DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No210 Honderd en vQftiende Jaargang. 1918 WOENSDAG 10 SEPTEMBER. Invaliditeitswet. „BLO OKER" FEUILLETON. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnummer 3. - BINNENLAND. ALKMAARSCHE COURANT, De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis va,n de personen, die den leeftijd van 70 jaren reeds hebben bereikt of vóór of op 3 December a.s. dien leeftijd zullen volbrengen en die recht meenen te hebben op eene ouderdomsrente in gevolge de Invaliditeitswet, dat zij zich tot het ver krijgen van inlichtingen omtrent de daartoe in te dienen aangifte-formulieren kunnen wenden tot de daartoe aangewezen tusschenpersonen, de Heeren D. VAN" B ARK E VELD, J. O. MEEUW SEIST, A. OVER en G. J. HARTKAMP, allen wonende alhier, die tot dat einde zullen zitting houden ter Gemeente-Secre tarie op de dagen en uren hieronder vermeld. S. op DONDERDAG 11 SEPTEMBER. T„ U. en V. op DINSDAG 16 SEPTEMBER. W., X., IJ. en Z. op WOENSDAG 17 SEPTEM BER. Telkens der namiddags van 6V2 tot 9 uur. Voor gehuwde vrouwen en weduwen gelden de be ginletters der namen barer echtgenooten of overle den echtgenooten. Alkmaar, Augustus 1913. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeenc kennis, dat in het Ge meenteblad van Alkmaar No. 417 is opgenomen het TARIEF VAN HEFFING VAN TOLRECH TEN OP DEN SOHELPWEG TUSSCHEN ALKMAAR EN EGMOND AAN DEN HOEF, tot. welke heffing bij Koninklijk Besluit van 29 Au gustus j.l. No. 68 aan deze gemeente voor den tijd van 3 jaren en wel tot 17 Augustus 1916 concessie is verleend. Bedoeld gemeenteblad ligt ter gemeente-secretarie ter lezing en is aldaar tegen betaling- van 0.07V2 al gemeen verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 9 September 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, lo.-Seer. WAT DE KEUR IS OP GOUD EN ZILVER. IS DE NAAM 0P EEN BUS CACAO. ALKMAAR, 10 September". Men stelt in Europa aan een minister van bniten- landsche zaken zekere eischen. Hij moet een zeker instinct bezitten, diplomatieken aanleg- hebben, met beleid optreden. Talleyrand heeft eens getuigd, dat Door L. G. MOBERLV. Naar het Engelsch. 69) -o- \,Ocb, kom, waarom zou u weggaan, terwijl ik a zoo graag- hier wou houden," klonk het vermetele antwoord. „Ik heb u veel meer noodig dan Bébé." De hand die hij op haar arm had gelegd bleef daar liggen; de laatste woorden had hij bijna fluisterend gesproken, en Christine's blos werd een tintje donker der. „Ik geloof dat ik u al lang noodig gehad heb" ging- hij vastberaden voort' met de oogen aandachtig op haar gezichtje gevestigd. „Wil ik u .eens zeggen hoe vaak ik op mijn omzwervingen door Europa ge dacht heb aan dien avond in juffrouw Nairne's eiken houten kamer, toen ik u zoo veel uit mijn eigen leven verteld heb? Wil ik u eens zeggen hoe vaak ik aan u heb gedacht en uw beeld mij! voor den geest! kwam?" t hi-istine hield haar donker kopje een weinig gebo gen; haar oogen waren onafgewend gevestigd op een struik varens, goud gekleurd door de stralen der on dergaande zon, haar stem was zeer zacht en beefde een weinig. »I1\ dacht niet dat u ooit aan mij zou denken," zei zij; de aanraking van zijn hand' op haar arm ver vulde haar met een gewaarwerding van zeldzame vreugde. „Dien middag heb ik u gezegd, ja ik weet wel zeker dat ik u toen gezegd] heb welk een rust en kalmte er van u uitgaat, ging Rupert voort met jeugdige op gewektheid; „er was iets in uw persoon dat mij rust gal, en dat heb ik nooit vergeten. Nu geeftu mij ook rust,," voegde hij er plotseling bij, terwijl zijn hand die op haar arm had gerust haar hand vatte. „Ik ben hier heen gekomen met een gevoel alsof alles oven droevig was ,op de wereld, ik voelde mij zelf een oude dwaas die zijn leven bedorven had en nu ten ein de raad was. Maar