DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Raleigh Rijwielen, Herhalingsonderwijs STIKKEL, OUJ&TEN ZELDAM, Ho. 194 Honderd en vijftiende Jaargang 1913 VRIJDAG 22 AUGUSTUS. FEUILLETON. voor Jongens en Meisjes. BINNENLAND. Gemengd nieuw». HOLLAND OP Z'N (S)MALST. le klas Engelsch rijwiel, „Kenuemer Antogarage", Telet. 140. ALKMAAR. ALRMAARSCHE COURANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van Ouders of Verzorgers van Kinderen, die dezen het Herhalingsonderwijs voor Jongens of voor Meisjes wenschen te doen vol gen, dat de gelegenheid tot aangifte daartoe zal be staan, ook voor hen die reeds in het vorig jaar aan het onderwijs hebben deelgenomen, op 25, 26 en 27 AUGUSTUS a.s, des avonds van 0—8 unr, TEN STADHUI ZE. Het Herhalingsonderwijs zal omvatten: a. het lezen, b. het schrijven, c. het rekenen, d. de Nedterlandsehe taal, e. het boekhouden, het handelsrekenen, f. indien daaraan behoefte blijkt te bestaan, de be ginselen der Fransche, Duitsche en Engelsche taal, g. de nuttige handwerken voor meisjes. Het schoolgeld bedraagt per kwartaal: voor één kind 1,50; voor twee kinderen uit één gezin gelijk tijdig het onderwijs volgende, per kind 1; voor elk kind meer per kind' 0,50. Voor minvermogenden is slechts de helft en voor onvermogenden geen schoolgeld verschuldigd. Belanghebbenden worden uitgenoodigd hij de aan gifte het vaccinatie-bewijs der leerlingen over te leg gen. Birrgemeoster en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 18 Aug. 1913. KABINETSCRISIS. Naar de N. Crt. verneemt, is de oplossing der cri sis thans zeer nabij, dlaar mr. Cort van der Linden met de formatie van het Kabinet, waarin hiji zelf met de portefeuille van Binnenlandsche Zaken zal wor den belast, nagenoeg gereed is gekomen. De overdracht der portefeuilles zal in week van September plaats hebben. de eerste onder lei- HET VREDESCONGRES. Gistermorgen is het congres voortgezet, ding van den heer la Fontaine. Aan de orde was het onderwerp: Internationale politie, waarover als inleiders optraden de heeren Tryon en pTof. van Volienhoven, die in een rapport voor het congres zijn bekende plan had ontwikkeld. Prof. mr. C. van Vollenhoven, hoogleeraar te Lei den beantwoordt in zijn rapport de vraag: „Kan en moét het volkenrecht worden gehandhaafd door het dwangmiddel eener internationale politie?'* bevesti gend. Uitdrukkelijk stelde hij voorop, dat dit denk beeld de souvereiniteit der natiën ongerept laat. Geen vage wereldstaat-utopie hangt hij aan. Geien Veree- nigde Staten der Wereld of zelfs maar van} Europa is zijn einddoel. Hij is zich zeer wel bewust, dat hij niet de eerste is die het denkbeeld opwerpt. Maar hij is het, die het eerst de nog vage theorie wil verdichten tot een con creet voorstel. Eb, dit voorstel sluit alweer -volstrekt niet uit, dat met dé codificatie van het Volkenrecht, met de ontwikkeling en uitbreiding der scheidsrech terlijke beslissing van geschillen worden voortgegaan De rapporteur wil een begin maken met de ihandha ving van in verdragen neergelegde, dus reeds gecodi ficeerde, regelen van internationaal recht en' wel al leen tusschen de staten, die zich bij die verdragen tot naleving daarvan hebben verbonden. Hij kiest daartoe enkele overeenkomsten, o. a. overeenkomst van 1907, betreffende de. rechten verplichtingen van onzijdigen in den oorlog ter met uitzondering van enkele artikelen, en wil handhaving dier overeenkomst trekken binnen kring der bevoegdheid van de internationale politie. Hij denkt zich deze internationale politie als een lichaam Van volmaakte onpartijdigheid. Admiraliteit de en zee, de den en vloot zullen in den aanvang in eenvoudige geval len zelfstandig kunnen