DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 193 Honderd en vflttiende Jaargang. 1913 DONDERDAG 21 AUGUSTUS. FEUILLETON. Gevonden voorwerpen. BINNENLAND. ALKMAARSCHE COURANT, Eon. huissleutel, een portemonnaie met geld, een slang, een postduif, eenige sleuteltjes, een zilveren dames-horloge, een paar dameshandsehoenen en een dameskraag, twee parapluies, een cape, twee brillen, een zakdoek, een beugeltasch, een mesje, een rijwiel- pomp, een R. Cl kerkboek, een postzegeldoos, gen col lier, een koralen halsketting, een gouden broche, een 'ceintuur, een halster en een rozenkrans. De Commissaris van Politie, W. Th. VAX GRIETHULJSE X Alkmaar, 20 Aug. 1913. HET VREDESCONGRES. In de schitterend verlichte Ridderzaal werd gister ochtend te half tien het XXe Wereldcongres voor den Vrede plechtig geopend. De zaal was geheel met congressisten gevuld, terwijl op de tribune een da meszangkoor had plaats genomen. Padvinders had den zich buiten bij het bordes der zaal als ©erewacht opgesteld. Behalve vele leden van het eere-comité, werden verschillende vertegenwoordigers van vreemde mo gendheden opgemerkt. Ook de burgemeester van 's-Gravenhage en «eenige wethouders woonden de openingszitting bij. Onder het zingen van het „Wilhelmus", waarbij al le aanwezigen opstonden, traden de leden van het Congresbureau binnen en namen plaats aan de groe ne tafel vóór den troon. Daarna werd de Vredes-hymne uitgevoerd met har monium-begeleiding. Air. De Pdnto, president van „Vrede door Recht", bracht daarna zijn groet aan het Congres. Op zijn voorstel werd bij acclamatie prof. de Louter, hoog leeraar in het Volkenrecht te Utrecht, tot president van het Congres benoemd. Spr. schetste den vooruitgang van de Vredes-idee en wees er op, dat er geen vrede mogelijk is, die niet berust op het recht. Elke andere grondslag is wan kelbaar en bedriegelijk. De vrede moet berusten op een gevoel van eerbied voor het onafhankelijk be staan der verschillende staten. De toekomst is vol beloften, maar alles hangt af van den eerbied voor de zelfstandigheid en do rechtsgelijkheid der staten. Als men daaraan raakt, raakt men het volkenrecht in het hart zelf. De staten mogen een macht boven zich hebben, doch moeten vrijelijk samenwerken tot het scheppen van tractaten. Op die wijze zijn reeds merkwaardige instellingen tot standi gebrachtinternationale bu reaux, internationale rechtbanken .en arbitragehoven. Maar dat alles komt geheel vrijwillig, geleidelijk, stap voor stap, tot stand. Het Congres heeft tot taak, het. doordringen van deze opvattingen in de pu blieke opinie te verhaasten; aan de staten de taak, dit, werkelijk en heilzaam internationalisme, voor- looper van de broederschap tusscben de natiën, tot volmaking te brengen. Maar men bouwe geen lueht- kasteelen die tot ontgoocheling leiden. Dit. interna tionalisme is allerminst onvereenigbaar met het nati onalisme, en met een warme, oprechte vaderlands liefde, Laat. ons, vervolgde spreker, met zorg' alles vermij den wat de verdenking wekt als zou het pacifisme de antagonist zijn van de vaderlandsliefde. Dit is een dwaling die ons beroofd heeft van de sympathie van vele hoogstaande persoonlijkheden, die terecht afkeerig zijn van een hersenschimmig cosmo- politisme. Hierna sprak minister Heemskerk, die evenals de beide vorige leden in het Fransch het woord voerde, een kort woord, waarmee Z. Ex. het Congres voor geopend verklaarde. Een plechtig „Hun danket allen Gott,-' weerklonk. Het woord was daarna aan mr. Goeman Borgesius, die in het Duitsoh namens het eere-comité zijn diepe droefheid uitsprak, dat thans onder de leden van het oereoomité de Minister van Staat, mr. Asser de groo- te geleerde en groote voorganger, op wien het Neder - landsche volk trotsch was, gemist