkesten hooren, terwijl er haast geen hotel of res
taurant is, waar men zijn hart niet aan een of meer
„strijkjes" kan ophalen.
't Eigenaardige is bovendien dat er steeds meer
geklaagd wordt over het luiden der klokken voor de
kerkdiensten beginnen. In onzen tijd heeft dat ge
beier dan ook geen zin. leder, of bijna ieder, heeft
een horloge, al is 't maar 'n ding van 2 of J 3.
Waarom dus dat geraas gemaakt zegt men, in een
tijd waarin de meeste kerkbezoekers een half uur
sporens en verder van de kerk afwonen en dus toch
niet wachten tot de klok hen roept, al konden ze
haar hooren?
Anderen vreezen ook dat het carillon een einde zal
maken aan Londen's reputatie dat het de eenige we
reldstad is die slaapt, 's Nachts om één uur ongeveer
wordt het hier stil en het blijft stil tot een uur of
vijf 's morgens. Dat heeft men in de hoofdsteden
nergens in die mate en, na het voortdurend geraas
van den dag en de overstelpende drukte van het Lon-
densche leven, zijn die rustige uren zeer weldadig.
Ik weet wel dat enkele trams den geheelen nacht
loopen, doch ze doen dit met tusschenpoozen van een
half uur; ook is men nu doende om een nachtdienst
voor omnibussen in te richten, doch geheel buiten
Londen. En noch tram noch omnibus maakt hier
's nachts leven.
Hoewel de „season" nog pas „zoo goed als" dood
is, moet het toch een veeg teeken geacht worden voor
zijn spoedig afsterven, dat een speciale zeeslang die
Engeland er voor binnenlandsch gebruik op nahoudt,
ter sprake wordt gebracht. Ik bedoel de tunnel on
der het Nauw van Calais door. Aanleiding of voor
wendsel daartoe biedt het programma voor het con
gres van de „Franco-British Travel Union," de Unie
voor Tourisme tusschen Engeland en Frankrijk, die
in September vergadert en waarop die tunnel zal be
sproken worden.
Heze zeeslang- is al zeer oud en vond nooit genade
in Engelsche oogen om sentimenteele en strategische
redenen. De sentimenteele reden dat de eigenaar
digheid van Groot-Britannië als eiland verloren zal
gaan, slijt gaandeweg af. Het aantal Engelsehen dat
„voor geen geld" naar zulke barbaarsche en onher
bergzame oorden als Parijs, Zwitserland, of Berlijn
zou willen trekken, neemt langzaam maar zeker af;
en het aantaj Britten dat twijfelt of hun nationale
eenzelvigheid wel een onverdeeld voorrecht is, groeit
steeds aan.
door L. G. MOBERLY,
Naar het Engelsch-,
28) o
Zijn ingezonken oogen zagen Christine peinzen
aan; zij voelde zich genoodzaakt -eenige woorden va:
troost, te spreken.
„Misschien is de vermoeidheid maar tijdelijk", ant
woordde zij, ofschoon zij al dadelijk berouw had over
die woorden toen zij zich het teere, bleeke gezicht van
de schoone vrouw voorstelde. „Zij zal zich wel spoe
dig- wat sterker voelen."
„Denkt u dat? Denkt u dat werkelijk?" Hij zat
een weinig voorover gebogen en Christin.e zag' hoe zijn
handen beefden; „ja, weet u, ik heb een gevoel
kan er niets aan doen, maar ik .heb een gevoel of dat
alles mijn schuld is. Ten eerste de onrust van vroe
ger; en nu, mijn terugkomst een nieuwe last voor
haar. „Maar u kent ons niet", riep hij' uit, „waar
om zendt Madge een vreemde dame naar mij toé
Waar is Elisabeth?"
