DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 205 Honderd en vijftiende Jaargang. 1913 DONDERDAG 4 SEPTEMBER. FEUILLETON. w BINNENLAND. VOORZITTER EERSTE KAMER. AARSCHE COURANT. ALKMAAR, 4 September. De wel eens min of meer rumoerig optredende vrouwenkiesrechtbeweging' heeft zich ook op het Haagsche Vredescongres doen gelden. Niet door een bom of soortgelijk minder vredestichtend voorwerp, maar toch op een zonderlinge wijze. Een man bracht haar ter sprake. Hij was een Rus, wiens geboorte grond hem indertijd te warm onder de voeten was ge worden, zoodat hij1 zich metterwoon in Engeland ge vestigd had. Zoo'n verwoed voorstander van vrou wenkiesrecht was hij, dat hij van het oogenblik af, waarop hij in liet gastvrije Londen in het huwelijk was getreden, beslist weigerde belasting te betalen zoolang zijn vrouw niet stemmen mocht. Men zal zeggen een „goedfcoope" demonstratie, maar het is toch wel merkwaardig, dat de regeering hem tenslotte ongemoeid heeft gelaten. Deze heer dan brak een lans voor het vrouwenkies recht toen prof. van Vollenhoven in 'n keurige Fran- sche rede zijn bekende plan ontworpen had. Ilij werd tot de orde geroepen.... hij sprak door. Men zeide hem, dat er op dat oogenblik enkel over de internati onale politie mocht worden gesproken.hij sprak door. Toén de heer La Fontaine, onder wiens vaste leiding het congres stond, hem het woord wilde ont nemen, zeide de volhardende spreker„Welnu, de internationale politie dan." Hij maakte quasi be zwaar tegen het voorgestelde besluit der commissie. En hij eindigde met te zeggen, dat de Hollanders een spreekwoord hebben: Een vügel ien der hand, is bet ter dan tien vögeln in der lüeht" welnu vrouwen kiesrecht was een vogel in de hand en de internatio nale politie was er een in de lucht. De handige.afgevaardigde van de World's Interna tional AllianqdHor Women's Suffrage had zijn doel bereikt Van de strijdlustige Engelsehe kiesrechtvrouwen kan dit niet precies gezegd1 worden. Die gaan nog' maar steeds door met gewelddadigheden te plegen. Zij hebben het daarbij voornamelijk op regeeringsper- sonen gericht en het is in liet bijzonder de minister president Asquith, die het moet ontgelden en die eigenlijk geen uur van den dag veilig is voor hare aanslagen. Maar de vrouwen ontzien ook de regee- ringsgebouwen, de openbare instellingen niet, zoodat deze niet slechts extra-bewaakt moeten worden, doch ook veelal gesloten zijn. Het Engelsche publiek wordt hoe langer hoe meer de dupe van de historie. Het ziet zich de gelegenheid ontnomen om genietin gen te smaken, die vroeger gratis konden worden ver kregen. Het weet zijn leven en zijn bezit bijna voortdurend bedreigd. Het merkt, dat handel en verkeer lijden, dat 'de finaneieele schade zeer groot is, dat Engeland gemeden wordt door toeristen, die er anders hun geld komen verteren, dat men in het bui tenland minder gunstig over het eilandenrijk begint te spreken. Is het wonder, dat het publiek opstan dig- wordt tegen deze opstandige vrouwen? Dat, wan neer de suffragettes mishandelen, zij met gelijke munt worden betaald? In de Engelsche pers worden den laatsten tijd de zonderlingste voorstellen gedaan, om aan de misdadige woelingen dezer vrouwen paal en perk te stellen. Men wil de raddraaisters naar St. Helena zenden, men wil ze dwangarbeid in de ko loniën laten doen of ze opsluiten in krankzinnigenge stichten.,. Intusschen gaan de kiesrechtvrouwen door met de wetten te schenden en misdrijven te begaan, in de hoop kwaadschiks van de regeering gedaan te krijgen, door L. G. MOBERLY. Naar het Engelsch. 