wordt. Voor drie weken sprak hij nog de hoop uit als zijn gezondheids- toestond het toeliet aanwezig te zijn. Het heeft helaas niet zoo mogen zijn. Spr. verzocht de aanwezigen een oogenblik op te staan als hulde aan den g-rooten strijder voor den vrede, waaraan door allen met. geestdrift werd vol daan. Dat het bezoek op dit 20e Congres, dat, geopend wordt op een oogenblik, dat een eind is gemaakt aan het onwaardige menscbenslachten in het Oosten, grooter is dan ooit te voren, moet een spoorslag zijn om met nog' meer kracht dan vroeger voor den vrede te strijden. Als het waar was, dat de vermeerdering der bewapeningen aan den vrede ten goede, komt, dan zouden in Europa jaarlijks 5000 millioen gulden voor den vrede worden opgebracht en zouden daarbij ver geleken de paar millioen van Carnegie slechts een ba gatel zijn. Maar wie gelooft dat? vroeg spr. Veeleer vreesde bij, dat dit zal leiden tot een Europeeschen oorlog', nog vreesëlijker dan ooit te voren of wellicht tot een algemeen financieel bankroet. (Applaus). Maar hier is „Vrede door Recht" de leus. Of men ooit zoover zal bomen, dat geen oorlog zal gevoerd worden voor dat een internationale commissie de zaak heeft onder zocht, achtte spr. een open vraag. Maar de vrediee vrienden hebben geloof en wie gelooven haasten niet. Men zegge niet, dat dte propaganda niet baat. Met hetzelfde recht kan men aan de tuberculose-bestijders verwijten, dat ondanks hun propaganda de ziekte nog niet is uitgeroeid. (Applaus): Maar het leger der vrede#vrienden moet zich nog' vertienvoudigen en zal eindelijk overwinnen. (Ap plaus.) Wij, zeide spr., zullen het Vredespaleis beschouwen als een vuurtoren in de zee; wij Hollanders zullen het bewaren als een heilige schat, ook als daarbuiten de oorlog woedt. V ij Hollanders kunnen nog een krachtigen steun voor de vredesbeweging vormen, gedachtig aan het woord van II. M. do Koningin-MoederHolland moet j groot zijn in alle dingen, waarin een klein volk groot kan zijn. (Applaus). Daarop sprak de heer Henri Lafontaine, president van het bureau te Bern, die hulde bracht aan Hol land, dat ons door zijn eeuwenlangen strijd tegen de zee, leert hoe men over vijandelijke machten kan tri omfeeren en vervolgens verschillende, sinds het vo rige congres gestorven vredesvrienden herdacht. Vervolgens sprak spreker een woord' van afschuw, afkeuring en protest, naar aanleiding van den Bal kan-oorlog. Reeds staan de volksmassa's op om de vorsten, die oorlog verklaren, te vervloeken. De po tentaten moeten ervan doordrongen worden, dat zij de kans loopen zelf als. schijf te dienen voor de ko gels van hun eigen soldaten als zij nog den oorlog durven verklaren. (Luid applaus). Maar niet slechts in arbeiderskringen, ook in intellectueele kringen dringt de v redes idee door. Spr. eisehte daarom, dat in 1915 de derde vredesconferentie bijeenkomt en een nieuw hoofdstuk toevoegt, aan liet wetboek van inter nationaal recht dóór de schepping van een permanent internationaal gerechtshof. Spr. hoopte, dat men eenmaal zal komen tot blijvende verstandhouding tus scben de volkeren. Dr. A. Gobat, directeur van het bureau te Bern, las tal van telegrammen voor met de beste wenschen voor liet welslagen van het congres. Mev rouw Bertha von Siittner deelde mede, dat door de Oostenrijksch-Hongaarsche delegatie ten con- gresse een telegram is verzonden aan keizer Frans Josef van Oostenrijk ter gelegenheid van zijn Maan dag j.l. gevierd en verjaardag, waarin hem hulde werd gebracht, omdat hij zich niet heeft laten meeslepen tot bet verklaren van den oorlog. Hietrop was een dank telegram van den keizer ont vangen. Alsnu zong een gemengd koor, in het wit gekleed, de da més versierd met slingers van groen en bloemen, een Engel scli lied. Prof. de