DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 205
Honderd en vijftiende Jaargang.
1913
DONDERDAG
4 SEPTEMBER.
FEUILLETON.
w
BINNENLAND.
VOORZITTER EERSTE KAMER.
AARSCHE COURANT.
ALKMAAR, 4 September.
De wel eens min of meer rumoerig optredende
vrouwenkiesrechtbeweging' heeft zich ook op het
Haagsche Vredescongres doen gelden. Niet door een
bom of soortgelijk minder vredestichtend voorwerp,
maar toch op een zonderlinge wijze. Een man bracht
haar ter sprake. Hij was een Rus, wiens geboorte
grond hem indertijd te warm onder de voeten was ge
worden, zoodat hij1 zich metterwoon in Engeland ge
vestigd had. Zoo'n verwoed voorstander van vrou
wenkiesrecht was hij, dat hij van het oogenblik af,
waarop hij in liet gastvrije Londen in het huwelijk
was getreden, beslist weigerde belasting te betalen
zoolang zijn vrouw niet stemmen mocht. Men zal
zeggen een „goedfcoope" demonstratie, maar het is
toch wel merkwaardig, dat de regeering hem tenslotte
ongemoeid heeft gelaten.
Deze heer dan brak een lans voor het vrouwenkies
recht toen prof. van Vollenhoven in 'n keurige Fran-
sche rede zijn bekende plan ontworpen had. Ilij werd
tot de orde geroepen.... hij sprak door. Men zeide
hem, dat er op dat oogenblik enkel over de internati
onale politie mocht worden gesproken.hij sprak
door. Toén de heer La Fontaine, onder wiens vaste
leiding het congres stond, hem het woord wilde ont
nemen, zeide de volhardende spreker„Welnu, de
internationale politie dan." Hij maakte quasi be
zwaar tegen het voorgestelde besluit der commissie.
En hij eindigde met te zeggen, dat de Hollanders een
spreekwoord hebben: Een vügel ien der hand, is bet
ter dan tien vögeln in der lüeht" welnu vrouwen
kiesrecht was een vogel in de hand en de internatio
nale politie was er een in de lucht.
De handige.afgevaardigde van de World's Interna
tional AllianqdHor Women's Suffrage had zijn doel
bereikt
Van de strijdlustige Engelsehe kiesrechtvrouwen
kan dit niet precies gezegd1 worden. Die gaan nog'
maar steeds door met gewelddadigheden te plegen.
Zij hebben het daarbij voornamelijk op regeeringsper-
sonen gericht en het is in liet bijzonder de minister
president Asquith, die het moet ontgelden en die
eigenlijk geen uur van den dag veilig is voor hare
aanslagen. Maar de vrouwen ontzien ook de regee-
ringsgebouwen, de openbare instellingen niet, zoodat
deze niet slechts extra-bewaakt moeten worden, doch
ook veelal gesloten zijn. Het Engelsche publiek
wordt hoe langer hoe meer de dupe van de historie.
Het ziet zich de gelegenheid ontnomen om genietin
gen te smaken, die vroeger gratis konden worden ver
kregen. Het weet zijn leven en zijn bezit bijna
voortdurend bedreigd. Het merkt, dat handel en
verkeer lijden, dat 'de finaneieele schade zeer groot is,
dat Engeland gemeden wordt door toeristen, die er
anders hun geld komen verteren, dat men in het bui
tenland minder gunstig over het eilandenrijk begint
te spreken. Is het wonder, dat het publiek opstan
dig- wordt tegen deze opstandige vrouwen? Dat, wan
neer de suffragettes mishandelen, zij met gelijke
munt worden betaald? In de Engelsche pers worden
den laatsten tijd de zonderlingste voorstellen gedaan,
om aan de misdadige woelingen dezer vrouwen paal
en perk te stellen. Men wil de raddraaisters naar
St. Helena zenden, men wil ze dwangarbeid in de ko
loniën laten doen of ze opsluiten in krankzinnigenge
stichten.,.
Intusschen gaan de kiesrechtvrouwen door met de
wetten te schenden en misdrijven te begaan, in de
hoop kwaadschiks van de regeering gedaan te krijgen,
door L. G. MOBERLY.
Naar het Engelsch.