64) o „Ik zal beneden komen in den salon", zei zij; zij wist zelf nauwelijks waarom zij tot dit besluit kwam, het was meer een ingeving, dan een gevolg van rede neering. Zij wachtte nog' even, om haar krachten te verzamelen; toen daalde zij langzaam de groote trap af, deed de salondeur open en bleef niet op den drem pel staan, zooals zij wel gewild had. Eergusson kwam dadelijk naar haar toe en ofschoon hij glimlachte en sprak op zijn gewonen vroo lijken toon, merkte zij op, dat er een sombere 'uitdruk king was in zijn oogen en een vermoeide trek op zijn gezicht, dien zij nog nooit te voren had bespeurd. Hij had ook iets ongewoon zenuwachtigs, hij sprak snei, alsof hij stilzwijgen vermijden wilde: „Ik moet mijn excuses maken dat ik u kom lastij vallen", zei hij op vormeüjken toon, dien zij niet van hem gewend was, „ik wou nog even komen vragen hoe het met Bébé gaat, voor mijn vertrek." „Vóór uw vertrék?" Cicely kon geen andere woor den over haar iippen krijgen; haar hart stond een oogenblik stil van schrik en begon daarna hevig te kloppen. „Ja, ik ben wel plotseling tot dat besluit gekomen, maar ik voel dat het. een wijs besluit is." Eergusson sprak snel en zenuwachtig. „Ik ben van plan op reis te gaaneen nieuw leven te beginnen in een nieuw land. Dit land is overbevolkt dat ondervinden wij hier hoe langer hoe meer en ik ben van plan naar het Verre Westen te gaan, naar Amerika. Ik heb daar altijd naar verlangd naar het vrije leven in eert groot, nieuw land." „En uw arme patiënten dan, uw arme patiënten in Zuid-Londen'', viel Cicely hem in de rede. „Zij kun wat ze goedschiks niet konden bereiken. Natuurlijk kan de tegenwoordige regeering niet aan dezen dwang toegeven. Geen regeering kan dat, de heer Asquith of een ander moge minister-presi dent zijn. Toegeven onder zulke omstandigheden zou méér beteekenen dan de regeeringswaar-digheid op het spel zetten het zou immers zijn het zich ge wonnen geven tegenover menschen, die maling too- nen aan recht en wet, het zou een héél slecht voor beeld zijn, dat óók navolging zou vinden en tot de dwaaste gevolgen ou de ergste 'geweldadigheden zou kunnen leiden. De misdadige kiesrechtvrouwen spelen een verlo ren spel. Willen zij inderdaad de komst van het vrouwen kiesrecht verhaasten, dan zullen zij waarschijnlijk moeten beginnen met toepassing der leuze, die óók op het vredescongres werd gehoord: die Waffen nieder! VAN HET HOF. ii. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins hebben gisternamiddag andermaal met gevolg een bezoek ge bracht aan de landbouwtentoonstelling te Bchevenin- gen, om weer eenige gebouwen te bezichtigen. AFSCHEIDSMAALTIJD TEN IIOVE. H. M. de Koningin had voor gisteravond ten Ko ninklijken Paleize aan een afscheidsmaaltijd in klei nen kring genoodigd de afgetreden ministers, t. w. de heeren Heemskerk en mevrouw; de Marees van Swinderen en mevrouw; mr. Kolkman, Coiijn, mr; Regout en mevrouw, Talma en de Waal Malefijt. H. M. de Koningin-Moeder heeft gistermiddag den leden van het afgetreden Kabinet een afscheidsgehoor verleend. Bij Kon. besluit is benoemd tot voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende de zit ting die zal aanvangen op den 3den Dinsdag in Sep tember 1913, de heer J. E. N. baron Schimmelpen- ninek van der Oye van Hoevelaken, lid van die Ka mer. DE VAN KARNEBEEK-BEON. De commissie tot stichting van een Van Karnebeek- bron, ter huldiging' van liet bestuur van de Carnegie- stichting, had tegen gistermiddag 3 uur een aantal belangstellenden genoodigd' bij de plechtige aanbie ding' van bedoelde bron aan hert Haagsche gemeente bestuur, ter plaatse waar dit huldeblijk reeds in voor- loopigen vorm is opgesteld' in het park Zorgvliet, te genover Bronovo. Bij die gelegenheid heeft de voorzitter van de com missie, de heer mr. H. C. Bresselhuys, secretaris-ge neraal gan liet. departement van justitie, een rede ge houden. 