Vraag
en aanbod.
BRIEVEN
advertenties"
Genezen door de PinkPillen.
Evangelische Unie.
Jammer het waschgoed te ver
nielen met chloor en wasch-
poeders, terwijl de Sunlight ons
goed sneeuwwit reinigt zonder
het in het minst te schaden;
zelfs koken is onnoodig.
Vergeet dus niet dat ons goed
langer zal duren en geen on
aangename lucht heeft wanneer
de wasch
g e d a a n
w o r d t
met
SUNLIGHT
Advertentiën in deze rubriek moeten vóór
des Vrjjdagmiddags 4 uur aan het bureau
Voordam C 9 worden bezorgd. De prijs, bij
vooruitbetaling, is 25 cents voor annonces
van 1-5 regels
Een zieke betuigt
hare groote tevredenheid.
kan ik het hellepe as ze soMs niet geven wiljen,
is altoos as hij d'er is.
Ja ja, dat weten wo nou al, wees maat lief.
,]fi vraagt om speelgoed, hoor, en je tracht eentjes te
- krijgen, affijn dat weet,'je wel.
Of ik het weet, smaalde Tilly terug, nou, maar
vandaag zal het niet lukken, dat voel ik zóó.
En ik voel, zei vrouw Ruffert, dat as jij dwars
bent we bonje krijgen, eii ik je ook nooit een pop kan
koopen.
Ze liet het kind van haar schoot glijden, nam het
aan de hand en ging ermee de slaapstee uit, om met
Tilly langs der villa's en buitenhuizen in vriendelijk
heid bedelend, haar dag te beginnen.
on-
ge-
Rjuffert, over zijn eerste ontstemdheid heen, zijn
drift over vrouw en kind alweer gezakt, slenterde een
heel eind vooruit, af en toe eens omkijkend of hij zijn
geliefde tweetal nog niet zag. Hij vond het nu eigen
lijk diet zoo ongeschikt dat hij het veld alleen ver
kreeg, en niet in gezelschap behoefde te zijn van
vrouw en het lastig kind. Het liefst meed hij ze
heelemaal, wat nu eenmaal niet ging, en de onvree
bestond wederzijds, best kon nij zich indenken dat ze
ook op hem niet waren gebrand, zijn komst beteeken-
de toch verdeelen onder je drieën wat ze anders voor
haar tweeën hadden. Zijn vrouw dat wist hij
was de ergste niet, ze hield altijd nog van hem, maar
over het kind had hij geen macht, dat keek hem- met
schele oogen aan en kon niks van hem velen, letter
lijk niks; het werd elk jaar erger.
He achterweg al af, liep hij sneL de dorpsstraat
door, om zoo spoedig mogelijk op de groote weg te
zijn. Daar wilde hij ergens post vatten om gedwee te
wachten op zijn lieve kostgevers, zooals hij ze ironie.k
bestempelde.
Straf zette hij door, voor zooverre zijn knakke knie
ën het toelieten en hield niet eerder stil voor hij het
dorp een half uur achter zich wist. Het zou wel
vol uur duren voor ze hem inhaalden.
Hij; zette zich op een berm terzijde van de weg
der het kaal geboomte, uit de wind en uit het
zicht, eu wachtte geduldig, een smadelijke glimlach
op zijn dunne bloedlooze lippen, de wenkbrauwen sar-
kastisch opgetrokken. Hij spoog eens voor zich uit.
dn je eentje, zei hij bij zichzelf, is het wel erg stil,
maar je hebt er geen ruzie, en het zijn met je zelf al
leen is niet zoo erg als narigheid' met je drieën.
Heerlijk warm stoofde het najaarszonnetje op zijn
verlept gezicht en die lekkere warmte verdreef wel
wat zijn nare gedachten. Te drommel, het zou zich
nog best schikken, hij moest zich maar regeleere, ook
al dee die Til nou wel heel erg naar. Al zooveel jaren
draaide het rond, het zou nog wel langer draaien, als
hij het maar uithield totdat het voorjaar in het land
kwam, dan kneep-ie er fijn van tussehen! Waarom
zou hij ook niet zijn kalmte bewaren, tijd te verliezen
had hij niet, het gezelschap van zijn vrouw en kind
kpn hij best ontberen, zoo aantrekkelijk was het niet.