64) o
„Ik zal beneden komen in den salon", zei zij; zij
wist zelf nauwelijks waarom zij tot dit besluit kwam,
het was meer een ingeving, dan een gevolg van rede
neering. Zij wachtte nog' even, om haar krachten te
verzamelen; toen daalde zij langzaam de groote trap
af, deed de salondeur open en bleef niet op den drem
pel staan, zooals zij wel gewild had.
Eergusson kwam dadelijk naar haar toe en ofschoon
hij glimlachte en sprak op zijn gewonen vroo
lijken toon, merkte zij op, dat er een sombere 'uitdruk
king was in zijn oogen en een vermoeide trek op zijn
gezicht, dien zij nog nooit te voren had bespeurd. Hij
had ook iets ongewoon zenuwachtigs, hij sprak snei,
alsof hij stilzwijgen vermijden wilde:
„Ik moet mijn excuses maken dat ik u kom lastij
vallen", zei hij op vormeüjken toon, dien zij niet van
hem gewend was, „ik wou nog even komen vragen hoe
het met Bébé gaat, voor mijn vertrek."
„Vóór uw vertrék?" Cicely kon geen andere woor
den over haar iippen krijgen; haar hart stond een
oogenblik stil van schrik en begon daarna hevig te
kloppen.
„Ja, ik ben wel plotseling tot dat besluit gekomen,
maar ik voel dat het. een wijs besluit is." Eergusson
sprak snel en zenuwachtig. „Ik ben van plan op reis
te gaaneen nieuw leven te beginnen in een nieuw
land. Dit land is overbevolkt dat ondervinden wij
hier hoe langer hoe meer en ik ben van plan naar het
Verre Westen te gaan, naar Amerika. Ik heb daar
altijd naar verlangd naar het vrije leven in eert
groot, nieuw land."
„En uw arme patiënten dan, uw arme patiënten in
Zuid-Londen'', viel Cicely hem in de rede. „Zij kun
wat ze goedschiks niet konden bereiken.
Natuurlijk kan de tegenwoordige regeering niet
aan dezen dwang toegeven. Geen regeering kan dat,
de heer Asquith of een ander moge minister-presi
dent zijn. Toegeven onder zulke omstandigheden zou
méér beteekenen dan de regeeringswaar-digheid op
het spel zetten het zou immers zijn het zich ge
wonnen geven tegenover menschen, die maling too-
nen aan recht en wet, het zou een héél slecht voor
beeld zijn, dat óók navolging zou vinden en tot de
dwaaste gevolgen ou de ergste 'geweldadigheden zou
kunnen leiden.
De misdadige kiesrechtvrouwen spelen een verlo
ren spel.
Willen zij inderdaad de komst van het vrouwen
kiesrecht verhaasten, dan zullen zij waarschijnlijk
moeten beginnen met toepassing der leuze, die óók op
het vredescongres werd gehoord: die Waffen nieder!
VAN HET HOF.
ii. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins hebben
gisternamiddag andermaal met gevolg een bezoek ge
bracht aan de landbouwtentoonstelling te Bchevenin-
gen, om weer eenige gebouwen te bezichtigen.
AFSCHEIDSMAALTIJD TEN IIOVE.
H. M. de Koningin had voor gisteravond ten Ko
ninklijken Paleize aan een afscheidsmaaltijd in klei
nen kring genoodigd de afgetreden ministers, t. w.
de heeren Heemskerk en mevrouw; de Marees van
Swinderen en mevrouw; mr. Kolkman, Coiijn, mr;
Regout en mevrouw, Talma en de Waal Malefijt.
H. M. de Koningin-Moeder heeft gistermiddag den
leden van het afgetreden Kabinet een afscheidsgehoor
verleend.
Bij Kon. besluit is benoemd tot voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende de zit
ting die zal aanvangen op den 3den Dinsdag in Sep
tember 1913, de heer J. E. N. baron Schimmelpen-
ninek van der Oye van Hoevelaken, lid van die Ka
mer.
DE VAN KARNEBEEK-BEON.
De commissie tot stichting van een Van Karnebeek-
bron, ter huldiging' van liet bestuur van de Carnegie-
stichting, had tegen gistermiddag 3 uur een aantal
belangstellenden genoodigd' bij de plechtige aanbie
ding' van bedoelde bron aan hert Haagsche gemeente
bestuur, ter plaatse waar dit huldeblijk reeds in voor-
loopigen vorm is opgesteld' in het park Zorgvliet, te
genover Bronovo.
