do pit tui tiiii. Sigarenwinkel Lijnzaadkoeken, MERK (TC) Noordhollandsch Landbouwcrediet. L SPRUIT, i IS HET ADRES voor Prijs f -,45. T. CHOK, SAFELOKETTEN. Wandelingen. Lea's armband. ADVERTENTIE N. te ALKMAAR, Herms. Coster Zoon: Zuivere murwe I L ANDMANDE MUNKI Tabakverkooping Verkrijgbaar Stearine Kaarsen li Apollo" te Schiedam Zaterdag 9 Augustus 1913. SPROKKELINGE N. Boek aankondiging. Ds. A. VERWAAL, Fabrieksmerk gedeponeerd van Koog t, d. Zaan. APOLLO KAARSEN en BOUGIES APOLLO. Stadsuurwerkmaker Heerenstraat 7. Horloges, Regulateurs, Klokken, Wekkers, Barometers, enz. 3 S Damesonderkleeding, Huishoudschorten, g Bébe Artikelen, 3 No. 188. Honderd en vijftiende jaargang. 1918. Nadruk verboden. AUGUSTUS. We leven in de maand van reizen en trekken van verblijf houden op buitens en badplaatsen, maar tevens van noesten arbeid door degenen die de vruchten hunner oogst inzamelenopdat zij den vrinter onbezorgd tegemoet zullen kunnen gaan' Veel is er geplaatst in het teeken der genietingen, door de vacanties vooraldie nu overal gehouden wordenal is aan veel ook weer te ziendat het mooi van den zomer weldra weer voorbij zal zijn. Vele vogels, die in den tijd der vermeningvuldiging zoo luide en blijde zongenzwijgen reeds weer alleen de leeuwerik stijgt nog dagelijks op, zoo hoog, dat men hem in het ijle blauw uit het oog verliest, en zijn tiereliertoontjes zijn nog tot op verren afstand te hooren. De tuinfluiter geeft nog af en toe enkele strophen, en ook de roodborst en de winterkoning kunnen nog niet zwijgenmaar men hoort niet meer dat amalgama van stemmen, dat het voorjaar zoo liefelijk maakt. Evenwel de woudduif koert nog, als in de Mei maand, maar zij maakt ook nog weder een nest, om te trachten haar vierde of vijfde broedsel groot te brengen. Hoor, het zachte „koêr-koer" in afwisseling met het luidere „roe-koe" in den boom vlak voor mijne woning. Niet gaarne zou ik deze vogels uit tuinen en boseh- jes verdreven zien, al zijn er dan ook vele boeren, die den wilden duiven geen goed hart toedragen, omdat ze dikwijls nemen van hun korenakkers, vooral in den broedtijd, wanneer de jongen gevoed worden met in den krop geweekte zaden. Niet alleen kunnen de woudduiven zoo vroolijk kirren, maar ook haar klapwieken is verheffend, en verder zijn ze zinne beelden van schoonheid en trouw, van onschuld en teederheid. Ze zijn niet alleen fraai van vederen maar ook steeds zindelijk. Een groot gedeelte van het jaar leven ze in paren en ze zijn innig aan el kander g< hecht, terwijl ze met de teederste liefde hare kinderen voeden en verzorgen. En dat ze, vooral in vroegere tijden, als „briefdragers" gewichtige dien sten bewezen hebben, is algemeen bekend. Deze post duiven stamden wel niet af van de bij ons wonende Boschduiven, maar toch ook van wilde soorteD, vooral van de Rotsduif. Want in de verschillende wereld- deelen zijn wel 120 duivensoorten bekend, waarvan er maar 6 in Europa en slechts 3 in ons land leven. En dan komt verreweg het meest voor de Woudduif (Columba palumbus L.), die voor ons land zoowel stand- als trekvogel is. Keurig is zij gekleed de vio lette en metaalglanzige nekvederen steken mooi af bij het purpergrijs van den krop, het bruingrijs van de bovendeelen en het blauwachtig grijs van borsten buik. Een witte halskraag bezorgt deze soort den naam van ringduif, terwijl de landlieden haar gaarne koolduif noemen. In het najaar, wanneer vele woud duiven uit het Noordoosten naar hier komen, kunnen groote vluchten zich op de bouwakkers ophouden. Meermalen wordt het nest gemaakt op een boom stronk, maar dikwijls ook op een horizontalen tak; ook dan is