DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 204
Honderd en vfjftiende Jaargang
1913
WOENSDAG
3 SEPTEMBER.
Invaliditeitswet.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Engelsche Brieven.
VICKERS CAR,
STIKKEL, OLIJ en TEN ZELDAM,
X
Telefoonnummer 3.
BINNENLAND.
ALKMAARSCHE COURANT.
fUA.
Be BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van de personen, die den leeftijd
van 70 jaren reeds hebben bereikt of vóór of op 3
December a.s. dien leeftijd zullen volbrengen en die
recht meenen te hebben op eene ouderdomsrente in
gevolge de Invaliditeitswet, dat zij zich tot het ver
krijgen van inlichtingen omtrent de daartoe in te
dienen aangifte-formulieren kunnen wenden tot de
daartoe aangewezen tusschenpersonen, de Heeren D.
VAK EARNEVELD, J. C. MEEUWSEN en A.
OVER, allen wonende alhier, die tot dat einde zullen
zitting houden ter Gemeente-Secretarie op de dagen
en uren hieronder vermeld.
L„ M. en N. op DONDERDAG 4 SEPTEMBER.
O., P. en Q. op DINSDAG 9 SEPTEMBER.
R. op WOENSDAG 10 SEPTEMBER.
S. op DONDERDAG 11 SEPTEMBER.
T„ U. en V. op DINSDAG 16 SEPTEMBER.
W„ X., IJ. en Z. op WOENSDAG 17 SEPTEM
BER.
Telkens der' namiddags van O'/z tot 9 uur.
Voor gehuwde vrouwen en weduwen gelden de be
ginletters der namen harer echtgenooten of overle
den echtgenooten.
Alkmaar, Augustus 1913.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
POSTKANTOOR TE
Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie
ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van
de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt.
2e helft der maand Augustus 1913.
Brieven.
Van Kuinre, Blokzijl.
Wed. Jb. Klaver, Obdani.
Mej. Jetze Eden
Briefkaarten.
Mevr. A. Smit, Amsterdam.
J. Hartman, Amsterdam.
P. Heukels, Alkmaar.
Mej. G. v. Beusekom, Amsterdam^
Nadruk verboden.
Londen, 1 September 1913.
Engeland is en blijft een land, de Engelschen zijn
en blijven een volk vol tegenstellingen.
Aan den eenen kakt hoorde men allerlei onaange
name opmerkingen over de stakende ververs en leek
het wel alsof men niets aangenamer vond dan dé
trottoirs onbruikbaar te zien gemaakt door een bosch
van trap- en andere leeren, waartegen men elk oogen
blik kon optornen, of het vooruitzicht te genieten
een verfdoop te ondergaan, uit slordig gehanteerden
kwast of omvallenden verfpot.
Aan den anderen kant bromt de goegemeente dat
de stratenmakers hun gang blijven gaan en overal de
straten herstellen, zoodaLmen moet omrijden, trei
nen mist en in drukke straten der City de menschen
op de nauwe trottoirs in zulke dichte massa's moe
ten loopen, dat het voor zakkenrollers zou wezen om
te watertanden, wanneer ze maar ruimte hadden om
zich uit de voeten te maken.
Aan den eenen kant ziet men een rist rijke lui die
12 ton bij elkaar willen brengen om een stelletje
gymnasten te vormen, dat bij de a.s. „Olympische
Spelen" in Berlijn moet bewijzen dat Engeland ook
door L. G. MOBEKLY.
Naar het Engelsch.
63) o
Cicely kreeg een kleur, maar zij antwoordde be
daard
„Hoe krijgt neef Arthur zulke dwaasheden in zijn
hoofd Ik
„Hij zei, diat je nog zoo jong was en een heel aan
trekkelijk persoontje". Christine lachte heel ondeu
gend, toen Cicely's wangen gloeiden „en dat je
fortuin en positie de menschen ook zouden aantrek
ken."