optreden b. v. wanneer de ge- laedeerde staat zich tot de admiraliteit wendt met zijn klacht. Doch op den duur zal een rechterlijke uitspraak, liefst onverwijld gegeven, voor de zelf standige beslissing van de admiraliteit of de interna tionale politie al dan niet- zal optreden, in de plaats komen. Behalve onpartijdig zal die internationale en per manente Admiraliteit ofschoon door de souverei- ne staten samengesteld volkomen zelfstandig moe ten zijn en van die souvereine staten volstrekt onaf hankelijk. Haar wapen, de internationale vloot, sa mengesteld uit -een zoo groot mogelijk deel van de zeemachten der verschillende mogendheden, zal even eens onafhankelijk moeten zijn van de mogendhed'en. Aldus verkrijgt men: wezenlijke bescherming der ver dragen, gesteund door onpartijdige uitspraken en uit gevoerd door een uitsluitend van dien onpartijdigen rechter afhankelijke politiemacht. Een op -dit, schema gebouwd concreet voorstel, wil prof. Van Vollenhoven in de Internationale Commis sie van Voorbereiding voor de derde Vredesconferen- tie ter tafel gebracht zien. De uitwerking welke het optreden eener politie- vloot zal hebben, zal in de meeste gevallen van pre ventieven aard zijn. Gestreng zal zij er zich echter toe moeten bepalen te, blijven binnen de perken barer bijzondere opdracht. Doet zij dit dan zal het ver trouwen in haar gaandeweg toenemen en wordt zij een onmisbaar element, ook in moreele beteekenis, in de voortschrijdende organisatie der internationale ge meenschap. D© congres-commissie voor internationaal recht, bestaande uit de heeren la Fontaine, Mechelin, Alex ander, Baert de la Faille, Dumas, Harder, Ramsay, Ti'ueblpod! en van Vollenhoven, had naar aanleiding van het rapport van prof. van Vollenhoven de vol gende resolutie voorgesteld: Het Congres is van meening, dat de organisatie van een internationale politie noch noodzakelijk noch aanbevelenswaardig is om de uitvoering van het po sitief internationaal recht te verzekeren. De heer van Vollenhoven verdedigde zijn plan, dat door den heer Tryon en anderen bestreden werd. Ook traden congressisten voor de idee van V. in het krijt. Het slot der discussie was, dat met algemeene stemmen de volgende resolutie werd aangenomen: Het Wereldcongres voor den Vrede is van -oordeel, dat de studie van het vraagstuk der organisatie van een internationale politie, een vraagstuk dat voor de eerste maal op het Congres van 1913 is ter sprake ge bracht, op de agenda der volgende Oongres-sen moet blijven. Ten aanzien van het vraagstuk „economische boy cot" werd een resolutie van de commissie voor socio logie aangenomen, waarin de volgende wenschen wor den uitgesproken: l-o. dat het Internationaal Vredes bureau in alle landen een onderzoek organiseere naar de mogelijke -gevolgen van de toepassing van maat regelen van vredelievende sanctie, ingeval van schen ding van het internationaal recht; 2o. dat de xesulta ten van dit onderzoek aan het volgend Vredescongres zullen wordlen voorgelgd; 3o. dat ingevolge den weixsch, door het Congres te Milaan uitgesproken, het Internationaal Vredesbureau de samenstellinj uitlok-ke van een wetboek van middelen om arbitrale uitspraken uitgevoerd te krijgen, hetwelk eveneens aan het volgend congres zal moeten worden onder worpen. Een groot aantal leden van het Congres heeft gis teren het Vredespaleis bezichtigd, bij welke gelegen heid de buste van Hugo, de Groot werd' onthuld, di door „Vrede door Recht" aan de Caxnegietstiehtini is geschonken. Mr. de Pintto droeg de buste over. Verschillende toespraken werden hierbij gehouden. Na de bezichtiging van het Paleis sprak de heer Euij-ssen (Bordeaux)i over de Balkan-kwestie. De Maatschappij Zeebad