DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 180
Honderd en vjjftiende Jaargang
1913
WOENSDAG
6 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Gemeente-verslag.
Verplaatsing
Groenteveilingen
Engelsche Brieven.
VICKERS CAR,
STIKKBL, OLIJ en TEN ZELDAM,
Telefoonnummer 3.
BINNENLAND.
„Hennemer Autogarage'% Telel. 146,
alk m a a r.
ALKMAARSCHE COURANT.
Ter GEMEEN TE-SECRETARIE te ALKMAAR is
tegen betaling van twee galden verkrijgbaar een
aldruk van het door Burgemeester en Wethouders
aan den Gemeenteraad uitgebracht verslag omtrent
den toestand der gemeente ALKMAAR over bet
Jaar 1913. De Secretaris van Alkmaar,
DONATH.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de tot
dusver op de Platte Steenenbrug vanwege de Tuin
bouw- en Handelsvereeniging „Algemeen Belang'"
gehouden wordende GROENTEVEILINGEN", met
ingang van MAANDAG 11 AUGUSTUS e.k., veor
den tijd van één jaar, bij wijze van proef, zullen wor
den VERPLAATST naar de KORENBEURS, en
dat daarbij, voor zooveel noodig, ook gebruik zal wor
den gemaakt van den ACHTERWEG.
Alkmaar, 5 Augustus 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Nadruk verboden.
Londen, 4 Aug. 1913.
Een tijd lang is hier een stnuk opgevoerd: '„The
1 ellow Jacket (het gele vest), dat zoo eigenaardig
wa9, dat het wel de moeite waard is er iets van te
vertellen.
De inhoud is als volgt: de onderkoning van een
Chineesche provincie heeft twee vrouwen, de eerste
heeft een mooi kindje, doch de vertrouwde dienares
van de tweede, zeer eerzuchtige vrouw heeft, door
een toovermiddel, teweeg gebracht dat de vader in
het kind' niets als een wangedrocht ziet. Hij laat
zijn eerste vrouw dooden, doch haar zuigeling wordt
gered door de vertrouwelinge zijner moeder. -Dit al-
lesiseen soort proloog. In het tweede en derde be
drijf is de verstooten prins opgegroeid tot een Hin
ken, dapperen jongen man, terwijl zijn stiefbroer, een
verwijfde praatjesmaker, op den troon zit. De held
zoekt naar zijn voorouders en bevrediging voor zijn
naar liefde hunkerend hart. Hij ondergaat allerlei
gevaren en heeft allerlei avonturen, doch vindt aan
t slot het meisje dat hij lief en den troon waarop hii
recht heeft.
Men ziet het is eenvoudig een naieve draak, vol
gens het, gewone recept, met. de beloonde deugd als
toegiftje.
Doch de wijze van opvoering is het waar liet om te
doen is: „Een Chineesch stuk", zegt het program
ma> „op Chineesche wijze opgevoerd."
In de eerste plaats blijft het tooneel aldoor het
zelfde, dezelfde meubels, hetzelfde decoratief. In de
tweede plaats wordt alles voor onze oogen klaar ge
maakt. Wat in andere tooneelstukken achter de
schermen wordt gereed gemaakt of teweeg gebracht,
gebeurt hier op liet. tooneel. Niet alleen zien we de
acteurs en actrices, maar het orkest, de man die ge
luiden van open- en dichtgaande deuren, het rui-
schen van water, liet sneeuwen bezorgt, doet dat voor
onze oogen. Zoodoende wordt de hoofdpersoon de re-
quisi eten-man, „the property man". Hij zit met z'n
kist, requisieten op het tooneel. Als de jonge ko
ningin een pop moet hebben die haar „baby"" voor-
door L. G. MOBERLY.
Naar het Engelsch.
40} _o~
Het schijnt dat Bébé zich bij allen bemind ge
maakt heeft", zei Cicely tot Christine; zij had "do
tranen in de oogen toen zij met de oude dame van de
appelen gepraat, had, „iedereen die hier aan de deur
komt, spreekt van haar alsof zij een oude vriendin
van hen was, waar zij heel veel van houden."