Bij die gelegenheid heeft de voorzitter van de com
missie, de heer mr. H. C. Bresselhuys, secretaris-ge
neraal gan liet. departement van justitie, een rede ge
houden.
1NTE R PA RLE ME NT Al RE CONFERENTIE.
Gistermorgen is de 18e Interparlementaire Confe
rentie in de Ridderzaal te 's-Gravenhage geopend. De
heer mr. M. Tydeman, lid der Tweede Kamer, hield
als voorzitter een uitvoerige openingsrede, waarna
het woord gevoerd werd door mr. Coi't van der Lin
den.
Gemengd nienwe.
UIT HELLO.
In do' Dinsdagmiddag gehouden Raadsvergade
ring werden door de herkozen leden de vereischte
eeden afgelegd.
Ingekomen was een schrijven van den heer v. d.
Aardweg, houdende het verzoek om hem wederom een
gratificatie van 75 als oud-ambtenaar ter secretarie
te verleenen. Werd bij de begrooting' behandeld. Na
eenige discussie werd besloten, nu door de veranderde
salarisregeling het salaris van den heer v. d. Aard
weg' van J 400 op 475 wordt gebracht, de gratifica
tie op 50 te bepalen.
nen u niet missen."
Bij trok de schouders op en glimlachte.
„Ik ben niet onmisbaar, noch voor hen, noch voor
iemand anders." De laatste woorden sprak hij fluiste
rend „en ik geloof dat daar ginds veel werk voor
mij is, op het andere 'halfrond. Het is niet overhaast,
dat ik dit besluit heb genomen, ik heb er al lang over
nagedacht; ik geloof dat het verstandig is."
„Ik wou wel eens weten waarom?" Cicely sloeg
haar oogen op tot de onrustige, bruine oogen tegen
over haar. „Het lijkt mij Zij zweeg plotseling
en maakte den zin niet af; zij sloeg de oogen neer
voor hetgeen zij' meende te lezen in die andere.
„Lijkt het u zulle een dwaas plan? een ondoordach
te inval? Ik ben niet zonder reden tot dit besluit ge
komen. Het is het. beste, het eenige wat ik doen kan."
De laatste woorden 'kwamen haastig van zijn lippen,
hij haalde met moeite adem alsof zijn krachten wa
ren uitgeput. „Ik kon niet heengaan zonder u en
juffrouw Moore en Bébé goeden dag te zeggen."
„Wij zouden ook heel boos op u geweest zijn als u
zoo iets afschuwelijks gedaan hadt", antwoordde Ci
cely luchthartig, zoo luchthartig dat er in zijn bruine
oogen een pijnlijkfc uitdrukking kwam. Hij had niet
durven hopen, dat zij' met eenige mogelijkheid iets om
hem kon geven, maakte hij zich zelf wijs. Hij had
nooit zulke onwaarschijnlijke droomen gedroomd,
maar wel had hij' gehoopt dat het haar zou spijten
voor altijd een igoed vriend te verliezen. Want als hij
uit. Engeland vertrok, was hij van plan het 'land voor
goed te verlaten, alle vriendschap af te snijden, alle
banden te verbreken. En nu zag- zij tot hem op met
een glimlach en zij praatte vroolijk en zei dat zij boos
op hem zou wezen indien hij wegging zonder afscheid
van haar te nemen! Hij voelde zich gekwetst, en in
zijn ijdelheid geknakt; Cicely die dit even goed op
merkte als zij een oogenblik van te voren den veeibe-
teekenenden blik in zijn oogen had opgemerkt, Wist
alleen dat haar hart bonsde van onuitsprekelijk genot
dat haar zelf vrees aanjoeg zij was zich bewust
dat zij het geluk in haar eigen kleine handjes had
indien zij het. spel ten minste speelde zooals het ge-
Ook het verzoek van eenige bewoners van den
Oostzijweg' werd bij de begrooting besproken. Op
voorstel van den heer van 't Veer werd besloten het
saldo van de aan te gane geldleening tot een bedrag
van 500 voor dezen weg te bestemmen.