Scheveningen heeft den leden van het 20ste Wereldcongres voor den Vrede gisteravond in het Kurhaus een gala-feestconcert aangeboden. De zaal was versierd' met wapenborden en vlaggentropeeën vaiï de verschillende deelnemende natiën. Gedurende de pauze voerden baronesse Bertha von Siittner, en de heeren .1 - F. Green en Emile Arnaud ieder tien minuten het woord over de beteekenis van de vredesbeweging. Het ware, schrijft de Ned., te veel gevergd, dat het Kurhaus z'n concert-programma's in de Nederland- sche taal liet drukken; hoewel de Kurzaal-bevolking gewoonlijk voor 5/„ Haagsch is, mag immers van haar verwacht worden, dat zij voor de internationale be leefdheid den knieval zal doen, die nu eenmaal door de wereld, waarin men zich misschien niét verveelt, zoo gemakkelijk gedaan wordt voor den afgod der moeder taal-verachting. Maar wat misschien wèl te vergen waredat het programma niet een polyglottische cacopraphie wor de als ge hier te lezen krijgt (programma voor gister avond) „Concert avec le concours de Monsieur le dr. Lrnst von Piek, Kon. Hofoperasanger die l'Opcra Royal Co- vent Garden, de Londres." Daar hebt u nu Iransch, Duitsch en Engelsch in de beminnelijkste mengeling bijeen. Het doet ons inderdaad pijn, dat er niet een woordje Hollandsch meer tusschen kon. Inmiddels, we mogen niet te veel vergen. POLITIEKE HARING. Het is gebeurd in den avond van de herstemming te 'S-Gravenhage, bij de jongste algemeene ^Kamer verkiezingen, toen de Wagenstraat gedeeltelijk door de politie was afgezet wegens de drukte voor bet, bu reau der Haagsche Courant en het verkeer in een be paalde richting geleid werd. Toen bevond zich onder de menigte ook een haring- koopman met zijn wagen, goed voorzien, in een ton netje van zeebanket. Had hij nu maar mee gecirculeerd met de belang stellenden naar den herstemmingsuitslag, dan ware er niets gebeurd en zou hij de bekeuring niet gekre gen hebben, voor welke hij gisteren voot den Haag sehen Kantonrechter moest verschijnen. Maar hij nam standplaats in en bood zijn hartver sterkende waar op opzienbare wijze aan, ondier den in druk blijkbaar van de elkaar opvolgende sociaal-de mocratische overwinningen, door luidkeels te schreeuwen: „Haarinkies met rooie kaakjes! hijne Esdeeaapeetjes! Dat, benne haarinkies van Terlaan! Eu toen hij zich niet verwijderen wilde, werd hij geverbaliseerd. Volgens den koopman was de zaak anders toege gaan. Hij duwde heel gewoontjes zijn wagen voort, toen een paar heeren hem staande hielden en vroegen oi ie bij geval ook „haarinkies, met rooje kaakies' hadl. En toen had- hij alleen geantwoord: „nou asje blief, het benne echte Terlaantjes hotor!" Schoonmaken zes!" hadden toen de heeren bevo len. Nu, en toen moest hij toch wel stilstaan, je keu toch niet al rij jende haring schoonmaken.... En toen kwam de agent en sloeg **'m meteen al z'n haa rinkies over den grond en nam 'm mee naar 't bero op den koop toe, mooie boel. Het Openbaar Ministerie vorderde 5 boete we gens het niet opvolgen der bevelen van de politie in het belang' van de orde en het verkeer gegeven. KARINAAL VAN ROSSUM. Kardinaal van Rossum heeft, naar de Residentie bode meldt, liet beschermheerschap aanvaard van de Ned. R. K. Vereeniging tot bevordering van den We reldvrede. man, waarnemend burgemeester, wegens ziekte van den burgemeester. Met een inleidend woord werd door den voorzitter tot den Raad de wensch uitge sproken, dat de burgemeester na een rust van 3 maanden weder gezond en krachtig moge verschijnen. De notulen der vorige vergadering' werden na voorle zing onveranderd goedgekeurd. Ingekomen was- een dankbetuiging van de beide hoofden der scholen voot de verhooging hunner