toen ik u daar zag zitten in den zonneschijn, had ik een gevoel of de zon mijn leven misschien ook nog eens verhelderen zou." „Zou ik daar iets aan kunnen doen?!" Haar stem trilde, maar zij sloeg de oogen dapper tot hem op, toen hij zich over haar hpen boog en haar beide banden in de zijne nam. „Lieve Christine," zei hij, „ik weet niet of ik er een minister van buitenlandsche zaken „in een et maal geen oogenblik mag vergeten, dat hij minister van buitenlandsche zaken is." Het schijnt dat er in Amerika andere eischen wor den gesteld, dat de man, aan wien de leiding van het buitenlandsche departement is opgedragen, heel veel oogenblikken in een etmaal mag vergeten, dat hij mi nister van buitenlandsche zaken is. Wat er thans uit het land van de,onbegrensde mogelijkheden wordt gemeld, grenst aan het alleronwaarschijnlijkste en toch is het waar. Het is minister Bryan, de dikke, drukke democraat, die zijn land en zijn staatsambt, in opspraak brengt. De heer Bryan vindt dat hij aan zijn salaris van 30.000 gulden per jaar niet voldoende heeft. Hij hee.ft veel voor liet Amerikaansche volk over zegt li ij maar zijn landgenooten mogen niet van hem vergen, dat' hij zijn kapitaal inteert. Toen hij benoemd was tot minister, was hij lector aan een universiteit. Hij wilde de beide betrekkingen met elkaar vereenigen. Och zeiden er sommigen, laat he,m zijn gang- gaan, de combinatie is zoo kwaad nog niet en hoe meer hij de studenten leert, hoe minder domme dingen hij als minister kan doen. Het Ame rikaansche volk dacht er over het geheel echter an ders over en de heer Bryan moest zijn lectoraat opge ven. Hij zou dus zich geheel aan zijn ministerschap moeten wijden en tevens maar moeten zien, hoe hij van de kleinigheid van 30.000 gulden per jaar zou kunnen leven. Het een noch het ander heeft hij ge daan. Zijn hart balanceerde tusschen zijn departement en. een circus en zijn maag heeft ze beiden opge slokt. Hij is thans minister en treedt in zijn vrijen tijd op in een circus.... of misschien treedt bij op in een circus en is in zijn vrijen tijd ministér. Per avond krijgt hij voor zijn medewerken dan een „schitterend wereldstadprogramma" 10.000 gulden benevens de reiskosten, die niet gering zullen zijn, daar hij bijna iederen dag op zijn departement komt en eet en drinkt in den trein, die hem van Washing ton brengt naar de plaats waar liet circus staat. Mis schien zal hij in zijn collega's circus-artiesten zich zelf terugvinden. Doet de degenslikker hem niet den ken aan den staatsman die ook veel in te slikken heeft, herinnert de slangenmensch hem er niet aan, dat ook hij zich vaak in de onmogelijkste bochten heeft te wringen, is de danser op het slappe koord niet eeii beeld van menig politicus? De heer Bryan beeft echter reeds verklaard, dat hij in het circus optrad', om anderen te leeren. Hij kwam er niet voor zijn eigen opvoeding, doch om vraagstuk ken van opvoedkundigen aard te behandelen. Men zou zoo zeggen dat hij dit overal beter dan in een circus zelfs aan mag denken je te vragen je jonge frissche leven te willen gebruiken om den zonneschijn terug te brengen in het mijne, maar - omdat ik een zelf zuchtig wezen ben omdat ik je niet missen ka.n, zal ik je toch vragen wat ik meen geen recht te heb ben je te vragen. Eh toch het was ook een ge dachte van Margaret een wensch van Margaret", voegde hij er toonloos bij. "/k.en wensch van tante Margaret!" riep het jonge meisje uit. „Dat ik dat u Zij was veel te ver legen om door te spreken, zij trachtte haar handen los te maken uit de zijne, maar hij omvatte ze des te steviger. „Wil ik je zeggen wat zij van je zei, den laatsten keer dat ik haar gesproken heb? Zij begreep zeker lat ik mij heel eenzaam zou voelen en toen sprak ze over jou. Ik weet nog precies de woorden die