Op voorstel van den voorzitter werd na uitvoerige
bespreking besloten met den notai is Gouverne als
curator van juffrouw Lippits een -contract aan te
gaan, waarbij de gemeente zich verplicht 0111 het land
van genoemde eigenaresse in de Hoogelaan voor ge
zamenlijke rekening' op te meten bij een eventueele
verkoop, of wanneer de eigenaresse dit om een andere
reden wenscht. De gemeente is dan bovendien ver
plicht om op de grens een veekeering te plaatsen en
dit voor dat deel waar de wegwerker ter verbetering
van den weg den bestaanden dijk heeft weggegraven.
De begrooting voor 1914 aanwijzende een saldo van
450 voor onvoorziene uitgaven kwam hierna in be
handeling.
Voor de salarisverhoogingen was nog niets op de
begrooting geplaatst, omdat hierover van Gedeputeer
den nog niets was afgekomen. Onderhoud wegen
was op 100 minder igeraamd omdat bij een bestra
ting' van den Stationsweg' een 30 M3. grint minder
noodig- is.
De post instandhouding' school en onderwijzerswo
ning werd 100 hooger geraamd, die van het burger
lijk armbestuur eveneens en dus van 700 op 800
gebracht.
De kosten voor de verzekering van de gemeente
ambtenaren, noodig door de nieuwe wet, waren ge-
raamd op 325.
De kosten van inkoop zullen een 4000 bedragen.
Dit bedrag mag- echter in 40 jaar betaald' worden, té
beginnen met 1915.
Bij deze raming is aangenomen dat de gemeente de
volle 7 voor de ambtenaren betaalt, wettelijk
heeft de gemeente het recht hiervoor 3 van de sa
larissen in te houden.
Van den inkoop mag de gemeente ook 3 inhou
den en van het weduwen- en weezenfonds de volle 5
omdat de ambtenaren hiertoe niet verplicht zijn.
De heer Maas Geesteranus achtte het inhouden van
11 op salarissen van 450 en 500 onmogelijk.
De heer v. d. Molen wees op de onderwijzers, daar
wordt de 7 ten volle afgehouden, iemand, dien
spreker kent heeft in 28 jaar al 1600 betaald. ï)e
heer Maas Geesteranus nam volgens spreker te veel
het uiterste, er is maar één ambtenaar die 450 ver
dient, z. i. is het billijk als ze iets bijbetalen.
Besloten werd hierover later te beslissen en de
post op de begrooting- te handhaven.
De Hoofdelijke Omslag is op f 5500 geraamd, vol
gens den heer Maas Geesteranus zal deze wel iets
meer opbrengen.
De begrooting werd hierna goedgekeurd.
De voorzitter deelde mede dat B. en W. besloten
hebben den Raad voor té ^tellen om den Stationsweg
te bestraten.
E'eu lengte van 1232 M. is nog- onbestraat; ter
breedte van 3.50 M. 'bedragen daarvoor de kosten
7708, verhoogd met 8 zinkputten, afsluiters, winst
enz., totaal 8500.
De voorzitter was overtuigd, dat de begrooting wat
ruim genomen was, het zand was alhier o. m. goed-
kooper te krijgen.
De heer v. d. Molen zei ook een begrooting ge
maakt te hebben, spreker heeft meer rekening gehou
den mee liet bestaande paardenpad en zijn bedrag is
dan ook J 1200 lager. Spreker heeft echter inplaats
van 600 winst, hiervoor 300 uitgetrokken.
De voorzittei was van meening' dat de waarheid
wel in liet midden zal liggen.
De heer Bakker wilde wat meer leenen, om de
eerste jaren te verlichten, door de aflossingen toch
worden de kosten steeds gemakk^ijjkcr' te dragen.
De heer Maas Geesteranus vónd het-plan van B. en
W. een mooi plan, spreker was overtuigd dat het een
goeden indruk in de gemeente zal maken.
.De heer van 't Veer stelde voor 10.000 te leenen
en daarvan J 500 te bestemmen voor de verbetering
van den Oostzijweg'.
Dit voorstel werd met algemeene stemmen na eeni
ge verdere bespreking aangenomen.
speeld moest worden.
„U heeft -uw huis en uw praktijk toch nog niet
opgegeven?" vroeg zij en haar toon was nog altijd za
kelijk en kalm en zijn stem klonk belcedigd, toen hij
antwoordde
„Ik heb mijn huis een agent in blinden gegeven om
te verhuren; met mijn werk ga ik voort totdat ik
iemand gevonden heb die het van mij 'kan overnemen;
zoodra alles geregeld is, zal ik vertrekken. Om u de
waarheid te zeggen zal ik blij zijn als het zoover is."