Leuter sloot de openingszitting met de mededeeling, dat het congres thans reeds 950 leden telde, het. grootste getal, dat tot heden is bereikt. Gistermiddag werd het congres onder leiding van den heer Lafontaine'voortgezetaan de orde was het onderwerp: geleidelijke beperking en vermindering' der bewapeningen. Een resolutie van pr. dr. Quidde (Miinchen) werd met algemeen® stemmen aangeno men. Ze luidt: liet Congres vestigt de alg-emeene aandacht op het algemeen bekende feit, dat de be langhebbenden bij de bewapeningsindustrie zich op de meest gewetcnlooze wijze bedienen van de meest verwerpelijke middelen om de volkeren te drijven tot steeds sterkere toeneming der bewapeningen. Hun invloed op de regeeringen en de openbare meening is een der grootste gevaren voor de internationale be trekkingen en voor den wereldvrede. Vaderlandslie vende lieden, die meenen de belangen van hun land te bevorderen, zijn dikwijls genoeg onbewust de be drogen onvrijwillige handlangers voor de geldzak-be langen van deze bewapenings-industrie. Hierna werd een ontwerp-verdrag voor beperking der bewapeningen door prof. Quidde toegelicht en met groote meerderheid aangenomen. OPENING VREDESPALEIS. De Regeering zal 28 Augustus, in den avond van den dag der opening van het Vredespaleis, een groot feestmaal voor 120 a 130 genoodigden in de Ridder zaal op het Binnenhof aanbieden aan de te 'a-Graven hage op dit oogenblik vertoevende vreemde gasten, waaibij de heer Carnegie en diens echtgenoote, aan de gezanten aldaar geaccrediteerd en vormende den raad van beheer van het. Arbitragehof, en aan vei dere hooge Xederlandsohe autoriteiten. DOTIWES DEKKER. De „Telegraaf" méldt uit Batavia: Douwes Dekker vertrekt weer naar Europa. door L. G. MOBERLY. Haar het Engelsch. 53 _0_ „Ja, dat dénk ik ook", antwoordde Margaret lang zaam. „Het is heel merkwaardig. Maar om nog eens terug te komen op het meer actueele onderwerp. Heb je dat bewuste medaillon meegebracht?" „Ja zeker antwoordde Christine, met de g-rootste kalmte. „Ik had het om mijn hals toen Sir Arthur mij zag, en ik heli toef niet afgedaan. Ik kan het u dadelijk laten zien. Zij stak haar hand in haar ja pon en haalde het dunne gouden kettinkje omhoog; zij deed het medaillon er af en liet bet aan Margaret zien. „1 ziet wel, t is bijzonder mooi en heel zeldzaam; die prachtige smaragd met. die ineengestrengelde 'let ters er boven; de letters „Ja ik zie het'l Margaret's stem was zacht en klonk heesch. Christine, ontwaakt uit haar eigen ge peins over bet medaillon en over alles wat er gebeurd was, schrikte toen zij de uitdrukking zag van het ge laat tegenover haar. „Ik zie het", herhaalde Margaret, „een smaragd met briljanten er omheen en daarboven de letters A. V. C. dooreengestrengeld. .Maar hoe komt het dat je moeder dat. medaillon met. dé letters A. V. C. in haar bezit had f Wat. beteekent dat? Lief kind, wat be treken t dat?" HOOFDSTUK X1IL JE BEKT HET KINT> VAX \lIJX EIGEN ZUSTER. „Zij is totaal verdwenen, en dat verdwijnen over tuigt neef Arthur meer dan iets anders dat zij schul dig is; o, Rupert! het. is zoo onbegrijpelijk, zoo af schuwelijk, wat wou ik graag dat je eerder was te huis gekomen." „Ik ook, maar het is een zegen dat ik nu hier ben." Rupert stond bij het vuur in Cicely's boudoir op Bramw^ll en keek zijn nichtje met welgevallen aan. „Ik had gedacht dat ik eenige weken in Napels moest blijven, maar het bleek dat die Jack ons noodelo-os on gerust heeft gemaakt. Hij had volstrekt geen typhus, het was een imitatie die wel eenigszins aan die ziekte doet denken, maar liet gaat nu weer best, met hem. Ik heb eerst een appeltje met hem geschild en ben daarna weer gauw vertrokken." „Een appeltje met hem geschild?'' Cicely keek heel nieuwsgierig. „Ach ja, die