1NTE R PA RLE ME NT Al RE CONFERENTIE. Gistermorgen is de 18e Interparlementaire Confe rentie in de Ridderzaal te 's-Gravenhage geopend. De heer mr. M. Tydeman, lid der Tweede Kamer, hield als voorzitter een uitvoerige openingsrede, waarna het woord gevoerd werd door mr. Coi't van der Lin den. Gemengd nienwe. UIT HELLO. In do' Dinsdagmiddag gehouden Raadsvergade ring werden door de herkozen leden de vereischte eeden afgelegd. Ingekomen was een schrijven van den heer v. d. Aardweg, houdende het verzoek om hem wederom een gratificatie van 75 als oud-ambtenaar ter secretarie te verleenen. Werd bij de begrooting' behandeld. Na eenige discussie werd besloten, nu door de veranderde salarisregeling het salaris van den heer v. d. Aard weg' van J 400 op 475 wordt gebracht, de gratifica tie op 50 te bepalen. nen u niet missen." Bij trok de schouders op en glimlachte. „Ik ben niet onmisbaar, noch voor hen, noch voor iemand anders." De laatste woorden sprak hij fluiste rend „en ik geloof dat daar ginds veel werk voor mij is, op het andere 'halfrond. Het is niet overhaast, dat ik dit besluit heb genomen, ik heb er al lang over nagedacht; ik geloof dat het verstandig is." „Ik wou wel eens weten waarom?" Cicely sloeg haar oogen op tot de onrustige, bruine oogen tegen over haar. „Het lijkt mij Zij zweeg plotseling en maakte den zin niet af; zij sloeg de oogen neer voor hetgeen zij' meende te lezen in die andere. „Lijkt het u zulle een dwaas plan? een ondoordach te inval? Ik ben niet zonder reden tot dit besluit ge komen. Het is het. beste, het eenige wat ik doen kan." De laatste woorden 'kwamen haastig van zijn lippen, hij haalde met moeite adem alsof zijn krachten wa ren uitgeput. „Ik kon niet heengaan zonder u en juffrouw Moore en Bébé goeden dag te zeggen." „Wij zouden ook heel boos op u geweest zijn als u zoo iets afschuwelijks gedaan hadt", antwoordde Ci cely luchthartig, zoo luchthartig dat er in zijn bruine oogen een pijnlijkfc uitdrukking kwam. Hij had niet durven hopen, dat zij' met eenige mogelijkheid iets om hem kon geven, maakte hij zich zelf wijs. Hij had nooit zulke onwaarschijnlijke droomen gedroomd, maar wel had hij' gehoopt dat het haar zou spijten voor altijd een igoed vriend te verliezen. Want als hij uit. Engeland vertrok, was hij van plan het 'land voor goed te verlaten, alle vriendschap af te snijden, alle banden te verbreken. En nu zag- zij tot hem op met een glimlach en zij praatte vroolijk en zei dat zij boos op hem zou wezen indien hij wegging zonder afscheid van haar te nemen! Hij voelde zich gekwetst, en in zijn ijdelheid geknakt; Cicely die dit even goed op merkte als zij een oogenblik van te voren den veeibe- teekenenden blik in zijn oogen had opgemerkt, Wist alleen dat haar hart bonsde van onuitsprekelijk genot dat haar zelf vrees aanjoeg zij was zich bewust dat zij het geluk in haar eigen kleine handjes had indien zij het. spel ten minste speelde zooals het ge- Ook het verzoek van eenige bewoners van den Oostzijweg' werd bij de begrooting besproken. Op voorstel van den heer van 't Veer werd besloten het saldo van de aan te gane geldleening tot een bedrag van 500 voor dezen weg te bestemmen. Op voorstel van den voorzitter werd na uitvoerige bespreking besloten met den notai is Gouverne als curator van juffrouw Lippits een -contract aan te gaan, waarbij de gemeente zich verplicht 0111 het land van genoemde eigenaresse in de Hoogelaan voor ge zamenlijke rekening' op te meten