Hier of daarginds bleef wel hetzelfde.
Enkel dat ze hem nou al noodzaakten, de eerste
diig nadat hij gisteren kwam, terwijl hij heel de zomer
zijn eigen gangetje wist te vinden, dat viel hem wel
wat af, het lei hem zwaar op de maag, ook al kende
hij zich allerminst als overgevoelig. Het verbitterde
opnieuw zijn stemming en dreef hem tot zwartgallig
heid.
Doelloos overkeken zijn scherpe oogen de groote
heerweg, die zich daar voor hem zoo leeg uitlei, en
waarop de schrale zon gouden vlakken trok, de zon,
waarin hij zichzelf te koesteren zat. Vreemd, zoo
dacht hij, waar al die lui uit de slaapstee wel zijn, je
ziet er nou net geeneen, allen ver weg en uit elkaar,
de weg zoo verlaten alsof er op de. heele wereld geen
landloopers bestaan. Maar owee, als je strakkies er
gens gaat aanbellen.... dan hoor je dadelijk hoeve-
ten er al zijn geweest, merk je aan de norsche gezich
ten dat je de schrik bent en de last van de lui, die
brave buitenbewoners, die er wel een vast bedrag voör
over zouen hebben indien ze verschoond van de zwer
vers konden blijven, en die toch met hun allen
geen middel weten te vinden om menschen van hun
slag van de weg en op de been te houden. Want geld
willen ze je niet geven en werk hebben ze niet voor
je, wat moetje dan beginnen! Wat hem betrof, het
minste werkje lokte hem nog boven dat gezwerf zon
der dak.
Maar foei, met zijn asthma en zijn zwakke borst,
zijn groote handen die voor niets deugden, hoefde hij
zeker niet op vaste werkzaamheden te rekenen; over
geleverd bleet hij aan hen die hem wat wilden geven.
Zeker, d'r waren er langs de weg als stoelmatters,
scharensliepen, ketellappers, die hun kostje zelf ver
dienden, en niet noodig hadden te bedelen, maar de
rest liep met stukjes zeep, een paar potlooden, een
velletje papier, garen en band, vuilgeworden prent
kaarten, veters, alles zonder waarde. De heele op
brengst, al verkocht je elke dag de kattebak leeg,
dan was 't nog niet voldoende voor een droog' brok
biood. Je moest dat spul toch ook weer inslaan, en
soms zat je ex weken mee, zonder da*t je iets sleet.
Kwam er toch maar eens iemand die het met hen,
azme drommels, goed meende, die je werk verschafte,
iets liet leeren, dat je niet behoeft te bedelen of te
leuren in die lamme wintertijd!
De schouders scherp opgetrokken, de handen kleum
en krom, zijn gezicht norsch, zoo zat hij te piekeren
en te peinzen, terwijl hij' zijn vrouw en kind maar niet
zag opdagen. Verdikkeme, waar die nou toch zouen
blijven
Van arremoede stond hij wrevelig op, liep een eind
verder, om dan op zijn schreden terug te keeren en
opnieuw de oude plek in te nemen. Door zijn hoofd
maalden enkel nog wat onduidelijke plannen, om een
volgende winter niet bij zijn viouw terug te komen,
maar hoe hij em dat zou lappen, dat was hem nog
met, duidelijk. Uit terugstuit stond hij telkens nijdig
op, om uit te zien of ze nog niet aan het eind van de
weg verschenen.
dat gfcüovei' elkaar stonden, daü was dat om kiem. En
als gevolg van deze overweging hield lziji zijn passen
in, keerde dralend om en slenterde maar weer de weg
af op zijn eentje. Nee, zooals nu de zaakjes stonden
moest hij zich niet vertoonen.
Een eind schonkte Hij woedend: voort, zijn onmacht
leek hem nu al te groot. Dan wachtte hij een kleine
poos en trok zijn vrouw weer te gemoet.
