DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
KERMIS.
Paardenmarkt
Raleigh Rijwielen,
STIKKEL, OUJ&TEN ZELDAM,
No182
Honderd en vijftiende Jaargang
1913
VRIJDAG
8 AUGUSTUS.
op Maandag 1 September 1913.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Gr®ote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
HitLiïiimr? r
te ALKMAAR,
BINNENLAND.
Ie klas Engelsch rijwiel,
„Eennemer Antogarage", TeleL 146.
ALKMAAB.
HOOFDSTUK XV.
BEHANDEL HAAR ALS EEN ONDERGE
SCHIKTE.
ALRMAARSCHE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK-
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat de KER
MIS dit jaar zal gehouden worden van 23 tot en met
31 AUGUSTUS a.s.;
dat de regeling van staanplaatsen en van hetgeen
verder met de Kermis in verband1 staat, opgedragen
blijft aan de Gemeente-Politie;
dat de LOTING- van de niet verpachte staanplaat
sen zal plaats hebben aan het Politie-Bureau op
V\ OENSDAG 20 AUGUSTUS a.s., des voormiddags
te 10 uur;
dat de STRAATMUZIEK beperkt wordt en behal
ve de verleende voortdurende, niet meer dan vijf ver
gunningen voor draaiorgels zullen worden uitge
reikt;
dat. op MAANDAG 1 SEPTEMBER a.s., des mor
geus, een aanvang moet worden gemaakt met het af
breken en het opruimen der kramen, tenten en uit
stallingen, welke uiterlijk op WOENSDAG 3 SEP
TEMBER d. a. v. moeten zijn opgeruimd.
Alkmaar, 7 Augustus 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
G B O O T E
KOPEREN HUWELIJKSFEEST.
De 12V2-jarige echtvereeniging van H. M. de Ko
ningin en Prins Hendrik is gisteren in Apeldoorn
leestelijk herdacht. Ten paleize lagen felieitatiere-
gisters ter teekening gereed, waarvan druk gebruik
is gemaakt.
Verscheidene bloemstukken waren uit den Haag
gezonden, waarbij een van de hoföignitarissen, die
zich gistermorgen naar Het Loo hadden begeven om
met de hofdames het vorstelijk paar geluk te wen-
schen.
Ook het staldepartement had een bloemstuk ge
schonken. H. M. de Koningin maakte met het gevolg
een wandeling naar de koninklijke stallen.
Namens d'e gemeente Apeldoorn is een bloemstuk
met {jelukwensch aangeboden. Alle openbare gebou
wen en verschillende particuliere woningen waren
met vlaggen versierd, de trams waren gepavoiseerd.
Vele leden van hooge colleges, militaire en burger
lijke overheidspersonen te 's-Gravenhage hebben gis
teren geteekend in de naamteekenboeken ten konin
klijke paleize en in het paleis van H. M. de Koningin
Moeder.
De regeering zond een brief van gelukwensching
aan het vorstelijk echtpaar.
De aangekondigde voorstelling in het Circus Schu
mann achter de Koninklijke stallen ving aan om halt
twee.
Nadat.^ liet muziekprogram was uitgevoerd, kwam
het Koninklijk Echtpaar met. de hofhouding in de
groot.e tenL waar al het personeel van park, paleis,
stallen en jachtdepartement met hun vrouwen, to
taal ongeveer 1200 personen, aanwezig was. Bij het
binnenkomen van het Koninklijk Echtpaar speelde
door L. G. MOBERLY.
Naar het Engelsch.
42) _0_
Nu zag hij niet langer Fergusson aan, maar de.
vrouw die over hem was gebogen.