zij ge bruikte; zij kwamen mij in de gedachte toen ik naast je zat. Zij zei: „Zij zou voor den man dien zij lief had, een teeder, liefhebbend vrouwtje zijn. Zij is zacht en sterk van geest." Het is niet te verwonderen dat haar geheele ge zicht bloosde, het was haar niet mogelijk één enkel woord uit te brengen. Maar zij liet haar handen rus tig- in de zijne en deed niet langer haar best ze weg te trekken. „Ik denk dat Margaret wist hoe ik u eenmaal noo dig zou hebben'', ging Rupert voort, en zijn bevende stem deed haar geheele lichaam trillen van geluk. „Zij begreep hoeveel goed u mij zou kunnen doen als u wou." „Als ik wou?" herhaalde zij met een jubelenden klank in haar stem. „Maar ik ben zoo jong, zoo onwetend, in 't- geheel' niet al wat u zegt." „Zou je later misschien wat van mij kunnen gaan houden, als ik daar mijn best voor deed? Zou je een maal wat kunnen gevoelen voor een ouden man zooals ik ben, die je zelfs het beste deel van zijn leven niet meer kan aanbieden? Zou dat mogelijk zijn, lief meisje?" „Ik noftn u heelemaal geen ouden man", zei zij verontwaardigd, „en ik geloof niet dat ik behoef te leeren van u te houden. Ik geloof dat ik dat al geleerd heb." Zeer zacht, met een teeder ontzag, nam hij haar in zijn armen en kuste haar, toen liet hij haar los en zei „Is het veroorloofd het schoonste, het beste van je te nemen en je slechts in ruil te geven niet meer het allerbeste inaar het tweede?" zou kunnen doen. Maar de minister heeft verklaard, dat hij zijn voordrachten in een dergelijke inrichting moest geven om publiek te trekken. Er behoort ech ter tot den troep ook een artieste, die haar allerbe koorlijkste beenen laat bewonderen. Nu fluistert d; booze wereld, dat het publiek komt om de beenen en Bryans opvoedkunde op den koop toe neemt. Misschien is het omgekeerd - margarine met ca deau. In elk geval is het Amerikaansch. Zoo Ameri- kaansch, dat een deftig Europeesch bewindsman van buitenlandsche zaken wel niet gauw op een dergelijke wijze representatief zal optreden. NEDERLAND EN TIMOR. De Portugeesche en Nederlandsche Regeeringen hebben in gemeen overleg aangewezen tot scheids rechter in het Nederlandseh-Portugeesch grensge schil op Timor den lieer dr. C. Lardy, lid van het llof van Arbitrage voor Zwitserland, tevens gezant van dat rijk te Parijs. EEN ONDERSCHEIDING. Bij gelegenheid van de vergadering der British As sociation te Birmingham zaL de senaat der universi teit aldaar een aantal eere-doctoraten toekennen, van welke er een ten deel zal vallen aan prof. A. H. Lo- rentz. De plechtige promotie zal volgens het Hbld. Donderdag a.s. in den namiddag plaats hebben. Gemengd nieuws. BURGERLIJK ARMBESTUUK. Uit het rapport der te Hilversum benoemde com missie, ingesteld ter voorbereiding van de bij de Ar menwet voorgeschreven herziening van de verorde ning op het Burg. Armbestuur blijkt, dat de commis sie van oordeel is, dat vrouwen niet behoeven te. wor den uitgesloten. In tegenstelling met de minderheid der commissie meent de meerderheid, volgens het Hbld., dat de ver gaderingen van het Burg. Armbestuur behoudens een enkele uitzondering, openbaar moeten zijn. ERNSTIGE' BRAND. Gisteravond omstreeks acht uur ontdekte een voor bijganger, dat een dikke rookwolk opsteeg uit de loodsen van de N. V. Blauwhoedenvëem aan de IIa 11 delskade te Amsterdam. De brandweer werd onmiddellijk gealarmeerd, maar het was voor haar zeer moeielijk den laaienden gloed aan te tasten. Een van de brandweermannen, Rijnards genaamd, die met een rookmasker voor liet- gelaat het branden de perceel binnen ging, kreeg, doordat de vlammen plotseling uitsloegen, hevige brandwonden aan beide handen. Per auto werd hij, na verbonden te zijn, naar bet Binnengasthuis overgebracht. De 'loods, die een oppervlakte heeft van ruim 4500 