„Ik ben niet van plan te hertrouwen, en als ik het
deed hoop ik genoeg gezond verstand te hebben om te
begrijpen of een man mij tot vrouw wil hebben om
die mooie positie van mij of om mij zelf."
„Er zijn bok menschen die je niet zouden durven
vragen, juist om die mooie positie en dat fortuin."
„Ik zie niet in hoe een dwaas gevoel van trots de
liefde van een man in den weg zou kunnen staan."
Christine schudde heel wijsgierig Het hoofd. „Och
er zijn wel degelijk menschen die zich door hun trots
ongelukkig maken en het leven van een ander ex ook
door bederven", voegde zij er bij met een wijsheid ver
boven haar leeftijd. „Het is best mogelijk dat. een
man liet onteerend zou vinden jou ten huwelijk te
vragen een man bijvoorbeeld, die niet rijk is en
niet van zulk een goede familie als jij." Zij spral
heel langzaam, 't was haast of zij het woord richtte
tot. zich zelve, alsof de woorden haar in den mond ge
geven werden. Zij keek onafgewend naar buiten en
merkte de verschillende emotiën dus niet op die Ci
cely's gelaat uitdrukte.
„Ik zou niet weten hoe ik zulk een fierheid of trots
zooals je het noemt zou kunnen bestrijden", ant
woordde zij na een pauze. Christine keek intusschen
in „sport," oftewel lichaamsoefeningen, alle andere
landen de baas is.
Aan den anderen neemt men liet den minister van
Marine kwalijk dat hij zijn kostbaar leven waagt door
een tochtje te maken in een amfitheoon, een land-en-
water-vliegtuig van de Marine, iets wat, ten minste
tot. op zekere hoogte, zoo het al niet tot zijn ambt
behoort, er ten minste mee in verband staat.
Over dat twaalf-ton-fonds is heel wat te doen ge
weest, omdat men eerst vreesde, dat het geld zou ge
bruikt worden om een korps beroepsathleten te vor
men en het beroeps-sportisme, dat toch reeds zulk
een ellendige uitwas in dit land is, nog grooter afme
tingen zou aannemen. Hoe erg die uitwas hier woe
kert bleek nog de vorige week toen alle couranten vol
stonden over een beroepsbokser, een neger, die Ame
rika is uitgegaan, omdat hij veroordeeld was wegens
kandel in blanke slavinnen. De man kreeg een gra
tis-advertentie van geweld en lioewel hij, naar ik
meen, ditmaal niet gebokst beeft, is de journalistieke
belangstelling niet verflauwd.
Intusschen schijnen de heeren, die de twaalf ton
bijeenbrengen, nu een middel gevonden te hebben om
den schijn te vermijden dat ze boksers etc. er mee aan
een baantje willen helpen, op voorwaarde dat ze in
Berlijn de nationale eer en de internationale vriend-
chap gaan ophouden. De „English Amateur Athletic
Association" is zich er mee gaan bemoeien en men
zal nu het geld gebruiken om scholen en gymnastiek-
en andere vereenigingen voor lichaams-oefeningen te
steunen, in dezer pogingen om liefhebberij op te wek
ken en gaande te houden.
De meeste mensehen praten over „sport," zonder
te bedenken wat het woord beteekent en waarvoor de
zaak dient. Zij doen alsof „sport" een doel is en niet
een middel om, door lichaamsoefening de gedachten
af te leiden; „sport" is eenvoudig een verminking
van „disport": afvoeren. Niet alleen verkeeren tal
rijke bekende sportslui zelden in de noodzakelijkheid
hunne gedachten, hun geest afleiding te bezorgen,
doch er zijn er bovendien heel wat die, door de ont-
stentenfs van beiden, buiten de mogelijkheid daarvan
verkeeren; voor zulke menschen wordt, „sport" doel.
Onder die personen vindt men dan ook de lui die
allerlei zonderlinge dingen doen, met geen nut voor
de zaak die ze voorstaan.