Waar waren ze. nu? Hij zag ze heelemaa'l niet
inéeif. Als ze eens een zijweg hadden ingeslagen.
eu hem hier lieten staan? Zijn vrouw zou ertoe in
staat zijn, die was tot alles in staat als het Tilly be
trof. Maar nee, daar had-je ze weer, zeker ergens
in geweest om wat los te krijgen. Tilly, dat nest,
verstond het best, zijn vrouw bleef dan op een afstand
staan, nou goed, als ze maar wat bij elkaar haalden!
Beter ook, als hij er de spat weer inzette.
De halve morgen ging met dat gedrentel en dat ge
treuzel heen, hij vloekte op zichzelf, gooide de eene
verwensching over de andere en vermaande zich weer
tot bezinning, totdat hij, op het laatst het darren
moede, regelrecht op zijn vrouw en kind aanstreek.
Het was tijd, want vergiste hij zich of zag hij goed,
die twee liepen terug. Wouen ze hem dus
zijn voor vandaag, daar moest hij het zijne van
ben, als ze een of andere streek voor hadden,
moesten ze het ronduit in zijn bakkes zeggen,
geen flausies uithalen, nee, dat duldde hij niet!
Ineens grimmig, en fel in zijn wiek geschoten, liep
hij schokkerig van passen, de lange slappe armen
zwaaiend, op hen toe, van plan zich tegenover zijn
vrouw, tegenover Tilly, als man en vader te laten gel
den. Doch halverwege moest hij weer remmen, zijn
vrouw stuurde toch net het kind' weer ergens in; hij
zag duidelijk hoe ze Tifly aanspoorde met gebaren.
Als het wicht zoo onhandelbaar bleef, dan moest er
handelend worden opgetrejen. Vooruit dan maar!
Wat is dat nou, riep hij schor zijn vrouw over de
weg toe, wjl zij' of wil ze niet
rouw Ruffert haalde tot eenig antwoord de schou
ders op, z^ keerde hem de rug toe en spoorde opnieuw
Tilly aan.
Ei- is geen kip in, hoorde hij Tilly tegenstribbe
len. De vensters benne toe.
Bel maar effe an, zei zijn vrouw weer.
Ik kan toch niet bij' de bei, die zit veel te hoog!
Loop dan achterom.
Het geeft allemaal niks, weerstreefde Tilly
kribbig, ik zien 't toch, ik ken 't toch
Zoonou, probeer het maar, toe nou Til
Vee ik doen 't niet!
Ruffert naderbij gekomen, roeide zich in het eng,
als in een bijt, hier tussehen vrouw en kind. Tegen
kwijt
heb-
dan
maar
dee
an,
tot
om
veel
hij
zijn
het
•n,
wat
maar wat eraan
aange
vatte om
Een uur ging wel om, dan eindelijk zag hij op ver
re afstand zijn vrouw met Tilly langzaam aanschui
ven. In plaats van vreugde over haar verschijning
drongen bezwarende gedachten bij hem op. Hoe
moest hij, als hij ze straks zou zijn genaderd, zich te
genover die twee houden? Zou hij de minste moeten
wezen en lievig doen, of stug zijn en zich laten gel
den Hij wist het niet. Zijn nuchter verstand zei
hem dat men met honing meer vliegen vangt dan met
azijn, maar zijn gevoel van man die in verdrukking
komt, verzette zich tegen onderdanigheid; als hij nu
al begon toe te geven, hoe hield hij dit dan de heele
winter vol Het beste leek hem, ze kalm tegemoet te
trekken en als Tilly ergens naar binnen ging, zich bij
zijn vrouw te voegen, alsof dit zoo van zelf sprak.
-Nu zoowat zeker van zichzelf kwam Ruffert. overend
en slenterde, hoewel altijd nog weifelende, zijn twee-
tel te gemoet. Maar zagen zijn oogen goeddie
twee hadden bonje met elkaar, hij' zag het kind steke
lig en onwillig doen en zijn vrouw nam Tilly bij de
arm en duwde haar voort. Ze vertikte het dus
Vreemd, alsof het hem eigenlijk niet aanging, zoo
keek hy op de verre afstand ernaar, maar dan besefte
hu ineens dat het hem betrof, hem in hoofdzaak,
wunt die twee konden het met elkaur heel goed
den. V ier handen onder een deken! Als
is ze nu
vin-
te-
wie moest hij nou opspelen. Zijn vrouw
te zachtzinnig, dat was zeker, ze pakte niet
zou er zich 'e3 inmenge!