„Zij heeft met iedereen vriendschap gesloten"
antwoordde Christine; „het is een door en door har
telijk kind en daarenboven heeft zij zoo'n medelijden
met al wat zich ongelukkig voelt of pijn heeft. Het
verbaast mij niet dat iedereen dol op haar is."
„Dr. Eergusson denkt, dat zij spoedig geheel her
steld zal zijn, wij moeten eerst een paaï dagen met
haar naar huis en dan naar I3raniwell."
^„Ja, hij denkt dat zij spoedig geheel hersteld zal
zijn herhaalde zij; „maar ik moet er u aan herinne
ren, dat mijn proefmaand de vorige week al afgeloo-
pen was,' en en ik weet niet of u mij nog houden
wilt als kinderjuffrouw." Niemand wist hoeveel het
het jonge meisje kostte deze schijnbaar zoo eenvou
dige woorden uit te spreken, en hoe zwaar de verzoe
king geweest was ze niet uit te spreken. Lady Cice
ly had blijkbaar totaal vergeten dat haar nieuwe kin
derjuf trouw een maand op proef bij haar was; zij
beschouwde het als een uitgemaakte zaak, dat Chris-
tine voor goed zou blijven en ook het meisje zou het
verschrikkelijk vinden als er sprake kon zijn van ver-
andering. En toch zij beschouwde het als haar plicht
haar meesteres te herinneren aan haar afspraak.
btitietjes blijven zonder er over te spreken, vond zij
met zooals het hoort tegenover het vriendelijke voor
stelt, zien we hem dat ding uit z'n kist opvisschen;
moet er gevochten worden, dan haalt hij even de
zwaarden voor den dag en reikt ze den acteurs aan;
als de koning om thee vraagt, haalt hij de kopjes uit
een kist en als ze de dingen die hij aangaf langer in
de hand houden dan noodig is, neemt hij ze die weer
af.
Men beseft den allerzotsten indruk dien dit maakt.
De acteurs en actrices spelen zoo goed, dat ze voor
ons zijn vorsten en vorstinnen, helden en heldinnen;
wij komen onder den indruk der actie, wij voelen on
ze emoties gaande gemaakt. Maar voor dien „proper
ty man" zijn zij niets anders als vertooners, hij kent
het stuk van buiten en leest onder de mooiste scènes
zijn krant, steekt kalm een sigaret op als de wanho
pige moeder voor onze oogen sterft. Als een strijder
sneuvelt, schuift hij hem even iets onder het hoof!
en legt een laken over het lijk, op de manier alsof hij
een servet, op z n theeblaadje legt. Er is voor hem in
al dat tooneeïmatig gedoe niets illusoirs, 't is voor
hem allemaal even onecht, gemaakt; h ij verdient z'n
geld door voor de requisieten te zorgen, z ij door zin
netjes op te zeggen, waar ze geen woord van meenen.
Het is het hoogste pathos naast de leukste, onaan-
doen 1 ij kste d i enstd oenerij
Hef effect is natuurlijk onbeschrijfelijk dwaas,
want hoe hooger de hartstocht klimt, hoe geweldiger
de spelers te keer gaan, hoe killer en doodscher die
„property man" uitkomt! Wij zien bijvoorbeeld den
prins-held door koude bevangen in een sneeuwstorm
op den grond zinken; de „property man" wandelt om
hem heen met een. blad waarop papiersnijders liggen,
die sneeuwvlokken moeten voorstellen en die hij om
hem heen gooit. Ligt de held er eindelijk, dan heeft,
de anders nog wat snippers op z'n blad en gooit die
op den gevallene neer, zooals onze binnenmeid de
broodplank in den tuin omkeert, om de musschen de
kruimels te-geven die er op bleven liggen.