Christine begreep, dat Elisabeth de dienstbode wa
met het vriendelijke gezicht, en daar zij bang' was den
zieken man ongerust te ma'Ken, zeide zij
„Zij is juist aan iets bezig en daarom hebben zij
mij gezonden omdat ik een vriendin van haar ben;
kunt zeker zijn, dat ik nooit een woord zaL spreken
met iemand ter wereld van, hetgeen ik zie en hoor
dit huis."
bedacht
„Ik
om
de
ver
zijn
„Weet u dan niet begon hij, maar hij
zich en keek haar bijna schichtig aan.
„Ik weet niets", luidde het ernstige antwoord,
ben alleen gekomen voor vannacht om te helpen,
dat omdat Elisabeth het druk heeft. Dat is
eenige reden."
Tot haar groote genoegen berustte hij in die
klaring zonder verder te vragen; eigenlijk omdat
hoofd uitgeput was door zijn ziekte en niet snel meer
werkte, daardoor nam hij gaarne alles aan wat hem
gezegd werd, en met een zucht van vermoeidheid
wendde hij zich af van het. jonge meisje en hield zijn
vermagerde handen voor het vuur.
„Mag ik soms iets voor u halen, of iets voor
doen?" vroeg Christine opgewekt; „tracht mij te be
'schouwen als als Elisabeth en laat mij voor u doen
wat u haar vragen zou."
Hij richtte de oogen weer op haar en glimlachte.
„U hebt niet veel van Elisabeth", zeide hij, terwijl
hij het slanke figuurtje in de nette groene japon op
nam „het meisjesachtige gezicht, de levendig'
oogen; men zou heel wat verbeeldingskracht noodig
hebben om Elisabeth in u te zien."
„Ik ben bang, dat ik niet half zoo flink ben als zij",
zeide zij, zonder notitie te nemen van het fijne com
plimentje, „maar ik zal mijn best doen."
„Wil u mij dan een arm geven om naar bed te gaan?
Ik ben veel te gebrekkig om er alleen naar toe te loo
pen, maar ik kan er in komen als ik er eenmaal voor
sta. En als u dan zoo goed zou willen zijn uit de ka
mer hiernaast wat melk voor mij te halen en wat eten
dat Elisabeth zeker wel voor mij klaar gezet heeft,
dan zal ik u zeer dankbaar zijn. Ik kan mij toch niet
begrijpen, waarom Elisabeth mij vanavond aan een»
En de strategie, die leeraarde dat, met 'n tunnel
tot hun beschikking, de Fransche piou piou s wel
eens 's morgens in Londen zouden kunnen komen
ontbijten 'en daarna het land) veroveren, was door de
„entente cordiale" moediger geworden op dat punt
en oefende zich sedert dien tijd in het bang maken
met de Pïckelhauben van Keizer Wilhelm.
Op het oogenblik is dat vreeselijk hoofddeksel
evenwel weer op den achtergrond gedrongen door de
orderingen der aviatiek en een ouderwetsche Brit
weet nu heelemaal niet meer wat te beginnen. Wel
licht zal het Congres voor Tourisme helpen om hem
op het denkbeeld te brengen, dat, nu lucht en zee
niet langer speciaal aan Engeland toebehooren, zoo n
tunnel niet ongeschikt :s om zich bij tijds uit de voe
ten te maken. Vooralsnog bepaalt, men zich hier er
toe elkaar wijs te maken dat men over de anti-tunnel-
bezwaren moet heenstappen uit vriendschap voor de
Eransehen, wijl die zoo bang voor zeeziekte zijn. Dat
.nooit falende" voorbehoedmiddelen tegen zeeziekte
bijna alleen in Engeland worden gefabriceerd en ge
vent doet er minder toe.
P. S. Uit mijn vorigen brief is een opmerking
weggevallen in verband met de anecdote omtrent, de
nagels van den hertog' vail Sutherland. Er werd aan
herinnerd dat er twee woorden „soil" in 't Engelsch
zijn, elk van verschillende afkomst, waarvan het eene
grond" en 't andere „vuil" beteekent. Dit verklaart
de woordspeling, dat de hertog zooveeL „soil" bezat,
dat hij er een deel van onder zijn nagels moest ber
gen."