Wat is daar met Til? richtte hij zich
vrouw, niet zoozeer uit kregelheid dan wel
wicht gehoorzaamheid te leeren.
Wat dat is? hitste vrouw Ruffert op hem
wei eenvoudig. Til wil niet, ze vertrapt het.
Ei ei, de jongejuffrouw, mot ik me d'r soms
mee bemoeie?
Vrouw Ruffert zette haar handen in de zijden en
keek hem stekelig aan, ermee zeggendwat verbeel-
je je wel! Haar lippen krulden hatelijk en haar oogen
priemden; ze moest haar kind, haar lieveling, verde
digen. Eel beet ze hem toe;
Bemoei jij je d'r maar nie mee!
Dadelijk bond hij al in, en vroeg nu enke
geduldig
Ook goed.... vertel jij dan
scheelt.
Dat zou jij anders wel moette we te,
- Ik.ik heb d'r niks gedaan!
Zoo.ze zegt dat je haar heb geknepe
Ze liegt 't, hoor!
Dicht onder eikaars oogen waren ze nu gekomen
on maten elkaar met venijnige blikken. Even terzij
«slond en zag- het aan; g"een vin. verroerde ze.
Niks.niks heb ik haar gedaan, barstte dan
Kuiiert uit, d'r nauwelijks met een vinger
raakt.zoo maar, meer niet
Auzei zijn vrouw.
Vinnig weerde ze hem af, nu hij' haar arm
aan te wijzen hoe hij Til had vastgenomen.
Een pas week hij verbluft achteruit, en stond spra
keloos, met wetend wat hierop te zeggen. Zijn vrouw
liet hem daarvoor ook geen tijd; ze snerpte alweer:
I' ^an n°u wel zeggen', dat je haar niks 'heb ge
daan. makkelijk genog.en gisteravond soms ook
niet.
—Gisteravond? verbaasde hij zich weer, nou, ook
niet zoo erg. Ik was wat driftig.
F 1} °,r ,me dxiftig' bitste ze> wie koopt dat voor je
uit ik heb er de last van, dat zie je maar.
Sneu keek hij voor zich uit en zweeg. Duidelijk ge
noeg was nu zijn vrouw, daaran ontbrak het niet, lui
stond tegen twee.
'üj bederft haar finaal, grolde hij terug, laat ik
haar eens onder me vlerke nemen.
Begin d"'r niet mee, dat
ze al.
W at dan, laat je je ringeloore?
Je bent gek!
- Ook al goed, maar ik zou haar wel leere.
Ja, je zou wat!
Zeg lil.... en hij verhief zijn schorre
over zijn vrouw heen om zijn gezag te doen gelden.
Maar zijn vrouw liet dat niet toe, stelde zich ver
dedigend tussehen hem en het kind en kefte al tegen
hem m:
^,a n°u niaar. laat mij vandaag met haar al
leenJe hebt geen slag met kinderen om te gaan
en vanavond zie ik je wel.
Hij zag nu, dat hij het verliezen zou, snoof eens
geweldig en schamperde:
- Mot ik het veld ruime voor haar?
Als eenig antwoord wrikte ze met haar schouders
on koerd© hem haar rug* toe.
Een fel moment staarde Ruffert naar zijn vrouw,
dan naar zijn kind, dat daar nog altijd terzijde stond,
hem treiterend met haar lijdzaam verzet. Die liet
door niets blijken dat ze het gesprek verstond, en
hie.d zich onverschillig, maar uit haar onverschillig
heid sprak klaar: we zullen zien wie het wint.. -in
met!
Zijn adem diep ophalend, alsof hij zichzelf sterkte
in te blazen had, schreed Ruffert weg' en riep:
Seluusies, tot vanavond dan!
Even aarzelde hij nog, dan, de schouders hoog
zijn slapheid geweld aandoende, schoof hij met.
ruk de straatweg op.
Goed zoo. zei Tilly opgelucht.
Hou je mond, kind, het past je niet
Ruffert, in zijn woede, hoorde niet. wat ze daar zei
den Nijd en onmacht dreven hem voort, het woog
zwaar op hem en verlamde zijn moeilijke gang.