Uit elke beweging, uit de geheele houding van den
man spreekt: het kan me allemaal geen zier schelen,
die heele historie raakt mijn koude kleeren- niet, ik
word betaald om die dingen te doen en daarom dóe ik
ze. De acteur „Holman Clark" speelt die rol voor
treffelijk goed en deze is niet. minder moeilijk, omdat
hij het geheele stuk door geen woord zegt.
De tweede persoon, door Frank Lister uitgebeeld,
is „het koor Dit „koor" is een goedige pa, die,
half neerbuigend, half onderdanig, alles uitlegt. Hij
vraagt ons vooral de acteurs en actrices niet toe te
juichen, vóór het eind van het stuk, dan zal hij ons
daartoe gelegenheid geven,anders krijgen ze te veel
verbeelding van zichzelf. Telkens als het tooneel
verandert van kamer in tuin, van tuin in 'n meer,
van n meer^ in een berglandschap, van dit weer in 'n
kamer, van n kamer in een hemel, legt hij ons dat
uit. Ook deelt hij ons mede welke personen optre
den en wat ze komen uitvoeren op het tooneel. Dat
gaat allemaal op een onderwijzenden toon, den toon
van een onderwijzer, die het gebrek aan intelligentie
bij zijn leerlingen door eigen wijsheid aanvult. Hij
laai ons voelen dat hij 't ons volstrekt niet kwalijk
neemt dat we niet van zelf begrijpen wat we zien en
daarom met alle liefde en geduld bereid is ons te hel-
pen.
Als wij bijvoorbeeld den „property man" een paar
stoelen boven op n tafel zien zetten, legt „het koor"
ons uil, dat dit een rotsgebergte is, dat de held moet
beklimmen. Zet de „property man" een ladder tegen
een soort balkon, dan vertelt pa ons, dat dit balkon
de hemel is, waarheen we de gevallenen dan ook
iangs dat laddertje zien opstijgen. „Hij is nu dood
en gaat naar den hemel", klinkt het, niet zalvend,
maar onderwijzend, leerarend.
Als de „property man" een stoel met de pooten
vooruit voor zijn lijf houdt, hooren we van „het
koor", dat dit de onneembare wal om het paleis is,
dien de heldenprins dan later met zijn zwaard weg
hakt.
„Het koor vormt zoodoende met zijn pedante ei
genwijsheid weer een geheel andere tegenstelling met
de actie, als de „property man" en geeft op die wijze
een humoristischen tint aan de opvoering van gansch
and£ren aard.
Beider aeteeren is voortreffelijk.
Doch onwillekeurig rijst de vraag, „a quoi bon?",
niet. vanuit een utiliteitsoogpunt doch als kwestie
van kunst. In de eerste plaats moet men een stuk
van zoodanige naïeveteit hebben, zooals „The Yellow
Jacket.', dat het ultra-naïeve van boven besproken
twee acteurs niet hindert. Men zou zich, om maar
iets heel anders te noemen, geen stuk van Ibsen,
Shaw. Heijermans, Schorman of wien dan ook van
de moderne schrijvers, kunnen voorstellen op die wij
ze vertoond.
Het is een poëtisch symbolische vertooning, een al
lerbekoorlijkst sprookje, dat tevens is een parodie op
zich zelf. De nuchterheid van „koor" en requisie-
tenman beletten ons blijvend onder den indruk te ko
men van wat er pathetisch in het stuk ligt. Dat pa
thetische is bovendien te grof gevormd om idyllisch
liefelijk ie wezen.
En zoodoende gaat men heen, verward, onzeker,
hekoord, kritisch, geamuseerd en toch getroffen door
liefelijke, fijne trekjes hier en daar, terwijl de boven
toon voert wel het gevoel: „j'ai ri, me voila désar-
mé
DE KABINETSCRISIS.
In „Het Volk deelt de heer Troelstra mede, dat
hij de vraag of in de gegeven omstandigheden door
dq socialisten moet worden deelgenomen aan de vor
ming van een ministerie heeft onderworpen aan het
oordeel van enkele zijner Duitsche partijgenooten.