De couranten schenken vooral aandacht aan men
schen die beproeven het Kanaal over te zwemmen,
wat zoo wat nooit gelukt en de enkele keeren dat het
gelukt niets bewijst. Dat onder ruim 40 millioen En
gelschen er eens in de dertig jaar of zoo, één kan ge
vonden worden die een paar dozijn uren in zeewater
kan zwemmen, bewijst evenmin iets voor de zwem
kunst als middel van vervoer, als een man die een
dag of veertig vast iets bewijst t.egen het nut van ge
bakken biefstuk met aardappelen.
Ik heb menschen in Londen een week lang, of mis
schien was 't langer, een zaal zien rondwandelen en,
toen men eenmaal wist dat de een zulk een wandel'in
langer kon volhouden dart de ander, scheen men te
vreden te wezen; ten minste die wandelwedstrijden
komen niet meer voor. En nu heeft een man weer
wat anders bedacht om zijn „gedachten" af te leiden.
Deze sportsman heeft geprobeerd honderd uren aan
één stuk een paar knuppels rond te zwaaien, 't Is
hem niet gelukt het langer dan acht en negentig uren
te doen; toen is hij, staande en wel, in slaap gevallen
en werd zelfs niet wakker toen het publiek hem dap
per applaudisseerde.
Dit herinnert- ons er aan dat het publiek en, met
het publiek de couranten, die malle vertooningen mo
gelijk maken. Hier is een man die waarschijnlijk,
met aandacht naar een groep duiven, die rondflad
derden tusschen de boomen op het plein. „Een vrouw
is zoo gebonden, zij moet haar ziel in lijdzaamheid be
zitten en afwachten."
„Ik geloof niet dat ik het zou afwachten." Het was
al weder of de woorden Christine afgeperst werden
„Als ik het wist dat trots alleen, flauwe, belachelijke
trots een man terughield, een man die mij liefhad en
ik hem wel, ik geloof niet dat ik het zou afwaeh
ten. Ik vind dat er een grens is aan dat zijn ziel in
lijdzaamheid bezitten."
„Meen je dat, Christine I" Cicely sperde haar blau
we oogen wijd open, zij keek het jonge meisje aan voi
ongeloovige verbazing.
„Ja zeker", antwoordde Christine met een vermetel
lachje. „Als een man veel van mij hield en ik wist
dat zeker dan zou ik niet willen dat ons beider le
ven bedorven werd door zijn dwazen trots. Als hij te
trotseh was om mij te vragen nu dan zou ik hem
vragen zoo is het."
Lachende stond zij op en ging' de kamer uit, 't was
tijd, zei zij, om thee ldaar te maken voor Bébé. Cice
ly echter bleef stil zitten, nadenkend over de woorden
die Christine tot haar „gesproken had.
„Ik zou niet willen dat ons beider leven bederven
werd door zijn dwazen trots. Als hij te trotseh was
om mij te vragen, nu dan zou ik hem vragen. Zoo is
het."
„Maar dat is heel wat", dacht Cicely en haar oogen
dwaalden naar buiten en volgden de duiven in hun
vlucht, „het is zoo iets onmogelijks om over te den
ken alleen al en toch En toch! Zij dacht na
over de gelukkige jaren toen John haar leidsman
haar beschermer geweest was, die'schaduw van een
hooge rots in haar leven, die haar beveiligde voor al
les wat haar kon pijn doen of kwetsen. Op die jaren
van groot geluk waren de magere jaren gekomen, ja
ren van eenzaamheid en smart, van groote eenzaam
heid, die door geen vrienden of bloedverwanten kon
worden aangevuld. En nu scheen zich een nieuwe
kans op geluk voor haar te vertoonen, indien maar
weder dat groote „indien." Hoe -kon zij de hand uit-
venals die neger-bokser,' geen ander middel van be- j
,taan heeft als zijn spieren en met die spieren alleen
verk kan verrichten waarbij hersenen, ontwikkeling,
ceiinis, volslagen overbodig zijn. Nu heeft een bun-
lel spieren zonder intelligentie op de arbeidsmarkt,
vooral tegenwoordig', geen de minste waarde. Maar de
nan moet leven en daarom gaat hij knuppels staan
..waaien. De pers schrijft stukken over hem, met vet-
e en halfvette letter, en bezorgt hem uit de zes a ze
ven millioen Londenaars een duizend of wat kijkers,
lie hem komen aangapen, op hem wedden en hem
.oor z'n honderd uur gezwaai een aardig sommetje
betalen. E'n om zichzelf wijs te maken dat het een
iieel verstandig en vaderlandslievend publiek is,
noemt het dit krankzinnige gedoe „sport", betaalt
oen massa entree en helpt den goeden man om zijn
rouw en kinderen te onderhouden.