Cicely's hart bonsde; er was zulk een bittere klank in
zijn stem. Zij kwam een stap nader (zij stonden bei
den nog sedert zij was binnengekomen), zij had de
woorden: „ik wilde" zelfs uitgesproken, toen de deur
wijd werd opengeworpen en James aankondigde:
„Mevrouw Deane."
Cicely wist niet of zij lachen moest of schreien
toen deze heel gewone kennis, de alledaagschheid,
welvoegelijkheid en domheid in persoon, de kamer
binnentrad. Zij wist maar al te wel, dat mevrouw
Deane als zij eenmaal goed en wel in de kamer zat, er
niét gemakkelijk weer uitging; met een zucht schikte
/ij zich dus in haar lot, terwijl Eergusson haar de
hand tot afscheid reikte. „Ik moet verder, me
vrouw', zei liij, „mag ik soms even naar de kinderka
mer gaan om juffrouw Moore en Bébé goeden dag te
zeggen
„Natuurlijk", antwoordde Cicely, met haar vrien
delijk lachje. „Bébé zou vreeselijk veel verdriet heb
ben als. haar: lieve dokter op reis ging over de zee,
zonder afscheid van haar te nemen."
„A is u ten minste over de zee gaat", voegde zij
er in gedachte bij, toen de deur was gesloten en zij
ging' zitten om naar mevrouw Deane's weinig' interes
sant gesprek te luisteren. „Als u gaat over
de zeel"
HOOFDSTUK XVII.
IK KOM VANDAAG OM U DAT TE ZEGGEN.
Eergusson had het groote huis op het Eat.on-plein
zeer terneergeslagen verlaten, maar den volgenden
Op voorstel van den heer v. d. Molen werd besloten
de Kerkeraad te berichten, dat de gemeente genegen
is 50 te betalen indien de Kerkeraad de wal aan de
Zevenhuizenlaan opruimt.
De lieer v. 't Veer was er voor om de helft van de
kosten van het te maken hek te vergoeden. De heer
Butter stemde voor een vergoeding van 40.
Bij de bespreking van liet verzoek van den heer v.
d. Aardweg', was de voorzitter van meehing, dat
thans de gratificatie niet meer verleend moest wor
den, aangezien het salaris als ontvanger met 75 ver
hoogd is.
De lieer Mulder vond het niet aardig als het salaris
verhoogd wordt en men tenslotte toch niets ontvangt.
De heer Butter„Het is nogal zoo'n salaris, als
je 450 verdient en je moet 7 in de week kostgeld
geven en dat voor een .man die reeds zoo lang in
diengt. van de gemeente is. Laten wij. de gratificatie
thans maar op 50 stellen."
Dit voorstél werd met 5 stemmen voor aang'eno-
men. De heeren v. d. Molen en Zwart stemden te
gen.
Op voorstel van den heer Maas Geesteranus werd
besloten goedkeuring te vragen om de aflossingen
voor de nieuwe school op 500 te houden.
Van de K. E. M. was bij B. en W. het bericht in
gekomen, dat de Maatschappij genegen was bij even
tueele aansluiting voor 45 in de maand de aanslui
tingen voor de gemeente te beheeren.
Aangezien het rapport van den heer Blom nog niet
was ingekomen, werd déze kwestie aangehouden.
De heer v. d. Molen vond het een schandaal dat de
gemeente-rekening nog niet klaar was.
De voorzitter zeide hieraan niets te kunnen doen.
de heer v. d. Aardweg had wat lang werk gehad, maar
ook in andere gemeenten was dit nog niet geregeld.
De vorige week was v. d. Aardweg er mede gereed ge
komen, maar met het oog op de uitvoerige agenda.
zal de rekening in de volgende vergadering besproken
worden.
De heer Butter: „Nu v. d. Aardweg wat meer
krijgt zal hij wel harder werken."
De voorzitter deelde mede dat er van den directeur
van de gasfabriek te Alkmaar nog geen nader bericht
was ingekomen.
De begrooting' van het. Burgerlijk Armbestuur werd
O)) een bedrag- van 3063.88 met een saldo van 31.38
goedgekeurd.
Op verzoek van den heer Mulder zei de voorzitter
toe er werk van te zullen maken, dat de lantaarns
worden opgestoken.