Karl Kautsky heeft nu d.d. 3 Aug. een brief ge
schreven, waarin hij verklaart als van verre staande
geen maatgevende meening te kunnen uitspreken.
Zijn meening stelt de heer Kautsky afhankelijk
van de beantwoording der vraag: „Kan in de gege-
en situatie liet alge-meen kiesrecht alleen door deze
intrede in een burgerlijk ministerie verkregen wor
den, en anderzijds: hebben wij ook het uitzicht, het
kiesrecht door een dergelijke intrede te verkrijgen?"
Naar aanleiding van Kautsky's antwoord merkt de
heer Troelstra op
Vaar Kautsky terecht geen oordeel uitspreekt
over de beteekenis der situatie ten onzent een oor
deel, dat hem ook niet was gevraagd daar blijkt
uit zijne gansche redeneering, dat zijn antwoord op
de door ons gestelde vraag: of dringende noodzake- I
lijkheid ter verovering van het algemeen kiesrecht
eèn dwangtoestand schept, die onze deelneming aan
de regeering toelaat, niet twijfelachtig is.
Dat antwoord luidt bevestigend."
Naar de „Ned." zegt van verschillende welinge
lichte zijden te vernemen, is binnenkort wederom een 1
communiqué der concentratie-partijen te verwachten
dat de bedoeling zou hebben aan deze partijen verder
de leiding te verzekeren, en eventueel te nemen be
sluiten van het soe.-dem. congres bij voorbaat te ont
krachten.
4 cylinder, 14.4 H. P., tweepersoons torped*.
Het wonder van Engeland.
De doktersauto bij uitnemendheid, kost geheel com-
pleet met 6 lampen, kap en voorruit f 1975,
I Importeurs voor geheel Nederland
bij-redenen die dezen uitslag helpen verklaren. Zoo
waren vele maaiers buiten het district aan het werk
en kon onze candidaat slechts enkele malen optreden,
wijl hij door bezigheden als examinator werd weer
houden.
Maar de hoofdreden, waarom wij, bij de herstem
mingen van 25 Juni vergeleken en dat is het juis
te vergelijkingspunt, omdat ex* nu ook maar twee ean-
didaten waren 400 stemmen hebben verloren, ter
wijl de liberaal er 250 won, ligt zeker in de porte-
feuille-quaestie. Het is een feit, ons door uit het
district terugkomende sprekers medegedeeld, dat een
aantal arbeiders onze weigering van ministerzetels
dermate verkeerd vond, d&t zij dan nog* maar liever
op een liberaal stemden. En het verschil was te ge
ring om zulk een omvallen van een paar honderd
kiezers te kunnen velen.
Gemengd nienwa.
EEN VREEMDE GESCHIEDENIS.
Men schrijft aan „De West" van Paramaribo:
„Een vreemd geval heeft zich voorgedaan in het
militair garnizoen alhier.
1 wee zieke fuseliers waren als hersteld ontslagen
uit liet militair hospitaal. Zij verklaarden aan lui
tenant Meynema, dat zij zich nog' zeer ziek gevoelden.
Zij zeiden echter niet te durven klagen, uit vrees
voor kapitein Hovenkamp.
Luitenant Meynema nam de zaak ter hand, opko
mende voor de rechten der fuseliers, met het- gevolg,
dat zij weder opgenomen en thans zelfs ernstig ziek
werden bevonden.
Wat gebeurde nu echter?
De kapiteins Hirsclimann en Hovenkamp, die het
optreden van luitenant Meynema kwalijk hadden ge-
nomen, lokten een resolutie uit, waarbij luitenant
Meynema werd afgekeurd wegens overprikkeling van
zenuwstelsel.
De heer Meynema onderwierp zich daarna aan een
onderzoek van drie zeer bekende, bekwame burger-ge-
neesheeren, die, na een zeer nauwkeurig onderzoek,
in een uitgebreid certificaat hebben geattesteerd, dat
de luitenant physisch, neurologisch en psychisch vol-
alle diensten, ook in de
komen geschikt is voor
pen.