het zeer losjes, zoodat men de twee witte eieren door de takken heen kan zien en men zich on willekeurig afvraagt, hoe het dier zóó voldoende warmte voor het broeden kan ontwikkelen. Doch het gelukt zeer goed, het broedsel tot zijn recht te brengen en wel vier- of vijfmaal in één zomer, zooals reeds ge zegd ie, krijgt de woudduif twee kinderen. Zoo is de sterke voortteling van de boschduiven gemakkelijk te verklaren. Soms evenwel gaat een nest verloren, wanneer het door sterken wind wordt afgerukt, oi wel, wanneer door een rukwind dé eieren van het vlakke nest geworpen worden. Slechts bij uitzondering wordt een nest op den grond gemaakt; in de duinen gebeurd dit meermalen, maar steeds op een duintop. De kleine Tortelduif (Turtur (urter L) woont van April tot October bij ons, en woont dan in de meeste boschjes en tuinen. Lieve vogeltjes zijn het, die zach ter kirren dan de woudduif en dadelijk te kennen zijn aan de mooie kleurtjes aan den hals. Aan beide zjjden er van heeft de tortel vier rijen zwarte, met blauwwit gezoomde vederen. Overigens komen de vederen overeen met die *an de woudduif, doch de bruine rug- en vleugelvederen hebben rosse zoomen. In klein aantal leeft in ons land de derde boschduif, de Columba oen as L. of Kleine Boschduif, die ook wel Holenduif genoemd wordt, omdat zij niet alleen haar nest maakt in boomholten, maar ook in verlaten konijnenholen. Ze gelijkt zeer op de woudduif, doch ze is kleiner en dadelijk te kennen aan het gemis van de witte halsringvederen. Heeft de grootste duif nog eenig wit op de vleugels, ook dit ontbreekt bij Columba aenas; doch wel vindt men er eenige groote zwarte vlekken, terwijl de onder zijde aanmerkelijk donkerder is. Ook zij is standvo gel voor ons land, doch slechts in enkele provincies heeft men eenige paren broedende gevonden. De eieren, ook twee per legsel, zijn eveneens wit, maar de scha len er van zijn meer poreus en dan ook minder glad en doorschijnend dan die van woud- en tortelduif. dikwijls komt echter ook zelfbestuiving voor en dat wel op de volgende wijze. Ge hebt de manier gezien, waarop de bloemen zich sluiten, n.l. met draaiende beweging. Hierbij raakt de bloemkroon aan de stuivende helmknoppen en het fijne poeder blijft tegen de kroon zitten. Terwijl nu de stempels omrollen en zich gereed maken tot ont vangst van stuifmeel, groeit de kroon hard door. Zijn de stempels geheel gereed gekomen, zoo is ook juist de van stuifmeel voorziene plek zóó hoog opgegroeid en bij eene nieuwe sluiting van de kroon komt het stuifmeel op de stempels, wat tengevolge heeft, dat het vruchtbeginsel uitgroeit tot een met twee kleppen openspringende doosvrucht. Hoe vernuftig zit dat in elkaar, hoe eenvoudig en toch hoe mooi Onze „Spade klokskens zooals de Gentiaan-bloem pjes mede genoemd worden, kan men gedurig vinden op de hei, die ons thans ook zoo schoon vertoont het paars van de duizenden heibloempjes. Er komen hier voornamelijk twee soorten heide voor, n.l. struik- en dopheide, doch ook vindt men plekjes, waar de kraai- heide met zwarte bessen goed vertegenwoordigd is. Hommels met rood achterlijf zoemen er boven rond. Za bekommeren zich niet om de aanwezigheid van menschen. Zie, daar zet zich zoo'n brutaaltje pardoes neer op één van onze heiplantjes! De snuit wordt in het .plantje gestoken, om den honig, beneden door honigkl'ertjes afgescheiden, op te zuigen. Natuurlijk moet de snuit nu de helmknoppen passeeren, raakt daarbij aan de witte aanhangeltjes der Callunabloempjes en deze aanraking is voldoende, om het stuifmeel op te doen stuiven. Als mijnheer Hommel genoeg heeft gezogen, zoemt hij weer