DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 181
Honderd en vfjftlende Jaargang
I 1913
DONDERDAG
7 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat, öreote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
MILITIE.
Herhalingsoefeningen.
B msTn enland.
Telefoonnummer 3.
ALKMAARSCHE COURANT
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, op grond
van art. 80 in verband met art. 114 der Militiewet
(Staatsblad 1912 No. 21)den onderstaanden hier wo
nenden verlofganger, om zich, ter bijwoning der her
halingsoefeningen, bij zijn korps te vervoegen als
volgt
8ste Regiment Infanterie, lichting 1908, garnizoen
Arnhem.
8 September 1913: JOHANNES WILHELMUS
CORNELLS WILDENBURG.
Den verlofganger wordt hierbij gewezen op de na
volgende bepalingen:
lo. dat de miliciens-verlofganger-s die verblijf hou
den in de plaats van opkomst, zich op den dag
voor de opkomst bepaald, uiterlijk te 8 uur voor
middags bij hun korps moeten aanmelden;
2o. dat de miliciens-verlofgangers die verblijf hou
den binnen 20 K.M. van de plaats van opkomst,
op den dag' voor de opkomst bepaald, uiterlijk te
10 uur voormiddags bij hun korps aanwezig moe
ten zijn;
8n. dat de overige miliciens-verlofgangers zich bij
hun korps moeten aanmelden: voor zooveel zij
binnen het Rijk gevestigd zijn, op het tijdstip,
waarop zij aanwezig kunnen zijn, indien zij zich
op den dag, voor de opkomst bepaald, met het
eerst vertrekkende middel van versneld vervoer
langs de op de vervoerbewijzen aangegeven route
naar de plaats van opkomst begeven, of, indien
bij gebruikmaking van een later vertrekkend
middel van versneld vervoer langs diezelfde route
zulks mogelijk is, uiterlijk op het sub 2o. aange
geven tijdstip en voor zooveel zij buiten Eet Rijk
gevestigd zijn, vóór 4 uur namiddags.
Voor zooveel de milicien door ziekte of om eene
andere reden niet tot den werkelijken dienst kan
overgaan, wordt hij verzocht daarvan vóór het tijd
stip voor d« opkomst bepaald, ter gemeente-secretarie
mededeel ing te doen.
De Burgemeester voornoemd,
O. RIPPING.
Alkmaar, 5 Aug. 1913.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar zijn opgenomen de Beslui
ten van den Raad dier Gemeente van 30 Juli 1.1.,
waarbij zijn vastgesteld:
lo. Eene Verordening tot regeling van het beheer
van het gemeentelijk eleotrisch bedrijf te Alkmaar,
(Gemeenteblad No. 414)
2o. Eene Instructie voor den Electro-Technisch In
genieur bij het Gemeentelijk eleotrisch bedrijf te Alk
maar (Gemeenteblad No. 415);
Welke Verordeningen, heden afgekondigd, gedu
rende drie maanden ter Gemeente-Secretarie ter le
zing zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van
respectievelijk 0.05 en 0.07% in afdruk zijn ver
krijgbaar gesteld.
Alkmaar, 6 Augustus 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
door L. G. MOBERLY.
Naar het Engelsch.
H) -o-
En hoe vreemd het ook schijnen moge, dergelijke
gedachten kwamen eveneens bij Denis Fergusson op,
toen hij vlug terugreed: naar Pijnboom Lodge, en ter
wijl hij dien avond zijn eenzamen maaltijd zat te ge
bruiken in de eetkamer van Dr. Stoke, die gemeubi
leerd en ingericht was precies zooals hij het zelf niet
zou hebben gedaan, kwam het fijne, teere gezichtje
met de heldere blauwe oog-en van Cicely hem telkens
voor den geest; hij wou wel eens weten welk soort
man die echtgenoot van haar geweest zou zijn en of
die blauwe oogen geschitterd zouden hebben van lief
de voor dien man.