jaarwedde, een verzoekschrift van de vereeniging tot afschaffing van alcoholhou dende dranken, tot, inkrimping van de kermis, en tot het -sluiten der café's op den-lotjngsdag der Nationale Militie. Met het oog op de verregaande baldadigheid gedurende den laatsten kermis-Zondag, waarbij de politie wel krachtdadig is opgetreden, maar wegens de uitgebreidheid der gemeente niet overal kon zijn. waren vele leden wel er van overtuigd, dat ex iets ge daan moest worden, om nu zoo plotseling een besluit te nemen, eer diat eenige belanghebbenden, voorname lijk neringdoenden, hierover gehoord zijn, ging niet aan. Daarom werd dit punt aangehouden tot een volgende vergadering. Wat het sluiten der cafe s op den lotingsdag betreft, dit werd aan den burgemees ter, als hoofd der politie, overgelaten. De heeren v. d. Oord, Teeling' en Helder werdén belast met het onderzoek der geloofsbrieven van da herbenoemde Raadsleden de heeren Dil en Meijne. Deze werden in orde bevonden en tot toelating beslo- De gemeente-rekening 1912 hierna nagezien, sloot in ontvangst op 17205.77% en in uitgaat' op 17017.21%, zoodat een batig saldo overbleef van 188.56. De rekening van het, Burg. Armbestuur sloot in ontvangst op 54,84.4-1% en in uitgaaf- op 6053.85, zoodat een na deel ig saldo van 569.40% overbleef. Alsnog werd met algemeene stemmen besloten een hoeveelheid puin aan te koopen, om den weg achter Boekei te beharden, daar dit op minne kosten komt, omdat de puin in de onmiddellijke nabijheid te ver krijgen is. De heer Teeding achtte het wensehelyk, dat de bordjes van stapvoets rijden, die met kermis aangebracht werden in de Kerkbuurt, nu zullen blij ven bestaan, o-m reden het voor bet spelen der kinde ren aldaar op de lvoeken gevaarlijk is. De voorzitter zegde wetter plaatsing toé, terwijl er ook een bord ge plaatst zal worden op den hoek van de Rommeldij en den weg naar 't Schouw. Op een desbetreffende vraag werd medegedeeld, dat de veldwachter Hoogland de aanvrager» om Inva- llditeits-rente behulpzaam zal zijn. Na nog eenige aanmerkingen op dé bediening van de gemeentepont en de houding van den pontwachter in sommige gevallen, door tien wethoudeT Groot ge opperd, vond bij meerdere Raadsleden bijval, daar het hun ook wel gebleken is, dat bet bedienen der booten voorgaat, bij het overzetten, en dit niet het geval mag zijn, daar de pont- van de gemeente gepacht wordt en hij de voorwaarden heeft na te leven. Hierna slui ting. Gisteren slaagde te Haarlem voor de hoofd act© de heer J. W. Sieverding, alhier. UIT TEMEL. Door het Provinciaal Bestuur van Noord-Hol land is aanbesteed het uitbreiden van de verdediging- van den overzeeschen oever voor de rijkszeewering' op het Ilornt.je. Laagste inschrijver was de N. V. Neder- lands-che Beton-ijzerbouw te Amsterdam, voor bedrag van 62.000. UIT AKERSLOOT. Woensdagmorgen vergaderde de Raad dezer ge meente. Als voorzitter fungeerde den heer P. Kraak- UIT HEILOO. Begunstigd door heerlijk zomerweer mochten da kinderen van de drie laagste klassen der beide ge meente-scholen zich gisteren een dagje verlustigen in de duinen van Schoorl. Onder geleide van het on derwijzend personeel stapte de uitgedoste jeugd om streeks 9 uur in de daartoe belangloos beschikbaar gestelde-, rijtuigen, om des avonds 7 uur, onder kout en gezang, weder in haar woningen terug te keeren. door L. G. MOBEKLY. Naar het Engelsch. 