>>JÜ geeft mij rust lieveling", zei hij. „Ik
ben nooit- - hang als jij bij mij bent." Toen
zijn oogen de hare ontmoetten kreeg zijn glimlach
iets stralends, en Fergusson begreep eensklaps de be
koring van dien man die magnetische kracht die
de liefde had gewonnen en kiehouden van een vrouw
als Margaret. Tot dit oogenblik was Denis Fergus-
son verbaasd geweest, over den invloed van den zwak
ken man over deze vronw, had- er zich. over geëergerd.
Nu scheen hij dien te begrijpen.
Hij zag dadelijk dat geen menschelijke hulp hier
iets meer kon baten; dë man was stervende. Hij gaf
hem een inspuiting van strychnine; er was echter
geen enkel middel om den gevreesden Indringer af te
wenden, die den voet reeds over den drempel had ge
zet. Toch begreep hij dat zijn tegenwoordigheid, zoo
niet in de kamer dan toch in huis, aangenaam zou
wezen voor de vrouw, die zoo spoedig eenzaam zou
worden achtergelaten. En nadat hij een paar woor
den van troost en bemoediging had' gesproken met de
krachtige stem die overal troost bracht' en steun, be
gaf hij zich zachtjes naar de aangrenzende kamer.
„Roep mij zoodra er de geringste verandering
komt", fluisterde hij Margaret toe; „u en hij willen
nu liever alleen Min.' Zij hief het hoofd op en een
deel van een seconde ontmoetten hun blikken elkan
der. De onuitsprekelijke droefheid1 van die ernstige
oogen ging hem door alles heen; zijn machteloosheid
een.evenmensch op zulk een oogenblik van onuitspre
kelijke smart te hulp te komen, deed hem pijn. Hij
het orkest het „Wilhelmus".
Door de artisten van Schumann werd een mooi,
varieerend programma uitgevoerd. De voorstelling
duurde tot 3 uur. H. Al. en de Prins betuigden hun
ingenomenheid met de voorstelling.
De Koningin-Moeder kwam gistermiddag om 4
uur van Soestdijk te Apeldoorn aan. De Koning-in en
de Prins waren bij haar aankomst aanwezig op het
perron. Na een hartelijke begroeting reden de vor
stelijke personen in een open auto naar Het Loo. Er
was veel publiek, dat Koningin en Prins luide toe-
juichtte.
HET CONGRES DER S. D. A. P.
Op het a.s. buitengewone congres der S. D. A. P.
zal waarschijnlijk nog een derde motie haar in
trede doen, waarvan dan het vaderschap zal toeko
men aan den heer De Roode, die zich met minder
heids- noch meerderheids-motie kon vereenigen. Deze
staat wel dicht bij het in de minderheidsresolutie
van de laatste partij-conferentie ingenomen stand
punt, doch gaat nog verder. Zoo schrijft hij in
„Het Volk"
„Maar het doelmatigste middel, om iu de gegeven
omstandigheden te redden wat er te redden valt, om
bekeeringen onnoodig te maken, is, dat o-nze partij,
zoo gesloten en zoo vast als nog mogelijk is, uit
spreekt: de eisch aan de sociaal-democratie gesteld,
om haar socialisme te verloochenen, om zich neer te
leggen bij een getemperd kapitalistisch regiem, de
antithese te aanvaarden als de scheidingslijn tus-
schen die partij groepen in Nederland, en dën strijd
tusschen Kapitaal en Arbeid te verloochenen zoo
vaak de antithese dat wenschelijk maakt, is een eisch
tegen haar wezen zelf gericht., een eisch ook tegen
haar hervormingskracht, en is dus niet het middel
tot doorvoering-, maar een aanslag tegen, een verraad
aan ons program van de verkiezingen."
Zijn bezwaren tegen de minderheidsresolutie vat
hij als volgt samen:
„Aan de motie ontbreekt ten eerste de omschrij
ving der beteekenis van het historisch moment dat
wij beleven, een afbakening van dë taak, in het tijd
perk dat is aangebroken, weggeleg-d «enerzijds voor
do sociaal-demokratie, anderzijds voor de vrijzinni
g-en. Verder kon ik die motie niet aanvaarden om
dat zij is, om een oud-romeinsch beeld te gebruiken,
een man met een toga, niet een man met een zwaard.