bij een eventueele verkoop, of wanneer de eigenaresse dit om een andere reden wenscht. De gemeente is dan bovendien ver plicht om op de grens een veekeering te plaatsen en dit voor dat deel waar de wegwerker ter verbetering van den weg den bestaanden dijk heeft weggegraven. De begrooting voor 1914 aanwijzende een saldo van 450 voor onvoorziene uitgaven kwam hierna in be handeling. Voor de salarisverhoogingen was nog niets op de begrooting geplaatst, omdat hierover van Gedeputeer den nog niets was afgekomen. Onderhoud wegen was op 100 minder igeraamd omdat bij een bestra ting' van den Stationsweg' een 30 M3. grint minder noodig- is. De post instandhouding' school en onderwijzerswo ning werd 100 hooger geraamd, die van het burger lijk armbestuur eveneens en dus van 700 op 800 gebracht. De kosten voor de verzekering van de gemeente ambtenaren, noodig door de nieuwe wet, waren ge- raamd op 325. De kosten van inkoop zullen een 4000 bedragen. Dit bedrag mag- echter in 40 jaar betaald' worden, té beginnen met 1915. Bij deze raming is aangenomen dat de gemeente de volle 7 voor de ambtenaren betaalt, wettelijk heeft de gemeente het recht hiervoor 3 van de sa larissen in te houden. Van den inkoop mag de gemeente ook 3 inhou den en van het weduwen- en weezenfonds de volle 5 omdat de ambtenaren hiertoe niet verplicht zijn. De heer Maas Geesteranus achtte het inhouden van 11 op salarissen van 450 en 500 onmogelijk. De heer v. d. Molen wees op de onderwijzers, daar wordt de 7 ten volle afgehouden, iemand, dien spreker kent heeft in 28 jaar al 1600 betaald. ï)e heer Maas Geesteranus nam volgens spreker te veel het uiterste, er is maar één ambtenaar die 450 ver dient, z. i. is het billijk als ze iets bijbetalen. Besloten werd hierover later te beslissen en de post op de begrooting- te handhaven. De Hoofdelijke Omslag is op f 5500 geraamd, vol gens den heer Maas Geesteranus zal deze wel iets meer opbrengen. De begrooting werd hierna goedgekeurd. De voorzitter deelde mede dat B. en W. besloten hebben den Raad voor té ^tellen om den Stationsweg te bestraten. E'eu lengte van 1232 M. is nog- onbestraat; ter breedte van 3.50 M. 'bedragen daarvoor de kosten 7708, verhoogd met 8 zinkputten, afsluiters, winst enz., totaal 8500. De voorzitter was overtuigd, dat de begrooting wat ruim genomen was, het zand was alhier o. m. goed- kooper te krijgen. De heer v. d. Molen zei ook een begrooting ge maakt te hebben, spreker heeft meer rekening gehou den mee liet bestaande paardenpad en zijn bedrag is dan ook J 1200 lager. Spreker heeft echter inplaats van 600 winst, hiervoor 300 uitgetrokken. De voorzittei was van meening' dat de waarheid wel in liet midden zal liggen. De heer Bakker wilde wat meer leenen, om de eerste jaren te verlichten, door de aflossingen toch worden de kosten steeds gemakk^ijjkcr' te dragen. De heer Maas Geesteranus vónd het-plan van B. en W. een mooi plan, spreker was overtuigd dat het een goeden indruk in de gemeente zal maken. .De heer van 't Veer stelde voor 10.000 te leenen en daarvan J 500 te bestemmen voor de verbetering van den Oostzijweg'. Dit voorstel werd met algemeene stemmen na eeni ge verdere bespreking aangenomen. speeld moest worden. „U heeft -uw huis en uw praktijk toch nog niet opgegeven?" vroeg zij en haar toon was nog altijd za kelijk en kalm en zijn stem klonk belcedigd, toen hij antwoordde „Ik heb mijn huis een agent in blinden gegeven om te verhuren; met mijn werk ga ik voort totdat ik iemand gevonden heb die het van mij 'kan overnemen; zoodra alles geregeld is, zal ik vertrekken. Om u de waarheid te zeggen zal ik blij zijn als het zoover is." Cicely's