jeugdige dwaas! Een week of wat ge leden heeft hij mij een leelijke kooi gestoofd; en het doet mij genoegen dat hij reeds voldoende hersteld was om een standje van mij aan te nemen, want dat moest, ik hem toch toedienen voordat ik van Napels vertrok." Rupert lachte een beetje boos, maar voeg de er spoedig bij„Och, Layton en zijn grap komen er op 't oogenblik niets op aan. Vertel mij nu nog: eens verder van juffrouw Moore. .Te zegt dat Sir Ar thur haar beschuldigt van diefstal niet waar? Dat klinkt, al heel ongerijmd." „Mijn waarde Rupert, wat is er nu niet ongerijmd wat neef Arthur betreft. Het ergste is dat er wél eenige methode in zijn dwaasheid is. Het. schijnt bo ven allen twijfel verheven dat Christine een medail lon aanhad dat aan nicht. Ellen had toebehoord; en nu beschuldigen zc haar dat kleinood gestolen te heb ben. Nu deelde Cieel.y haar neef de gebeele ge schiedenis van de beschuldiging mede en Rupert luis terde stilzwijgend toe totdat zij had uitverteld. Toen zei hij langzaam: „Maar welk meisje dat goed bij liaar verstand is, zou nu zoo krankzinnig' wezen om een gestolen voor werp aan te doen in tegenwoordigheid van de perso nen aan wie zij het ontstolen had. Sir Arthur heeft toch^ wel zooveel gezond verstand om dat in te zien." 4 „Gezond verstand? ILij weet niet eens wat het is", riep Cicely uit. „Hij heeft nu eenmaal aangenomen dat Christine het. jonge meisje is dat in den trein het medaillon uit het reistaschje van nicht Ellen geno- Gemengd nieuw». E EN WATERLEIDINGFEEST. De bewoners van den Admiraal de Ruyterweg en omliggende straten, nu nog behoorende tot Sloten, maar bestemd om spoedig bij Amsterdam getrokken to worden, hebben na een tijdperk van ontbering hun aansluiting bij de Amsterdamsehe waterleiding ge vierd. De toestand was onhoudbaar geworden, het bronwater was troebel en onbruikbaar. .Er had zich ter ee-re van het voor het eerst stroo men van leidingwater een comité gevormd, dat niet tevergeefs de bewoners had aangespoord om hun hui zen en balkons te versieren. Er was bijna geen wo ning, waaruit de driekleur niet wapperde en vele bal kons vertoonden een kleurigen rijkdom van bloemen, terwijl voor de meeste winkelramen versieringen van sparrengroen en met' oranje gedrapeerde wapenschil den waren aangebracht. In sommige van deze versieringen prijkte 't vreug de teeken van dezen dag, een groote, gulden kraan. 's Morgens had een reveille plaats. Om elf uur trok onder een gewéldigen volkstoeloop ook uit Amsterdam, een allegorische optocht door de feestelijk versierde straten. Een heraut, gevolgd door een muziek-corps, opende den stoet; dan volgde het eere-comité in open landauers. Eén versierde wagen, een bi-on voorstellende, en meer nog een zegewagen, die een symbolische voorstelling gaf van de zegenin gen van zuiver duinwater, werden stormachtig toe gejuicht. De stoet werd gesloten door mooi met bloemen versierde rijtuigen, ook automobielen, en fietsen. s Middags gal' een muziekkorps een matinee, wer den kinderspelen gegeven en een ringrijderij gehou den. Gisteravond was er een concert en tot slot een vuil rwerk. Ter eere van het leidingwater! Wie weet, hoe Eg- mond aan Zee nog' eens feestviert, wanneer het lei dingwater stroomt. Had de voortvarende burgemees ter Zaterdagavond j.l. zijn zin gekregen, dan zou de badplaats spoedig een convenient meer bieden. BEZOEK VAN EEN BRAZILIAANSOH OORLOGSSCHIP. Den 27sten dezer zal te Amsterdam komen te lig gen het opleidingsschip „Benjamin Constant", van de men heeft, en je zou even goed kunnen probeeren den Mont Blanc aan het wankelen te brengen als neef Arthur van opinie te doen Veranderen. Hij maakte Christine doodsbang' met haar te bedreigen de politie ér bij t© halen; toen is zij weggeloopen." „Jammer dart