Aan luitenant Meynema is aangezegd om per
ste mail naar Nederland te vertrekken, maar
mag verwachten dat dit muisje in Den Haag
staartje zal hebben."
tro-
eer-
men
een
komende moedertje.
„Wat zegt u, weet u niet of ik u houden wil!"
nep Cicely uit, toen Christine had uitgesproken-
„wal een dwaasheid! De dokter heeft mij juist ver
teld hoe u door uw zorgvuldige oppassing hadt mee
gewerkt om mijn lieveling te doen genezen. Alsof ik
er over kon denken u te laten heengaan of u moest
zelf liever weg willen?" voegde zij er vragend bij.
„Ik zelf liever weg willen?" Christine zette groote
oogen op van ontroering; „terwijl ik zoo innig geluk
kig hen met. Bébé en met u en er niet. aan kan den
ken heen te moeten gaan. Maar ik dacht dat ik u be
hoorde te herinneren aan onze afspraak."
„Het was een dwaze afspraak", antwoordde Cicely
op luchthartigen toon. „Ik geloof dat ik een beetje
bang was voor Rupert. Ik wist dat hij mij beschouw
de als een onbezonnen kind, dat ik u par force wou
vragen bij Bébé te komen, omdat u het zoo goed met
elkaar kon vinden. Rupert is zoo verstandig en door
dacht m alle dingen. Alles moet altijd precies en
zooals het hoort- geschieden. Ik ben een heel ander
mensch dan hij."
Christine lachte.
„U houdt er toch ook wel van dat alles geschiedt
zooals het hoort."
„Nu ja! Cicely haalde de schouders op, ,,maa'
ivupert, die beste man, is veel meer een conventioneel
mensch dan ik. Dat zijn dé mannen altijd. Hij loopt
graag op gebaande wegen, dezelfde wegen die door
onze dierbare voorouders gevolgd zijn, eindelooze ge
slachten lang. Ik baan mij zelf graag nieuwe paden
met mijn eigen voeten, en ik doe nieuwe dingetjes,
0 m,Jn overgrootmoeder nooit in haar hoofd gekre
gen zou hebben."
„Is mijnheer Meruside zoo bijzonder conventio-
dell' k Vr°eg Christine en Cicely antwoordde onmid-
„Hij is een volmaakt lieve en beste man, maar hij
zou voor geen geld van de wereld het spoor zijner
voorgangers willen verlaten. Hij vindt dat men in
DE UITSLAG IN HOOGEZAND.
Naar aanleiding van den uitslag der verkiezing in
het. district Hoogezand schrijft „Het Volk":
Deze zetel is dus door ons verloren. Er zijn eenige
optima forma aan elkaar moet zijn voorgesteld en el
kaar gekend hebben voordat men vriendschap met
elkaar sluiten kan en hij zou liever sterven dan zijn
vertrouwen schenken aan iemand indien hij hem niet
jaren gekend had en alles van hem af wist."
Een flauw, zeer flauw lachje vertoonde zich om
Christine's mond. Achtte mijnheer Meruside het in
derdaad noodzakelijk iemand lang gekend te hebben
voordat hij hem zijn vriendschap schonk? Gaf hij in
derdaad zijn vertrouwen alleen aan menschen die hij
lang gekend1 had? Toen zij een veertien dagen gele
den samen in deze zelfde kamer bij het haardvuur ge
zeten hadden, had hij toen niet vele dingen met haar
besproken, die hij alleen aan een vriend zou hebben
meegedeeld, of aan een vriendin, een trouwe en op
rechte vriendin? En toch zij had hem nog maar heel
kort gekend, indien tijd alleen berekend werd bij da
gen en weken.
„I heeft Rupert verleden week gesproken, niet
waar? ging Cicely voort, die geen flauw vermoeden
had van hetgeen er omging in het hoofd van het jon
ge meisje; „hij heeft het mij geschreven en vertelde
hoe gezond en opgewekt Bébé er uit zag."
