f> 4^
rmmaen
Noordhollandsch
Landbouwcredlet.
CRED1ETEN.
ADYERTENTIEN.
fraaien siempelband f 1.40.
DE HELDERSCHE MELKVERORDENING.
Ingezonden Mededeelingen.
Ingezonden Stukken.
Hebben, Be eiseli luidde 3 weken gevangenisstraf.
Bekl. bleef ontkennen, bij was heelemaal niet in
het bosch geweest en zeide vernomen te hebben, dat
Wissekerko te Tuitjehorn op onzachte wijze tegen
een brug aangekomen was, waardoor diens schouder
werd gekneusd.
BELEEDIGING.
J. B., werkman te Uitgeest, niet verschenen, heeft
aldaar in den nacht van 17 op 18 Augustus opzettelijk
beleadigd den Rijksveldwachter J. Rab door hem voor
een ploert, een bandiet en een nog minder mooi ding
uit te maken.
Tegen den gebruiker van deze woorden, die voor
iets dergelijks al eens een maand heeft gebromd, werd
thans G weken gevangenisstraf geëiseht.
WEDERvSPANNIGHEID.
Dezelfde J. B., alsmede nog J. M., ook werkman
te Uitgeest en ook al niet verschenen, hebben zich 19
Augustus in vereeniging verzet tegen Rab, bovenver
meld, die eerstgenoemde wilde overbrengen naar het
schuurtje. Nummer één rukte en trok, zijn gezel
sloeg den dienaar van de. H. Hermandad met een la top
den bovenarm. Ei' werd geworsteld en gevochten met
het gevolg, dat men heel genoegelijk in een heg met
prikkeldraad terecht kwam. B. ging eerst gewillig
mee, maar toen de amiee, die voor hem in de bres
sprong, zich met de zaak bemoeide, werd ook hij re
calcitrant. Krijgt de Officier van Justitie zijn zin,
dan kunnen de trouwe vrienden elk zes weken naden
ken over hun ontoelaatbare gedragingen.
VERKOELING.
A. J. D-, los werkman te Iloorn, heeft 17 Augustus
in de plaats, die de eer zijner inwoning geniet, zijn
krachten beproefd aan een ruit in' het café van Spel.
Hij won den aangebonden strijd met het glas gemak
kelijk, maar zeker vond hij het toch ook geen over
winning' om trotsch op te zijn, want hij was niet voor
de vierschaar verschenen om een compliment voor
zijn heldendaad in ontvangst te nemen. Beklaagde
was dronken geweestDoor het glas dóór het glas
J. Reus, timmerman te Enkhuizen, die in het café
was, kon niet zeggen, of bekl. de ruit. st.uk geslagen
had, vroeger had hij het wel1 gezien, doch nu kon be
klaagde er ook wel doorgevalien zijn. Door den Pre
sident op het hart gedrukt, de waarheid te spreken,
wist get. na eenig gedraai dat de ruit wel stukgesla
gen was.
Ook S. Jaring, landbouwer te Enkhuizen, had de
vernieling van den ruit gezien, maar de waarheid
wilde ook bij hem niet al te vlug over do lippen.
Pe. Spel, vrouw van. J. Keyser, te Hoorn, getuigde
daarna nog over de ruitbrekerij in haar woning.
Toen de ruit stuk was, zag ze betkl. staan.
Het O. M. eischte tegen den ongunstig bekend
staanden ruitentikker 6 weken gevangenisstraf.
BELEEDIGING.
„Smerige politie, ploert", waren de eenige, van
weinig- waardeering getuigende woorden, welke de
arbeider P. V. te Schagen, die 12 Augustus te Bar-
singerhorn vertoefde, bij die gelegenheid over had
voor den gemeente-veldwachter J. Langedijk.
De 19-jarige V. had een borrel gedronken, 't was
wol mogelijk, dat. hij de beleedigende woorden gespro
ken had.
Eiseb: 15 boete subs. 15 dagen hechtenis.