Z. K. H. PRINS HENDRIK.
De Lokal-Anzeiger meldt, dat prins Hendrik der
Nederlanden begin Augustus opnieuw in het sanato
rium Hohemark in den Taunus verwacht wordt, om
er een nakuur van verscheidene weken te doen.
OPENING VREDESPALEIS.
Omtrent de opening van het Vredespaleis in den
middag van 28 Augustus kunnen thans reeds de vol
gende bijzonderheden worden medegedeeld.
De plechtigheid die in de groote rechtzaal zal g~e-
scliiedeni zal worden opgeluisterd door liet a cappella-
koor van Averkamp, doch overigens een zeer een
voudig karakter dragen. Een vierhonderd personen
zullen tot bijwoning, worden genoodiigd, onder welke
alle rechters in het Permanent Hof van Arbitrage
((een 140-tal1) en alle leden van den Raad van Beheer
van dat hof, verder de leden van het corps diplomati
que hier te lande, allen met hunne dames.
H. M. de Koningin met Z. K. H. de Prins en II.
M. de Koningin-Moeder, zoomede de heer en me
vrouw Carnegie, zullen de plechtigheid bijwonen. Het
doel is niet zoozeer de opening, of inwijding van het
Vredespaleis, als wel de overdracht van het gebruik
en beheer van dat paleis door liet bestuur der Carne-
giestichting, dat alleen met het onderhoud van het
paleis blijft belast (met uitzondering van de biblio
theek over welke de Carnegiestichting ook het beheer
behoudt), aan den Raad van Bestuur van het Hof
van Arbitrage.
De plechtigheid zal dan ook in hoofdzaak bestaan
uit een rede in de Fransche taal door den president
van de Carnegiestichting, den minister van Staat jhr.
r. A. P. C. van Karnebeek te houden, waarin Hij
het gebouw aan den Raad van Beheer van het perma
nent Hof van Arbitrageg overdraagt.
De president van dien raad de minister van buiten-
landsche zaken zal vermoedelijk die rede beantwoor
den en aldus liet Vredespaleis voor het Permanent
Hof van Arbitrage aanvaarden.
Na afloop van de plechtigheid, welke op zijii
hoogst in IV2 uur zal zijn beëindigd, zullen de aan
wezigen uitgenoodigd worden een rondgang door het
gebouw en over het terrein te maken.
De Haagsche N. Crt. verneemt uit zeer goede bron
dat de ook door ons gisteren overgenomen bewerin
gen van het Nieuws v. d. Dag omtrent het verdeelen
der minister-portefeuilles onder de verschillende par
tijen, van allen -grond ontbloot en van het begin tot
het einde onjuist zijn.
ongesteldheid, waardoor hij in Japan werd aangetast,
geheel te boven. De Haagsche correspondent van d«
Tel., die. den lieer van Kol in diens woning te Voor
schoten opzocht, vroeg diens meening over het be
sluit van de leiders dér S. D. A. P., om de drie aan
geboden minister-portefeuilles te weigeren. De heer
Van Kol deelde mede, dat hij zich met dit besluit
volstrekt niet kan vereenigen. Zijn meening is, dat
de S. D. A. P. de portefeuilles had moeten aannemen,
natuurlijk ijiet een scherp omschreven doel en op zeer
duidelijk vastgestelde voorwaarden. Zij had dat moe
ten doen terwille van het algemeen kiesrecht en
staatspensioen. Dat de sociaal-democraten aan de
totstandkoming van die zaken zullen medewerken,
achtte hij in de gegeven omstandigheden niet geheel
voldoende: ze hadden ze zelf kunnen en moeten bren
gen. De heer Van Kol was het met het artikel van
den heer Vliegen volkomen eens.
H. VAN KOL.
De heer II. van Kol is Maandagmorgen van zijn
reis naar Indië, China en Japan, die bijna een 'jaar
geduurd heeft, teruggekeerd. Hij is welvarend en de
DE S. D. A. P. EN DE MINISTERPORTE
FEUILLES.