54) o „Intusschen hebben wij niet het recht een jong meisje als juffrouw Moore aan haar lot over te laten en in moeilijkheden te laten komen,, indien wij het misschien verhinderen kunnen. Dat zij weg geloo- pen is was zeker een domme streek, "maar wij moeten ons best doen haar terug te vinden ien de zaken in 't reine te brengen. Dte moeilijkheid 'is te weten waar wij met onze nasporingen moeten "beginnen. De ge heime politie van Scotland Yard in den arm nemen zou misschien het verstandigste zijfn." „I'k zou er liever zoo weinig mogelijk publiciteit aan geven. Neef Arthur is zoo stiremg in zijn recht vaardigheidsgevoel en hij verklaart) daardoor met on wankelbare stijfhoofdigheid dat het een zaak voor de politie is, de geheele politie, en nïetb dan de politie. Maar ik ben maar een heel gewoon, dwaas vrouwtje, en daarom heb ik een afschuw Tan de wet, evetials iedere vrouw." „Ja, je bent een volmaakt type van het heel gewo ne, dwaze soort vrouwtjes", zei Rupert en tevens zag hij zijn nicht met vriendelijke, 'lachende oogen aan. „Maar zonder de justitie in al haar waardigheid op de hoogte te brengen van den. diefstal of 'liever den vermeenden diefstal, want ik zelf geloof er volstrekt niet aan is er nog 'geen reden waarom de politie ons niet zou kunnen helpen om juffrouw Moore op te sporen. Misschien kan ik 'Sir Arthur wel overhalen nog een oogenblik te wachten een beschuldiging te gen haar in te brengen. Daar zal hij wel toe te bewe gen zijn Hij kon niet voortgaa/n, want er werd geklopt en een bediende overhandigde zijn meesteres een tele- gram. L j „Voor neef Arthur", zei zij met een blik eerst op het oranjekleurig couvert en toen op Rupert. „Zou ik het opendoen of regelrecht aan hem opzenden?" „Ik zou denkeu opendoen", antwoordde Rupert vrij onverschillig, „het is misschien een onbeduidend geval waar je best op antwoorden kunt." Cicely volgde zijn raad op en scheurde het tele gram open en las de woorden langzaam over, heel langzaam en met gefronste wenkbrauwenweldra vertoonde zich een uitdrukking van vreugde op haar bewegelijk gezichtje. „Wat een buitengewone samenloop van omstandig heden! Je hoeft niet te wachten, James. Ik zal over een paar minuten den telegraafbode het antwoord medegeven. Kijk eens Rupert", ging zij voort, toen de knecht weg was. „Is het niet heel toevallig, dat dit telegram juist komt midden in ons gesprek?" Rupert nam het dunne papier aan; toen hij de tij ding las, zag' zijn nichtje een buitengewone verande ring komen op zijn gezicht een donkere blo's kleur de zijn voorhoofd, zijn oogen schitterden en toen hij het telegram eerst voor zich zelf gelezen had, las hij het nogmaals hardop: „Kom dadelijk hier. Telegrafeer postkantoor te Graystone, met welken, trein. Christine Moore is bij mij. Heb belangrijke "ontdekkingen gedaan. Margaret Stanforth." „Eindelijk", fluisterde hij, terwijl hij met merk waardige vastberadenheid1 het telegram toevouwde en aan Cicely teruggaf, „Eindelijk heb ik haar gevon den." Hoe zacht ook gesproken, Cicely verstond deze woorden, zij keek 'met verbazing naar het veranderde gezicht van haar neef en zei onwillekeurig: „Maar Rupert ik begrijp er niets van. Ben je heuscli blij, dat Christine gevonden is?" Rupert zag haar een weinig verlegen aan. ,,ITeb ik mijn gedachten uitgesproken?" zei hij: „Luister eens, Cicely, ik vrees dat ik op het oogenblik niet aan juffrteuw Moore dacht, ofschoon het mij ple zier doet, ja, b.ijzonder veel plezier, dat zij veilig en wel terecht 'is.. En ze is daarenboven in zulke goede handen", voegde hij er zachter bijaan de stralende uitdrukking die Cicely opmerkte in zijn oogen, be greep zij dat er een Rupert was dien zij tot nu toe nooit gekend had, behalve den Rupert, zoo sterk als een rots op wien men kan steunen. „Nu ik eenmaal zooveel gezegd heb, begrijp ik dat het niet is zooals het hoort er niet nog wat bij te voegen", sprak hij snel. „De dame van wie dit tele gram komt Margaret Stanforth is een vrien din van mij, een zeer dierbare, hoogstaande