„Zij keek precies als een lief, gevoelig kind toen zij
vandaag met, mij sprak", dacht hij, „zij en dat snoepe
rige Bébétje zijn net een paar kinderen en toch
zij is geheel vrouw en moeder, zij heeft daar alle ei
genschappen van." Fergusson zuchtte toen hij de
saaie kamer rondkeek; hij deed al zijn best zijn ge
dachten af to wenden van plotseling opkomende illu
sies van een eigen tehuis, een huis dat werkelijk een
tehuis voor hem wezen zou en niet alleen een woon
plaats, een tehuis waarin hij het middelpunt zou vin
den van alle rust en geluk zijn eigen vrouw.
Zijn eigen vrouw? Hij lachte hardop, een kort
lachje, dat hem zelf onaangenaam in de ooren klonk.
Het was zeer weinig waarschijnlijk dat hij ooit in
staat zou wezen een vrouw ten huwelijk te vragen en
dan zulk een keurig, in weelde opgevoed vrouwtje
nog wel, dat, dat
Weder zag hij voor zijn oogen het beeld dat hij' zoo
even moedig van zich af had gezet, een lief gezichtje,
als een teere bloem te voorschijn komende uit 'n wolk
van kant en zacht donker bont, met groote veeren op
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een oliekleed, een broodtaschje, een armband, een
bril in etui, eeD zilveren armband, een dameshand
schoen, een kat, een rozenkrans, twee roodkoralen
armbanden met gouden sluitingen, een duimstok, twee
taschjes, twee portemonnaies met geld, drie horloges,
een bankbiljet, een zakkammetje, een stel breinaalden,
een gouden armband met vrouwenzak, een boezelaar,
een broche, een gouden dameshorloge, een borstrok
en een wandelstok.
De fd. Commissaris van Politie,
Alkmaar, 6 Aug. 1913. A. C. BOS.
VREDESCONFERENTIE.
In het Engelsche Lagerhuis heeft gisteren de af
gevaardigde Barnes, de wenschelijkheid betoogende
om een programma voor de volgende Vredesconferen
tie samen te stellen, aan de Engelsche regeering ge
vraagd of zij bereid is de Nederlandsche regeering
een wenk te geven, dat de regeeringen van alle lan
den, die aan de Vredesconferentie deelnemen, het
waarschijnlijk op prijs zullen stellen als de Neder-
iand'sche regeering het initiatief neemt ter bijeen
roeping eener conferentie voor het ontwerpen van
zulk een programma.
Acland; de onder-minister van buitenland'sche za
ken, antwoordde dat de Engelsche regeering zich op
de hoogte zal stellen van de zienswijze derandere re
geeringen over dit punt, zoodra de crisis op den Bal
kan minder aller aandacht vraagt. Zoolang dit niet
is geschied, kan ik zeid'e spreker natuurlijk
geen voorstellen doen aan de Nederlandsche regee
ring, gelijk de heer Barnes wenscht. Intusschen kan
ik wel zeggen, dat zijn denkbeeld mij sympathiek is.
DE MOTIES DER S. D. A. P.
Vóór de gisteren vermelde meerderheids-motie heb
ben gestemd de heeren Aukersmit, Duijs, Helsdingen,
Hermans, Hugenholtz, Van Kol, J. ter Laan, K. ter
Laan, Ed. Polak, Schaper, Troelstra, Vliegen.
Vóór de minderheids-motie stemden de heeren: Al-
bnrda, Gerhard, v. d. Goes, Kleerekoper, Van Kuijk-
hof, Mendels, ITenri Polak, Wibaut.
Ter conferentie kon zich van de aanwezigen De
Rood'e met geen der beide moties vereenigen.
Afwezig waren van hen die tot bijwoning der con
ferentie gerechtigd waren: Hegoraat, Van Leeuwen,
Sarnies en Spiekman.
DE KAB1NETS-CRISIS.