Een grimmige wind joeg- hem vlak in het gezicht,
cn-ong door zijn schamele kleeren heen tot op zijn vel!
Aha, de wind gekeerd, dat dacht hij wel, hij schoot
nou urt het noorden of uit het oosten, hij wist het
niet.... hem ook een bietl
De zon scheen nog, hoewel heel dun, en lei valsche
glansen op de harde klinkerweg, maar warmde hem
niet.
Dood stonden de zwarte boomen, Zoo schraal zon-\
bmschenen, en verre lagen uit de dorre velden, doi\-
kar-hrokkelig naar de wijde horizon. Zoo'n stekel
varken, zoo'n kruidje-roer-me-niet.rumoerde het
in. hem, wat misdeed hij haar, met .geen klauw zelfs
aangeroerd en toch maakte ze kabaal. Moest hij zich
zoo laten pesten, een ongeluk beging hij aan haar
Nee, nee, dat niet.... een poosje maar geduld, tot
dat de ergste tijd; om zou zijn en ze hem op de voor-
jaarsmarkten weer gebruiken konden bij de tent, dan
poetste hij 'em
Grommend liep li ij voort, vloekend op zijn vrouw,
op zijn eigen geslotenheid', op zijn slappe zelf. Waar
moest dat naar toe? Dat kwaadaardige dier van een
Till,.... was dat vleesch van zijn vleesch.... hu, 't
scheen toch wel!
Stil werd hij ervan. Had hij tegenover zijn ouwers
wel beter gehandeld? Nee, lief was-ie niet geweest,
toch ook niet zoo dwars als dat wicht; hij kon finaal
niet anders.verkikkerd op haar, op Til's moe
der.... toen weggeloopen, terwijl ze hem niet missen
konden, dat had hij gedaan.
Vreemd dwarrelde voor hem het oud vizioen van
hartstocht en bezetenheid, en nu stond daar, zoo vij
andig het gevolg ervan, dat starre kind, dat tóch zoo
lief kon zijn als ze wilde, het ook altijd was tegen
haar moeder, niet tegen hem. zou Tilly soms geen
kind van hem wezen.
Een wervel vlucht van allerlei vermoedens sloeg
jachtig door hem heen, doch' hoe hij ook zijn herin
nering doorzocht, ^en zicli bezon, ietwat dat maar
even de veronderstelling sterken kon, vond hij niet.
Deze valsche gedachte moest hij dus wel laten rusten.
AI te mal ook, daarmee zichzelf te nekken; hoofdzaak
bleef, of hij te bikken had.
Zichzelf bedwingend, omdat het moest, liep hij heel
de middag voort zonder recht te weten waar en hoe
hij ging, totdat de leege maag hem flauw en wee
maakte en hij wel eraan denken moest, om de aange
geven slaapstee op te zoeken.
De zon was al onder gegaan. Een witte damp
steeg op vah de weiden, van de leege velden en kruif-
de voort als een zee, waar de laatste roode gloed van
de zon in verdronk. Hij huiverde van leegte, heel de
dag niets gehad, zelfs de homp brood vanmorgen 'liet
hij liggen in drift, en hij huiverde van de avondkilte,
die opsteeg van de vochte landen. Een hoonlach,
schril als de kreet van een hongerig dier, smeet hij
eruit, en tegelijk kromp hij.zelf ineen van ellende en
balde weer de vuist-
In het stroeve donker, dat klam hing tussehen de
kale boomstammen, zoeli hij zijn weg, niet wetend hoe
't- in de slaapstee zou zijn, hoe hem vrouw en kind
zouden ontvangen.
EWAARSORGO
NVtRVALSCHT
'ONDER
PGNEtRDi
SCHADELIJKE
■BESTANDDEEÜN
VAN
KEES uit de Kegge
EN
PEET NMEIiTlE ran om de A oortl vmidaaii.
XIV.
Nadruk verboden.
J. B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij K o-
n i n g s w e g 40. Grafteekenen, Schoorsteenman
tels enz.
is je geraaien, dreigde
stem
op,
een
KrimmenieJe Kees, wat benne jullie een uiters!