De 21-jarige echtgenoo'te van G. v. L. te Heidér,
die van haar eigen W. H. de K. heet, heeft 31 Juli
H. Kwast, korporaal van het 4e Tcgiment vesting
artillerie beleedigd. Deze was dien dag commandant
van de uit vier manschappen bestaande Noorder-
wacht in de Achterstraat. Bekl. gooide een oud kus
sentje over de palissadeering, waarop de korporaal
opmerkte, dat ze dit beter- in een vuilnisvat, kon depo-
neeren. Hierop schold ons vrouwtje den landsverde
diger voor „rotzak" en wekte de onder zijn bevel
staande soldaten op, hem niet te gehoorzamen.
Bekl., die aanvankelijk zeide, niets meer van de
zaak te weten, daar ze kort van memorie is, bleek na
het verhoor van den korporaal beter te weten wat ge
beurd was; haar memorie was opgefriseht.
Een milicien kwam ten overvloede nog eens het
geheugen der jonge vrouw verhelderen; hij deelde het
zelfde mede als zijn onmiddellijke chef.
De Officier van Justitie merkte op, dat we hier
kennis konden maken met een staaltje van de Helder-
sehe hoftaal. Beleedlgingen als deze komen er veel
vuldig voor. Vrouw Pieters beleedigt vrouw Jansen
en loopt naar de politie, den volgenden dag beleedigt
vrouw Jansen vtouw Pieters en zoekt ook het politie
bureau op. Al die zaken- kunnen niet worden ver
volgd, dan zou de geheele Heldersche achterbuurt wel
ter terechtzitting kunnen komen op rijkskosten. Hier
is echter een ambtenaar beleedigd en daarom was tot
vervolging overgegaan. Z. E. A. eisehte 15 boete
subs. 15 dagen hechtenis.
Bekl. zeide dit. graag te willen betalen.
De President drong er bij- haar op aan zich voor
taan van als door haar gebruikte onparlementaire
woorden t.e onthouden Z. E. A. had dit van een
zoo net geklee.de vrouw niet verwacht,
L. D., me.lkslijter te Helder, werd 17 Juli door den
Kantonrechter aldaar veroordeeld tot 25 boete subs.
15 dagen hechtenis wegens overtreding van art. 11
der Melkverordening te Helder. Het door dr. R. G.
Strutterheim in beslag genomen monster stalmelk
had een vetgehalte van 2.4 pet,, terwijl de Heldersehe
verordening voor volle melk een vetgehalte van 2.7
pet. eischt.. Uit het verhoor van den op verzoek van
bekl. gehoorde get. dr. Stutterheim het O. M. had
geen getuigen gedagvaard bleek, dat er geen bij
voeging van water en geen ontrooming beeft plaat-
gehad, de deskundige was van meening, dat het ver-
eischte percentage niet is bereikt door onregelmatige
melking, wat de deskundige ook voor den Kanton
rechter heeft verklaard. Zooals echter door den ver
dediger van bekl., mr. Prins, werd1 medegedeeld, komt
in het Kantonrechterlijk vonnis van deze verklaring-
geen woord voor.
Bekl. deelde mede, dat hij zijn koeien steeds regel
matig melkt, dit had hij aan den Kantonrechter wil
len zeggen, Waar hij echter niet voor in de gelegen
heid werd: gesteld.
Het O. M. merkte op, wel eens gehoord te hebben,
dat men om in den Helder aan de verordening te
kunnen voldoen, er modelkoeien op moet nahouden;
met alle respect voor de autonomie van het gemeen
tebestuur van den Helder, meende Z. E. A., dat de
verordening geen ideale is.
Z. E. A. zette uiteen, dat hier een rechtsdwaling-
heeft plaats gehad en vroeg vernietiging van het von
nis en ontslag van rechtsvervolging.
Do verdediger, mr. A. Prins, zette uitvoerig uiteen,
dat de verordening van den Helder ongeldig moet
worden geoordeeld en dat er geen verbindende kracht
aan moet worden toegekend1. PI. vroeg ten slotte voor
zijil cliënt vrijspraak -subsidiair ontslag- van rechtsver
volging en geheel subsidiair de verordening- niet ver
bindend te verklaren en de kosten van de dagvaar
ding van den get.uige-deskundige, groot 13.68, te
brengen ten koste van den Staat.
