do pit tui tiiii.
Sigarenwinkel
Lijnzaadkoeken,
MERK (TC)
Noordhollandsch
Landbouwcrediet.
L SPRUIT,
i IS HET ADRES voor
Prijs f -,45.
T. CHOK,
SAFELOKETTEN.
Wandelingen.
Lea's armband.
ADVERTENTIE N.
te ALKMAAR,
Herms. Coster Zoon:
Zuivere murwe
I L ANDMANDE MUNKI
Tabakverkooping
Verkrijgbaar
Stearine Kaarsen
li Apollo" te Schiedam
Zaterdag 9 Augustus 1913.
SPROKKELINGE N.
Boek aankondiging.
Ds. A. VERWAAL,
Fabrieksmerk gedeponeerd van
Koog t, d. Zaan.
APOLLO KAARSEN en
BOUGIES APOLLO.
Stadsuurwerkmaker
Heerenstraat 7.
Horloges, Regulateurs, Klokken,
Wekkers, Barometers, enz.
3
S Damesonderkleeding,
Huishoudschorten, g
Bébe Artikelen, 3
No. 188. Honderd en vijftiende jaargang. 1918.
Nadruk verboden.
AUGUSTUS.
We leven in de maand van reizen en trekken
van verblijf houden op buitens en badplaatsen, maar
tevens van noesten arbeid door degenen die de
vruchten hunner oogst inzamelenopdat zij den
vrinter onbezorgd tegemoet zullen kunnen gaan'
Veel is er geplaatst in het teeken der genietingen,
door de vacanties vooraldie nu overal gehouden
wordenal is aan veel ook weer te ziendat het
mooi van den zomer weldra weer voorbij zal zijn.
Vele vogels, die in den tijd der vermeningvuldiging
zoo luide en blijde zongenzwijgen reeds weer
alleen de leeuwerik stijgt nog dagelijks op, zoo hoog,
dat men hem in het ijle blauw uit het oog verliest,
en zijn tiereliertoontjes zijn nog tot op verren afstand
te hooren. De tuinfluiter geeft nog af en toe enkele
strophen, en ook de roodborst en de winterkoning
kunnen nog niet zwijgenmaar men hoort niet meer
dat amalgama van stemmen, dat het voorjaar zoo
liefelijk maakt.
Evenwel de woudduif koert nog, als in de Mei
maand, maar zij maakt ook nog weder een nest, om
te trachten haar vierde of vijfde broedsel groot te
brengen. Hoor, het zachte „koêr-koer" in afwisseling
met het luidere „roe-koe" in den boom vlak voor
mijne woning.
Niet gaarne zou ik deze vogels uit tuinen en boseh-
jes verdreven zien, al zijn er dan ook vele boeren,
die den wilden duiven geen goed hart toedragen,
omdat ze dikwijls nemen van hun korenakkers, vooral
in den broedtijd, wanneer de jongen gevoed worden
met in den krop geweekte zaden. Niet alleen kunnen
de woudduiven zoo vroolijk kirren, maar ook haar
klapwieken is verheffend, en verder zijn ze zinne
beelden van schoonheid en trouw, van onschuld en
teederheid. Ze zijn niet alleen fraai van vederen
maar ook steeds zindelijk. Een groot gedeelte van
het jaar leven ze in paren en ze zijn innig aan el
kander g< hecht, terwijl ze met de teederste liefde
hare kinderen voeden en verzorgen. En dat ze, vooral
in vroegere tijden, als „briefdragers" gewichtige dien
sten bewezen hebben, is algemeen bekend. Deze post
duiven stamden wel niet af van de bij ons wonende
Boschduiven, maar toch ook van wilde soorteD, vooral
van de Rotsduif. Want in de verschillende wereld-
deelen zijn wel 120 duivensoorten bekend, waarvan
er maar 6 in Europa en slechts 3 in ons land leven.
En dan komt verreweg het meest voor de Woudduif
(Columba palumbus L.), die voor ons land zoowel
stand- als trekvogel is. Keurig is zij gekleed de vio
lette en metaalglanzige nekvederen steken mooi af
bij het purpergrijs van den krop, het bruingrijs van
de bovendeelen en het blauwachtig grijs van borsten
buik. Een witte halskraag bezorgt deze soort den
naam van ringduif, terwijl de landlieden haar gaarne
koolduif noemen. In het najaar, wanneer vele woud
duiven uit het Noordoosten naar hier komen, kunnen
groote vluchten zich op de bouwakkers ophouden.