Nou man, ken je 't doen, den hew je nag gelijk. 'kWi'i
t best geloove hoor, dat je op al die tentoonstellings
puur wat zien ken, maer 't zou main te onkostelijk
weze. As je voor een kommetje koffie en een fransie
zoo veul geld motte geven, dat zou me den toch ge
rust begroote. Ja met die kermisse, dat is as met
zo^oveul meer de voordeur uitjoegen, de achterdeur
wêer in kropen; en as er an die tentoonstellings gien
soortige kerremis verbonde worde ken, den is 't niks
gedaen. Dp Loo hewwe.ze ok nag zoo an 't feestviere
weest hew 'k wel hoord. Jongelui b'ons vandapn liew-
we der op de fiets heen weest en die zaide: deer had
jai nou weest: motte hewwen, dat was net zoo'n dinkie
voor jou Neeltje! Ouwerwesse sjeese, ouwe kleeder
dracht der was en bokke kartje met. een knechie en
een maidje de jonge in 't oud Hollandscli, 't- maid-
je met 't gouwen aizer op en een boerenhoedje dat
mot den toch zoo pittig weest hewwen. As je dat
allegaer hoor, den begroot 't je wel dat je 't. niet zien
kon, maer wullie worde oud en stalramig en den
blaif je met der haast meest thuis.
En wat ik je nou maer zegge wou, is dat 'k met. de
brievenskrijverij een end make zei; der is b'ons zoo
merakel weinig te beleve, je rake op 't end uitpraet.
Jai hew we meskien bal taie nag welders wat te
vertelle en den zei 'k je in de krant wel vinde.
Je zelle wel zeg-ge: mot peet Neeltje nou zoo maer
op slag kamp geve? Jai benne nag wêer efkes jonger
as ik en den ken je dat zoo niet verbeelde. 'tAlder-
beste boor en of skraive we mekaer nou niet, we zelle
toch welders van mekaer hoore of zien.
De groetenis van main en Jaap.
Ten gevolge van de genezing die zij: met de Pink
Pillen verkregen heeft, schreef Mejuff. Marie Gou-
wens, ten huize van der Mluijnck, Boterstraat 9, te
Rotterdam, ons den volgenden bedankbrief. Wij pu-
bliceeren dat schrijven op 'haar verlangen en hopen
dat andere zieken, in navolging' van haar voorbeeld
hunne gezondheid zullen verbeteren door de behande
ling met de Pink Pillen te volgen.
„Gedurende vele jaren, schreef mevr. Gouwens, is
mijne gezondheid ver van goed geweest, lederen dag
gevoelde ik mij zwakker dan den vorigen, en dit on
danks alle zorgen. Het scheen alsof er in mij iets
was dat mijne krachten verslond. Doordat ik altijd
vermoeid was, ging ik bijna niet meer uit; ik nam
niet veel beweging' meer en had dus geen honger
meer. Daarbij scheen mijn maag even ontredderd als
geheel mijn lichaam, want de spijsvertering van liet
weinige dat ik opnam geschiedde zeer moeielijk. Ik
leed niet alleen aan die voortdurende zwakte, maar
had ook schele hoofdpijen, verblindingen, duizelingen.
Dikwijls kwamen daarbij steken in de zijde en pijnen
in den rug' voor, die bijzonder lastig waren. Ik was
verplicht mijn huishoudelijk werk te staken. Ik was
ten einde raad. De geneesmiddelen die men mij had
doen nemen, hadden mij' niet verlicht, daarom wilde
ik de Pink Pillen probeeren, waarvan geen dag voor
hij ging dat ik er niet de krachtdadigheid van hoorde
prijzen. Ik heb de Pink Pillen genomen en onmiddel
lijk is mijn gezondheidstoestand verbeterd. Het leek
waarlijk of ik met iedere pil bloed en krachten tot
mij nam. De behandeling met de Pink Pillen heeft
mij veel versterkt en zeer goed genezen."
Het is zeker waar dat de Pink Pillen door hare
zeer eigenaardige samenstelling rijk bloed geven aan
hen die een te arm bloed -hebben. De Pink Pillen
versterken bovendien het zenuwstelsel. Zij worden
aanbevolen ann alle verzwakten en uitgeputten.