verder, niet wetende, dat hij zooeven gediend heeft en nog dient, om de bestuiviDg der heideplantjes te volvoeren. Straks zal hij hetzelfde herhalen bij een ander plantje i en zoodoende het mysterie der bevruchting bevorde ren. Als dus het volgend jaar weer zooveel meer heiplanten ons oog zullen verkwikken, tengevolge van de vele zaadjes uit de dopvruchten, dan zullen we dat voor een groot deel aan die hommels te danken hebben. Eere, wien eere toekomt J. DAALDER Dz. „Pak me mee van deze week geeft foto's van de de mannen", voegde ES nog even eraan toe die der- begrafenis van Luitenant-Generaal Bergansius, de j gelijke zaakjes aan Parfisehe dametjes 'schenken I _TaIe_ ?fnkbet?0gln,g, door den- Nederlandschen Maar zóó zijn wij, degelijke provincialen, niet! Daa, Bond van Gemeenteambtenaren en van de gehouden oefeningen van het Nederlandsche Roode Kruis onder leiding van den heer Fabius en generaal Quanjer. Het nieuwe nummer van „De Prins" geeft o.m. kieken van het bezoek, van H M. de Koningin-Moeder aan de Amsterdamsche tentoonstellingen van de plechtige begrafenis van mr. Asser en eenige strand gezichten te Scheveningen. LEVENDE KALK. Een eetbare mossel, die in eenige wateren van Europa kunstmatig geteeld wordt, wordt ook wel gebruikt als levende kalk. Tot de meest woeste stroomen der wereld behoort zonder twijfel ook de Torridge in Engeland, waarvan de strooming zoo sterk is, dat aan de van ijzer en graniet gebouwde brug op de plaats waar de Torridge in de Taw stroomt, geen kalk houdt. Om de veilig heid van de brug niet in gevaar te brengen, is men op het idoé gekomen, de bovengenoemde mosselen tot bescherming te gebruiken. Dit dier heeft namelijk de gewoonte, zich met sterke, zelfgesponnen draden aan alle uitstekende voorwerpen zocals rotsen, muren, paal werk enz. vast te hechten. Zoo valt het dus niet te verwonderen, dat de bewoners uit die streek, die allen voor het onderhoud van de brug moeten zorgen, zich de bijzondere eigenschappen van de mossalen ten nulte maakten. Jaarlijks worden de oude en zieke mosselen ver wijderd en door nieuwe vervangen, die zich direct met de draden op de plaats vasthechten en zoo ervoor zorgen, dat het indringen van het water in de voegen onmogelijk is. De overheid heeft er ten strengste op te letten, dat geen onbevoegden de diertjes, die op zoo uitnemende wijze hun „veiligheidsdienst" uitoefe nen, lostrekt of verzamelt, en op een bord staat de bedreiging, dat degeen, die op de een of andere manier de openbare veiligheid in gevaar brengt, zwaar ge straft zal worden. ADELINA PATTI. Adelina Patti, de gevierde, beminde en bewonderde koningin van den zang, is in het bezit van een waaier van onschatbare waarde. Daarop hebben bijna alle vorsten van Europa zich door eigenhandige ontboeze mingen Vereeuwigd. Op het eerste blad van dit kostbare toiletartikel is de volgende uitspraak van Keizer Alexander III te leren „Niets geeft meer rust dan uw gezang, zelfs opgejaagd wild zou het onmiddellijk het gevoel van rust geven Keizer Wilhelm I, een van de ijverigste bewonderaars der kunstenares maakte haar het groot ste compliment, dat aan een zangeres kan worden gemaakt, wanneer hij kort schrjjft: „De nachtegaal van alle eeuwen". Zeer poëtisch klinken de woorden van Koningin Christine van Spanje: „Aan de liefste Spaansche van een Koningin, die er trotsch op is, haar onder haar onderdanen te mogen rekenen". De Belgische Koningin teekende eenige maten van de Arditische kuswals, welke ze onvergelijkelijk door de diva had hooren zingen en Koningin Victoria, even zeer verrukt over het gezang van Adelina Patti, als door de innemendheid van