Vraag en aanbod. BRIEVEN advertenties" Genezen door de PinkPillen. Evangelische Unie. Jammer het waschgoed te ver nielen met chloor en wasch- poeders, terwijl de Sunlight ons goed sneeuwwit reinigt zonder het in het minst te schaden; zelfs koken is onnoodig. Vergeet dus niet dat ons goed langer zal duren en geen on aangename lucht heeft wanneer de wasch g e d a a n w o r d t met SUNLIGHT Advertentiën in deze rubriek moeten vóór des Vrjjdagmiddags 4 uur aan het bureau Voordam C 9 worden bezorgd. De prijs, bij vooruitbetaling, is 25 cents voor annonces van 1-5 regels Een zieke betuigt hare groote tevredenheid. kan ik het hellepe as ze soMs niet geven wiljen, is altoos as hij d'er is. Ja ja, dat weten wo nou al, wees maat lief. ,]fi vraagt om speelgoed, hoor, en je tracht eentjes te - krijgen, affijn dat weet,'je wel. Of ik het weet, smaalde Tilly terug, nou, maar vandaag zal het niet lukken, dat voel ik zóó. En ik voel, zei vrouw Ruffert, dat as jij dwars bent we bonje krijgen, eii ik je ook nooit een pop kan koopen. Ze liet het kind van haar schoot glijden, nam het aan de hand en ging ermee de slaapstee uit, om met Tilly langs der villa's en buitenhuizen in vriendelijk heid bedelend, haar dag te beginnen. on- ge- Rjuffert, over zijn eerste ontstemdheid heen, zijn drift over vrouw en kind alweer gezakt, slenterde een heel eind vooruit, af en toe eens omkijkend of hij zijn geliefde tweetal nog niet zag. Hij vond het nu eigen lijk diet zoo ongeschikt dat hij het veld alleen ver kreeg, en niet in gezelschap behoefde te zijn van vrouw en het lastig kind. Het liefst meed hij ze heelemaal, wat nu eenmaal niet ging, en de onvree bestond wederzijds, best kon nij zich indenken dat ze ook op hem niet waren gebrand, zijn komst beteeken- de toch verdeelen onder je drieën wat ze anders voor haar tweeën hadden. Zijn vrouw dat wist hij was de ergste niet, ze hield altijd nog van hem, maar over het kind had hij geen macht, dat keek hem- met schele oogen aan en kon niks van hem velen, letter lijk niks; het werd elk jaar erger. He achterweg al af, liep hij sneL de dorpsstraat door, om zoo spoedig mogelijk op de groote weg te zijn. Daar wilde hij ergens post vatten om gedwee te wachten op zijn lieve kostgevers, zooals hij ze ironie.k bestempelde. Straf zette hij door, voor zooverre zijn knakke knie ën het toelieten en hield niet eerder stil voor hij het dorp een half uur achter zich wist. Het zou wel vol uur duren voor ze hem inhaalden. Hij; zette zich op een berm terzijde van de weg der het kaal geboomte, uit de wind en uit het zicht, eu wachtte geduldig, een smadelijke glimlach op zijn dunne bloedlooze lippen, de wenkbrauwen sar- kastisch opgetrokken. Hij spoog eens voor zich uit. dn je eentje, zei hij bij zichzelf, is het wel erg stil, maar je hebt er geen ruzie, en het zijn met je zelf al leen is niet zoo erg als narigheid' met je drieën. Heerlijk warm stoofde het najaarszonnetje op zijn verlept gezicht en die lekkere warmte verdreef wel wat zijn nare gedachten. Te drommel, het zou zich nog best schikken, hij moest zich maar regeleere, ook al dee die Til nou wel heel erg naar. Al zooveel jaren draaide het rond, het zou nog wel langer draaien, als hij het maar uithield totdat het voorjaar in het land kwam, dan kneep-ie er fijn van tussehen! Waarom zou hij ook niet zijn