Kaar uit zeer betrouwbare bron gemeld wordt, zet
yu'. Cort van der Linden zijn pogingen tot vorming
van een kabinet krachtig voort en is het gerucht, als
zou de aan genoemden staatsman gegeven opdracht
een zuiver zaken-kabinet gelden, waarbij groote her
vormingen zijn uitgesloten, van allen grond ontbloot.
RAPPORT STAATSCOMMISSIE
WERKLOOSHEID.
Verschenen is de eerste helft van het rapport der
Staatscommissie over de werkloosheid. Dit eerste
gedeelte bestaat uit acht deelen; zij bevatten liet ver
slag van het eerste voorbereidende gedeelte der werk
zaamheden van de commissie, n.l. van de resultaten
van haar onderzoek naar aard1 en omvang d'er werk
loosheid in de verschillende bedrijfstakken, benevens
de door haar bijeengebrachte gegevens omtrent den
standi der middelen tot bestrijding der werkloosheid
of ter leniging' harer gevolgen. Het tweede, voor
naamste gedeelte van het rapport, n.l. het eindver-
haar hoed, die nederhingen op het goudblonde haar.
Het was op den drempel van juffrouw Nairne's huis,
dat hij Cicely voor 't eerst ontmoet had1 en zooals hij
haar toen zag, bij den bleeken winterzonneschijn, had
hij haar steeds weergezien voor het oog zijner ver
beelding', telkens duidelijker. En daarnaast een an
der tooneeltje, dat een groote tegenstelling met haar
vormde. Dat was zijn eigen huis in Zuid-Londen,
de onaanzienlijke omgeving, de weinig welriekende
lucht in dat gedeelte van de stad; geen wonder dat
Cicely, liet elegante mooie vrouwtje, hem tegenover
die werkelijkheid1 voorkwam als een prinses die tot
een andere wereld) behoorde.
„Dwaas die je bent!" riep Fergusson hardop, toen
hij zich na den maaltijd naar een klein hokje begaf,
bestempeld met den wijdschen naam van rookkamer;
„hoe gauwer Dr. Stokes terugkomt en je je biezen
pakt en terugkeert naar de werkelijkheid van het le
ven in Soutliwart, des te beter. Droomen, droomen,
en gezichten zien behoort niet tot de dingen waartoe
je geroepen bent."
^Tot dit punt van zijn overpeinzingen gekomen trok
hij een stoel bij de schrijftafel en nam het kloeke be
sluit een artikel af te gaan maken voor een medisch
tijdschrift, toen het dienstmeisje binnenkwam en
hem een bijzonder vuil briefje ter hand stelde. Het
bevatte alleen deze woorden:
„Wees zoo goed dadelijk te komen. Hij is ster
vende."
Er stond geen adres op, een M. tot eenige onder-
teekening; toch begreep Fergusson dadelijk wat de
boodschap beduidde. Iu allerijl werd de automobiel
in gereedheid gebracht; dokter Fergusson stapte in,
zei tot den knecht dat hij zelf wel chauffeeren zou
en reed in snelle vaart in de richting van het eenza
me huis in het dal.
„Zal ik ooit iets ontdekken van de geheimzinnig
heden aan dat huis verbonden?" vroeg' hij zich af,
terwijl hij voortspoedde over de donkere landivegen,
waarop zijn lantaarns een stroom van licht wierpen,
„of zal het geheim, wat dit dan ook wezen moge,
door dien ongelukkiger! man worden meegenomen in
slag dat- de voorstellen bevatten moet Waartoe het
onderzoek der Staatscommissie haar eventueel aan
leiding zal geven, is nog niet verschenen; naar het
llbld. is de verschijning daarvan niet voor het na
jaar tegemoet te zien.