„Ilij was zoo vriendelijk." Men merkte niets bij
zonders aan hristine s stem. „Hij is tweemaal bij
Bébé komen theedrinken en ik geloof dat de thee
in de kinderkamer hem heel goed smaakte", voegde
zij er stemmig bij.
„li houdt- van kinderen en kinderen houden van
hem. Het is vrpeselijk jammer dat hij niet getrouwd
is. Dat heb ik hem al zoo vaak gezegd. Maar hij is
in 't minst geen man voor vrouwen; ik geloof werke
lijk dat. nooit eén enkele vrouw iets voor Rupert ge
weest. is."
Deze- woorden klonken Christine vreemd in de
ooren; zij herinnerde zich nog zoo levendig Rupert's
prinses in het witte gewaad en Rupert's ernstig en
droevig gezicht toen hij haar de geschiedenis had
verteld van de schoone vrouw, die een alles overheer-
schenden invloed had gehad op zijn leven. De be-
DE JEUGDIGE MOORDENAAR.
Do substituut-officier van justitie bij de Haagscho
rechtbank heeft in de gisterochtend inet. gesloten
deuren gehouden terechtzitting van de rechtbank al-
<'nar' tegen den 16-jarigen weesjongen D. Blom, dio
eenige maanden geleden een vrouw van verdachte ze
den in de Brouwer,straat van het leven beroofde, ge-
eischt., dat de beklaagde terzake van moord ter be-
schikking van de regeering zal worden gesteld tot het
bereiken van den 21-jarigen leeftijd en bovendien zal
I worden veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. Inge-
vol ge art. 39ter van het wetboek van strafrecht kan
I 'le ten uitvoerlegging van deze straf worden opge-
seheidenheid gebood haar geen pf een ontwijkend
antwoord te geven op Cicely's woorden en tot haar
groote verlichting liet haar jeugdige meesteres het
onderwerp varen en ging tot 't bespreken van Chris
tine s eigen zaken over.
„Wat de vraag betreft van uw vertrek, die kwestie
bestaat eenvoudig niet. Noch ik noch Bébé kunnen
u missen. En ik heb nog geen een van de vreeselijke
dingen m u ontdekt die men van de mensehen schijnt
te verwachten. Wij vragen altijd b.v. of een kinder
juffrouw eerlijk is en niet drinkt; nu, ik geloof niet,
dat u u aan misbruik van sterken drank schuldig
maakt of dat. u steelt."
Christine lachte vroolijk.
...Neen, een dief of een dronkaard ben ik niet, dal
kan ik eerlijk zeggen. Maar u kon vinden dat ik
niet genoeg verstand' van den omgang met kinderen
heb en er zijn nog zooveel andere dingen waarin ik n
misschien niet voldoe."
„Ik vind u juist iemand zooals ik graag heb", ant
woordde Cicely bijna met. geestdrift, „en dat vindt
Be be ook. Als u nu van Bébé vandaan ging, zou het
lieve kind doodongelukkig zijn. Neen, u blijft voor
goed bij ons, (lat zij zoo, laten wij daar niet meer over
spreken; wij zullen met. Bébé naar de stad gaan zoo-
1,1 a (,le aardige dr. Fergusson zegt. dat zij reizen ma»
en dan gaan wij met Kerstmis naar BrftmweU."
Die aardige dokter Fergusson kwam lady Cicely
dien avond dikwijls in de gedachte toen zij in de ka
mer zat. te schrijven, terwijl Christine Bébé ui't-
kleedde.
„Hij doet mij denken aan John", dacht zij, „hij
heeft dezelfde vriendelijke, verstandige oogen, bruin
evenals die van John en dezelfde lieve manier van
doen als mijn beste- man. Het is net of hij begrijpt
ïoo eenzaam ik mij soms gevoel en welk een groote
verantwoordelijkheid het leven geeft voor zoo'n
vrouwtje als ik ben."
1 (Wordt vervolgd.)