De Pink Pillen zijn verkrijgbaar a 1.75 per doos,
en j 9 per 6 doozen bij het Generaal Depot der Pink
Pillen, van Eêgbenlaan 22, Amsterdam. Te Alkmaar
bij Nierop en S'lothouber, Langestraat 83.
IJ1E KOOPMeubelen, Stoelen en Spiegels in ver
schillende stjjlen, Kamermeubelen, ook solied Stof-
feerwerk te leveren. Aanbevelend,
Firma P. J. C. NIEROP.
Alkmaar. Fnidsen 113. Langestraat 58.
KALLANSEE Steenhouwer ij
Korte Nieuwesloot B1
GBAFSTEENEN, SCHOORSTEENMANTELS en
alle voorkomende steenbouwwerken.
XI weekerij „Rozenlust", HEILOO.
Dagelijks afgesneden ROZEN.
XIEKPALEN te koop gevraagd. Adres C-
11 MAN Jb., Café, Koedijk
LICHT
GASOLINELAMPEN te koop, wegens
aanleg, goed licht, gegarandeerd, bij C.
Koedijk.
electriciteit
MAN Jb.,
JONGMENSCH met einddiploma H. B. S., 6-jarige
cursus, zoekt passende betrekking. Br.
onder letter P 296, Bur. van dit blad.
JJen nette DIENSTBODE gevraagd in klein ge-
gezin. Wasch buitenshuis. Adres Mevr WIN-
KELMAN, Metiusgracht 11.
Te koop een solied eiken AMEUBLEMENT, be-
staande uit Buffet, Tafel, 4 Stoelen en Spiegel
Ook afzonderlijk. Adres Bur. van dit blad.
Te koop voor oud twee rieten Stoelen voor f 1, één
2 pr. Waschtafel (geel) f 3.75, één eiken Kast met
lade voor f 5, Vouwstoeltje f 2.50, een prima Haard
en een Stoomfiets, voor elk bod en 2 Boekenhangers
a f 1.25. Te bevragen Kooltuin 9, W. TIMMERMAN.
Te koop een nieuwe Gramophoon, prijs f 12,50.
nieuwe platen f 0.75, gebruikte f 0.35, Harmonica
(2 rijïg met 8 bassen) voor f 10. Adres A. H. DEK
KER, Ged. Baansloot 1.
TE KOOP GEVRAAGD 2de hands BUFFET, liefst
klein model.
Brieven met opgaaf van kwaliteit, prijs enz. Ietter
O 296, bureau van dit blad.
TE KOOP GEVRAAGDEen heel klein HUISJE
te HEILOO met weinig of geen GROND met op
gaaf van verlangde prijs en richting.
Brieven franco onder letter H 296, bureau van dit
blad.
Tie welbekende sterke STRAATBEZEMS van P. W-
NAP, Hekelstraat C 10, zijn 30, 40, 50 en 60 ri
per stuk. Eigengemaakt werk.
H.H. Slagers. Piasava Bezems, die niet omkrullen
in het water, 75 ct.
TE HUURTegen 1 Nov. of eerder 2 solied inge
richte HEERENHUIZEN op netten stand van alle
gemakken voorzien. Huurprijs f 325 p. j.
Te bevragen bij J. DE GRAAFF, Laat 103, Alkmaar.
Db. GKOOT deelt hierbij mede, dat hij zijne Cate
chisaties zal aanvangen
Voor MEISJES van 1315 jaar Doiiderdag n
September, 's avonds 7 uur.
Voor MEISJES van 16 jaar en ouder Donderdag
11 September, 's avonds 8 uur.
jaar Maandag 15
Voor JONGENS van 13—15
September, 's avonds 7 uur.
Voor JONGENS van 16 jaar en ouder Maaudag
15 September, 's avonds 9 uur.
LIDMATENCATECHISATIE voor MEISJES Maan
dag 15 September, 's avonds 8 uur.
LIDMATENCATECHISATIE voor JONGENS Uoii-
derdag 18 September, 's avonds 9
uur.
Gelegenheid tet Doopabediening bestaat te
Oudorp, mits drie weken van te voren wordt aange
meld, zooveel mogelijk op den Jaatsten Zondag van
de maand.