In de algemeene inleiding tot de thans verschenen
verslagen van de zeven subcommissies, die zich heb
ben bezig gehouden met den voorbereidenden arbeid
der Staatscommissie over de werkloosheid en die het
eerste deel vormt van het verslag' der Staatscommis
sie (terwijl elk der zeven verslagen van de subcom
missies in een afzonderlijk deel is opgenomen) wordt
gezegd, dat de rapporten der zeven subcommissies als
hoofdstukken van het verslag der Staatscommissie
zijn te beschouwen.
De Staatscommissie moet na drie jaren te hebben
gearbeid en na allerlei werkwijzen te hebben gevolgd
en allerlei hulpmiddelen te hebben te baat- genomen,
erkennen dat haar overzicht van den bestaanden toe
stand niet alleen op tal van punten hoogst onvolledig
is, maar ook op tal van andere punten meer subjec
tieve indrukken van der zake kundigen dan objectie
ve waarheid aanbiedt. De noodzakelijkheid van deze
erkentenis bewijst afdoende hoe zeer verbetering in
den inlichtingendienst omtrent het zoo gewichtige
maatschappelijke verschijnsel der werkloosheid drin
gend noodig is. Als grondslag' voor de behandeling
van de eigenlijke taak der staatscommissie is mits
dien het negatieve deel der voorbereidende rapporten
van weinig minder beteekeuis dan het positieve.
Het voorbereidend onderzoek heeft bewezen, dat,
hoe nuttig' en noodig eene algemeene omlijning' van
het begrip „werkloosheid" voor eene goede werkme
thode bij een algemeen onderzoek ook moge zijn, het,
wanneer het op maatregelen tot bestrijding van werk
loosheid of leniging der gevolgen in een bepaalden
bedrijfstak aankomt, onmisbaar is, dat vooraf vast
sta, wat in dien bedrijfstak als werkloosheid zal zijn
te beschouwen. Dit nu is bij verschillende bedrijfstak
ken bij uitstek moeilijk en onderling uiteenloopeud.
Nu de staatscommissie haar werkzaamheden kan
verrichten in een welvaartstijdperk, vleit zij. zich, dat
het resultaat daarvan minder dan anders allicht het
geval zou zijn, de sporen zal vertoonen van eene een
zijdige overschatting van maatregelen, die in crisis
tijdperken zoo licht worden aanbevolen, zonder dat
dan de gelegenheid bestaat die maatregelen en hunne
nawerking met de noodige koelte van hoofd te kun
nen wikken en wegen. Voor eene zoo objectief mo
gelijke vervulling van de taak der staatscommissie is
de algemeene toestand op de arbeidsmarkt thans bij
uitstek gunstig.
Gemengd nieuws.
BALDADIGE JEUGD.
Te Tegelen hebben, naar het Hbld. meldt, twee
schooljongens van 12 en 8 jaar op ergerlijke wijze
huisgehouden in de lokalen der openbare school. Bui
ten schooltijd) zijn zij binnen weten te. komen en heb
ben er de inktkokers leeggegooid, linialen en leien
.vernield, landkaarten en platen stukgescheurd of be
schadigd, de banken besmeerd met uitwerpselen en
elkaar tot slot gebombardeerd met inktflesschen. De
aangebrachte schade wordt berekend' op ongeveer
300.
VROUWENBIJEENKOMST
Namens het Uitvoerend' Neutrale Vrouwencomité,
niet uitgaande van eenige vereeniging, bond of par
tij, is een communiqué verzonden geteekend door de
dames J. S. R. Baerveldt-Haver, presidente; W.
Drucker, A. W. L. Versluys-Poelman, S. W. A. Wi-
het graf? Wat liij ook gedaan heeft of geweest is
en hij heeft zeker iets bijzonders gedaan of is iets bij
zonders geweest en niet iets zeer goeds ook ik zou
er een eed op willen doen dat zijn misdaden een ge
volg waren van zwakheid en niet van boosheid. De
man is door en door zwak en waarom die bewonde
renswaardige vrouw zulk een rijkdom van liefde over
hem heeft uitgestort, dat is een van de raadselen der
-vrouwelijke natuur."
