DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Straker Squire, No. 185 Honderd en vQitiende Jaargang. 1913 DINSDAG 12 AUGUSTUS. DINSDAG 19 AUGUSTUS 1913, FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Qreote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Inlevering wapenen kleediug uitrusting enz. Firma STIKKEL, OLIJ «n TEN ZELDAM. Telefoonnummer 3. BINNENLAND. „Kennemer An to garage", Telet. lit. AIRIAIB. AARSCHE COURANT. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter kennis van BERNARD TIERMAN WITTEN- BERNS, behoorende tot de le Compagnie van liet 26ste Bataljon Landweer-Infanterie, van de landweer- lichting 1905, Stamboeknummer 319, dat door den Commandant in het 26stp Landweerdistrict is be paald, dat de INLEVERING van al de hem voor Rijksrekening verstrekte voorwerpen met uitzonde ring van het zakboekje, overeenkomstig art. 35 bis der Landwcerwet, alsnog moet geschieden op des voormiddags ten 11 ure, in de Cadettenschool te Alkmaar, aan de Wilhelminalaan aldaar. Ilij noodigt mitsdien bedoelden verlofganger uit op den genoemden datum en de aangegeven plaats aan de hem bij art, 35bis der Landweer opgelegde ver plichting- tot inlevering te voldoen en brengt voorts in herinnering de navolgende bepalingen voorkomen de in de .Regeling" voor die inlevering, vastgesteld bij beschikking- van den Minister van Oorlog van 7 Mei 1913, Vie Afd. No. 24: „Indien de verlofganger wegens geldige redenen verhinderd is persoonlijk de inlevering te doen, dan is hij, of zijn c. q. zijne naastbestaanden gehouden, er voor te zorgen, dat de inlevering- door een ander ge schiedt, Yan de geldigheid der redenen van verhin dering moet blijken uit een bewijs, afgegeven, e. q gelegaliseerd, door den Burgemeester en bij de inle vering over te leggen door den persoon, die de inle vering- doet. Met nadruk wordt hem er op gewezen dat hij bij de inlevering IN BURG ER KLEEDING moet ver schijnen. Overtreding of verzuim van de betreffende bepa lingen der Landweerwet wordt gestraft op de wijze als is aangegeven in de artt. 32, 33, 35bis, 35ter en 36 dier Wet. Alkmaar, 9 Augustus 1913. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. Z. K. II. DE PRINS. Prins Hendrik is gistermorgen op de Hohe Mark, het sanatorium van dr. Friedlander hij Oberursel aangekomen. HET CONGRES DER S. D. A. P. In een artikel „De uitspraak der partij" bespreekt de redactie van „Het Volk" de beslissing op het bui tengewoon congres der S. D. A. P. genomen en de houding welke deze partij nu verder zal moeten aan nemen. Allereerst, zegt zij, zal front gemaakt moe ten worden „tegen de heksensabbat van demagogie, die de burgerlijke partijen reeds in scène hebben ge zet na de weigering der portefeuilles door de partij- conferenties". Verder schrijft zij Wij zullen ons door deze campagne heenvechten, zooals wij ons hebben geslagen dóór alle moeilijkhe den, bezield door onze revolutionaire strijdlust, door ons onwankelbaar toekomstvertrouwen. Nog altijd, door L. G. MOBERLY. Naar het Engelsch. 45) -o- „De politie had verladen een heel vreemde ontdek king gedaan, een soort leiddraad die tot niets geleid heeft. Een lombardhouder, of liever een juwelier die geld voorschiet op bijouterieën, ergens in een achter buurt van Chelsea, deelde, mede dat hem een paar we ken geleden een medaillon te koop was aangeboden en dat dit medaillon beantwoordde aan de beschrij ving van het gestolen voorwerp." ,,V aarom heeft die juwelier de politie toen niet laten halen en de persoon gearresteerd?" vroeg Ci cely. „Omdat de poltie de lombardhouders in Londen toen nog niet gewaarschuwd had. Als ik het goed naga moet, het medaillon te koop zijn aangeboden bij na precies op denzelfden tijd dat ik in Londen geko men ben om er onderzoek naar te doen'. De juwelier zelf schijnt het medaillon niet gezien te hebben. Hij was uit, maar had d'e zorg voor den winkel toever trouwd aan twee winkelbedienden, toen een jonge vrouw of meisje den winkel in kwam