zc dat gedaan heeft", zei Rupert. „Het zou veel verstandiger geweest zijn de zaak moe dig- onder de oogen te zien; ik voor mij kan niet ge looven dat zij schuldig is. Het is onmogelijk; zij schuldig van diefstal." Terwijl hij dit zei zag bij we der voor zijn geest een kamer, laag van verdieping, door liet haardvuur verlicht en een jeugdig meisjes gezichtje naar hem opgeheven, bij het dansend licht der vlammen: lieve, sympathieke oogen, een mond waarom een glimlach speelde, die hem deed denken aan zijn moeder wanneer zij hem glimlachend aanzag, ofschoon het meisje zelf nog zoo jong was en zoo kinderlijk. „Ik kan niet gelooven dat zij schuldig is", herhaalde hij. „Dat spreekt van zelf", voegde Cicely hem toe met eenig ongeduld. „Ik zou evengoed 'kunnen denken dat ik zelf een dief was als dat Christine er een we zen zou. Denk toch niet dat ik aan haar eerlijkheid twijfel. Ik heb haar geen oogenblik verdacht. Ik wou alleen maar dat zij niet weggegaan was en ik wou weten waar zij naar toe was." Rupert's gezicht betrok. „Heeft zij geen vrienden of familie waar zij naar toe gegaan kan zijn?" „Ik vrees van niet. Je weet, ze is een wees en het scheelde niet veel of zij was dakloos foen ik haar bij mij nam als kinderjuffrouw voor Bébé. Je twijfelde er aan of ik wel verstandig deed haar zonder goede getuigschriften aan te nemen. Maar zij' was onverge lijkelijk aardig voor Bébé en ik heb ook veel van haar leeren houden. Het is zoo'n allerliefst meisje." „Een meisje dat rust geeft", zei Rupert droomerig; en toen Cicely hem verbaasd aanzag, scheen er wel eenige verlegenheid te komen op zijn gezicht. „Ik heb haar te Graystone ontmoet, toen ik Bébé ging be zoeken", zei hij met een poging een luchthartigen toon aan te slaan, daar Cioely zoo verbaasd keek; „zij leek mij juist het type van een kalm. en toch vtdolijk B r az il i a ans ehe zeem acht. Dit bezoek van het Braziliaansche oorlogsvaartuig aan ons land heeft ten doel een sympathiebetooging van de regeering van Brazilië, welke op deze wijze wenscht te deelen in de nationale vreugde ter gele genheid van den verjaardag van Koningin Wilhel- mina. De „Benjamin Constant" zal 1 September naar Frankrijk vertrekken. De bevelvoerder en de officieren van het Brazili- aansche oorlogsschip zullen zich naar 's-Gravenhage begeven tot het afleggen van officieele bezoeken en bij die gelegenheid zal de heer Graqa Arauba, gezant van Brazilië bij het Nederlandsehe hof, den 3Qsten dezer een feestmaal geven, waaraan genoodigd zullen worden de leden van de regeering', hoo-gwaardigheids- bekleeders van het hof en leden van het corps diplo matique. UIT RUSTENBURG. Voor de harddraverij, die uitstekend slaagde, van heinde en verre waren honderden belangstellen den opgekomen, streden de volgende paarden om de prijzen: Axel C., W. de Geus Czn., Ursem; Trex, K. Da vidson, Hoorn; Adriaan, M. C. de Leeuw, Water graafsmeer; Hetta, C. Haremeier, Beverwijk; Kwar teltje, J. Francis, Schoorl; Wilhelmi, S. van den Bosch, Roordahuizum, Abatos, M. C. de Leeuw, Wa tergraafsmeer Dumas, N. Schermer horn, Alkmaar; Chlarel Hal, J. Smit, Spanbroek; Ach, J. Oosterman, Koedijk; Letta, C. Haremeier, BeverwijkAlexandra, 1'. Hoek, Lutjebroek; Vitesse, N. Sehermerhorn, Alk maar; Cornelis S„ Th. S-ebreuder, Watergang; Cle- mence, Stadegaard en Zwagerman, Bovencarspel; Queen Ester, M. O. de Leeuw, Watergraafsmeer; t astro. A. P. J. van den Kroon, Abcoude; Dolgoroe- ci, C. Kooiman, N. Niedorp; Gruquis Smaragd, N. Sehermerhorn, Alkmaar; Astree er, Jb. Speets, Mfid- woud; Corrie, J. Brak, Zijpe; Connie, C, Hairemeigf, Beverwijk; Kwikstaart, W. Rol, Medemblik; Drbs- baska, Pennings, Nieuw-Vennep. Nog waren er twee meer ingeschreven, doch dezo waren niet opgekomen. Na langdurigen strijd op de 800 