vierkante meter en 4 verdiepingen hoog is, was van binnen gevuld met zeer brandbare stoffen, als tabak, „Maar als ik oneindig liever dat tweede van u ont vang dan het allerbeste van iederen anderen man ter wereld,. Wat dan? Als het een veel grooter geluk voor mij is te denken dat ik u rust kan geven, dat ik uw zonneschijn kan wezen dan eenig ander geluk dat er op de wereld bestaat, wat dan?" Zij legde haar handen op zijn schouders en duwde hem een weinig van zich af om hem goed in de oogen te kunnen zien. „Ik geloof niet, dat een man een vrouw ook kan begrijpen", voegde zij er lachend bij. „Waar heb je die menschenkennis opgedaan en waarom zei je dat wij de vrouwen niet begrijpen?" „Als u dat deedt, dan zou u weten dat als een vrouw een man liefheeft, zij liever dienstbode zou willen wezen in zijn huis dan van hem scheiden. Wij zouden waarschijnlijk allen liefst de allereerste willen wezen in het hart van den man dien wij liefhebben, maar een vrouw die waarlijk liefheeft, heeft veel lie ver hetgeen hij nog te geven heeft dan in 't. geheel niets." „En ben jij een vrouw -die liefheeft?" fluisterde hij, haar weder in zijn armen nemende, en 't was of Lij plotseling doordrongen was van haar lieftallig heid en aantrekkelijkheid; „zou jij liever „U heeft mij nog niet gevraagd of ik iets voor u wezen wou", antwoordde zij niet een zekere stoutmoe digheid, die haar heel aardig afging, „u heeft alleen maar gesproken van rust en zonneschijn en dergelijke ontastbare zaken." „En als ik je vroeg of je mijn vrouwtje wilt wor den? Zijn lippen waren nu vlak bij de hare, zijn stem zelve was een liefkozing -en; Christine's hart bonsde tot. berstens toe. „Als ik je zoo graag wou hebben tot vrouw, lief meisje van mij?" Haar antwoord was totaal onverstaanbaar, indien zij hem al antwoord gaf, maar zij liet toe dat hij haar lippen kuste en Rupert begreep dat dit haar ant woord was. „Je zou niet iemand toestaan je lippen te kussen indien je hem niet liefhadt en zijn vrouwtje won wor denzei hij een oogenblik later; Christine sloeg haar stralende, gelukkige oogen naar hem op en ant woordde: „Keen, ik zou geen man toestaan mij een kus te geven als ik niet graag zijn vrouw wou worden en „Dus je wilt graag mijn vrouw worden?" viel Ru pert haar met een vroolijken lach in de rede; nooit had zij zulk een lach van hem gehoord. „Ja, ik wil graag je vrouw worden", zei ze heel ze dig en zij trok zich los uit zijn armen en keek hem kapok, rotting-, suiker, koffie, vaten teer, harpuis, ea- caoboonen en kaneel. Het gebouw werd nu een reusachtige vlammenzee, die, in het water van het Y weerkaatste, een groot- schen aanblik leverde en dc op eenigen afstand voor anker liggende schepen in rossen gloed zette. Eenige malen werden krachtige ontploffingen gehoord.' Dich te rookwolken en een wijde vonkenregen werden door den aanwakkerenden wind stadwaarts gedreven. Eén groote menschenmenigte sloeg het overweldigende schouwspel gade. Te halfeen kwam met donderend geweld de daklijst naar beneden. Een menigte werkvolk op het Mari niersplein begon plotseling onder den indruk van het schouwspel van den brand de internationale te zingen zegt de N. R. Ct. Te een uur werden nog honderden waterstralen in de laaiende vuurzee geworpen, doch zonder dat eeni- ge vermindering van den brand merkbaar was. De burgemeester, die juist met de Vorstelijke fa milie op het balkon van het paleis naar de serenade •op den Dam luisterde, toen hem van den brand kennis werd gegeven, was nog laat in den nacht in ambtsge waad met andere autoriteiten op het terrein aanwip zig. De aangerichte schade was; vannacht nog niet te benaderen, doch loopt zeker ver over het millioen. Al les is, voor zoover kon worden vastgesteld, verzekerd. WONINGCONGRES. Gisterochtend werd het woningcougres te