„Zij kijkt naar binnen terwijl zij moet slaan naar bui
ten." Een motie, die een nieuwe periode van strijd,
die voor ons aanbreekt, opent met een beroep op on
ze zwakheid1, en dat terwijl wij onze 144,375 stemmen
in den rug hebben, is voor mij onaannemelijk."
De afdeeling Amsterdam III der S. D. A. P., heeft
reeds besloten een door den heer De Roode inge
diende resolutie in handen te stellen van de delegatie
naar bet. congres, ten einde hetzij die motie afzon
derlijk te stellen, dan wel vereenigd met de mind'er-
heid'sresolutie.
WIJZIGING IN HET COALITIE-PROGRAM.
Prof. mr. D. A. II. Struycken blijft, aandringen op
wijziging van het coalitie-program. In „Van Onzen
lijd (R. K.) breekt hij een lans voor het algemeen
kiesrecht.
„Het gaat in beginsel1 niet langer om algemeen
of beperkt stemrecht, maar om den vorm, waarin
de algemeene volksvertegenwoordiging zal wor
den ingevoerd, als huismanskiesrecht met
de noodïge aanvullingen en correcties, of als alge
meen individueel stemrecht.
Maar is er dan reden voor de rechterzijde, thans
zich vóór den tweeden vorm te verklaren? Ja, die re-
was alleen in de aangrenzende kamer en ging- voor 't
vuur zitten; hij trachtte te lezen in een boek dat op
tafel lag, maar zijn gedachten namen geen enkel
woord van het boek op; van niets anders was hij zich
bewust dan van het zachte fluisteren van stemmen
in de ziekekamer. De deur stond open; hij hoorde de
woorden niet die gesproken werden door deze twee,
die den dood scheiden zou. Maar hij leed onuitspre
kelijk mede, zoowel met den man die heenging als
met de vrouw die werd achtergelaten.
„Een langdurige mislukking een lang hoofd
stuk van schande en onrecht", fluisterde de sterven
de zoo zacht, dat de vrouw, die zich over hem boog,
nauwelijks de woorden kon onderscheiden.
„Maar je hebt er nu berouw over, mijn lieve
man fluisterde zij terug; „denk nu alleen maar dat
je berouw hebt; denk daar nu alleen maar aan."
„Als jij ^het mij vergeeft zal God zeker
vergeven?" De doffe oogen waren vragend op de
hare gevestigd; met groote teederheid boog- zij zich
om zijn vaalbleek gelaat te kussen.
„Zeker, stellig en zeker zal God het je vergeven",
antwoordde zij plechtig, en in haar vaste stem klonk
overtuiging; „waar veel liefde is, is ook veel vergif
fenis, en
„Zooals bij jou viel hij haar droomerig- in de re
de, „een groote liefde zulk een groote liefde en
veel vergiffenis. Ik ik heb ellende en
schande gebracht in je leven en toch vergeef
je mij e.n toch heb je mij nog lief."
„Toch heb ik je nog lieP', fluisterde zij met harts
tochtelijke teederheid. „Max ware liefde kan
niet veranderen of sterven, wat er ook moge gebeu
ren. Jij bent altijd mijn alles geweest jij en niets
anders ter wereld."
Bij deze laatste woorden trok zij zijn hoofd nog
dichter tegen zich aan, boog zich over hem en gaf
hem een langen, langen kus.
„Ik alleen ondanks alles?"