haar persoon, schrijft het volgende: „Wanneer het waar is, wat Koning Laer zegt, dat een zachte stem een mooie eigenschap in een vrouw is, dat zijt gij, Adelina, de betooverendste van alle vronwen". Te midden van deze vorstelijke namen wordt de belangstelling gewekt door den naam van Mr. Thiers, den presidential- republiek, die geestig schrijft: „Koningin der zangen, ik reik u mijn bur gerlijke rechterhand". We kunnen niet blijven stilstaan bij deze vogels, vooral niet, nu in dezen tijd zoovele bloemen zich op haar schoonst voordoen. Laat ons dan eenigen tjjd vertoeven bjj een der schoonste onder de schoo- nen, bij de warm-gekleurde Klokjes gentiaan (Gentiana pneumonanthe). Dit plantje is een nauwkeurige be schouwing overwaard. Er zit gloed, er zit leven in zoo'n helderblauwe gentiaan, die doet denken aan de bezielde gemoeds- uiting van een kunstenaar. Diep blauw is de bloem kroon met 5 groene strepen op den buitenkant. Zie hoe eigenaardig sierlijk de knoppen gedraaid zijn Met dezelfde draaiing sluiten zich ook gedurende den groei nu en dan de bloemen, daarmede op vernuftige wijze de bestuiving bevorderend, waarover we zoo aanstonds nader spreken. Pluk eens een bloem af en vouw haar open, dan kunt ge goed zien, dat ze vijflobbig is, en dat tusschen elke twee toegespitste lobben een klein tandje zit. Groot en forsch zijn de vijf meeldraden, die hier tegen den stamper aanleggen met hare helmknoppen. Opent ge dien knop, dan kunt ge daarin de vijf meeldraden apart zien staan. En zie nu meteen naar den stamper bij die verder ontwikkelde bloem. Van de stempels kunt ge nog niets zien. De stamper groeit echter harder dan de meeldraden; zie, bij ons eerste exemplaar was do stamper reeds veel langer dan hier en waren de twee omgerolde stempels wel een m.M. of zes boven de helmknoppen verheven. Deze springen naar buiten open, zoodat het stuifmeel de stempels niet bereikt. De bloem is er dus op ingericht, om door kruisbestuiving te wor den bevrucht, wat dan ook werkelijk geschiedt. Zeer IETS OVER DE MIEREN. Zooals bekend is, schrijft men aan de mieren het vermogen toe met elkander te kunnen spreken, even als verstand en het vermogen zich te oriënteeren. Ook heeft men dikwijls opgemerkt dat ze in troepen leven en een zekeren gr*ad van solidariteit en samen- hoorigheid bezitten. Toch handelen de dieren ook wel zelfstandig en zelfs in tegenstelling met de commu nistische en systematische arbeidsverdeeling op zelf zuchtige wijze. Het is niet altijd uit hulp, dat twee mieren te zamen iets dragen. Wat in dit geval ge meenschappelijke arbeid gelijkt, is bij nader onder zoek een strijd om den buit. Wat het oriënteerings- yermogen betreft, meende men dat de reuk der mieren in het bijzonder hielp den weg te vinden, doch de diertjes beschikken ook nog over andere hulpmiddelen. Bij verwoesting van het spoor waren ze wel een oogen- blik besluiteloos, doch vonden weldra zonder vergissen den terugweg, bovendien hielden ze zich niet altijd aan de gebaande wegeD, doch verkortten den weg. Zet men het diertje op een andere plaits, dan keert het zich weer naar het nest toe. Dan legt het precies den afstand af, die het vroeger af moest leggen tot het nest, daarop begint het zoeken nsar den goeden weg. Daarbij vergissen ze zich slechts zeer weinig. OP REIS PER STAATSSPOOR. Onder den titel „Op reis per Staatsspoor" is door de Nederlandsche Kiosken-Maatschappij een reisgids uitgegeven. Vele plaatsen uit alle deelen van ons land worden er uitvoerig in beschreven. Tal van plaatjes tusschen den text versieren het werkje, dat een zeer doelmatige reclame is. Ook de bepalingen betreffende het