kalmte bewaren, tijd te verliezen had hij niet, het gezelschap van zijn vrouw en kind kpn hij best ontberen, zoo aantrekkelijk was het niet. Hier of daarginds bleef wel hetzelfde. Enkel dat ze hem nou al noodzaakten, de eerste diig nadat hij gisteren kwam, terwijl hij heel de zomer zijn eigen gangetje wist te vinden, dat viel hem wel wat af, het lei hem zwaar op de maag, ook al kende hij zich allerminst als overgevoelig. Het verbitterde opnieuw zijn stemming en dreef hem tot zwartgallig heid. Doelloos overkeken zijn scherpe oogen de groote heerweg, die zich daar voor hem zoo leeg uitlei, en waarop de schrale zon gouden vlakken trok, de zon, waarin hij zichzelf te koesteren zat. Vreemd, zoo dacht hij, waar al die lui uit de slaapstee wel zijn, je ziet er nou net geeneen, allen ver weg en uit elkaar, de weg zoo verlaten alsof er op de. heele wereld geen landloopers bestaan. Maar owee, als je strakkies er gens gaat aanbellen.... dan hoor je dadelijk hoeve- ten er al zijn geweest, merk je aan de norsche gezich ten dat je de schrik bent en de last van de lui, die brave buitenbewoners, die er wel een vast bedrag voör over zouen hebben indien ze verschoond van de zwer vers konden blijven, en die toch met hun allen geen middel weten te vinden om menschen van hun slag van de weg en op de been te houden. Want geld willen ze je niet geven en werk hebben ze niet voor je, wat moetje dan beginnen! Wat hem betrof, het minste werkje lokte hem nog boven dat gezwerf zon der dak. Maar foei, met zijn asthma en zijn zwakke borst, zijn groote handen die voor niets deugden, hoefde hij zeker niet op vaste werkzaamheden te rekenen; over geleverd bleet hij aan hen die hem wat wilden geven. Zeker, d'r waren er langs de weg als stoelmatters, scharensliepen, ketellappers, die hun kostje zelf ver dienden, en niet noodig hadden te bedelen, maar de rest liep met stukjes zeep, een paar potlooden, een velletje papier, garen en band, vuilgeworden prent kaarten, veters, alles zonder waarde. De heele op brengst, al verkocht je elke dag de kattebak leeg, dan was 't nog niet voldoende voor een droog' brok biood. Je moest dat spul toch ook weer inslaan, en soms zat je ex weken mee, zonder da*t je iets sleet. Kwam er toch maar eens iemand die het met hen, azme drommels, goed meende, die je werk verschafte, iets liet leeren, dat je niet behoeft te bedelen of te leuren in die lamme wintertijd! De schouders scherp opgetrokken, de handen kleum en krom, zijn gezicht norsch, zoo zat hij te piekeren en te peinzen, terwijl hij' zijn vrouw en kind maar niet zag opdagen. Verdikkeme, waar die nou toch zouen blijven Van arremoede stond hij wrevelig op, liep een eind verder, om dan op zijn schreden terug te keeren en opnieuw de oude plek in te nemen. Door zijn hoofd maalden enkel nog wat onduidelijke plannen, om een volgende winter niet bij zijn viouw terug te komen, maar hoe hij em dat zou lappen, dat was hem nog met, duidelijk. Uit terugstuit stond hij telkens nijdig op, om uit te zien of ze nog niet aan het eind van de weg verschenen. dat gfcüovei' elkaar stonden, daü was dat om kiem. En als gevolg van deze overweging hield lziji zijn passen in, keerde dralend om en slenterde maar weer de weg af op zijn eentje. Nee, zooals nu de zaakjes stonden moest hij zich niet vertoonen. Een eind schonkte Hij