Meermalen wordt het nest gemaakt op een boom
stronk, maar dikwijls ook op een horizontalen tak;
ook dan is het zeer losjes, zoodat men de twee witte
eieren door de takken heen kan zien en men zich on
willekeurig afvraagt, hoe het dier zóó voldoende warmte
voor het broeden kan ontwikkelen. Doch het gelukt
zeer goed, het broedsel tot zijn recht te brengen en
wel vier- of vijfmaal in één zomer, zooals reeds ge
zegd ie, krijgt de woudduif twee kinderen.
Zoo is de sterke voortteling van de boschduiven
gemakkelijk te verklaren. Soms evenwel gaat een
nest verloren, wanneer het door sterken wind wordt
afgerukt, oi wel, wanneer door een rukwind dé eieren
van het vlakke nest geworpen worden. Slechts bij
uitzondering wordt een nest op den grond gemaakt;
in de duinen gebeurd dit meermalen, maar steeds op
een duintop.
De kleine Tortelduif (Turtur (urter L) woont van
April tot October bij ons, en woont dan in de meeste
boschjes en tuinen. Lieve vogeltjes zijn het, die zach
ter kirren dan de woudduif en dadelijk te kennen zijn
aan de mooie kleurtjes aan den hals. Aan beide
zjjden er van heeft de tortel vier rijen zwarte, met
blauwwit gezoomde vederen. Overigens komen de
vederen overeen met die *an de woudduif, doch de
bruine rug- en vleugelvederen hebben rosse zoomen.
In klein aantal leeft in ons land de derde boschduif,
de Columba oen as L. of Kleine Boschduif, die ook
wel Holenduif genoemd wordt, omdat zij niet alleen
haar nest maakt in boomholten, maar ook in verlaten
konijnenholen. Ze gelijkt zeer op de woudduif, doch
ze is kleiner en dadelijk te kennen aan het gemis van
de witte halsringvederen.
Heeft de grootste duif nog eenig wit op de vleugels,
ook dit ontbreekt bij Columba aenas; doch wel vindt
men er eenige groote zwarte vlekken, terwijl de onder
zijde aanmerkelijk donkerder is. Ook zij is standvo
gel voor ons land, doch slechts in enkele provincies
heeft men eenige paren broedende gevonden. De eieren,
ook twee per legsel, zijn eveneens wit, maar de scha
len er van zijn meer poreus en dan ook minder glad
en doorschijnend dan die van woud- en tortelduif.
dikwijls komt echter ook zelfbestuiving voor en dat
wel op de volgende wijze.
Ge hebt de manier gezien, waarop de bloemen zich
sluiten, n.l. met draaiende beweging. Hierbij raakt
de bloemkroon aan de stuivende helmknoppen en het
fijne poeder blijft tegen de kroon zitten. Terwijl nu
de stempels omrollen en zich gereed maken tot ont
vangst van stuifmeel, groeit de kroon hard door. Zijn
de stempels geheel gereed gekomen, zoo is ook juist
de van stuifmeel voorziene plek zóó hoog opgegroeid
en bij eene nieuwe sluiting van de kroon komt het
stuifmeel op de stempels, wat tengevolge heeft, dat
het vruchtbeginsel uitgroeit tot een met twee kleppen
openspringende doosvrucht.
Hoe vernuftig zit dat in elkaar, hoe eenvoudig en
toch hoe mooi
Onze „Spade klokskens zooals de Gentiaan-bloem
pjes mede genoemd worden, kan men gedurig vinden
op de hei, die ons thans ook zoo schoon vertoont het
paars van de duizenden heibloempjes. Er komen hier
voornamelijk twee soorten heide voor, n.l. struik- en
dopheide, doch ook vindt men plekjes, waar de kraai-
heide met zwarte bessen goed vertegenwoordigd is.
Hommels met rood achterlijf zoemen er boven rond.
Za bekommeren zich niet om de aanwezigheid van
menschen. Zie, daar zet zich zoo'n brutaaltje pardoes
neer op één van onze heiplantjes! De snuit wordt
in het .plantje gestoken, om den honig, beneden door
honigkl'ertjes afgescheiden, op te zuigen. Natuurlijk
moet de snuit nu de helmknoppen passeeren, raakt
daarbij aan de witte aanhangeltjes der Callunabloempjes
en deze aanraking is voldoende, om het stuifmeel op
te doen stuiven.