gebruik van de vacantiekaarten wor den er in omschreven. Hoewel met een allerliefst, jong vrouwtje getrouwd, liet. Paul Holger nooit na om, als hij voor zaken naar Parijs moest en dat was om de vier of vijf maan den Madama Lea de Montagne, een zeer gastvrije bewoonster der Rue de Moreau, zijn opwachtingen te maken. Hij liet dan meestal aan de beminnelijke en niet minder voorname dame als aandenken achter een of ander byou, hetzij een ring, een broche, een mooie speld ol medaillon. Madame de Montagne betoonde zich voor deze fijne attenties extra gevoelig, omdat zij met. onmiskenbaren hartstocht brillanten verza melde en voor goud' en dingen van opschik een gloei- ender culte voedde dan voor wat ook. Zij was onge veer acht-en-dertig jaren geleden in de kerk van Montagne gedoopt geworden en droeg toen den een- voudigen, burgerlijken naam van Melanie Cochenard. Reeds bij herhaling had Lea in een d'er uitstalkas ten van een juwelier op den Boulevard dés Italiens een matgouden, met drie prachtige saffieren bezette armband ontdekt en telkens had zij, niet zonder moei te, de blikken er van afgewend. Maar hoe haar be geeren stillen, hoe het kunstvoorwerp bemachtigen? „Als Paul Holger weer eens komt, moet hij hét voor me koopen!" En Paul kwam en Lea kon niets haastigers doen dan hem naar het. bewuste raam leiden en hem haar bewondering doen deelen. „Heel mooi. werkelijk bepaald heel mooi en ar tistiek. „En die steenen, nietwaar, wat een kleur, kijk eens wat een diep-blauwe kleur." „Verrukkelijk", beaamde Paul, „maar...." „Ja, wat zou het kosten?" Een microscopische klein etiketje torste het cijfer 3200 en daar Paul de bewijzen zijner erkentelijkheid gewoonlijk slechts in 12- tot 1500 franken omzette, maakte dit de zaak gecompliceerd. „Wij zouden in elk geval eens even binnen kunnen gaan, nietwaar", vroeg Lea hem smeekend, „om den armband eens wat1 van nabij te bewonderen. Hij is toch zóó beeldig! Men zou met den man kunnen pra ten; misschien is er over den prijs te onderhandelen." „Nu, voor mijn part, toe dan maar." De aangehechte prijs bleek juist te zijn. Ook viel er niet te marchandeeren; de principes der firma ge doogden dit niet. Maar om te toonen dat men schap pelijk wou zijn en ook om nieuwe klanten niet te ver liezen, zou men den prijs op de ronde som zetten van 3000 frank. Maar Paul vond het nog te veel. „Wij willen liever voor onszelf nog eerst eens over leggen", mompelde hij en maakte een beweging van heengaan. „Maar, meneer, u kunt nog andere armbanden zien. V ij hebben een groote keuze. Als ik weten mag, hoe veel u dacht te besteden?" „Ik dacht 1800 of 2000 frank." „Ik zou u in dip prijzen iets kunnen toonen, wat u zeker wel zal aanstaan. „Neen, neen, dezen armband wenschen wij, geen anderen, en als u niet De onderhandelingen werdén nog een oogenblik ge rekt, doch ten slotte verlieten Paul en Lea, overtuigd van het onvruchtbare hunner bemoeiingen, den win kei. Twee uren daarna verscheen Lea er weer, alleen. „Ti hebt waarschijnlijk geen bezwaar, om dén arm band voor 2000 frank te verkoopen, wanneer men u tevoren het verschil van 1000 frank uitbetaalt?" Bij deze woorden overhandigde zij den jongen man een biljet van 1000 frank. „Meneer komt vanavond of morgen vroeg terug." „Zeker, zeker, mevrouw, dat spreekt vanzelf, wan neer meneer terugkomt en opnieuw over den prijs spreekt, zal ik dien ongemerkt, kalmpjes aan, tot 2000 frank laten vallen. U kunt heelemaal op mij VP i'trouwen." „Mij is zoo bijzonder veel aan dezen armband ge legen; het zou mij razend spijten als...." „Zeker, zeker, ik begrijp volkomen", antwoordde 't jonge mensch, ,,ik zal hem