DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 168 Honderd en vfjttiende Jaargang, 1913 WOENSDAG 23 JULI. FEUILLETON. Stedelijk Museum. Engelsche Brieven. m BINNENLAND. DE VERDEELING DER PORTEFEUILLES. f ALKMAARSCHE KOSTELOOZE BEZICHTIGING op Zondag 27 Juli a.s's nam. van 1 tot 3 uur. Ingang Breedstraat. Kinderen beneden 12 jaar worden niet toegelaten, van 12 tot 16 jaar slechts onder geleide. Gelijktijdig mogen niet meer dan 50 personen in de lokalen zijn. Het to verboden ln de lokalen te rooken. Nadruk verboden. Londen, 21 Juli 1913. „Stille engagementen'' zijn zulke uitzonderingen in vorstelijke kringen, dat de goê-gemeente volstrekt niet geneigd is onbepaald geloof te slaan aan het ro mantisch verhaal, dat de hertogin van Fife en prins Arthur van Connaught 't al langer dan een jaar „samen geweten" hebben, zooals de leuke Nederland- sche zegswijs het uitdrukt. De buitenwacht heeft er in elk geval niemendal van geweten, zelfs niet personen die in zeer nauwe aanraking met het hof komen; en dit is te meer op vallend, omdat deze verloving nogal wat beteekent door de hooge positie die beide jongelui innemen. Da hertogin is een volle nicht van Koning George, wijl hare moeder, de „Prinsess Royal,'' 's Konings oudste zuster is. Haar huwelijk met den hertog van Five was niet geheel naar den zin van Koningin ic- toria en ze heeft haar oudste kleindochter nooit den titel van „Princess Royal" verleend; deze kreeg dien eerst van haar vader, Eduard VII, na Koningin ic- toria's dood. Deze zorgde ook dat de hertogstitel in de vrouwelijke lijn is overgegaan. Ze heeft van haar moeder de verlegenheid geërfd, waarmee al de kinderen van Koning Eduard behept zijn en die Koning' George eerst nu geheel begint af te leggen, 'tLiefst zit ze in Schotland of vaart op een jacht of viseht. Boeken, theaters, diners en bals interesseeren haar zeer weinig, doch ze heeft den naam dat ze van haar Schotsehen vader den natuur lijken aanleg geërfd heeft om haar reusachtig ver mogen ze is geweldig rijk goed te beheeren. Als het niet wat oneerbiedig klonk zou men zeggen: „ze is een binnenvettertje," of, zooals ze hier wordt be- schreven: „a quiet little thing, witli a good deal in her." Prins Arthur van Connaught is dertig jaar en dus zoowat acht jaar ouder dan zijn aanstaande gemalin. Hij is de -eenige zoon van den hertog van Connaught en dus een kleinzoon van Koningin Victoria en een voile neef van Koning George V. 's Prinsen moeder, die, naar men weet, nog steeds niet volkomen her steld is van hare gevaarlijke ziekte en daardoor nood zakelijk geworden operaties, is een dochter van wijlen prins Friedrich Carl van Pruisen, de „roode prins,' aldus genoemd, niet wegens de kleur van zijn politie ke overtuiging, docli om die van zijn huzaren-uni form, die hem opvallend goed) stond. Prins Arthur is hier zeer populair. Hij is allesbe halve verlegen, beweegt zich gemakkelijk in het pu bliek en stelt in allerlei dingen belang, terwijl hij ook een goed en gevat, spreker is. Dezer dagen, vlak nadat zijn engagement bekend werd, opende hij bij voorbeeld een tentoonstelling in Olympia van auto's voor handelsgebruik en zei in zijn speech leukjes dat hij eigenlijk niet de aangewezen persoon was om over die soort van industrieele voertuigen te spreken, daar hij op 't oogenblik alleen werkelijk belang stelt in „two-seaters." Men weet allerlei verklaringen te geven voor het stil houden van het engagement, waarvan er twee zeer waarschijnlijk luiden. De eerste is, dat de jonge hertogin nog altijd zeer onder den indruk was van den dood van haar vader. Men herinnert zich dat de geheele familie in 1912 schipbreuk heeft geleden met de „Delhi" op de kust van Noord-Amerika en de her tog- toen een koude vatte, die den niet zeer robusten man