De heer Zwart klaagde over de woonwagens, die
met koppeltjes aan de Oostzij staan.
De voorzitter wees er op, dat aan den anderen kant
hetzelfde gebeurt. Daar staan nog wel twee borden
met. het opschrift verboden staanplaats voor woonwa
gens, .maar sinds die borden daar staan, verkéeren die
lui zeker in de meening', dat er opstaat „Welkome
staanplaats voor woonwagens." Ze binden de paar
den aan de borden vast. Komt men er op af, dan
kan geen van allen lezen.
Met de onafhankelijkheidsfeesten in Alkmaar ston
den daar een 18 woonwagens, spreker trok er persoon
lijk met den veldwachter op af, maar ze bleven staan
en vervolgde spr., wij konden tegen de lui niets be
ginnen.
In Alkmaar had de geheeie politie door de feesten
dienst, maar al had' men politie dan kon men ze toch
iliet weg'krijgen. Brengt men ze naar Limmen, dan
brengt Limmen de wagens die van Castricum komen
Weer naar Heilo.
Zoolang men ze niet ergens kan brengen waar ze
onschadelijk zijn. geeft het niets. Vraagt men ze
naar hun naam dan geven ze gewoonweg geen naam
op en men kan niets tegen ze beginnen. In Barne-
veld bracht men ze met paarden van de gemeente, een
paar uur de hei in, daar konden ze niets uitrichten en
kwamen ze niet meer terug. Hier zit men overal di
rect in een andere gemeente. Spreker hoopte dan ook
dat het wetsontwerp, waardoor ieder houder ver
plicht wordt een rijbewijs te hebben, verbetering zal
brengen, thans kan er niets tegen gedaan worden.
De heer v. d. Molen deelde mede vernomen te heb
ben, dat Hoebe, de smid, scherp afval in de laan voor
morgen was hij nog' somberder gestemd. Hij zat al
léén in de kamer die hij als studeer- en zitkamer ge
bruikte; op de tafel voor hem lagen twee brieven, de
eëne van een agent van een verhuurkantoor, waarin
hem werd medegedeeld dat er iemand was die mis
schien zijn huis wilde huren; de andere van een prao-
tiseerend geneesheer uit het Noorden van Engeland.
Deze gaf zijn verlangen te kennen persoonlijk over te
komen om alle bijzonderheden omtrent de praktijk te
Vernemen.
„Met geweld mijn schepen verbranden", mompelde
Eergusson, terwijl bij de kamer rondkeek, die hij was
beginnen lief te krijgen; hij glimlachte, maar het. was
een droevig glimlachje zonder vreugde. Die blik om
zich heen herinnerde hem plotseling aan het eerste
bezoek van Christine, toen hij de praktijk waarnam
voor Dr. Stoke en in zijn huis woonde. Hij moest
waarlijk lachen als hij zich den verbaasden blik van
het jonge meisjes herinnerde en haar naieve bekente
nis, hoe weinig overeenkomst zij zag ftrsschen zijn
persoon en het. huis waarin hij haar ontving. En-als
hij nu den blik liet. gaan door zijn studeerkamer in
Zuidelijk Londen, dan vroeg hij zich af of Christine
deze omgeving meer in overeenstemming zou vinden
met zijn persoon. Er was hier zeker niets van 1 die
keurige nette deftigheid van Dr. Stoke's goed onder
houden woning. Geen twee stoelen die bij elkaar
behoorden, maar zij waren alle gemakkelijk en pret
tig. De wanden waren beschilderd, zacht geel, wat
een indruk van zonlicht gaf, zelfs op de donkerste da
gen en de weinige platen die tegen den zonnigen ach
tergrond hingen, waren zeer goede foto's in eikenhou
ten lijst, die eenige oude Meesters van de Italiaan-
sclie School vertegenwoordigden. Boekenkasten be
dekten een groot deel van den wand, boeken bedekten
de tafels, zelfs lagen ze opgestapeld op een hoek van
het vrij verschoten Turksche tapijt. Voor het open
raam stond een bak muurbloemen; de doordringende
geur verspreidde zich door de kamer. Het uitzicht
was niet onaardig, want er was een klein tuintje ach
ter het huis en de groene takken wuifden tegen den
blauwen Meihemel.
AS stv-',—- (Wordt vervolgd).,