en vroeg wat zij voor dat medaillon geven wilden. Zij schijnen van het begin af aan verdenking tegen haar gekoesterd te hebben, want het wat duidelijk dat zij zeer arm was en volstrekt niet een persoon om zulk een prach tig sieraad te bezitten. Zij deden haar een bod, maar het was of zij de vlucht nam, zij liep ten minste in allerijl den winkel uit. Zij had zeker begrepen, dat men de zaak niet vertrouwde; ongelukkig hebben zij haar door den mist uit het oog verloren en haar spoor heeft men niet kunnen volgen." „Verdacht u niet een jong- meisje van den diefstal? En beantwoordt de beschrijving van het jonge meisje bij den lombardhouder aan die van de vrouw in den dit sta bij al wat tegen ons wordt aangevoerd, op den voorgrond, liggen op de ministerstafel de eischen. door on9 bij de herstemmingen tot overwinning ge bracht. Nog altijd is in de Kamer aanwezig een meerderheid van 54 leden, die hun woord aan het Staatspensioen en het Algemeen Kiesrecht hebben verpand. Nog- altijd' is de weg open, om elke regee ring, die deze eischen verwerpt of verwaarloost, weg te jagen, en om een concentratiekabinet te vormen dat bij de grootste mogelijke eenheid in zichzelf, in de Kamer den steun vindt van de 16 sociaal-demo craten. Nog altijd is het verraad, waarnaar de con centratie bij haar portefeuillespel de hand heeft uit gestoken, niet voldongen, nog altijd heeft zij de gele genheid, te toonen, dat bet- haar, zoo ai niet met de hervormingen, door Laar aanvaard, dan toch met het eerewoord, door haar gegeven, evenveel ernst, is als wij op ons congres hebben getoond. Rustig wachten wij thans de verdere ontwikkeling- der politieke gebeurtenissen af, en intusschen tijgen wij allen aan den arbeid, onverwijld, met nieuwe over gave aan den strijd, om in de arbeidersklasse de macht te versterken, die de eenige waarborg- is, dat het Staatspensioen en het Algemeen Kiesrecht tot stand komen binnen den kortst mogelijken tijd. Wat er ook gebeure, de parlementaire krissen die ons al licht in de naaste toekomst te wachten staan, moeten staan in het teeken van een in aantal en vechtlust al tijd groeiende, de bourgeoisie steeds scherper bedrei gende strijdmacht voor het Staatspensioen, het Alge meen Kiesrecht, het Socialisme! De ontwikkeling der politieke gebeurtenissen in Nederland heeft deze drie-eenheid geschapen, strijdt er voor, strijdt, kameraden, in haar teeken zul len wij overwinnen! De N. R. Ct. acht door het congres de kans op de totstandkoming van een kabinet-Gort van der Lin den versterkt. „Met^ een aanvaardingsmotie een blanco crediet, gelijk zij na de toelichting van mr. Troelstra terecht genoemd is, omdat, het tijdstip, waarop, en de om standigheden waaronder ervan gebruik gemaakt zou worden, in de lucht kwamen te hangen als rugge steun zou mr. Troelstra een zeer sterke positie heb ben ingenomen. Zonder haar is hij in de Kamer vrij wel lamgeslagen. Wat kan hij nu doen, wanneer het kabinet-Gort van der Linden niet den weg zou opgaan, dien hij ge volg-d wenscht te zien? Vrijwel niets. Hij kan groo te woorden gebruiken, en daarmede een schijn-succee behalen. Desnoods moties over algemeen kiesrecht en staatspensioen voorstellen, en stemmingen uitlok ken, om te pogen, met den steun der concentratie, liet kabinet-Van der Linden ten val te brengen. „Nu het Zwolsc.he congres op gronden van partij belang- en andere zijn niet aangevoerd beslist heeft, dat onder geen voorwaarden de taak der soci aal-democraten verder zal worden uitgebreid, dan tot afbreken. nu zal zij het moeten aanzien, dat op een gegeven oogenblik de concentratie terugdeinst voor een beslissing, die naar groote waarschijnlijk heid de rechterzijde aan het bewind zou brengen. In zooverre heeft dus het Zwolsche congres wol eenig- practisch resultaat opgeleverd. Dit, dat. op 't komend kabinet de sociaaldemocraten eiken vat ver loren hebben. Het blad acht thans de totstandkoming van een ka binet-Cort van der Linden zeer waarschijnlijk en blijft