woedend: voort, zijn onmacht leek hem nu al te groot. Dan wachtte hij een kleine poos en trok zijn vrouw weer te gemoet. Waar waren ze. nu? Hij zag ze heelemaa'l niet inéeif. Als ze eens een zijweg hadden ingeslagen. eu hem hier lieten staan? Zijn vrouw zou ertoe in staat zijn, die was tot alles in staat als het Tilly be trof. Maar nee, daar had-je ze weer, zeker ergens in geweest om wat los te krijgen. Tilly, dat nest, verstond het best, zijn vrouw bleef dan op een afstand staan, nou goed, als ze maar wat bij elkaar haalden! Beter ook, als hij er de spat weer inzette. De halve morgen ging met dat gedrentel en dat ge treuzel heen, hij vloekte op zichzelf, gooide de eene verwensching over de andere en vermaande zich weer tot bezinning, totdat hij, op het laatst het darren moede, regelrecht op zijn vrouw en kind aanstreek. Het was tijd, want vergiste hij zich of zag hij goed, die twee liepen terug. Wouen ze hem dus zijn voor vandaag, daar moest hij het zijne van ben, als ze een of andere streek voor hadden, moesten ze het ronduit in zijn bakkes zeggen, geen flausies uithalen, nee, dat duldde hij niet! Ineens grimmig, en fel in zijn wiek geschoten, liep hij schokkerig van passen, de lange slappe armen zwaaiend, op hen toe, van plan zich tegenover zijn vrouw, tegenover Tilly, als man en vader te laten gel den. Doch halverwege moest hij weer remmen, zijn vrouw stuurde toch net het kind' weer ergens in; hij zag duidelijk hoe ze Tifly aanspoorde met gebaren. Als het wicht zoo onhandelbaar bleef, dan moest er handelend worden opgetrejen. Vooruit dan maar! Wat is dat nou, riep hij schor zijn vrouw over de weg toe, wjl zij' of wil ze niet rouw Ruffert haalde tot eenig antwoord de schou ders op, z^ keerde hem de rug toe en spoorde opnieuw Tilly aan. Ei- is geen kip in, hoorde hij Tilly tegenstribbe len. De vensters benne toe. Bel maar effe an, zei zijn vrouw weer. Ik kan toch niet bij' de bei, die zit veel te hoog! Loop dan achterom. Het geeft allemaal niks, weerstreefde Tilly kribbig, ik zien 't toch, ik ken 't toch Zoonou, probeer het maar, toe nou Til Vee ik doen 't niet! Ruffert naderbij gekomen, roeide zich in het eng, als in een bijt, hier tussehen vrouw en kind. Tegen kwijt heb- dan maar dee an, tot om veel hij zijn het •n, wat maar wat eraan aange vatte om Een uur ging wel om, dan eindelijk zag hij op ver re afstand zijn vrouw met Tilly langzaam aanschui ven. In plaats van vreugde over haar verschijning drongen bezwarende gedachten bij hem op. Hoe moest hij, als hij ze straks zou zijn genaderd, zich te genover die twee houden? Zou hij de minste moeten wezen en lievig doen, of stug zijn en zich laten gel den Hij wist het niet. Zijn nuchter verstand zei hem dat men met honing meer vliegen vangt dan met azijn, maar zijn gevoel van man die in verdrukking komt, verzette zich tegen onderdanigheid; als hij nu al begon toe te geven, hoe hield hij dit dan de heele winter vol Het beste leek hem, ze kalm tegemoet te trekken en als Tilly ergens naar binnen ging, zich bij zijn vrouw te voegen, alsof dit zoo van zelf sprak. -Nu zoowat zeker van zichzelf kwam Ruffert. overend en slenterde, hoewel altijd nog weifelende, zijn twee- tel te gemoet. Maar zagen zijn oogen goeddie twee hadden bonje met elkaar, hij' zag het kind steke lig en onwillig doen en zijn vrouw nam