kort daarna in het graf sleepte. De tweede verklaring is dat men aan het hof te veel beslag' moest leggen op prins Arthur, zoolang als de prins van Wales nog te jong was om in het publiek op te treden. Laatstgenoemd: doet dit nu evenwel meer bij1 gelegenheden die de tegenwoordig heid van een prins van den bloede wensehelijk ma ken, zooals nog onlangs bij het bezoek van den Pre sident der Fransche Republiek, den heer Poincaré. In niet te nauw verband met het bovenstaande en met de belangen in het algemeen van Cupido's rijk - staat 't feit, dat de goede fee voor jonggehuwden uit of in de groote wereld, Lady Desborough, een groote erfenis heeft gekregen van hare tante en pleegmoe der, gravin Cowper. Lady Desborough's echtgenoot heeft velerlei deug den en eigenschappen: hij is voorzitter van de Lon- densehe Kamer van Koophandel, „dijkgraaf", zouden wij zeggen, van het Theemsgebieddoch bij deze en andere voortreffelijke kwaliteiten schittert hij als .eigenaar van Taplow Court, een prachtig landgoed aan de Theems, dat ieder kent die wel eens ging spe levaren op de rivier. En nu is het een liefhebberijstukje van Lady Des borough om, als een paartje uit haren kring trouwt, hen Taplow Court te ieenen. Het gevolg is dammen het meestal noemt „Honeymoon Hall," of „Witte- broods-Hal." Alle loges schrijven hun namen daar in het „visitors book," met opmerkingen, die ze ge past of gewenscht achten; en de lectuur van dit boek is, om licht begrijpelijke redenen, over het algemeen zeer interessant en vaak hoogst vermakelijk. Er is sprake van eene nieuwigheid in Londen, na melijk om carillons in te richten, zoowel' in den groo- ten klokkentoren in het parlementsgebouw, algemeen bekend als „Big Ben," als in dien van Crystal Pa- •e. Nederlanders zijn zoo gewoon aan hun klokkenspel, dat ze moeilijk kunnen begrijpen, waarom Engel- schen er zoo opgewonden over worden als zij er een hooren. Men verdiept zich reeds druk in min of meer sentimenteele beschouwingen, hoe de zeesche pen, als ze Londen. Bridge naderen, de muziek dei- klokken van Big Ben, die vlak aan de rivier staat, zullen kunnen hooren, wijl het water zulk een uitste kende geluidsgeleider is. Een gewoon menseh zou zoo zeggen, dat er al le- cu genoog in de stad is en het noch opwekkend, noch muzikaal bevredigend is elk uur van den dag en nacht denzelfden deun te hooren tingelen. Een klokkenspel is bovendien geen heel uitstekend mu ziekinstrument en, wie zich met muziek wenscht te vermeien, kan bijna iederen dag in de parken goede orkesten hooren, terwijl er haast geen hotel of res taurant is, waar men zijn hart niet aan een of meer „strijkjes" kan ophalen. 't Eigenaardige is bovendien dat er steeds meer geklaagd wordt over het luiden der klokken voor de kerkdiensten beginnen. In onzen tijd heeft dat ge beier dan ook geen zin. leder, of bijna ieder, heeft een horloge, al is 't maar 'n ding van 2 of J 3. Waarom dus dat geraas gemaakt zegt men, in een tijd waarin de meeste kerkbezoekers een half uur sporens en verder van de kerk afwonen en dus toch niet wachten tot de klok hen roept, al konden ze haar hooren? Anderen vreezen ook dat het carillon een einde zal maken aan Londen's reputatie dat het de eenige we reldstad is die slaapt, 's Nachts om één uur ongeveer wordt het hier stil en het blijft stil tot een uur of vijf 's morgens. Dat heeft men in de hoofdsteden nergens in die mate en, na het voortdurend geraas van den dag en de overstelpende drukte van het Lon- densche leven, zijn die rustige uren zeer weldadig. Ik weet wel dat enkele trams den geheelen nacht loopen, doch ze doen dit met tusschenpoozen van een half uur; ook is men nu doende om een nachtdienst voor omnibussen in te richten, doch geheel buiten Londen. En noch tram noch omnibus maakt hier 