hopen, dat een grondwetsherziening zal worden gebracht. trein? Er zat immers maar één persoon in diezelfde coupé?" „De bedienden van den juwelier kunnen slechts een onduidelijke beschrijving geven van een armoedig gekleed meisje, dat in groote geldverlegenheid scheen te verkeeren. De beschrijving was verre van compleet of uitvoerig. Volgens onze kamenier was de jonge vrouw in den trein een heel net gekleed persoontje, zeer fatsoenlijk van uiterlijk, maar dat bewijst niets, het kan best dezelfde geweest zijn." „Ja, best antwoordde Cicely, ,,'t is heel jammer, dat die winkelbedienden het meisje loopen lieten. Het medaillon is nu zeker al lang uit elkaar genomen en de steenen nergens meer te vinden." „Ja, dat is zeer waarschijnlijk, en toch heb ik nog altijd hoop dat ik het) ding in zijn geheel zal terug krijgen. Ik kan er niet aan denken dat een kleinood waar mijn moeder zoo groote waarde aan hechtte, en dat een erfstuk was geworden in de familie, onher roepelijk,-verloren zou kunnen wezen." „Niet onherroepelijk willen wij hopen", antwoord de Cicely opstaande om heen te gaan. „Als u bij ons komt op Bramwell, wie weet of u dan niet in staat is ons goedte tijding mee te brengen van het verloren sieraad en voegde zij er aarzelend bij, „ook van uw zwager". Weder kwam de wensch bij' haar op dat zij zich tot iets herinneren kon wat die zwager uitge voerd had. Het is wel mogelijk, dat zij er nooit iets van geweten had', want John, haar ridderlijke en lie ve man, had alles altijd ver van haar gehouden wat haar kwetsen of ergeren kon, en als zij het ooit had gehoord, dan was zij het in ieder geval al lang ver geten. Sir Arthurs gezicht betrok bij die woorden van haar. „Ach, van dien ongelukkigen man zullen wij wel nooit goede tijding krijgen. De beste tijding-, de eeni ge, die ik eerlijk gezegd gaarne zou willen hooren, zou wezen, dat hij' veilig en wel in zijn graf lag. Mijn zuster, die arme, dwaze vrouw, is geloof ik nog altijd zeer op hem gesteld. Zij is steeds zeer onverstandig geweest in alles wat met dien man in verband stond; zeer onverstandig." Het Handelsblad schrijft o. m. Een merkwaardig feit, dat trouwens reeds uit de namen onder de beide resoluties was gebleken, is, dat men onder de socialisten, die vóór de aanvaarding waren, allen aantreft die reeds in de Tweede Kamer gezeten hebben, terwijl de minderheid bestond uit mannen, die daarin eerst thans gekozen zijn of die nog geen parlementaire functie hebben bekleed. De parlementaire sfeer schijnt toch wel deze uitwerking- te hebben, dat wie er in verkeert, zoowel de macht van het ministerschap als de verantwoordelijkheid van parlementaire partijen gaat gevoelen. Beiden zullen wel hun invloed doen gelden, ook al is- wie ze ondergaat, zich daarvan niet bewust. Men behoeft nog niet persoonlijk een ministerportefeuille te be geeren om toch te voelen, dat, zetels in een ministerie een invloed verzekeren, die Kamerleden buiten het Kabinet, ook bij d'e behandeling van zeer principieele kwesties, niet. hebben. „Wat ten slotte de invloed van het votum zal zijn op de politiek en de partij-verhoudingen? Met zeker heid valt er niets van te zeggen, maar dat die gun stig zal zijn voor het liberalisme verwachten wij zeer zeker. De socialisten hebben zich aan hun parlemen taire verantwoordelijkheid' onttrokken en daardoor bewezen, dat zij in het parlement niet de rol willen spelen, die zij verplicht zotiden zijn te vervullen waaraan een parlementaire partij zich nu eenmaal niet onttrekken kan Het zal ons verwonderen, als de niet-socialisten, de meer dan honderdduizend kie zers, die, geen lid der partij, toch op hen als meest vooruitstrevende partij gestemd hebben, hen in het vervolg voor vol zullen aanzien. En door deze over weging- kunnen de vrijzinnigen, die getoond hebben dat zij bereid waren samen met hen het programma uit te voeren, dat bij de verkiezingen tot de gezamen lijke overwinning had geleid, slechts winnen." De Telegraaf wijst