„Jij alleen lieveling", fluisterde zij, „jij al
leen, altijd."
den i s er. Vooreerst heeft en had het huismanskies
recht volstrekt niet de instemming van de geheele
rechterzijde; het is opgebouwd op eene staatswijsgee-
rige constructie van D'r. Kuyper, die buiten zijne ei
gen partij slechts door weinigen werd aanvaard; voor
zoover men medegiug, geschiedde, zulks veelal uit op-
portuniteitsgronden. Mr. Lohman gevoelt voor het
huismanskiesrecht niets; prof. Eabius acht het even
zeer uit den booze als het algemeene stemrecht; in
den Algemeenen Bond van Nederlandsche Katholieke
Kiesvereenigingen, werd aan het z.g. organisch kies
recht, ja, de voorkeur gegeven, maar met eene meer
derheid van slechts 52 stemmen tegen 43 voor het in-
dividueele stemrecht èh 10 stemmen in blanco; in de
Staatscommissie 1910, waarin toch 11 leden van de
rechterzijde en 8 leden der linkerzijde waren benoemd
was voor het gezinshoofdenkiesrecht geen meerder
heid te vinden. In dë tweede plaats leidt het gezins-
hoofdenkiesrecht met dë daarbij onmisbare correctie
ven, loyaal uitgevoerd, tot vrijwel hetzelfde
resultaat als het algemeene stemrecht. Daarover is
men het, ook ter rechterzijde, vrijwel eens: Lohman,
Eabius, de Geer, de Waal Malefijt e. a. hebben zich
daarover in alle duidelijkheid uitgesproken. In de
derde plaats: met het huismanskiesrecht is de kies-
rechtstrijd met de Grondwetsherziening- niet uit;
zoowel over de hoedanigheid van „gezinshoofd", als
en vooral over de vraag, wie, behalve de gezinshoof
den, in of buiten een gezin levende, geacht moeten
worden „eene zelfstandige plaats in de maatschappij
in te nemen, kan en zal de strijd bij de totstandko
ming der kieswet opnieuw ontbranden. En men ver
langt toch algemeen op dit punt naar rust.
Maar met de Regeeringsformule van het gezins
hoofdenkiesrecht is toch eene uitwerking in de Kies
wet mogelijk, waardoor niet eene aanmerkelijke uit
breiding van het tegenwoordige getai kiezers zoude
worden verkregen. Dat schijnt inderdaad zoo, ten
minste, de redactie van „De Tijd" rekent daarop.
Hoe men zulks met betrekking tot dë gehuwde
mannen mogelijk acht, weet ik niet; met bedrekking
tot de ongehuwden is het zeker denkbaar men zal
den kring van hen, die „eene zelfstandige plaats in
de maatschappij innemen", in de wet zóó eng kunnen
trekken als men wil. Maar daarin juist' ligt de hoofd
reden, die formule niet langer te handhaven: men
houdt daarin een slag om den arm, waarvan de tegen
standers van kiesrechtuitbreiding reeds nu beloven,
gebruik te zullen maken. En al staat nu wel vast,
dat zij hierin niet zullen slagen, men wekt bij de be
volking met liet gezinshoofdenkiesrecht eene achter
docht, die men bij het; openlijk partijkiezen voor het
algemeen kiesrecht niet behoeft te vreezen. Aan Mi
nister Heemskerk kan men antwoorden, wat hij zelf
het Ministerie-De Meester, met betrekking tot. het
blanco-artikel verweet: „Is het eenvoudig om het
algemeene stemrecht te doen? Dan zeg ik: zeg het
oprecht, en stel het voor, dan weten wij het". Alles,
wat- ertoe kan bijdragen, de bevolking in onzekerheid
te laten omtrent de ware bedoelingen der rechter
zijde,* moet worden losgelaten; daartoe behoort het
gezinshoofdenkiesrecht.",
Gemengd nieuws.
MARIES W. DE VOS.