Naar de Tel. verneemt beliooren de heeren Du ijs,
Hermans, Schaper, Ter Laan, Spiekman en Vliegen,
tot degenen, die in de Zondag gehouden vergadering
van de leidende personen der S. D. A. P. hebben ge
stemd vóór liet aanvaarden der ministerportefeuilles.
KARDINAAL VAN ROS SUM.
Gistermorgen heeft kardinaal Van Rossum een be
zoek gebracht aan het Groot-Seminarie te Haaren,
bij Den Bosch. Gisternamid-dag is hem voor het pa
leis van den bisschop te 's-Hortogenbosch, die de*
kardinaal aan zijn tafel had genoodigd, door de kin
deren der Katholieke scholen aldaar een aubade ge
bracht, waartoe de R. K. Vereeniging tot verbetering
van den volkszang het initiatief had genomen.
Heden bezocht de kardinaal de tentoonstelling' voor
oude kerkelijke kunst in Den Bosch terwijl Z. Em.
jiet Mysteriespel bijwoonde.
NA VERKIEZINGEN TWEEDE KAMER.
Bij de gisteren gehouden naverkiezing voor cl»
Tweede Kamer in het district Amsterdam II waren
uitgebracht 3332 geldige stemmen. Aantal kiezers
>041. Uitgebracht werden op de heeren A. H.
Gerhard (S. D. A. P.) 1532, dr. Herman Gorter (S.
yD. P.) 48, P. Otto (U.-L.)| 829, J. R. Snoeck Henke-
mans (C. II.) 923 stemmen.
Herstemming tusschen de heeren Gerhard ea
Snoeck Henkemans.
Amsterdam VI. Aantal kiezers 0048. Uitge
bracht 3844 geldige stemmen. Uitgebracht werden op
de heeren P. A. C. Joosten (S. D. A. P.) 573, B.
Nierstrasz (V.-L.) 1833, mr. II. Verkouteren (O.-H.)
1438 stemmen.
Herstemming tusschen de heeren Nierstrasz e*
Verkouteren.
HERSTEMMING GEMEENTERAAD
's-GRAVENHAGE.
Do gemeenteraad van VGravenhage die vóór d»
verkiezingen bestond uit 26 vrijzinnigen, 2 wilden,
,die tot links gerekend worden, 11 rechtsche leden en
6 sociaal-democraten, zal na de gisteren gehouden
herstemming bestaan uit: 27 vrijzinnigen, 2 linksch»
wilden, 9 sociaal-democraten en slechts 7 leden voor
rechts.
Gemengd nieuw*.
HENRI WIJNMALEN! IN ONS LAND.
Onze vroegere nationale vlieger woont in de laat
ste jaren in België, bij het plaatsje Testelt. Hij is
de vliegerij niet ontrouw geworden, na de teleurstel-
dingen, welke hem in ruime mate ten deel zijn ge
vallen. In Frankrijk heeft hij herhaaldelijk gevlo
gen, doch al dagelijksch bedrijf beoefent hij meer den
handel in vliegtoestellen. Men zal wel willen geloo-
ven dat de oorlogs-toestanden van de laatste jaren, ia
Afrika, in den Balkan en elders, voor de verkoopers
van vliegtoestellen geen slechte jaren zijn geweest.
Zoo vernam het H'bld. van Wijnmalen, dat hij ver
schillende toestellen verkocht had aan de Balkanmo-
gendheden. En in verband hiermede is het, dat hij
voornemens is, in het najaar een tocht te onderna
men, den Rijn langs vliegende en verderop den Do-
nau volgende, ten einde een demonstratie te geven
aan de Grieksche regeering, ten einde deze te over
tuigen van de geschiktheid van het gebruik van wa-
tervlieg-toestellen voor oorlogsdoeleinden.