hart bonsde; er was zulk een bittere klank in zijn stem. Zij kwam een stap nader (zij stonden bei den nog sedert zij was binnengekomen), zij had de woorden: „ik wilde" zelfs uitgesproken, toen de deur wijd werd opengeworpen en James aankondigde: „Mevrouw Deane." Cicely wist niet of zij lachen moest of schreien toen deze heel gewone kennis, de alledaagschheid, welvoegelijkheid en domheid in persoon, de kamer binnentrad. Zij wist maar al te wel, dat mevrouw Deane als zij eenmaal goed en wel in de kamer zat, er niét gemakkelijk weer uitging; met een zucht schikte /ij zich dus in haar lot, terwijl Eergusson haar de hand tot afscheid reikte. „Ik moet verder, me vrouw', zei liij, „mag ik soms even naar de kinderka mer gaan om juffrouw Moore en Bébé goeden dag te zeggen „Natuurlijk", antwoordde Cicely, met haar vrien delijk lachje. „Bébé zou vreeselijk veel verdriet heb ben als. haar: lieve dokter op reis ging over de zee, zonder afscheid van haar te nemen." „A is u ten minste over de zee gaat", voegde zij er in gedachte bij, toen de deur was gesloten en zij ging' zitten om naar mevrouw Deane's weinig' interes sant gesprek te luisteren. „Als u gaat over de zeel" HOOFDSTUK XVII. IK KOM VANDAAG OM U DAT TE ZEGGEN. Eergusson had het groote huis op het Eat.on-plein zeer terneergeslagen verlaten, maar den volgenden Op voorstel van den heer v. d. Molen werd besloten de Kerkeraad te berichten, dat de gemeente genegen is 50 te betalen indien de Kerkeraad de wal aan de Zevenhuizenlaan opruimt. De lieer v. 't Veer was er voor om de helft van de kosten van het te maken hek te vergoeden. De heer Butter stemde voor een vergoeding van 40. Bij de bespreking van liet verzoek van den heer v. d. Aardweg', was de voorzitter van meehing, dat thans de gratificatie niet meer verleend moest wor den, aangezien het salaris als ontvanger met 75 ver hoogd is. De lieer Mulder vond het niet aardig als het salaris verhoogd wordt en men tenslotte toch niets ontvangt. De heer Butter„Het is nogal zoo'n salaris, als je 450 verdient en je moet 7 in de week kostgeld geven en dat voor een .man die reeds zoo lang in diengt. van de gemeente is. Laten wij. de gratificatie thans maar op 50 stellen." Dit voorstél werd met 5 stemmen voor aang'eno- men. De heeren v. d. Molen en Zwart stemden te gen. Op voorstel van den heer Maas Geesteranus werd besloten goedkeuring te vragen om de aflossingen voor de nieuwe school op 500 te houden. Van de K. E. M. was bij B. en W. het bericht in gekomen, dat de Maatschappij genegen was bij even tueele aansluiting voor 45 in de maand de aanslui tingen voor de gemeente te beheeren. Aangezien het rapport van den heer Blom nog niet was ingekomen, werd déze kwestie aangehouden. De heer v. d. Molen vond het een schandaal dat de gemeente-rekening nog niet klaar was. De voorzitter zeide hieraan niets te kunnen doen. de heer v. d. Aardweg had wat lang werk gehad, maar ook in andere gemeenten was dit nog niet geregeld. De vorige week was v. d. Aardweg er mede gereed ge komen, maar met het oog op de uitvoerige agenda. zal de rekening in de volgende vergadering besproken worden. De heer Butter: „Nu v. d. Aardweg wat meer krijgt zal hij wel harder werken." De voorzitter deelde mede dat er van den directeur van de gasfabriek te Alkmaar nog geen nader bericht was ingekomen. De begrooting' van het. Burgerlijk Armbestuur werd O)) een bedrag- van 3063.88 met een saldo van 31.38 goedgekeurd. Op verzoek van den heer Mulder zei de voorzitter toe er werk van te zullen maken, dat de lantaarns worden opgestoken. De heer Zwart klaagde over de woonwagens, die met koppeltjes aan de Oostzij staan. De voorzitter