Naai- ,1e XR. Ct. van een uit Parijs teruggekomen
familielid vernam, is Marius W. de Vos niet ver
moord oi verminkt, ook niet verongelukt (wei eens
verongelijkt, zooals men zeide), maar plotseling over
leden aan hartverlamming. Zijn familie wist, dat hij
wel eens verschijnselen had, die er op wezen, dat hem
zoo iets zou kunnen overkomen. Overigens moet het
hem aan het noodige niet ontbroken hebben. In Ha-
„En die ander die je vriend geweest is
waar je mij van verteld hebt?" Zijn stem werd
steeds zwakker.
„Hij is altijd geweest hetgeen hij nog is mijn
beste, oprechte vriend, hij is nooit iets anders ge
weest dan dat, Hij kon nooit iets anders voor mij
wezen."
„Misschien later -als ik weg ben jij en
hij
Zij wilde hem niet laten uispreken, toen hij deze
woorden hijgend, haast ademloos uitte.
„Wij zullen nooit meer dan vrienden voor elkaar
wezen", zei zij zeer duidelijk en beslist, „Ik zou g-eeu
anderen man kunnen liefhebben. Er is g-een plaats
in mijn hart voor iemand anders dan jou."
Nu volgde een stilzwijgen, een stilzwijgen, alleen
afgebroken door dë moeielijke ademhaling van den
stervenden man, door het neervallen van een stukje
steenkool' in den haard, of het kraken van de oude
meubelen. En steeds bleef Margaret onbewegelijk
staan op dezelfde pla'ats met haar armen geslagen
om den stervenden man, wiens hoofd tegen haar aan
rustte. Eensklaps begon hij weer te spreken, haastig
en angstig-.
„Ben je zeker van vergiffenis? Zal God
mij vergiffenis schenken?"
,.Tk weet het zeker", antwoordde zij- zonder eenige
trilling in haar stem, maar met groote vastheid,
„Gods liefde is g-renzenloos. Hij zal vergiffenis
schenken. Hij heeft je lief, mijn dierbare man. Ik
weet zeker dat je niet bang behoeft te wezen."
Zij sprak zoo zacht, met zoo eenvoudige woorden,
alsof zij liet woord richtte tot een klein kind; en de
uitdrukking van vrees verdween langzamerhand van
zijn gezicht. Xog eenmaal sloeg hij de oogeu op tot
de hare, een blik van aanbiddelijke liefde en veree-
ring; toen met een matten zucht, den zucht van ee,n
doodvermoeid kind, zonk zijn hoofd zwaar tegen haar
aan, en de hijgende ademhaling verstomde.
vre, waar hij na. zijn ontsnapping gezocht werd, was
hij ook geweest. Daarna in Amerika, maar tegen de
nationale feesten ter herdenking van de inneming
van de Bastille weer naar Parijs teruggekeerd..
DIEFSTALLEN.
Dezer dagen werden te Rotterdam door buren op
heeterdaad betrapt, eenige personen, dia zich schuldig
maakten aan diefstal van gesorteerde lompen van d«
zolders van een lompenpakhuis aan de Linkerpotte-
kade. De dieven wisten toen te ontsnappen, doch de
recherche, die op onderzoek uitging, nam de b-ale*
lompen in beslag- bij een koopman, bij wien ze door-
de dieven bezorgd waren.
Uit het ingestelde onderzoek bleek, dat deze dief
stallen al reeds sedert geruimen tijd geregeld ge
pleegd werden. De dieven verschaften zich toegang
over het dak van de aangrenzende tricotfabriek,
openden dan een zolderluik en kwamen zoo op de
zolders. De balen werden aan de achterzijde van het
pakhuis naar beneden geworpen en door anderen ia
ontvangst genomen en in veiligheid gebracht. Ook
een partij oud koper is langs denzelfden weg verdwe
nen. Men meent de vermoedelijke daders te kennen.
Toen Woensdagochtend de gérant van een der
groote hotels te Amsterdam in zijn kantoor kwam.
ontdekte hij, dat zijn lessenaar opengebroken was en
men er een bedrag van pl. m. 1000, voor 't meeren-
deel vreemd geld, uit had ontvreemd.