Meer sympathie kan men voelen voor de pogingen,
die hier aangewend worden om „sport" en denkver
mogen met elkaar in verband te brengen, bij „boy
scouts" of padvinders. Dezé beweging is zeer gezond
en kan gezond blijven, als men den raad van haar
stichter generaal Baden Powell volgt en zorgt dat zij
geen verkleed militarisme wordt. Doch alles wat
dient om onze jongens en meisjes in de frissche lucht
e brengen, ze hulpvaardig, handig, oplettend en bij
de pinken te maken, verdient toejuiching.
Alleen is de vraag gewettigd of men ook hier niet,
zal schaden door overdrijving, nu men een afdeeling'
padvinders heeft beziggehouden door een selnjnmoord
op een groote pop te laten plegen en de jongens er op
uit te sturen om het „lijk" te vinden en daarna den
..moordenaar." De „vermóórde heette het laatst ge
zien te wezen in een laan waar hij van een escb. een
lak had afgesneden om een wandelstok van te maken.
Zij vonden in die laan splinters bast en hout van
oen esch en voetstappen, die voerden naar een bosch-
je, waar de struiken er naar uitzagen of er een hevi
ge worsteling had plaats gehad; ze vonden bloeddrup
pels en sporen dat een lichaam door het bosch was
gesleept en eindelijk het „lijk" zelf, bij een golfbaan;
bij het „lijk" lagen een bebloed zwaard, bebloede stuk
ken van een courant, waaraan de „moordenaar" klaar
blijkelijk zijn handen had afgeveegd en andere din
gen, die de padvinders leidden in de richting' van een
villa op eenigen afstand van daar. Hier vonden ze
dan ook den „moordenaar," die in het bezit bleek te
wezen van dingen die den „vermoorde" hadden toebe
hoord.
Zij arresteerden hem onmiddellijk en voerden hun
gevangene in triumf naar den vrederechter, die het
geheele geval op touw had gezet en „beschuldigde" en
al op 'n flinke „five o'clock tea" onthaalde.
Het, idee is niet kwaad, zooals het nu is uitgevoerd;
doch men zal erkennen dgj hierin voor jongens, wier
fantasie al levendig genoeg is, wel een bron voor on-
gewenschte overdrijving kan liggen en dat zou jam
mer zijn. Maar. komen die tijden, komen die zor
gen.
AUBADE AAN DE KONINGIN.
Gisterochtend hebben te 's-Gravenhage zestien mu
ziek- en fanfarecorpsen, allen aangesloten bij den
Bond van Christelijke Harmonie- en Fanfare-Veree-
nigingeü in Zuid-Holland, en 250 a 300 executanten,
met veertien banieren onder leiding van den bonds
voorzitter, den heer J. TL Wassiuk, een aubade ge
bracht op het voorplein van het Paleis in het Bosch
aan de Koningin, die deze muzikale hulde aanhoorde
op het bordes van het paleis met den Prins en 't
strekken naar hetgeen haar niet werd aangeboden,
hetgeen baar misschien nooit zou worden aangebo
den, maar dat zij toch zeker wist, met echt vrouwelijk
instinct, dat het haar toebehoorde?