dadelijk ter zijde leggen. Meneer komt zeker gauw weer „Vanavond; of anders zeker morgen vroeg." En werkelijk, Lea wist te bereiken, dat Paul haar beloofde nog eens naar den juwelier te gaan en te probeeren, om den armband tegen billijker conditie te bemachtigen. «Vandaag zal wel de winkel gesloten zijn", meende hij, „maar morgen is het mijn eerste werk." Den volgenden morgen, de eerste middaguren gin gen voorbij, niets werd er bezorgd. Om drie uur rende Lea ongeduldig, misschien wel met een voor gevoel van iets verschrikkelijks, dat haar wachtte, naar den juwelier. „Mevrouw is zéker tevreden?" „Was meneer dan hier?" „Reeds vanmorgen en de zaak is, zooals mevrouw heeft bevolen, met 2000' frank in orde gekomen. Lea ademde diep en reed ijlings naar huis, waar Paul of anders minstens de armband haar zoude wachten. Niemand, niets wachtte. Lea's zenuwaeh tigheid was tot het! uiterste gespannen en daar zij wist, waar Paul logeerde, vloog zij daarheen. „Meneer Holger?" vroeg- zij, de dame in 't bureau Deze schudde het hoofd. „Is meneer Holger niet in het hotel? Wanneer denkt u, dat hij terugkomt?" „Hij heeft geen boodschap achtergelaten." „En weet u niets van hem, heelemaal niets?" „Aeen. ik weet niets dan dat hij vanmorgen ver trokken is." „Vertrokken Afgereisd „Ja, hij heeft, als ik mij niet bedrieg, den middag trein genomen." „Naar huis is hij gereisd? Is dat zeker?" „Ja, ja, zóó is hetMeneer Holger heeft het mij gezegd. Weet u, ik heb zooveel aan mijn hoofd, zoo dat die kleine gesprekjes mij ontsnappen. Maar toen de huisknecht zijn koffer naar beneden droeg, toonde hij mij even en passant een armband, dien hij kort tevoren gekocht had en nu als dierbaar kleinood1 met zich droeg. Trouwens, ik herinner mij, 't was een prachtarmband, iet-s met saffieren. Hij vroeg mij zelfs hoe, of ik het vond. Hij' was er zelf blijkban verrukt van, t was een cadeau voor zijn vrouw." „Ik verheug mij erg- op de verrassing', die ik er mijn vrouw mee bereid", zei hij. „Ik kreeg- n.l. van ochtend van huis een telegram, dat een stamhouder- tje werd geboren en deze armband zal nu het ge schenk zijn voor het kleine mamatje.... Ik ben "er zelfs gelukkig- mee geweest, ik heb geboft, want ik heb hem goedkoop gekregen. Er zijn van die getrouw- zijn wij te naief en te ernstig voor. op Woensdag 18 Augustus 1918des namiddags te 18 nnr, in 't lokaal „HARMONIE", waaronder: Sumatra - eu Vorstenlanden dek; Borneo dek Vorstenlanden- en Java-omblad en diverse soorten Binnengoed. Een en ander op den dag des verkoops vanaf 's morgens 11 nnr te zien. Deurw. KLEIN. op een der mooiste punten van Alkmaar op zéér bil lijke voorwaarden ter overname aangeboden- Brieven onder letter S 291 bureau van dit blad. b|| de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij» tK. Het eenige photo's van onde Bijbelhand schriften. BH lederen boekhandelaar verkrU gbaar Verkoopers en gebruikers hebben op aanvrage steeds toegang tot mijne stoomfabriek „de Wachter", om van de zuiverheid te overtuigen. Vraagt uwen Winkelier van de Stearine Kaarsenfabriek Prima kwaliteitonovertroffen in brandduur; zeer billjjk in prjjs. Let op de etiquetten. Hoogste onderscheidingen, Grand Prix Parijs 1900 Kalkfabrieken. Mtoomtrasmoleii. Steenkooper U Handel in Bouwmaterialen. W. F. STOEL ZOON, ALKMAAR. Telefoon 897. GROOTE KEUZE: ParlJsehe j Marmeren f Boperen j S<!hten-®apn 1 ren. Bonten j CONCURREERENDE PRIJZEN. Uitsluitend met eerste kwaliteit uurwerk. CJ) <♦- «♦- ra c cd O p» a O9 De Witte Bazar •H Payglop 18. Depót Pal the. Tü N. y. voerk. Herms. Coster Sl Zson, Alkmtoï.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 9