Tilly bij de arm en duwde haar voort. Ze vertikte het dus Vreemd, alsof het hem eigenlijk niet aanging, zoo keek hy op de verre afstand ernaar, maar dan besefte hu ineens dat het hem betrof, hem in hoofdzaak, wunt die twee konden het met elkaur heel goed den. V ier handen onder een deken! Als is ze nu vin- te- wie moest hij nou opspelen. Zijn vrouw te zachtzinnig, dat was zeker, ze pakte niet zou er zich 'e3 inmenge! Wat is daar met Til? richtte hij zich vrouw, niet zoozeer uit kregelheid dan wel wicht gehoorzaamheid te leeren. Wat dat is? hitste vrouw Ruffert op hem wei eenvoudig. Til wil niet, ze vertrapt het. Ei ei, de jongejuffrouw, mot ik me d'r soms mee bemoeie? Vrouw Ruffert zette haar handen in de zijden en keek hem stekelig aan, ermee zeggendwat verbeel- je je wel! Haar lippen krulden hatelijk en haar oogen priemden; ze moest haar kind, haar lieveling, verde digen. Eel beet ze hem toe; Bemoei jij je d'r maar nie mee! Dadelijk bond hij al in, en vroeg nu enke geduldig Ook goed.... vertel jij dan scheelt. Dat zou jij anders wel moette we te, - Ik.ik heb d'r niks gedaan! Zoo.ze zegt dat je haar heb geknepe Ze liegt 't, hoor! Dicht onder eikaars oogen waren ze nu gekomen on maten elkaar met venijnige blikken. Even terzij «slond en zag- het aan; g"een vin. verroerde ze. Niks.niks heb ik haar gedaan, barstte dan Kuiiert uit, d'r nauwelijks met een vinger raakt.zoo maar, meer niet Auzei zijn vrouw. Vinnig weerde ze hem af, nu hij' haar arm aan te wijzen hoe hij Til had vastgenomen. Een pas week hij verbluft achteruit, en stond spra keloos, met wetend wat hierop te zeggen. Zijn vrouw liet hem daarvoor ook geen tijd; ze snerpte alweer: I' ^an n°u wel zeggen', dat je haar niks 'heb ge daan. makkelijk genog.en gisteravond soms ook niet. —Gisteravond? verbaasde hij zich weer, nou, ook niet zoo erg. Ik was wat driftig. F 1} °,r ,me dxiftig' bitste ze> wie koopt dat voor je uit ik heb er de last van, dat zie je maar. Sneu keek hij voor zich uit en zweeg. Duidelijk ge noeg was nu zijn vrouw, daaran ontbrak het niet, lui stond tegen twee. 'üj bederft haar finaal, grolde hij terug, laat ik haar eens onder me vlerke nemen. Begin d"'r niet mee, dat ze al. W at dan, laat je je ringeloore? Je bent gek! - Ook al goed, maar ik zou haar wel leere. Ja, je zou wat! Zeg lil.... en hij verhief zijn schorre over zijn vrouw heen om zijn gezag te doen gelden. Maar zijn vrouw liet dat niet toe, stelde zich ver dedigend tussehen hem en het kind en kefte al tegen hem m: ^,a n°u niaar. laat mij vandaag met haar al leenJe hebt geen slag met kinderen om te gaan en vanavond zie ik je wel. Hij zag nu, dat hij het verliezen zou, snoof eens geweldig en schamperde: - Mot ik het veld ruime voor haar? Als eenig antwoord wrikte ze met haar schouders on koerd© hem haar rug* toe. Een fel moment staarde Ruffert naar zijn vrouw, dan naar zijn kind, dat daar nog altijd terzijde stond, hem treiterend met haar lijdzaam verzet. Die liet door niets blijken dat ze het gesprek verstond, en hie.d zich onverschillig, maar uit haar onverschillig heid sprak klaar: we zullen zien wie het wint.. -in met! Zijn adem diep ophalend, alsof hij zichzelf sterkte in te blazen had, schreed Ruffert weg' en riep: Seluusies, tot vanavond dan! Even aarzelde hij nog, dan, de schouders hoog zijn slapheid geweld