's nachts leven. Hoewel de „season" nog pas „zoo goed als" dood is, moet het toch een veeg teeken geacht worden voor zijn spoedig afsterven, dat een speciale zeeslang die Engeland er voor binnenlandsch gebruik op nahoudt, ter sprake wordt gebracht. Ik bedoel de tunnel on der het Nauw van Calais door. Aanleiding of voor wendsel daartoe biedt het programma voor het con gres van de „Franco-British Travel Union," de Unie voor Tourisme tusschen Engeland en Frankrijk, die in September vergadert en waarop die tunnel zal be sproken worden. Heze zeeslang- is al zeer oud en vond nooit genade in Engelsche oogen om sentimenteele en strategische redenen. De sentimenteele reden dat de eigenaar digheid van Groot-Britannië als eiland verloren zal gaan, slijt gaandeweg af. Het aantal Engelsehen dat „voor geen geld" naar zulke barbaarsche en onher bergzame oorden als Parijs, Zwitserland, of Berlijn zou willen trekken, neemt langzaam maar zeker af; en het aantaj Britten dat twijfelt of hun nationale eenzelvigheid wel een onverdeeld voorrecht is, groeit steeds aan. door L. G. MOBERLY, Naar het Engelsch-, 28) o Zijn ingezonken oogen zagen Christine peinzen aan; zij voelde zich genoodzaakt -eenige woorden va: troost, te spreken. „Misschien is de vermoeidheid maar tijdelijk", ant woordde zij, ofschoon zij al dadelijk berouw had over die woorden toen zij zich het teere, bleeke gezicht van de schoone vrouw voorstelde. „Zij zal zich wel spoe dig- wat sterker voelen." „Denkt u dat? Denkt u dat werkelijk?" Hij zat een weinig voorover gebogen en Christin.e zag' hoe zijn handen beefden; „ja, weet u, ik heb een gevoel kan er niets aan doen, maar ik .heb een gevoel of dat alles mijn schuld is. Ten eerste de onrust van vroe ger; en nu, mijn terugkomst een nieuwe last voor haar. „Maar u kent ons niet", riep hij' uit, „waar om zendt Madge een vreemde dame naar mij toé Waar is Elisabeth?" Christine begreep, dat Elisabeth de dienstbode wa met het vriendelijke gezicht, en daar zij bang' was den zieken man ongerust te ma'Ken, zeide zij „Zij is juist aan iets bezig en daarom hebben zij mij gezonden omdat ik een vriendin van haar ben; kunt zeker zijn, dat ik nooit een woord zaL spreken met iemand ter wereld van, hetgeen ik zie en hoor dit huis." bedacht „Ik om de ver zijn „Weet u dan niet begon hij, maar hij zich en keek haar bijna schichtig aan. „Ik weet niets", luidde het ernstige antwoord, ben alleen gekomen voor vannacht om te helpen, dat omdat Elisabeth het druk heeft. Dat is eenige reden." Tot haar groote genoegen berustte hij in die klaring zonder verder te vragen; eigenlijk omdat hoofd uitgeput was door zijn ziekte en niet snel meer werkte, daardoor nam hij gaarne alles aan wat hem gezegd werd, en met een zucht van vermoeidheid wendde hij zich af van het. jonge meisje en hield zijn vermagerde handen voor het vuur. „Mag ik soms iets voor u halen, of iets voor doen?" vroeg Christine opgewekt; „tracht mij te be 'schouwen als als Elisabeth en laat mij voor u doen wat u haar vragen zou." Hij richtte de oogen weer op haar en glimlachte. „U hebt niet veel van Elisabeth", zeide hij, terwijl hij het slanke figuurtje in de nette groene japon op nam „het meisjesachtige gezicht, de levendig' oogen; men zou heel wat verbeeldingskracht noodig hebben om Elisabeth in u te zien." „Ik ben bang, dat ik niet half zoo flink ben als zij", zeide zij, zonder notitie te nemen van het fijne com plimentje, „maar ik zal mijn best doen." „Wil u mij dan een arm geven om naar bed te gaan? Ik ben veel te gebrekkig om er alleen naar toe te loo pen, maar ik kan er in komen als ik er eenmaal voor sta. En als u dan zoo goed zou willen zijn uit de ka mer hiernaast wat melk voor mij te halen en wat eten dat Elisabeth zeker wel voor mij klaar gezet heeft, dan