wees er op, dat aan den anderen kant hetzelfde gebeurt. Daar staan nog wel twee borden met. het opschrift verboden staanplaats voor woonwa gens, .maar sinds die borden daar staan, verkéeren die lui zeker in de meening', dat er opstaat „Welkome staanplaats voor woonwagens." Ze binden de paar den aan de borden vast. Komt men er op af, dan kan geen van allen lezen. Met de onafhankelijkheidsfeesten in Alkmaar ston den daar een 18 woonwagens, spreker trok er persoon lijk met den veldwachter op af, maar ze bleven staan en vervolgde spr., wij konden tegen de lui niets be ginnen. In Alkmaar had de geheeie politie door de feesten dienst, maar al had' men politie dan kon men ze toch iliet weg'krijgen. Brengt men ze naar Limmen, dan brengt Limmen de wagens die van Castricum komen Weer naar Heilo. Zoolang men ze niet ergens kan brengen waar ze onschadelijk zijn. geeft het niets. Vraagt men ze naar hun naam dan geven ze gewoonweg geen naam op en men kan niets tegen ze beginnen. In Barne- veld bracht men ze met paarden van de gemeente, een paar uur de hei in, daar konden ze niets uitrichten en kwamen ze niet meer terug. Hier zit men overal di rect in een andere gemeente. Spreker hoopte dan ook dat het wetsontwerp, waardoor ieder houder ver plicht wordt een rijbewijs te hebben, verbetering zal brengen, thans kan er niets tegen gedaan worden. De heer v. d. Molen deelde mede vernomen te heb ben, dat Hoebe, de smid, scherp afval in de laan voor morgen was hij nog' somberder gestemd. Hij zat al léén in de kamer die hij als studeer- en zitkamer ge bruikte; op de tafel voor hem lagen twee brieven, de eëne van een agent van een verhuurkantoor, waarin hem werd medegedeeld dat er iemand was die mis schien zijn huis wilde huren; de andere van een prao- tiseerend geneesheer uit het Noorden van Engeland. Deze gaf zijn verlangen te kennen persoonlijk over te komen om alle bijzonderheden omtrent de praktijk te Vernemen. „Met geweld mijn schepen verbranden", mompelde Eergusson, terwijl bij de kamer rondkeek, die hij was beginnen lief te krijgen; hij glimlachte, maar het. was een droevig glimlachje zonder vreugde. Die blik om zich heen herinnerde hem plotseling aan het eerste bezoek van Christine, toen hij de praktijk waarnam voor Dr. Stoke en in zijn huis woonde. Hij moest waarlijk lachen als hij zich den verbaasden blik van het jonge meisjes herinnerde en haar naieve bekente nis, hoe weinig overeenkomst zij zag ftrsschen zijn persoon en het. huis waarin hij haar ontving. En-als hij nu den blik liet. gaan door zijn studeerkamer in Zuidelijk Londen, dan vroeg hij zich af of Christine deze omgeving meer in overeenstemming zou vinden met zijn persoon. Er was hier zeker niets van 1 die keurige nette deftigheid van Dr. Stoke's goed onder houden woning. Geen twee stoelen die bij elkaar behoorden, maar zij waren alle gemakkelijk en pret tig. De wanden waren beschilderd, zacht geel, wat een indruk van zonlicht gaf, zelfs op de donkerste da gen en de weinige platen die tegen den zonnigen ach tergrond hingen, waren zeer goede foto's in eikenhou ten lijst, die eenige oude Meesters van de Italiaan- sclie School vertegenwoordigden. Boekenkasten be dekten een groot deel van den wand, boeken bedekten de tafels, zelfs lagen ze opgestapeld op een hoek van het vrij verschoten Turksche tapijt. Voor het open raam stond een bak muurbloemen; de doordringende geur verspreidde zich door de kamer. Het uitzicht was niet onaardig, want er was een klein tuintje ach ter het huis en de groene takken wuifden tegen den blauwen Meihemel. AS stv-',—- (Wordt vervolgd).,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1