aandoende, schoof hij met. ruk de straatweg op. Goed zoo. zei Tilly opgelucht. Hou je mond, kind, het past je niet Ruffert, in zijn woede, hoorde niet. wat ze daar zei den Nijd en onmacht dreven hem voort, het woog zwaar op hem en verlamde zijn moeilijke gang. Een grimmige wind joeg- hem vlak in het gezicht, cn-ong door zijn schamele kleeren heen tot op zijn vel! Aha, de wind gekeerd, dat dacht hij wel, hij schoot nou urt het noorden of uit het oosten, hij wist het niet.... hem ook een bietl De zon scheen nog, hoewel heel dun, en lei valsche glansen op de harde klinkerweg, maar warmde hem niet. Dood stonden de zwarte boomen, Zoo schraal zon-\ bmschenen, en verre lagen uit de dorre velden, doi\- kar-hrokkelig naar de wijde horizon. Zoo'n stekel varken, zoo'n kruidje-roer-me-niet.rumoerde het in. hem, wat misdeed hij haar, met .geen klauw zelfs aangeroerd en toch maakte ze kabaal. Moest hij zich zoo laten pesten, een ongeluk beging hij aan haar Nee, nee, dat niet.... een poosje maar geduld, tot dat de ergste tijd; om zou zijn en ze hem op de voor- jaarsmarkten weer gebruiken konden bij de tent, dan poetste hij 'em Grommend liep li ij voort, vloekend op zijn vrouw, op zijn eigen geslotenheid', op zijn slappe zelf. Waar moest dat naar toe? Dat kwaadaardige dier van een Till,.... was dat vleesch van zijn vleesch.... hu, 't scheen toch wel! Stil werd hij ervan. Had hij tegenover zijn ouwers wel beter gehandeld? Nee, lief was-ie niet geweest, toch ook niet zoo dwars als dat wicht; hij kon finaal niet anders.verkikkerd op haar, op Til's moe der.... toen weggeloopen, terwijl ze hem niet missen konden, dat had hij gedaan. Vreemd dwarrelde voor hem het oud vizioen van hartstocht en bezetenheid, en nu stond daar, zoo vij andig het gevolg ervan, dat starre kind, dat tóch zoo lief kon zijn als ze wilde, het ook altijd was tegen haar moeder, niet tegen hem. zou Tilly soms geen kind van hem wezen. Een wervel vlucht van allerlei vermoedens sloeg jachtig door hem heen, doch' hoe hij ook zijn herin nering doorzocht, ^en zicli bezon, ietwat dat maar even de veronderstelling sterken kon, vond hij niet. Deze valsche gedachte moest hij dus wel laten rusten. AI te mal ook, daarmee zichzelf te nekken; hoofdzaak bleef, of hij te bikken had. Zichzelf bedwingend, omdat het moest, liep hij heel de middag voort zonder recht te weten waar en hoe hij ging, totdat de leege maag hem flauw en wee maakte en hij wel eraan denken moest, om de aange geven slaapstee op te zoeken. De zon was al onder gegaan. Een witte damp steeg op vah de weiden, van de leege velden en kruif- de voort als een zee, waar de laatste roode gloed van de zon in verdronk. Hij huiverde van leegte, heel de dag niets gehad, zelfs de homp brood vanmorgen 'liet hij liggen in drift, en hij huiverde van de avondkilte, die opsteeg van de vochte landen. Een hoonlach, schril als de kreet van een hongerig dier, smeet hij eruit, en tegelijk kromp hij.zelf ineen van ellende en balde weer de vuist- In het stroeve donker, dat klam hing tussehen de kale boomstammen, zoeli hij zijn weg, niet wetend hoe 't- in de slaapstee zou zijn, hoe hem vrouw en kind zouden ontvangen. EWAARSORGO NVtRVALSCHT 'ONDER PGNEtRDi SCHADELIJKE ■BESTANDDEEÜN VAN KEES uit de Kegge EN PEET NMEIiTlE ran om de A oortl vmidaaii. XIV. Nadruk verboden. J. B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij K o- n i n g s w e g 40. Grafteekenen, Schoorsteenman tels enz. is je geraaien, dreigde stem op, een KrimmenieJe Kees, wat benne jullie een uiters! Nou man, ken je 't doen, den hew je nag gelijk. 