zal ik u zeer dankbaar zijn. Ik kan mij toch niet begrijpen, waarom Elisabeth mij vanavond aan een» En de strategie, die leeraarde dat, met 'n tunnel tot hun beschikking, de Fransche piou piou s wel eens 's morgens in Londen zouden kunnen komen ontbijten 'en daarna het land) veroveren, was door de „entente cordiale" moediger geworden op dat punt en oefende zich sedert dien tijd in het bang maken met de Pïckelhauben van Keizer Wilhelm. Op het oogenblik is dat vreeselijk hoofddeksel evenwel weer op den achtergrond gedrongen door de orderingen der aviatiek en een ouderwetsche Brit weet nu heelemaal niet meer wat te beginnen. Wel licht zal het Congres voor Tourisme helpen om hem op het denkbeeld te brengen, dat, nu lucht en zee niet langer speciaal aan Engeland toebehooren, zoo n tunnel niet ongeschikt :s om zich bij tijds uit de voe ten te maken. Vooralsnog bepaalt, men zich hier er toe elkaar wijs te maken dat men over de anti-tunnel- bezwaren moet heenstappen uit vriendschap voor de Eransehen, wijl die zoo bang voor zeeziekte zijn. Dat .nooit falende" voorbehoedmiddelen tegen zeeziekte bijna alleen in Engeland worden gefabriceerd en ge vent doet er minder toe. P. S. Uit mijn vorigen brief is een opmerking weggevallen in verband met de anecdote omtrent, de nagels van den hertog' vail Sutherland. Er werd aan herinnerd dat er twee woorden „soil" in 't Engelsch zijn, elk van verschillende afkomst, waarvan het eene grond" en 't andere „vuil" beteekent. Dit verklaart de woordspeling, dat de hertog zooveeL „soil" bezat, dat hij er een deel van onder zijn nagels moest ber gen." Z. K. H. PRINS HENDRIK. De Lokal-Anzeiger meldt, dat prins Hendrik der Nederlanden begin Augustus opnieuw in het sanato rium Hohemark in den Taunus verwacht wordt, om er een nakuur van verscheidene weken te doen. OPENING VREDESPALEIS. Omtrent de opening van het Vredespaleis in den middag van 28 Augustus kunnen thans reeds de vol gende bijzonderheden worden medegedeeld. De plechtigheid die in de groote rechtzaal zal g~e- scliiedeni zal worden opgeluisterd door liet a cappella- koor van Averkamp, doch overigens een zeer een voudig karakter dragen. Een vierhonderd personen zullen tot bijwoning, worden genoodiigd, onder welke alle rechters in het Permanent Hof van Arbitrage ((een 140-tal1) en alle leden van den Raad van Beheer van dat hof, verder de leden van het corps diplomati que hier te lande, allen met hunne dames. H. M. de Koningin met Z. K. H. de Prins en II. M. de Koningin-Moeder, zoomede de heer en me vrouw Carnegie, zullen de plechtigheid bijwonen. Het doel is niet zoozeer de opening, of inwijding van het Vredespaleis, als wel de overdracht van het gebruik en beheer van dat paleis door liet bestuur der Carne- giestichting, dat alleen met het onderhoud van het paleis blijft belast (met uitzondering van de biblio theek over welke de Carnegiestichting ook het beheer behoudt), aan den Raad van Bestuur van het Hof van Arbitrage. De plechtigheid zal dan ook in hoofdzaak bestaan uit een rede in de Fransche taal door den president van de Carnegiestichting, den minister van Staat jhr. r. A. P. C. van Karnebeek te houden, waarin Hij het gebouw aan den Raad van Beheer van het perma nent Hof van Arbitrageg overdraagt. De president van dien raad de minister van buiten- landsche zaken zal vermoedelijk die rede beantwoor den en aldus liet Vredespaleis voor het Permanent Hof van Arbitrage aanvaarden. Na afloop van de plechtigheid, welke op zijii hoogst in IV2 uur zal zijn beëindigd, zullen de aan wezigen uitgenoodigd worden een rondgang door het gebouw en over het terrein te maken. De Haagsche N. Crt. verneemt uit zeer goede bron dat de ook door ons gisteren overgenomen bewerin gen van het Nieuws v. d. Dag omtrent het verdeelen der