Als mijnheer Hommel genoeg heeft gezogen, zoemt
hij weer verder, niet wetende, dat hij zooeven gediend
heeft en nog dient, om de bestuiviDg der heideplantjes
te volvoeren.
Straks zal hij hetzelfde herhalen bij een ander plantje
i en zoodoende het mysterie der bevruchting bevorde
ren. Als dus het volgend jaar weer zooveel meer
heiplanten ons oog zullen verkwikken, tengevolge van
de vele zaadjes uit de dopvruchten, dan zullen we
dat voor een groot deel aan die hommels te danken
hebben.
Eere, wien eere toekomt
J. DAALDER Dz.
„Pak me mee van deze week geeft foto's van de de mannen", voegde ES nog even eraan toe die der-
begrafenis van Luitenant-Generaal Bergansius, de j gelijke zaakjes aan Parfisehe dametjes 'schenken
I _TaIe_ ?fnkbet?0gln,g, door den- Nederlandschen Maar zóó zijn wij, degelijke provincialen, niet! Daa,
Bond van Gemeenteambtenaren en van de gehouden
oefeningen van het Nederlandsche Roode Kruis onder
leiding van den heer Fabius en generaal Quanjer.
Het nieuwe nummer van „De Prins" geeft o.m.
kieken van het bezoek, van H M. de Koningin-Moeder
aan de Amsterdamsche tentoonstellingen van de
plechtige begrafenis van mr. Asser en eenige strand
gezichten te Scheveningen.
LEVENDE KALK.
Een eetbare mossel, die in eenige wateren van
Europa kunstmatig geteeld wordt, wordt ook wel
gebruikt als levende kalk.
Tot de meest woeste stroomen der wereld behoort
zonder twijfel ook de Torridge in Engeland, waarvan
de strooming zoo sterk is, dat aan de van ijzer en
graniet gebouwde brug op de plaats waar de Torridge
in de Taw stroomt, geen kalk houdt. Om de veilig
heid van de brug niet in gevaar te brengen, is men
op het idoé gekomen, de bovengenoemde mosselen tot
bescherming te gebruiken. Dit dier heeft namelijk de
gewoonte, zich met sterke, zelfgesponnen draden aan
alle uitstekende voorwerpen zocals rotsen, muren, paal
werk enz. vast te hechten. Zoo valt het dus niet te
verwonderen, dat de bewoners uit die streek, die allen
voor het onderhoud van de brug moeten zorgen, zich
de bijzondere eigenschappen van de mossalen ten nulte
maakten.
Jaarlijks worden de oude en zieke mosselen ver
wijderd en door nieuwe vervangen, die zich direct
met de draden op de plaats vasthechten en zoo ervoor
zorgen, dat het indringen van het water in de voegen
onmogelijk is. De overheid heeft er ten strengste op
te letten, dat geen onbevoegden de diertjes, die op
zoo uitnemende wijze hun „veiligheidsdienst" uitoefe
nen, lostrekt of verzamelt, en op een bord staat de
bedreiging, dat degeen, die op de een of andere manier
de openbare veiligheid in gevaar brengt, zwaar ge
straft zal worden.
ADELINA PATTI.
Adelina Patti, de gevierde, beminde en bewonderde
koningin van den zang, is in het bezit van een waaier
van onschatbare waarde. Daarop hebben bijna alle
vorsten van Europa zich door eigenhandige ontboeze
mingen Vereeuwigd.
Op het eerste blad van dit kostbare toiletartikel is
de volgende uitspraak van Keizer Alexander III te
leren „Niets geeft meer rust dan uw gezang, zelfs
opgejaagd wild zou het onmiddellijk het gevoel van
rust geven Keizer Wilhelm I, een van de ijverigste
bewonderaars der kunstenares maakte haar het groot
ste compliment, dat aan een zangeres kan worden
gemaakt, wanneer hij kort schrjjft: „De nachtegaal
van alle eeuwen". Zeer poëtisch klinken de woorden
van Koningin Christine van Spanje: „Aan de liefste
Spaansche van een Koningin, die er trotsch op is,
haar onder haar onderdanen te mogen rekenen". De
Belgische Koningin teekende eenige maten van de
Arditische kuswals, welke ze onvergelijkelijk door de
diva had hooren zingen en Koningin Victoria, even
zeer verrukt over het gezang van Adelina Patti, als
door de innemendheid van haar persoon, schrijft het
volgende: „Wanneer het waar is, wat Koning Laer
zegt, dat een zachte stem een mooie eigenschap in
een vrouw is, dat zijt gij, Adelina, de betooverendste
van alle vronwen". Te midden van deze vorstelijke
namen wordt de belangstelling gewekt door den naam
van Mr. Thiers, den presidential- republiek, die geestig
schrijft: „Koningin der zangen, ik reik u mijn bur
gerlijke rechterhand".