„Tik geloof niet dat ik ontrouw ben aan John",
dacht zij, „ik heb er John niet te minder om lief, om
dat ik weet -omdat ik voel dat een ander mij
weer wat geluk zou kunnen geven."
Een oogenblik liet zij aan haar gedachten den vrij
en loop; zij dacht na over hetgeen Zij de laatste maan
den ondervonden had1; zij riep het vriendelijke, ver
st,aardige gezicht van Denis Fergusson voor haar
geest terug, de bruine ooigen waarin zooveel teeder-
heid en humor te lezen stond, den mond die zoo vroo-
lijk kon glimlachen en waaruit toch kracht en stand
vastigheid sprak. In die angstige dagen van Béhé's
ziekte te Gr ay stone had zij Fergusson natuurlijk tel
kens ontmoet en misschien had zij in die dagen den
indruk gekregen van zijn overeenkomst met Jolin;
ook hij scheen haar een vaste rots om op te bouwen
en 't kan wel zijn, dat, zij zich toen reeds tot hem aan
getrokken gevoeld had op die geheimzinnige wijze,
het steeds wederkeerende wonder der natuur.
Telkens wanneer zij Fergusson ontmoette, was zij
zich bewust geweest dat zij een zekere macht over
hem uitoefende en eveneens dat er iets bestond wat
hem terughield. En nu had Christine haar den sleu
tel in handen gegeven van 't geheim; dat haar meer
malen had beziggehouden. Ilaar eigen levensbeschou
wing was zoo dooir en door eenvoudig', zij had er nooit
over gedacht dat haar rang en stand of rijkdom een
hinderpaal kon wezen voor vriendschap of voor iets
dat meer was dan de vriendschap van een man als
dokter Fergusson. Christine's woorden hadden haar
reden tot denken gegeven, zij hadden haar zichzelf
leeren kennen en alles wat Denis voor haar betee-
kende. Hij bezat hetbelfde standvastige karakter,
een van de edelste hoedanigheden van haar overleden
echtgenoot, de eigenschap die haar met haar mee
gaanden aard misschien boven alle andere'dingen had
aangetrokken. Daarbij de opgewektheid, het onwan
kelbare optimisme van Fergussoii! Toch was zij zich
4 cylinder, 14.4 H. P., twee-persoona torpedo.
Het wonder ran Engeland.
De doktersauto bij uitnemendheid, geheel com
pleet met 5 lampen, kap en voorruit f 1976.
Importeurs voor geheel Nederland
„Keunemer Autogarage", Telel. 146,
ALKMAAR.
Prinsesje en groot gevolg. Ewerden onberispelijk
vijf nummers uitgevoerd onder ademlooze stilte,
waaronder het oude Wilhelmus en een lied van Vale
rius. Duizenden waren getuige van deze hulde.
Na afloop daalden Koningin en Prins met het
Prinsesje in hun midden het hooge bordes ai en lie
pen buigende vlak langs de zangers-groep ouder een
ongekend enthousiasme van die eenvoudige jongelin
gen. Daarna bewezen Koningin en Prins hun groote
eer door de leden van ?t hoofdbestuur en de zestien
voorzitters van de vereenigingen ten aansckouwe van
de geheele menschenmenigte bij zich te laten komen
op het hordes van het paleis en ieder hunner in 't bij
zonder minuten lang toe te spreken en te danken voor
deze hulde der christelijke jongelingsschap in de pro
vincie Zuid-IIolland. Daarna werden alle genoemde
heeren binnen het paleis genoodigd, waar hun ver-
verschingen werden aangeboden.
Toen de bondsvoorzitter weer buiten kwam sprak
hij van de estrade, van welke hij de uitvoering had
geleid, bewogen de executanten toe, zich^ uitputtende
in lof over de ongekend hartelijke wijze, waarop het
koninklijk gezin dankbaarheid betoonde voor deze au
bade.
Gemengd nieuws.
GROOTE DIEFSTAL IN INDIë.