minister-portefeuilles onder de verschillende par tijen, van allen -grond ontbloot en van het begin tot het einde onjuist zijn. ongesteldheid, waardoor hij in Japan werd aangetast, geheel te boven. De Haagsche correspondent van d« Tel., die. den lieer van Kol in diens woning te Voor schoten opzocht, vroeg diens meening over het be sluit van de leiders dér S. D. A. P., om de drie aan geboden minister-portefeuilles te weigeren. De heer Van Kol deelde mede, dat hij zich met dit besluit volstrekt niet kan vereenigen. Zijn meening is, dat de S. D. A. P. de portefeuilles had moeten aannemen, natuurlijk ijiet een scherp omschreven doel en op zeer duidelijk vastgestelde voorwaarden. Zij had dat moe ten doen terwille van het algemeen kiesrecht en staatspensioen. Dat de sociaal-democraten aan de totstandkoming van die zaken zullen medewerken, achtte hij in de gegeven omstandigheden niet geheel voldoende: ze hadden ze zelf kunnen en moeten bren gen. De heer Van Kol was het met het artikel van den heer Vliegen volkomen eens. H. VAN KOL. De heer II. van Kol is Maandagmorgen van zijn reis naar Indië, China en Japan, die bijna een 'jaar geduurd heeft, teruggekeerd. Hij is welvarend en de DE S. D. A. P. EN DE MINISTERPORTE FEUILLES. Naar de Tel. verneemt beliooren de heeren Du ijs, Hermans, Schaper, Ter Laan, Spiekman en Vliegen, tot degenen, die in de Zondag gehouden vergadering van de leidende personen der S. D. A. P. hebben ge stemd vóór liet aanvaarden der ministerportefeuilles. KARDINAAL VAN ROS SUM. Gistermorgen heeft kardinaal Van Rossum een be zoek gebracht aan het Groot-Seminarie te Haaren, bij Den Bosch. Gisternamid-dag is hem voor het pa leis van den bisschop te 's-Hortogenbosch, die de* kardinaal aan zijn tafel had genoodigd, door de kin deren der Katholieke scholen aldaar een aubade ge bracht, waartoe de R. K. Vereeniging tot verbetering van den volkszang het initiatief had genomen. Heden bezocht de kardinaal de tentoonstelling' voor oude kerkelijke kunst in Den Bosch terwijl Z. Em. jiet Mysteriespel bijwoonde. NA VERKIEZINGEN TWEEDE KAMER. Bij de gisteren gehouden naverkiezing voor cl» Tweede Kamer in het district Amsterdam II waren uitgebracht 3332 geldige stemmen. Aantal kiezers >041. Uitgebracht werden op de heeren A. H. Gerhard (S. D. A. P.) 1532, dr. Herman Gorter (S. yD. P.) 48, P. Otto (U.-L.)| 829, J. R. Snoeck Henke- mans (C. II.) 923 stemmen. Herstemming tusschen de heeren Gerhard ea Snoeck Henkemans. Amsterdam VI. Aantal kiezers 0048. Uitge bracht 3844 geldige stemmen. Uitgebracht werden op de heeren P. A. C. Joosten (S. D. A. P.) 573, B. Nierstrasz (V.-L.) 1833, mr. II. Verkouteren (O.-H.) 1438 stemmen. Herstemming tusschen de heeren Nierstrasz e* Verkouteren. HERSTEMMING GEMEENTERAAD 's-GRAVENHAGE. Do gemeenteraad van VGravenhage die vóór d» verkiezingen bestond uit 26 vrijzinnigen, 2 wilden, ,die tot links gerekend worden, 11 rechtsche leden en 6 sociaal-democraten, zal na de gisteren gehouden herstemming bestaan uit: 27 vrijzinnigen, 2 linksch» wilden, 9 sociaal-democraten en slechts 7 leden voor rechts. Gemengd nieuw*. HENRI WIJNMALEN! IN ONS LAND. Onze vroegere nationale vlieger woont in de laat ste jaren in België, bij het plaatsje Testelt. Hij is de vliegerij niet ontrouw geworden, na de teleurstel- dingen, welke hem in ruime mate ten deel zijn ge vallen. In Frankrijk heeft hij herhaaldelijk gevlo gen, doch al dagelijksch bedrijf beoefent hij meer den handel in vliegtoestellen. Men zal wel willen geloo- ven dat de oorlogs-toestanden van de laatste jaren, ia Afrika, in den Balkan en elders, voor de verkoopers van vliegtoestellen geen slechte jaren zijn geweest. Zoo vernam het H'bld. van Wijnmalen, dat hij ver schillende toestellen verkocht had aan de Balkanmo- gendheden. En