M. lange baan, welke strijd tot het einde met de meeste spanning- werd gevolgd, bleek de eerste prijs J 150 gëwonjiïap te zijn door „Wilhelmi", van den heer S. van .den Bosch te Roordahuizem. De tweede pTijs 75 behaal de „Vitesse", van den heer N. Sehermerhorn te Aft maar. De derde prijs J 25 werd gewonnen door „p$- goroeei", van den heer CL Kooiman te Nieuwe Nie dorp. Do troostprijzen werden als volgt .gewomiéin: lste prijs J 50 „Dnisbaska". van den heer IVnnihgs te Nieuw-Vennep; 2de prijs 25 „Cruqius Smaragd?" van den heer N. Sehermerhorn te Alkmaar; 3de piys 15 door „Alexandra", van den heer P. Hoek te kuf- jebroek; 4de prijs 10 door „Abatos", van den héér II. C. de Urn uw te Watergraafsmeer. Bij het uitreiken van de prijzen wees de voorzitter, de heer IV de Geus Czn., er op, dat het hem een aan gename plicht was een woord van dank te spreken en wel in de eerste plaats tot, de eig-enaai-s van de paar den, die zoo goed zijn geweest naar hier te komen. Ook bracht spr. een woord van dank aan de pikeurs voor hun rijden. Een woord van bartel ijken daök bracht spreker aan het publiek, dat in zoo grooten getale was opgekomen. Den keurmeesters en rech ters werd mede een woord van dank gebracht. Aan den heer G. Haimema, als handicapper, en den heer D. de Boer als starter, bracht hij tevens dank voor da nauwkeurigheid waarmede zij zich van hun taak had den gekweten. Aan het einde van zijn speech uitte spr. den wensch dat d© tweede dag even schitterend moge slagen als de eerste. Nog bracht hij dank aan de politie vooï' de voortreffelijke regeling. Na afloop bleven nog velen gezellig in Rustenburg bijeen. Het dorp kenmerkte zich den geheelen dag door een ongewone drukte. Honderden rijtuigen waren in de gemeente. Ook de Alkmaarsehe snorders haddein meisje, juist geschikt voor een kind." „Ja, dat is zoo". Cicely wou wel eens weten waar om die woorden „een meisje dat rust,, geeft" niet in verband stonden met het laatste, gedeelte van zijn woorden. „Zij is bijzonder voor Bébé geschikt, en het arme kind is doodongelukkig zonder haar. Bébé noemt Christine haar lieve, dame; zij schreit over haar ver trek, alsof haar kleine hartje breken zal." „Is juffrouw Moore op den avond van het Kerst feest heengegaan, zeg je?" „Ja, eergisterenavond. Zij heeft geen bagage' me degenomen. Ze is zeker te voet naar het station ge gaan, naar Ilansley. Dat zijn wij te weten gekomen, maar meer ook niet. Zij lieeft den heelen nacht in de wachtkamer gezeten omdat er geen trein vertrok vóór den volgenden ochtend." eet je. dan ook voor welk station zij een kaartje genomen heeft .A oor Torne Junction; verder kunnen wij haar niet nagaan. Neef Arthur heeft gisteren den heelen dag rondgekropen en heeft vrij wat bombast uitge kraamd. Tot mijn groote verlichting is hij vandaag met nicht Ellen vertrokken. Maar hij dreigt nog steeds met de politie. Ik hoop maar dat hij' die poli tic nog maar een paar dagen met rust laat; hij heeft het nu erg druk met het opsporen van een zwager dié op bet kwade pad is geraakt." „Lieve Cicely, wat meen je daarmee; een zwager op het verkeerde pad?" •Ja, beste Rupert, ik weet. cr eigenlijk niets van", Cicely haalde lachend de schouders op. „Neef Ar thur schijnt bet als oen uitgemaakte zaak te beschou wen dat ik volkomen op de hoogte ben van zijn fami lieomstandigheden en ik herinner mii niet dat John mij ooit iets van dien zwager van neef Arthur verteld beeft. Maar de brave man maakt, geheimzinnige toe spelingen op den bewusten losbol, die zeker iets heel erg vrees©!ijks gedaan heeft en hij zucht en kermt over zijn arme zuster, de vrouw van den schuldige. Ik weet echter volstrekt niets van de. zuster noch van haar echtgenoot, Intussehen - (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1