De zaak werd bij de politie aanhangig gemaakt en
de verdenking viel al spoedig op een dezer dagen ont
slagen bediende. Deze werd aangehouden en bleek
inderdaad d'e genoemde som in zijn bezit te hebben.
Vermoed wordt, schrijft de „Tel.", dat hij 's avonds
laat ongemerkt het hotel' is binnengeloopen en gedu
rende den nacht, zijn slag geslagen heeft.
DE AANGESCHOTEN SMOKKELAAR
Betrettëndo het verwonden van een smokkelaar
aan de Geldersch-Duitsche grens, verneemt de N. R.
Ct. nader, dat deze zaak in het Witteveen onder Aal
ten gebeurd is, doch dat zij voor de Duitsehe grens
beambten nog een staartje zal hebben. Deze hebben
n.l. don smokkelaar II. uit Bocholt, toen hij 'n schot
wond ontvangen had, waardoor hij in een sloot rolde,
van Hollandscli naar Duitsch terrein gesleept en
hem daar lang niet malsch behandeld. Zij zijn hier
bij hun bevoegdheid te buiten gegaan.
De getroffene ligt nu in het ziekenhuis te Bocholt
doch de commandant van de marechaussees der bri
gade Winterswijk heeft tegen de Duitsehe commiezen
proces-verbaal opgemaakt, zoodat deze zaak eerlang
voor do Zutphensehe rechtbank zal komen.
PADVINDERS.
Van Haarlem vertrekken Maandagmorgen 0 lede»
vaji de Ivennemer Padvinders onder leiding van
dr. Boissevain naar Denemarken, om daar 'n voet
reis te maken. Het gezelschap gaat over Hamburg
(waar overnacht wordt in het Padvinders-Club-lo-
kaal) en Kiel naar Kopenhagen.
Aanvankelijk zouden ze hebben deelgenomen aan
het Deensche Internationale Kamp, doch dit gaat
niet door wegens allerlei organisatie-moeilijkheden
en te geringe deelneming.
De reis duurt 10 dagen.
„Is het niet iets heel bijzonders oom Arthur, dat
u met Kerstmis in de stad is?"
„Ju, iets heel bijzonders; ik kan er wel bijvoegen
iets dat nooit gebeurd is. Zooals je weet hebben
mijn lieve. Ellen en ik een waren afschuw van dit mo
derne Babyion, maar op dit oogenblik kan het onmo
gelijk anders."
..En maakt nicht Ellen het. nog al goed?" Cicel.t
kon er niets aan doen dat er een ondeugend lichtje iu
baar oogen flikkerde, ofschoon haar stem volkomen
ernstig klonk. Sir Arthur totaal onvatbaar voor hu
mor, hetgeen wij reeds eerder hebben gezegd, merkte
niets van dat ljehtje, hij hoorde alleen den zeer ge
past ernstigen toon.
„Zoo goed als dat van haar verwacht kan worden",
antwoordde hij en schudde somber het hoofd; „maar
zij houdt nooit van hotels en op Kerstmis vooral
staat het hotelleven haar zeer tegen. Wij hebben
thuis gewoonlijk onze kleine feestjes, heel eenvoudig,
dat spreekt vanzelf, voor de bedienden en al degenen
die op het landgoed wonen en het, zal een heel gemi*
voor ons wezen daar van *t jaar nu niet aan to kun
nen deelnemen."
„En de bedienden zullen u natuurlijk ook missen,
nietwaar? zei Cicely op haar prettigen, vrieudelij-
kc-u toon, hoewel zij zich zelve afvroeg-, dit moeten
wij even bekennen of het personeel van den huize
„Congreve" het, betreuren zou dat hun meester en
meesteres bij dit fees^ afwezig waren, ja of neen. Zou
het hun misschien 'n gevoel' van verlichting geven?"
iJtsJjii.- U (Wordt vervólgd.)