vriendin. Ik bad haar uit het oog verloren en het doet mij zooveel genoegen te weten waar zij is." Ofschoon die woorden heel zakelijk waren, bijna koel, zag Cice ly dat de man die zich zelf gewoonlijk in bedwang hield, diep bewogen wals, dat hij zijn ontroering haast niet kon bedwingen. Zij had den tact niet direct ant woord te geven op zijn woorden, maar zeide: „Het doet mij erg veel plezier dat Christine in zulke goede handen gevallen is. Ik moet deze tijding dadelijk aan neef Arthur telegrafeeren. Het is, schijnt het, van groot gewicht." „Ja stellig", antwoordde Rupert, een weinig afge trokken. Hij deed' zich zelf geweld aan en copieerde het telegram voor Cicely; toen het afgezonden was, wendde hij zich pas tot haar en zei „Ik wou wel eens weten of ik partij' mag trekken van de m&dedeeling die dit telegram mij gedaan heeft eat of ik zelf ook naar Graystone mag gaan?" „Er is niet direct een adres opgegeven, zie je wel", antwoordde Cicely, zij met haar vlugge vrouwelijke scherpzinnigheid bad- dit dadelijk opgemerkt. „Het postkantoor Graystone alleen is opgegeven, het. is duidelijk, dat zij, om we'lke reden dan ook, haar eigen adres niet heeft genoemd. Ik durf geen raad te geven, daar ik zoo weinig' van de omstandigheden af weet, maar ik zou denken d'at het niet zou zijn zooals bet hoort, gebruik te maken van een telegram dat niet aan je geadresseerd is; men veronderstelt na tuurlijk dat je er niets van weet." „Eb er zijn nog wel dwaze menschen op de wereld, die beweren dat een vrouw geen eergevoel heeft", riep Rupert met een gedwongen lachje uit. „Je kunt mij een lesje geven omtrent liet punt eergevoel, dat is zeker. Je hebt natuurlijk volkomen gelijk", bij lachte weer, een droevig, bitter lachje. „Ik kan er niet naar toe gaan en trachten haar op te sporen op de mededeeling van een telegram dat niet voor mij bestemd' wais. Maar o het is zoo hard om niet te an." Hij keerde zich om, legde zijn -armen op den schoorsteenmantel en rustte er een oogenblik op roet zijn hoofd een heel kort oogenblik slecht». Toen biet' bij zich moedig op en zei op kalmen toon: „Neen, ik moet trachten dit telegram te vergeten en mij zelf wijs te maken dat ik er evenmin iets van weet als te voren." „liet spijt mij zoo vreeselijk, Rupert", zei Cicely zacht, niet zoozeer ais antwoord op zijn woorden als op zijn blik. „Zou niemand er iets aan kunnen doen?" „Je. bent een innig lief vrouwtje", antwoordde hij; ,neen er is niets aan te doen. Mevrouw Staniorth is een vriendin van mij, de beste vriendin die ik ooit gehad lveb, en als zij het verstandiger vindt, dat wij elkaar niet zien, dan moet ik mij daarbij neerleggen. Maar het is vreeselijk voegde hij er bij met een bit teren lach. Dat telegram aan Sir Arthur Congreve zou reeds den vorigen dag verzonden zijn, indien Margaret niet gedurende liet gesprek met Christine een erge flauw te gekregen had. Het verhaal van het medaillon dat Christine beweerde van haar moeder ontvangen te hebben, het aanschouwen van het kleinood, dit alles had Margaret zeer ontroerd en zij was neergevallen in haar kussens en had haar bewustzijn verloren. De woorden die zij gesproken had vóór haar tlauwte, wa ren als onsamenhangende klanken voor Christine, zij had er niets van begrepen, en door den schrik bij de bewusteloosheid van Margaret dacht zij er in hetge heel niet meer aan. Zij had er inderdaad zoo weinig' waarde aan gehecht, dat toen dr. Fergusson zijn Pa tiënt kwam bezoeken, Christine de plotselinge flauw te alleen had toegeschreven aan het lange, intressau- te gesprek dat zij samen gehad hadden; Christine voegde er bij vol zelfverwijt: (Wordt vervolgd}.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1