'kWi'i t best geloove hoor, dat je op al die tentoonstellings puur wat zien ken, maer 't zou main te onkostelijk weze. As je voor een kommetje koffie en een fransie zoo veul geld motte geven, dat zou me den toch ge rust begroote. Ja met die kermisse, dat is as met zo^oveul meer de voordeur uitjoegen, de achterdeur wêer in kropen; en as er an die tentoonstellings gien soortige kerremis verbonde worde ken, den is 't niks gedaen. Dp Loo hewwe.ze ok nag zoo an 't feestviere weest hew 'k wel hoord. Jongelui b'ons vandapn liew- we der op de fiets heen weest en die zaide: deer had jai nou weest: motte hewwen, dat was net zoo'n dinkie voor jou Neeltje! Ouwerwesse sjeese, ouwe kleeder dracht der was en bokke kartje met. een knechie en een maidje de jonge in 't oud Hollandscli, 't- maid- je met 't gouwen aizer op en een boerenhoedje dat mot den toch zoo pittig weest hewwen. As je dat allegaer hoor, den begroot 't je wel dat je 't. niet zien kon, maer wullie worde oud en stalramig en den blaif je met der haast meest thuis. En wat ik je nou maer zegge wou, is dat 'k met. de brievenskrijverij een end make zei; der is b'ons zoo merakel weinig te beleve, je rake op 't end uitpraet. Jai hew we meskien bal taie nag welders wat te vertelle en den zei 'k je in de krant wel vinde. Je zelle wel zeg-ge: mot peet Neeltje nou zoo maer op slag kamp geve? Jai benne nag wêer efkes jonger as ik en den ken je dat zoo niet verbeelde. 'tAlder- beste boor en of skraive we mekaer nou niet, we zelle toch welders van mekaer hoore of zien. De groetenis van main en Jaap. Ten gevolge van de genezing die zij: met de Pink Pillen verkregen heeft, schreef Mejuff. Marie Gou- wens, ten huize van der Mluijnck, Boterstraat 9, te Rotterdam, ons den volgenden bedankbrief. Wij pu- bliceeren dat schrijven op 'haar verlangen en hopen dat andere zieken, in navolging' van haar voorbeeld hunne gezondheid zullen verbeteren door de behande ling met de Pink Pillen te volgen. „Gedurende vele jaren, schreef mevr. Gouwens, is mijne gezondheid ver van goed geweest, lederen dag gevoelde ik mij zwakker dan den vorigen, en dit on danks alle zorgen. Het scheen alsof er in mij iets was dat mijne krachten verslond. Doordat ik altijd vermoeid was, ging ik bijna niet meer uit; ik nam niet veel beweging' meer en had dus geen honger meer. Daarbij scheen mijn maag even ontredderd als geheel mijn lichaam, want de spijsvertering van liet weinige dat ik opnam geschiedde zeer moeielijk. Ik leed niet alleen aan die voortdurende zwakte, maar had ook schele hoofdpijen, verblindingen, duizelingen. Dikwijls kwamen daarbij steken in de zijde en pijnen in den rug' voor, die bijzonder lastig waren. Ik was verplicht mijn huishoudelijk werk te staken. Ik was ten einde raad. De geneesmiddelen die men mij had doen nemen, hadden mij' niet verlicht, daarom wilde ik de Pink Pillen probeeren, waarvan geen dag voor hij ging dat ik er niet de krachtdadigheid van hoorde prijzen. Ik heb de Pink Pillen genomen en onmiddel lijk is mijn gezondheidstoestand verbeterd. Het leek waarlijk of ik met iedere pil bloed