Hij glimlachte bij1 deze overpeinzingen en weder
kwam hetzelfde tooneeltje hem voor den geest van
zoo straks, Bébé's moeder zoo schoon, zoo lief, zoo
teer.
„Zou zij iu staat zijn lief te hebben wat er ook
mocht geschieden evenals die andere vrouw? Zou
zij bereid en in staat wezen tot steun te dienen? of
zou zij iemand noodig' hebben tot wien zij1 kon opzien
eu op wien zij kon steunen?" Terwijl hij hierover
nog nadacht stond hij eensklaps voor den hoogen
muur en de groene poort; een lantaarn wierp een
zwak licht op de duistere omgeving. Elisabeth liet
hem binnen; zij zag' er zeer vermoeid uit, haar oogen
waren zwaar van behoefte aan slaap.
„Zijn toestand is de laatste twee uren zeer verer
gerd", antwoordde zij op een vraag van den dokter;
„hij gaat. hard achteruit, en ik kan haar niet overha
len hem een oogenblik te verlaten, ofschoon het haar
dood is, aldoor bij hem te blijven."
„Het zou baar nog veel meer kwaad doen als men
trachtte haar van het ziekbed1 te verwijderen", zei dr.
Fergusson zacht. Hij wist hoe de goede vrouw haar
meesteres liefhad' en vereerde en hij hoorde haar stem
trillen wanneer zij van Margaret sprak. „Indien het
einde nadert, zal de doodstrijd1 niet lang' duren, hij
heet't niet veeL kracht meer."
„Kracht herhaalde de dienstbode met een merk-
waardigen toon van minachting in haar stem, „u kan
hem en het woord kracht niet in één adem noemen.
Achik mag zoo niet spreken van een stervende,
maar geef mij sterke mannen om mee oxn te gaan,
ik kan niet terecht met zwakkelingen."
Fergusson gaf geen antwoord. Hij zag dat de
obers, R. van Wulfften, Palthe-Broese van Groenou,
H. E. Verweij Mejan, secretaresse-penningmeeste-
resse.
Dit communiqué behelst de medédeeling, dat door
een groep vrouwen, los van eenige vereeniging, bond
of partij, een actie op touw wordt gezet, beoogende
de volksvertegenwoordigers bij den aanvang hunner
zoo gewichtige werkzaamheden er aan te herinneren,
dat het Nederlandsche volk ook vrouwen telt, en dat
waar de nieuwe regeeringsperiode waarschijnlijk
Grondwetsherziening' zal brengen, het principe:
„Grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw"
niet langer mag worden verzaakt. Men heeft go-
meend daartoe d'e vrouwen die voor dit principe voe
len en welke vrouw doet dit eigenlijk niet op
den eersten zittingsdag na de opening der Staten-
Generaal, op het Binnenhof te 's-Gravenhage bijeen
te brengen, om daar, als de heeren volksvertegen
woordigers zich naar het gebouw begeven, waar over
Neer lands wel en wee zal worden beschikt, een zwij
gend, stil protest te voeren tegen wat nu nog is, ew
wat, als billijkheid on rechtvaardigheid hoogtij zuilen
vieren, niet blijven mag!
Al zou de komende regeering voor !t oogenblik
geen Grondwetsherziening aanhangig maken, zegt 't
communiqué, dan is toch voor ons, vrouwen, de tijd
gekomen de quaestie naar voren te brengen.
VROUW VERDWENEN,
De vrouw van een diamanthandelaar uit Antwer
pen, die Zaterdag, voor een bezoek aan haar familie,
naar Amsterdam was vertrokken, is niet terugge
keerd. Zaterdagavond had zij aan haar man geseind,
dat zij goed was aangekomen en Zondags terugkwam.
Inderdaad' is zij dien dag uit Amsterdam vertrokken,
maar niet te Antwerpear aangekomen.