We kunnen niet blijven stilstaan bij deze vogels,
vooral niet, nu in dezen tijd zoovele bloemen zich
op haar schoonst voordoen. Laat ons dan eenigen
tjjd vertoeven bjj een der schoonste onder de schoo-
nen, bij de warm-gekleurde Klokjes gentiaan (Gentiana
pneumonanthe). Dit plantje is een nauwkeurige be
schouwing overwaard.
Er zit gloed, er zit leven in zoo'n helderblauwe
gentiaan, die doet denken aan de bezielde gemoeds-
uiting van een kunstenaar. Diep blauw is de bloem
kroon met 5 groene strepen op den buitenkant. Zie
hoe eigenaardig sierlijk de knoppen gedraaid zijn
Met dezelfde draaiing sluiten zich ook gedurende den
groei nu en dan de bloemen, daarmede op vernuftige
wijze de bestuiving bevorderend, waarover we zoo
aanstonds nader spreken.
Pluk eens een bloem af en vouw haar open, dan
kunt ge goed zien, dat ze vijflobbig is, en dat tusschen
elke twee toegespitste lobben een klein tandje zit.
Groot en forsch zijn de vijf meeldraden, die hier tegen
den stamper aanleggen met hare helmknoppen. Opent
ge dien knop, dan kunt ge daarin de vijf meeldraden
apart zien staan. En zie nu meteen naar den stamper
bij die verder ontwikkelde bloem. Van de stempels
kunt ge nog niets zien.
De stamper groeit echter harder dan de meeldraden;
zie, bij ons eerste exemplaar was do stamper reeds
veel langer dan hier en waren de twee omgerolde
stempels wel een m.M. of zes boven de helmknoppen
verheven. Deze springen naar buiten open, zoodat
het stuifmeel de stempels niet bereikt. De bloem is
er dus op ingericht, om door kruisbestuiving te wor
den bevrucht, wat dan ook werkelijk geschiedt. Zeer
IETS OVER DE MIEREN.
Zooals bekend is, schrijft men aan de mieren het
vermogen toe met elkander te kunnen spreken, even
als verstand en het vermogen zich te oriënteeren.
Ook heeft men dikwijls opgemerkt dat ze in troepen
leven en een zekeren gr*ad van solidariteit en samen-
hoorigheid bezitten. Toch handelen de dieren ook wel
zelfstandig en zelfs in tegenstelling met de commu
nistische en systematische arbeidsverdeeling op zelf
zuchtige wijze. Het is niet altijd uit hulp, dat twee
mieren te zamen iets dragen. Wat in dit geval ge
meenschappelijke arbeid gelijkt, is bij nader onder
zoek een strijd om den buit. Wat het oriënteerings-
yermogen betreft, meende men dat de reuk der mieren
in het bijzonder hielp den weg te vinden, doch de
diertjes beschikken ook nog over andere hulpmiddelen.
Bij verwoesting van het spoor waren ze wel een oogen-
blik besluiteloos, doch vonden weldra zonder vergissen
den terugweg, bovendien hielden ze zich niet altijd
aan de gebaande wegeD, doch verkortten den weg.
Zet men het diertje op een andere plaits, dan keert
het zich weer naar het nest toe. Dan legt het precies
den afstand af, die het vroeger af moest leggen tot
het nest, daarop begint het zoeken nsar den goeden
weg. Daarbij vergissen ze zich slechts zeer weinig.
OP REIS PER STAATSSPOOR.
Onder den titel „Op reis per Staatsspoor" is door
de Nederlandsche Kiosken-Maatschappij een reisgids
uitgegeven. Vele plaatsen uit alle deelen van ons
land worden er uitvoerig in beschreven. Tal van
plaatjes tusschen den text versieren het werkje, dat
een zeer doelmatige reclame is. Ook de bepalingen
betreffende het gebruik van de vacantiekaarten wor
den er in omschreven.