er op, dat wanneer maar de af deeling Amsterdam IX met haar groot aantal stem men, vóór de aanvaarding had gestemd, de resólutie zou zijn aangenomen. Een flinke meerderheid, zooals de Pai'ijscbe resolutie eischt, was het dan weliswaar nog- niet, maar mr. Troelstra en de zijnen zouden het principieel hebben gewonnen. „De S. D. A. P. kan thans weer gaan critiseereh. En betoogingen in elkander zetten voor kiesrecht en staatspensioen. Om dan straks de heer Vliegen zei het terecht opnieuw voor eenzelfde situatie te komen staan als nu. En opnieuw te weigeren. Het lijkt op die oude verhalen uit de fabel-wereld, van menschen, die overdag naarstig aan een groot werk arbeidden, om het in den nacht te vernielen, den vol genden dag het weer op te bouwen, maar 's nachts. enz. Als een soort sport is zoo iets niet onaardig. Maar velen knnnen er de dupe van worden. Dat is thans het geval. De groote eischen der socialisten zijn in den steek gelaten ter wille van het theore tisch socialisme." De „Maasbode", het congres besprekend, heet het „Alles theater." Ze eindigt haar beschouwing- aldus: ^Naar onze meening staan de zaken nu zóó, dat de Vrij-liberalen hij een volgende gelegenheid hun aan bod gerust kunnen herhalen. Want waarschijnlijk is het. niet, dat de „leiding" der S. D. A. P. zich spoedig weer vergissen zal in de stemming zijner leden, en moeilijk kan men binnen korten tijd weer aankomen met de bewering, dat het extra-ordinaire geval aan wezig is, waarin aanvaarding van minister-portefeuil les geoorloofd is volgens socialistische leer. Sir Arthur was zeer vertoornd, dat wat duidelijk te hooren; „ge hebt haar zeker nooit gezien is 't wel?" „Ik heb nooit een van uw zusters gezien", ant woordde Cicély zacht; „zij ik geloof dat zij lang voordat ik een van u kende, getrouwd waren. Het is nog maar zes jaar geleden nietwaar, dat ik met John getrouwd hen." „Zes jaar? En het is al meer dan twintig jaar ge leden dat mijn beide zusters het ouderlijk huis verla ten hebben. Beiden in treurige omstandigheden; bei den trouwden tegen den. zin van mijn ouders. O, het was een droevige tijd, een zeer droevige tijd! Zij bei den behoorden tot het slag- van vrouwen, die een man blijven liefhebben, welke dwaasheden of zonden hij moge begaan. Ik moet u bekennen dat ik mij in den gemoedstoestand van zulke vrouwen niet kan ver plaatsen." „Neen, ik ook niet", antwoordde Cicely met de oogen peinzend op het strenge gelaat gevestigd. „U vindt het zeker dat liefde en achting niet gescheiden kunnen worden en dat wanneer een man de achting van een vrouw verloren heeft, hij ook haar liefde moet verliezen." „Zeker, dat is mijn meening. Wanneer de achting verloren gaat, is het beter het hart geheel van iemand af te trekken. Ik heb niets op met de senti- menteele gehechtheid aaan een man die alle recht op genegenheid verbeurd heeft." „Ik zou denken Cicely zweeg even en er kwam een zonderlinge gloed in haar oogen, die noch door Sir Arthur noch door zijn vrouw verklaard kon wor den, „ik zou denken dat wanneer een vrouw een man neemt om alle levensomstandigheden met hem te deelen, kwade zoowel als goede, de kwade ook kwaad doen kunnen beteekenen; misschien is het dus wel mogelijk dat zij de zonde op zich zelf haat en toch den zondaar nog- kan liefhebben." Sir Arthur wist niet dadelijk wat hij daarop zou antwoorden, maar hij hield er niet van tegengespro ken te worden en zou in geen geval erkennen dat een vrouw hem tot andere gedachten had gebracht. Hij de auto Tan de chic van Engeland. Bij de op 16 Mei j.I. op de Brooklyn-B&an gehou den raceskwam deze auto wederom eerste aan. Importeurs voor geheel Nederland Daardoor is de positie der S. D. A. P. ten opzichte van haar meer dan honderdduizend „bijloopers" ver zwakt, Ook in de toekomst zal ze bloot staan aan de zelfde truc der portefeuille-aanbieding en aan dezelf de kritiek door het weigeren daarvan. Of de S. D. A. P. inwendig verzwakt is door twee spalt, kan men zoo gemakkelijk