en krachten tot mij nam. De behandeling met de Pink Pillen heeft mij veel versterkt en zeer goed genezen." Het is zeker waar dat de Pink Pillen door hare zeer eigenaardige samenstelling rijk bloed geven aan hen die een te arm bloed -hebben. De Pink Pillen versterken bovendien het zenuwstelsel. Zij worden aanbevolen ann alle verzwakten en uitgeputten. De Pink Pillen zijn verkrijgbaar a 1.75 per doos, en j 9 per 6 doozen bij het Generaal Depot der Pink Pillen, van Eêgbenlaan 22, Amsterdam. Te Alkmaar bij Nierop en S'lothouber, Langestraat 83. IJ1E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in ver schillende stjjlen, Kamermeubelen, ook solied Stof- feerwerk te leveren. Aanbevelend, Firma P. J. C. NIEROP. Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58. KALLANSEE Steenhouwer ij Korte Nieuwesloot B1 GBAFSTEENEN, SCHOORSTEENMANTELS en alle voorkomende steenbouwwerken. XI weekerij „Rozenlust", HEILOO. Dagelijks afgesneden ROZEN. XIEKPALEN te koop gevraagd. Adres C- 11 MAN Jb., Café, Koedijk LICHT GASOLINELAMPEN te koop, wegens aanleg, goed licht, gegarandeerd, bij C. Koedijk. electriciteit MAN Jb., JONGMENSCH met einddiploma H. B. S., 6-jarige cursus, zoekt passende betrekking. Br. onder letter P 296, Bur. van dit blad. JJen nette DIENSTBODE gevraagd in klein ge- gezin. Wasch buitenshuis. Adres Mevr WIN- KELMAN, Metiusgracht 11. Te koop een solied eiken AMEUBLEMENT, be- staande uit Buffet, Tafel, 4 Stoelen en Spiegel Ook afzonderlijk. Adres Bur. van dit blad. Te koop voor oud twee rieten Stoelen voor f 1, één 2 pr. Waschtafel (geel) f 3.75, één eiken Kast met lade voor f 5, Vouwstoeltje f 2.50, een prima Haard en een Stoomfiets, voor elk bod en 2 Boekenhangers a f 1.25. Te bevragen Kooltuin 9, W. TIMMERMAN. Te koop een nieuwe Gramophoon, prijs f 12,50. nieuwe platen f 0.75, gebruikte f 0.35, Harmonica (2 rijïg met 8 bassen) voor f 10. Adres A. H. DEK KER, Ged. Baansloot 1. TE KOOP GEVRAAGD 2de hands BUFFET, liefst klein model. Brieven met opgaaf van kwaliteit, prijs enz. Ietter O 296, bureau van dit blad. TE KOOP GEVRAAGDEen heel klein HUISJE te HEILOO met weinig of geen GROND met op gaaf van verlangde prijs en richting. Brieven franco onder letter H 296, bureau van dit blad. Tie welbekende sterke STRAATBEZEMS van P. W- NAP, Hekelstraat C 10, zijn 30, 40, 50 en 60 ri per stuk. Eigengemaakt werk. H.H. Slagers. Piasava Bezems, die niet omkrullen in het water, 75 ct. TE HUURTegen 1 Nov. of eerder 2 solied inge richte HEERENHUIZEN op netten stand van alle gemakken voorzien. Huurprijs f 325 p. j. Te bevragen bij J. DE GRAAFF, Laat 103, Alkmaar. Db. GKOOT deelt hierbij mede, dat hij zijne Cate chisaties zal aanvangen Voor MEISJES van 1315 jaar Doiiderdag n September, 's avonds 7 uur. Voor MEISJES van 16 jaar en ouder Donderdag 11 September, 's avonds 8 uur. jaar Maandag 15 Voor JONGENS van 13—15 September, 's avonds 7 uur. Voor JONGENS van 16 jaar en ouder Maaudag 15 September, 's avonds 9 uur. LIDMATENCATECHISATIE voor MEISJES Maan dag 15 September, 's avonds 8 uur. LIDMATENCATECHISATIE voor JONGENS Uoii- derdag 18 September, 's avonds 9 uur. Gelegenheid tet Doopabediening bestaat te Oudorp, mits drie weken van te voren wordt aange meld, zooveel mogelijk op den Jaatsten Zondag van de maand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 6