Hoewel met een allerliefst, jong vrouwtje getrouwd,
liet. Paul Holger nooit na om, als hij voor zaken naar
Parijs moest en dat was om de vier of vijf maan
den Madama Lea de Montagne, een zeer gastvrije
bewoonster der Rue de Moreau, zijn opwachtingen te
maken. Hij liet dan meestal aan de beminnelijke en
niet minder voorname dame als aandenken achter een
of ander byou, hetzij een ring, een broche, een mooie
speld ol medaillon. Madame de Montagne betoonde
zich voor deze fijne attenties extra gevoelig, omdat
zij met. onmiskenbaren hartstocht brillanten verza
melde en voor goud' en dingen van opschik een gloei-
ender culte voedde dan voor wat ook. Zij was onge
veer acht-en-dertig jaren geleden in de kerk van
Montagne gedoopt geworden en droeg toen den een-
voudigen, burgerlijken naam van Melanie Cochenard.
Reeds bij herhaling had Lea in een d'er uitstalkas
ten van een juwelier op den Boulevard dés Italiens
een matgouden, met drie prachtige saffieren bezette
armband ontdekt en telkens had zij, niet zonder moei
te, de blikken er van afgewend. Maar hoe haar be
geeren stillen, hoe het kunstvoorwerp bemachtigen?
„Als Paul Holger weer eens komt, moet hij hét
voor me koopen!"
En Paul kwam en Lea kon niets haastigers doen
dan hem naar het. bewuste raam leiden en hem haar
bewondering doen deelen.
„Heel mooi. werkelijk bepaald heel mooi en ar
tistiek.
„En die steenen, nietwaar, wat een kleur, kijk eens
wat een diep-blauwe kleur."
„Verrukkelijk", beaamde Paul, „maar...."
„Ja, wat zou het kosten?"
Een microscopische klein etiketje torste het cijfer
3200 en daar Paul de bewijzen zijner erkentelijkheid
gewoonlijk slechts in 12- tot 1500 franken omzette,
maakte dit de zaak gecompliceerd.
„Wij zouden in elk geval eens even binnen kunnen
gaan, nietwaar", vroeg Lea hem smeekend, „om den
armband eens wat1 van nabij te bewonderen. Hij is
toch zóó beeldig! Men zou met den man kunnen pra
ten; misschien is er over den prijs te onderhandelen."
„Nu, voor mijn part, toe dan maar."
De aangehechte prijs bleek juist te zijn. Ook viel
er niet te marchandeeren; de principes der firma ge
doogden dit niet. Maar om te toonen dat men schap
pelijk wou zijn en ook om nieuwe klanten niet te ver
liezen, zou men den prijs op de ronde som zetten van
3000 frank.
Maar Paul vond het nog te veel.
„Wij willen liever voor onszelf nog eerst eens over
leggen", mompelde hij en maakte een beweging van
heengaan.
„Maar, meneer, u kunt nog andere armbanden zien.
V ij hebben een groote keuze. Als ik weten mag, hoe
veel u dacht te besteden?"
„Ik dacht 1800 of 2000 frank."
„Ik zou u in dip prijzen iets kunnen toonen, wat u
zeker wel zal aanstaan.
„Neen, neen, dezen armband wenschen wij, geen
anderen, en als u niet
De onderhandelingen werdén nog een oogenblik ge
rekt, doch ten slotte verlieten Paul en Lea, overtuigd
van het onvruchtbare hunner bemoeiingen, den win
kei.
Twee uren daarna verscheen Lea er weer, alleen.
„Ti hebt waarschijnlijk geen bezwaar, om dén arm
band voor 2000 frank te verkoopen, wanneer men u
tevoren het verschil van 1000 frank uitbetaalt?"
Bij deze woorden overhandigde zij den jongen man
een biljet van 1000 frank.
„Meneer komt vanavond of morgen vroeg terug."
„Zeker, zeker, mevrouw, dat spreekt vanzelf, wan
neer meneer terugkomt en opnieuw over den prijs
spreekt, zal ik dien ongemerkt, kalmpjes aan, tot
2000 frank laten vallen. U kunt heelemaal op mij
VP i'trouwen."
„Mij is zoo bijzonder veel aan dezen armband ge
legen; het zou mij razend spijten als...."
„Zeker, zeker, ik begrijp volkomen", antwoordde 't
jonge mensch, ,,ik zal hem dadelijk ter zijde leggen.
Meneer komt zeker gauw weer
„Vanavond; of anders zeker morgen vroeg."
En werkelijk, Lea wist te bereiken, dat Paul haar
beloofde nog eens naar den juwelier te gaan en te
probeeren, om den armband tegen billijker conditie te
bemachtigen.