niet zeggen. Troel- stra vreesde er wel sterk voor, toen hij ten slotte het noodig vond demonstratief de hand te drukken var Van der Goes. En door dit nieuwe stukje theater-effect zal toch wel niet alle gevaar bezworen zijn. In dit opzicht zullen we rustig afwachten. Even zeer zijn wij in twijfel, of Schaper nu in het parle ment met een mond vol tanden zal zitten, zooals hij zeide, en of Ilugenhoitz, naar zijn eigen woorden, niet. meer voor zijn kiezers zal duiven verschijnen. Socialisten-eergevoel kennen we. Dit is echter zeker, dat de S. D. A. P. sinds 25 Ju ni in kracht en invloed aanmerkelijk is gezakt. Inzake een eventueel optreden van sociaal-demo craten als ministers, is thans de rekening finaal af gesloten zegt „de Nederlander": „De concentratie moet toonen wat ze kan, of too nen dat ze niets kan. Of een komend vrijzinnig Kabinet zal kunnen rekenen op socialistisehen steun bij de oorlogs-begrootingen daarover heeft het congres het stilzwijgen bewaard. Er bestaat thans tusschen socialisten en vrijzinnigen geen enkel com promis; de aanvankelijk door de soc.-dem. Kamerclub gedane toezeggingen zijn door het congres niet be krachtigd, omdat ze er niet behandeld zijn. Het komt ons voor, dat het uitzicht er voor de vrijzinnigen Zondag er niet beter op geworden is. Zij zullen goed doen voortaan wat minder met het revi sionistisch karakter en wat meer met het „revoluti onair sentiment" der S. D. A. P. te rekenen." DE KABINETS-CRISIS. Het „Centrum" meent te weten, dat mr. Cort va a der Linden goed opschiet met- de kabinets-formatie en dat het nieuwe kabinet al bijna bijeen is. Volgens het blad zal de heer H. J. E. Wenckebach, directeur van de gQuvernementsbedrijven in Neder- landsch-Tndië, er waarschijnlijk in komen te zittefl. DE OPENING VAN HET VREDESPALEIS. De heer en mevrouw Carnegie zullen met het doe! de opening van het Vredespaleis bij te wonen, in den ochtend van 27 Augustus te 's-Gravenhage aanko men en intrek nemen in het. gebouw van de legatie der Veréenigde Staten van Amerika aan het Voor hout te Den Haag, als gasten van den Amerikaan- schen gezant en mevrouw Lloyd Bryce tot na de plechtigheden in verband met de inwijding voormeld. deed dus maar of hij het aannam, eigenlijk zonder overtuigd te zijn. „Ach, er is altijd veel onzin verkondigd over d* liefde", zeide hij voor zijn doen op luchtigen toon, „ik kan je verzekeren, lieve Cicely, dat mijn arme zusters haar overdreven sentimentaliteit duur hebben moeten betalen. De eene is geheel en al van haar familie vervreemd; zij is tot armoede vervallen en wij weten niets meer van haar en hebben nooit meer iets van haar gehoord. De andere heb ik meermalen ge zien en ik heb met haar gepraat, ontelbare malen, maar steeds tevergeefs; en nu houdt zij dien onge lukkigen man ergens verborgen en ik doe al mijn best hun schuilplaats op te sporen om nog erger schandalen te vermijden als ik kan." „Ik hoop, dat. het u gelukken zal". Cicely nam af scheid van Lady Congreve, die niet op een andere manier had deelgenomen aan het gesprek dan doof een flauw uitroepje of een bedeesd lachje. „Ik hoop dat wij allen met elkaar een gelukkig Kerstfeest zul len vieren op Bramwell. Ik zal u nog wel laten vre ten met welken trein ik u aanraad te komen. Dus au revoir HOOFDSTUK XI. IK HEB HET VAN MIJN MOEDER GEKREGEN. „Bébé wou dat mijnheer dokter bij den Kerstboom kwam; Bébé houdt veel van mijnheer dokter." Bij het hooren van dat smeekende stemmetje en liet zien van de vragende blauwe oogen, legde Gicely de pen lachend neer en nam het kind in haar armen. „Jij dwaas, verleidelijk kindje, waarom wou je mijnheer dokter, zooals je hem noemt, zoo graag heb ben?" „Omdat Bébé wil. Zij houdt vreeselijk veel van hem, verschrikkelijk veel", en om haar moeder een flauw denkbeeld te geven van de diepte van haar ge negenheid, sloeg Bébé haar handjes om haar eigen kleine persoontje heen en keek Oioely smeekend ftaA. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1