De vader van den diamanthandelaar houdt to Ant
werpen een hotel. Hij heeft aan de politie belangrij
ke inlichtingen kunnen verschaffen. Sedert verle
den week kwam bij hem dagelijks een. Engelsehman
middagmalen. Deze man wist dat de nu vermiste
vrouw op reis ging en Vrijdag vertrok hij, zeggende
des Maandags terug te komen. Sedert heeft men hem
niet meer weergezien en men vermoedt dat hij do
vrouw in een hinderlaag gelokt heeft, om haar te be
stelen. De vrouw had niet veel geld op zak, doch zij
droeg voor 15.000 frank juweelen.
EEN SLACHTOFFER. VAN ZIJN BEROEP.
De correspondent van de N. R. Ct, te Batavia
seint, dat dr. Rodenhuis door pest is aangetast.
Dr. Y. Rodenhuis is geneesheer bij den plaatselij-
ken geneeskundigen dienst van Mad'ioen, Magetan en
Ponorogo (Mad'ioen.) Hij werd den 28 Januari 1909
als zoodanig benoemd en woont in Madioen.
UIT WINKEL.
Hedenmorgen is door den heer J. Koomen Hz.,
burgemeester van Winkel en voorzitter van de com
missie tot stichting van een gasfabriek voor de ge
meenten Winkel en Nieuwe Niedorp, de eerste steen
gelegd voor die fabriek, nadat hij in zijn toespraak
daaraan voorafgaande had uiteengezet wat aan dez«
stichting' was voorafgegaan en met hoe groote vol
doening dit werk in beide gemeenten werd tegemoet -
gezien.
UIT DE' SCHERMER,
De voordracht voor onderwijzer aan de openbare
lagere school te Groot-Schermer g*em. Zuid- eii
Noord-Schermer bestaat uit de heeren J. Bierbrauer
te Amsterdam, R. Hoogenberk te Norg, S. van Stra-
vrouw, uitgeput door angst en gebrek aan rust, op
dat oogenblik haar gewone terughaudendheid en stil
zwijgendheid miste; haar uitbarsting kwam alleen
voort uit groote liefde voor haar meesteres en uit
den aangeboren tegenzin dien 'n sterk karakter koes
tert voor den zwakke.
Fergusson gaf haar zijn jas en ging snel naar de
kamer, waar hij reeds meermalen geweest was; zacht
deed hij de deur open en zag' in één oogopslag dat het
einde spoedig naderde.
Hij lag' door kussens gesteund of liever zat over
eind; de schoone vrouw, die Fergusson kende onder
den naam van mevrouw Stanforth, stond naast het
bed, met het hoofd van den zieke tegen haar borst
geleund. Zij bad haar arm om hem heen geslagen;
zoo lag bij' met zijn gezicht naar haar toegekeerd, als
een kind tegen zijn moeder aan; zijn doffe oogen wa
ren op haar gevestigd met een blik van bijna harts
tochtelijke ver eer ing. Met haar vrije band streek zij
het vochtige haar van zijn voorhoofd en veegde nu en
dan. met een klein zakdoekje, de zweetdroppels weg;
baar oogen waren met zulk een onuitsprekelijk lief
hebbende uitdrukking op hem gevestigd, dat. Fergus-
son diep was getroffen.
„Te weten dat een vrouw u op het oogenblik van
sterven met zulk een blik zal aanzien, is alles ter we
reld waard", dacht hij, terwijl hij zacht het bed na
derde en een hand legde op die van den zieke.
De stervende man zag hem aan met een flauw
glimlachje; Margaret bewoog zich niet en zag hem
niet aan. Haar geheele ziel ging op in dien man die
zij liefhad, den man die wegging zoover van haar,
naar het Land der Schaduwen des Doods.
„Bijna gedaan met mij dokter", stamelde
de stervende, nog steeds met een glimlach op het ga
laat. „Ik dacht dat ik bang zou geWepst zijn
maar nu de tijd daar is u ken ik - geen
IWordl VÉivalgd).