«Vandaag zal wel de winkel gesloten zijn", meende
hij, „maar morgen is het mijn eerste werk."
Den volgenden morgen, de eerste middaguren gin
gen voorbij, niets werd er bezorgd. Om drie uur
rende Lea ongeduldig, misschien wel met een voor
gevoel van iets verschrikkelijks, dat haar wachtte,
naar den juwelier.
„Mevrouw is zéker tevreden?"
„Was meneer dan hier?"
„Reeds vanmorgen en de zaak is, zooals mevrouw
heeft bevolen, met 2000' frank in orde gekomen.
Lea ademde diep en reed ijlings naar huis, waar
Paul of anders minstens de armband haar zoude
wachten. Niemand, niets wachtte. Lea's zenuwaeh
tigheid was tot het! uiterste gespannen en daar zij
wist, waar Paul logeerde, vloog zij daarheen.
„Meneer Holger?" vroeg- zij, de dame in 't bureau
Deze schudde het hoofd.
„Is meneer Holger niet in het hotel? Wanneer
denkt u, dat hij terugkomt?"
„Hij heeft geen boodschap achtergelaten."
„En weet u niets van hem, heelemaal niets?"
„Aeen. ik weet niets dan dat hij vanmorgen ver
trokken is."
„Vertrokken Afgereisd
„Ja, hij heeft, als ik mij niet bedrieg, den middag
trein genomen."
„Naar huis is hij gereisd? Is dat zeker?"
„Ja, ja, zóó is hetMeneer Holger heeft het mij
gezegd. Weet u, ik heb zooveel aan mijn hoofd, zoo
dat die kleine gesprekjes mij ontsnappen. Maar toen
de huisknecht zijn koffer naar beneden droeg, toonde
hij mij even en passant een armband, dien hij kort
tevoren gekocht had en nu als dierbaar kleinood1 met
zich droeg. Trouwens, ik herinner mij, 't was een
prachtarmband, iet-s met saffieren. Hij vroeg mij
zelfs hoe, of ik het vond. Hij' was er zelf blijkban
verrukt van, t was een cadeau voor zijn vrouw."
„Ik verheug mij erg- op de verrassing', die ik er
mijn vrouw mee bereid", zei hij. „Ik kreeg- n.l. van
ochtend van huis een telegram, dat een stamhouder-
tje werd geboren en deze armband zal nu het ge
schenk zijn voor het kleine mamatje.... Ik ben "er
zelfs gelukkig- mee geweest, ik heb geboft, want ik
heb hem goedkoop gekregen. Er zijn van die getrouw-
zijn wij te naief en te ernstig voor.
op Woensdag 18 Augustus 1918des namiddags
te 18 nnr, in 't lokaal „HARMONIE",
waaronder: Sumatra - eu Vorstenlanden dek;
Borneo dek Vorstenlanden- en Java-omblad
en diverse soorten Binnengoed.
Een en ander op den dag des verkoops vanaf
's morgens 11 nnr te zien.
Deurw. KLEIN.
op een der mooiste punten van Alkmaar op zéér bil
lijke voorwaarden ter overname aangeboden-
Brieven onder letter S 291 bureau van dit blad.
b|| de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij» tK.
Het eenige photo's van onde Bijbelhand
schriften.
BH lederen boekhandelaar verkrU gbaar
Verkoopers en gebruikers hebben op aanvrage steeds
toegang tot mijne stoomfabriek „de Wachter", om
van de zuiverheid te overtuigen.
Vraagt uwen Winkelier
van de Stearine Kaarsenfabriek
Prima kwaliteitonovertroffen in
brandduur; zeer billjjk in prjjs.
Let op de etiquetten.
Hoogste onderscheidingen, Grand Prix Parijs 1900
Kalkfabrieken.
Mtoomtrasmoleii.
Steenkooper U
Handel in Bouwmaterialen.
W. F. STOEL ZOON, ALKMAAR.
Telefoon 897.
GROOTE KEUZE:
ParlJsehe j
Marmeren f
Boperen j S<!hten-®apn 1 ren.
Bonten j
CONCURREERENDE PRIJZEN.
Uitsluitend met eerste kwaliteit uurwerk.
CJ)
<♦-
«♦-
ra
c
cd
O
p»
a
O9
De Witte Bazar
•H
Payglop 18. Depót Pal the.
Tü N. y. voerk. Herms. Coster Sl Zson, Alkmtoï.