Op het oogenblik vertoeft Henri Wijnmalen bij
zijn familie te Maarssen. Het bestuur van onze Am-
vreemde dame overlaat", ging hij voort, lastig' als een
ziek kind.
Christine vond het beter van liet laatste gedeelte
van den zin geen notitie te nemen en zij ging' naar de
aangrenzende kamer en haalde een blad met heel sma
kelijke gerechten, zij zette ze op een tafeltje bij het
bed en liielp den zieke verder met alles wat hij noo
dig had. Het kostte groote moeite hem van zijn stoel
naar het bed te krijgen, Christine moest haar uiterste
krachten daartoe inspannen, want hij leunde met a!
zijn gewicht op haar schouders. Hij was veel langer
dan hij leek toen hij op zijn stoel zat en zoo zwak en
blijkbaar zoo gebrekkig, dat het voortloopen door de
kamer uiterst langzaam en moeilijk ging. Ofschoon
de afstand tusschen den stoel en liet bed niet groot
was, hijgde hij vreeselijk toen hij neerzonk op liet kus
sen en hij zag er eenige minuten lang zoo uitgeput
uit, dat Christine hem niet durfde alleen laten. Zij
schonk een weinig cognac 111 zijn melk en hield het
glas aan zijn lippen en ze was dankbaar1 toen zij zag
dat hij het- kon- opdrinken en dat de kleur daarna
langzamerhand op zijn gezicht terugkwam.
„Nu gaat het weer beter", zei hij zachtjes, terwijl
Hij de oogen opsloeg en Christine aanzag met een
glimlach, die een aandoenlijke uitdrukking gaf aan
zijn gezicht, „ik zal wel gauw weer beter zijn."
„Kan ik niets meer voor u doen?" vroeg Christine.
Zij was nog onder den indruk van zijn uitgeput voor
komen.
„Neen, niets meer. Kom over een half uur terug-
om te kijken of alles goed met mij- is dat is 'u rust
voor Madge". En nu ging zij zachtjes weg.
„Heeft hij veel gevraagd? Had hij iets gehoord van
hetgeen er gebeurd is? Was hij niet angstig of opge
wonden
De vragen vloeiden als een stroom van de lippen
der bleeke vrouw, toen Christine haar kamer wedei'
was binnengetreden. Zij zat op in haar bed, met haar
handen naar haar uitgestrekt, en oog£n vol angst en
spanning.
„Hij heeft heel weinig gevraagd", antwoordde
Christine, „ik denk niet dat hij gehoord heeft wat ei-
gebeurd is. Ik weet eigenlijk zeker dat hij er niets
van gehoord heeft", voegde zij er ernstig bij; „hij
gaat nu naar bed, ik moet straks nog even komen zien
of hij nergens behoefte aan heeft. Hij zei dat dit een
rust zou wezen voor Madge."
Een glimlach verhelderde het bleeke gelaat.
..Mijn arme Max," fluisterde zij. „Ik zou het niet
kunnen dragen als or nog iets gebeurde dat hem ver
driet deed; ik zou het niet kunnen dragen. „Christi
ne voelde een brok in de keel bij' het innig aandoen
lijke van de stem waarmee zij dit zei: „Hij heeft al
zooveel gehad in zijn leven. Ach Heer! geef hem ten
minste op het laatst rust en vrede."
De harstochtelijke stem zweeg; Christine voelde
zich zoo jong en eenzaam, in 't geheel niet in staat
te troosten bij zulk een groot verdriet. Zij kon alleen
maar stil bij liet bed blijven staan, de rustelooze hand
streden, waaraan een zware trouwring liet eenig*
versiersel was.
„U weet niet wat het is zooveel van een man ts
houden," sprak de hartstochtelijke stem weder; „u
is nog zoo jong, nog niet meer dan een kind; haar
donkere oogen rustten teeder, haast droevig op Chris
tine's gelaat. „U weet niet wat het is zooveel van
een man te houden, een man die het doet er ook
niet toe wat hij is of doet, hij is 11 alles, alles ter we
reld, (Wordt vervolgd),