in verband hiermede is het, dat hij voornemens is, in het najaar een tocht te onderna men, den Rijn langs vliegende en verderop den Do- nau volgende, ten einde een demonstratie te geven aan de Grieksche regeering, ten einde deze te over tuigen van de geschiktheid van het gebruik van wa- tervlieg-toestellen voor oorlogsdoeleinden. Op het oogenblik vertoeft Henri Wijnmalen bij zijn familie te Maarssen. Het bestuur van onze Am- vreemde dame overlaat", ging hij voort, lastig' als een ziek kind. Christine vond het beter van liet laatste gedeelte van den zin geen notitie te nemen en zij ging' naar de aangrenzende kamer en haalde een blad met heel sma kelijke gerechten, zij zette ze op een tafeltje bij het bed en liielp den zieke verder met alles wat hij noo dig had. Het kostte groote moeite hem van zijn stoel naar het bed te krijgen, Christine moest haar uiterste krachten daartoe inspannen, want hij leunde met a! zijn gewicht op haar schouders. Hij was veel langer dan hij leek toen hij op zijn stoel zat en zoo zwak en blijkbaar zoo gebrekkig, dat het voortloopen door de kamer uiterst langzaam en moeilijk ging. Ofschoon de afstand tusschen den stoel en liet bed niet groot was, hijgde hij vreeselijk toen hij neerzonk op liet kus sen en hij zag er eenige minuten lang zoo uitgeput uit, dat Christine hem niet durfde alleen laten. Zij schonk een weinig cognac 111 zijn melk en hield het glas aan zijn lippen en ze was dankbaar1 toen zij zag dat hij het- kon- opdrinken en dat de kleur daarna langzamerhand op zijn gezicht terugkwam. „Nu gaat het weer beter", zei hij zachtjes, terwijl Hij de oogen opsloeg en Christine aanzag met een glimlach, die een aandoenlijke uitdrukking gaf aan zijn gezicht, „ik zal wel gauw weer beter zijn." „Kan ik niets meer voor u doen?" vroeg Christine. Zij was nog onder den indruk van zijn uitgeput voor komen. „Neen, niets meer. Kom over een half uur terug- om te kijken of alles goed met mij- is dat is 'u rust voor Madge". En nu ging zij zachtjes weg. „Heeft hij veel gevraagd? Had hij iets gehoord van hetgeen er gebeurd is? Was hij niet angstig of opge wonden De vragen vloeiden als een stroom van de lippen der bleeke vrouw, toen Christine haar kamer wedei' was binnengetreden. Zij zat op in haar bed, met haar handen naar haar uitgestrekt, en oog£n vol angst en spanning. „Hij heeft heel weinig gevraagd", antwoordde Christine, „ik denk niet dat hij gehoord heeft wat ei- gebeurd is. Ik weet eigenlijk zeker dat hij er niets van gehoord heeft", voegde zij er ernstig bij; „hij gaat nu naar bed, ik moet straks nog even komen zien of hij nergens behoefte aan heeft. Hij zei dat dit een rust zou wezen voor Madge." Een glimlach verhelderde het bleeke gelaat. ..Mijn arme Max," fluisterde zij. „Ik zou het niet kunnen dragen als or nog iets gebeurde dat hem ver driet deed; ik zou het niet kunnen dragen. „Christi ne voelde een brok in de keel bij' het innig aandoen lijke van de stem waarmee zij dit zei: „Hij heeft al zooveel gehad in zijn leven. Ach Heer! geef hem ten minste op het laatst rust en vrede." De harstochtelijke stem zweeg; Christine voelde zich zoo jong en eenzaam, in 't geheel niet in staat te troosten bij zulk een groot verdriet. Zij kon alleen maar stil bij liet bed blijven staan, de rustelooze hand streden, waaraan een zware trouwring liet eenig* versiersel was. „U weet niet wat het is zooveel van een man ts houden," sprak de hartstochtelijke stem weder; „u is nog zoo jong, nog niet meer dan een kind; haar donkere oogen rustten teeder, haast droevig op Chris tine's gelaat. „U weet niet wat het is zooveel van een man te houden, een man die het doet er ook niet toe wat hij is of doet, hij is 11 alles, alles ter we reld, (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1