Scheve- ningen voortgezet. Aan de orde wasverbetering van woningtoestanden op het platteland. De alge- meene rapporteur, de heer W. Thompsen (Richmond) verklaarde o.a. bezwaar te hebben teg-en de toepassing- van eischen, welke voor stadswoningen beschreven zijn, op den bouw van woningen te plattelande. De eischen, in Engeland aan een goede arbeiders woning te plattelande gesteld, zijn vrij hoog. Er moe ten ten minste een woonkamer en drie slaapkamers in zijn, bovendien een keuken en andereinrichtingen. Op het gebied van woningverbetering moet, ver volgde spr. een krachtige centrale autoriteit zijn, die omtrent de plaatselijke toestanden ingelicht wordt en ingrijpt wanneer het noodig is. Overigens hechtte spr. meer aan den bouw van goede nieuwe woningen, dan aan de afbraak van slechte. I11 Ierland heeft een wet veel goeds gedaan, waar door een landarbeider de .gelegenheid krijgt een st.uk grond te krijgen om er een woning op te bouwen, in dien hij daarom vraagt. Als gevolg van deze wet zijn tweemaal zooveel arbeiderswoningen te plattelande gebouwd als onder de Ehgelsche Woningwet. Spr. hoopte dat dit congres veel zal bijdragen om aan de landarbeiders betere verblijven te verschaffen 0111 uit te rusten van hun moeizamen arbeid (Ap plaus). Bij de volgende diseüssiën wees prof. Fuchs (Tii- bingen) er op, dat wanneer men aan de woningen hooge eischen stelt, van ruimte per bewoner, licht en lucht, enz., die terecht voor woningen in de steden gesteld worden, men het aan groote gezinnen onmoge lijk maakt op het land te blijven wonen, en werkt den trek naar de steden in de band» Veel beter aeht- ondeugend aan; „en weet je wel dat dit niet de eerste keer is dat ik er over gedacht heb je vrouw te wor den „Wat bedoel je?" Rupert begreep er niets van, dat was aan zijn gezicht te zien. Zij lachte. „Herinner je je niet een meisje dat geantwoord heeft op een huwelijksadvertentie in 'n Zondagsblad? Dat meisje.—" „Ben jij dat geweest?" riep hij uit „Ben jij het meisje geweest waar ik aan geschreven heb! Tiet- meisje dat ik heb laten komen bij Margaret, aan huis? Heb je ooit meer zulk een samenloop van omstandig heden gezien?" „Ik was de C. M. die op de advertentie geschreven heeft, omdat zij geen raad meer wist, geen sprankje van hoop meer had"; antwoordde Christine érnstig. „Ik vond het iets vreeselijks wat. ik deed. Ik dacht dat je het afschuwelijk van mij zou vinden zooiet's te durven doen, maar ik was letterlijk wanhopig- dien dag. Het was de eenig mogelijke uitkomst voor mij, als ik vond dat u vriendelijk en goed was." „Arm meisje! Arm lief meisje." Ilij drukte haul- vaster tegen zich aan. „En je schreef zulk een aar dig, eenvoudig briefje. Ik heb nooit iets afschuwe lijks van je gedacht. Ik was van plan je werk te be zorgen en recommandeerde je aaii Cicely, ten minste ik heb aan Cicely gezegd dat ik iemand wist die ze misschien voor Bébé gebruiken kon." „Maar Ciceiy heeft mij toch niet op je recomman datie genomen?" ...Veen, ze zei, dat zij iemand moest' hebben die goede getuigschriften kon overleggen en „E11 per slot van rekening heeft zij mij toch geno men zonder getuigschriften en liet is alles uitge- loopen op zulk een wonderlijk schoon slot." „Is dit slot zoo wonderlijk schoon?" Hij hielp haar opstaan; zoo stonden zij samen de ondergaande zon te bewonderen, die als een gouden bol achter de heu velen verdween. „Is liet het slot dat je zelf uitgekozen zou hebben?" „Als ik aan Bébé sprookjes vertelde, dan bestond er altijd een zeldzame familiegelijkenis tusschen den prins en en u. Ik schilderde mijn prins altijd pre cies al u omdat „Nu waarom dan?" „Omdat ik begreep, dat je de beste prins was van de heele wereld", fluisterde zij, „de koning van miin koninkrijk." EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1