De correspondent van de Tel. te Batavia seint:
De hoofdkassier van de Ned. Indische Escompto-
Maatschappij te Batavia, is verdwenen met medene
ming van een aanzienlijk bedrag aan geld. Naar ver
luidt bedraagt het ontvreemde bedrag' honderddui
zend gulden.
IXe INTERNATIONAAL PilYSIOLOGENCON
GRES.
In den Schouwburg te Groningen had gisteren d«
plechtige opening plaats van het 9de Internationale
Physio legen-congres.
Oj) het podium zat het Internationaal Comité, be
staande uit vertegenwoordigers van de verschillende
landen der wereld: prej. Pawiow, die in de sluitings
zitting een voordracht zal houden, voorts de Commis
saris der Koningin, de burgemeester, de rect-or-mag-
nificus, de voorzitter der Geneeskundige Faculteit en
jhr. De Marees van Swinderen, president van de com
missie van ontvangst.
De voorzitter, prof. dr. II. J. Hamburger, spr-ak de
openingsrede uit.
Hierna werd het woord gevoerd door den Commis
saris der Koningin in de prov. Groningen, den heer
mr. C. C. Geertsema, door den burgemeester van Gro
ningen, den heer jhr. mr. E. Tjarda van Starkenborgh
Stachouwer, den heer prof. IIKein. rector-magnifi-
cus dei Groninger Universiteit en den voorzitter der
medische faculteit, den heer prof. dr. R. A. Iteddin-
gius.
De verschillende redevoeringen werden herhaalde
lijk door applaus onderbroken.
Op voorstel van prof. Ch. Richet uit Parijs werd
onwillekeurig' bewust geweest dat er een slagboom
tusschen hen lag, er was iets dat hem tegen haar in
opstand deed komen en hoewel dat gevoel haar on
aangenaam had aangedaan en zij niet had begrepen
wat het was, nu schenen de woorden van Christine
haar het antwoord hierop te geven. De dokter was
arm, of ten minste betrekkelijk arm, terwijl zij meer
dan genoeg, je veel te veel aardsche goederen bezat
en een titel op den koop toe; en daar hij even fier
was als arm. had hij dien slagboom opgeworpen waar
van bij zich vaag bewust was geweest.
Christine de oprechte, eerlijke Christine, met
haar bijna jongensachtige voorliefde voor al wat nu-
i utirlijk was, eenvoudig en oprecht Christine had
gezegd: „Ik zou ons beider leven niet willen beder
ven door zijn trots. Als hij te hoogmoedig was om mij
te vragen, dan zou ik hem vragen."
Cicely stond op en liep naar liet raam. „Maar
voor haar zou zoo iets onmogelijk wezen, daar zou
'reen kwestie van kunnen zijn onmogelijk. Zij zon
baar eigen gevoel van trots nooit kunnen overwinnen,
nooit!"
„Dokter Fergusson is er, mevrouw, hij verzoekt mij
u te zeggen, dat hij u gaarne een oogenblik zon willen
sprgken, indien u hem kunt ontvangen."
Het was James, de huisknecht, die op den drempel
stond; zelfs tot het trage bewustzijn van James drong
loor dat zijn meesteres er buitengewoon lief en bui
tengewoon jong uitzag. Maar zijn sufheid van geest
belette hem die jeugdigheid en dat lieve uiterlijk in
verband te brengen met iet.s of iemand, hij zag het al
leen, terwijl Cicely een gedeelte van een seconde aar
zelen. Zou zij James bevel geven den dokter boven
le laten komen in haar boudoir, dat aardige kamer
tje, waar zij gewoonlijk alleen baar meest intieme
vrienden ontving? Of zou zij naar beneden gaan,
naar de ontvangkamer en hem ontvangen zooaLs al
haar gewone kennissen? Die twee vragen kwamen op
dat oogenblik bij haar op en zij gaf er spoedig ant
woord op.
•(pJ»)OAraA j