BEDELARIJ.
Tegen C. van B., zwervend werkman, tlh'ans gedeti
neerd in het, Huis van Bewaring, werd- wegens bede
larij 3 dagen hechtenis en 3 jaar opzending naar de
Rijkswerkinrichting waar hij reeds meermalen ver
toefde, geëiseht.
MISHANDELING.
Tegen A. de K., schippersknecht te Leidschendam,
wien ten laste werd gelegd, dat hij 21 Juni onder St.
Pancras G. van Schoorl, vrouw van G. van der Oord,
te Broek op Langendijk heeft mishandeld door haar
opzettelijk tegen den wang te slaan, werd 10 boete
subs. 10 dagen hechtenis geëiseht. Er was ruzie
ontstaan bij het passeeren met de motors, doch bekl.
ontkende absoluut dat hij, mishandeling had gepleegd,
al vertelden twee getuigen heel anders.
Uitspraak in deze zaken heden over 14 dagen.
KANTONGERECHT ALKMAAR.
Zitting van 12 September 1913.
C. S. te Rijp, overtreding der wet op de genees
kunde, 10 boete of 5 dagen hechtenis.
W. S. te Egmond aan Zee, loopon over verboden
grond, 5 boete of 3 dagen hechtenis.
J. B. te Alkmaar, overtreding der wet op de keu
ring van vee en vleesch 1 boete of 1 dag hechtenis.
A. B. te Limmen, overtreding Provinciaal Regle
ment, 5 boete of 3 dagen hechtenis.
C. A. te Heer-Hugowaard, in staat van dronken
schap eens anders veiligheid bedreigen, J 8 boete of
5 dagen hechtenis.
T. J„ W. F. J., J. R., T. M., J. P. T., E. J. K., C.
Y. te Alkmaar, A. A. te Limmen, T. C. te Berkhout,
P. D., H. A. te Egmond aan Zee, J. B. te Castricum,
T. G. te Heer-Hugowaard, A. B. te Zuidscharwoude,
overtreding politieverordening, de le 0.50 boete of
1 week tuchtschool, de 2-e, 5e, 6e. 7e, 13e ieder 1
boete of 1 dag hechtenis, de 3e 1 boete of 1 week
tuchtschool, de 4e 1.50 boete of 2 dagén hechtenis,
de 8e 2 boete of 1 dag hechtenis, de 9e 3 boete of
3 dagen hechtenis, de 10e, 11e, ieder J 1.50 boete of 1
dag hechtenis, de 12e, 14e ieder 4 boete of 2 dagen
hechtenis.
A. A. de G. te Schoten, J. S. te Amsterdam, G. II.
te Heerhugowaard, J. B. te Zuidscharwoude, J. P. v.
W. te Bergen, J. H., J. D. te Alkmaar, dronkenschap,
de le, 3e, 4e, 5e, 6e ieder 1 boete of 1 dag hechtenis,
de 2e 3 boete of 3 dagen hechtenis, de 7e 3 weken
hechtenis.
J. C. v. R. te Amsterdam, G. v. G. te Broek op
Langedijk, W. L. te Castricum, W. S. Jz., H. P-, E-
P., C. D., W. W., G. B. Jz., C. B. Jz. te Egmond aan
Zee, A. R. te Limmen, T. W. te Wormerveer, de le
20 boete of 4 dagen hechtenis, de 2e aangehouden,
3e 1 boete of 7 dagen tuchtschool, 4e 5 en J 2
boete of 2 maal 2 dagen hechtenis, de 5e, 6e, 7e ieder
1 maand tuchtschool, de 8e vrijspraak, de 9e 7 dagen
hechtenis, de 10e 10 boete of 4 dagen hechtenis, de
11e 7 dagen hechtenis, de 12e 3 boete of 2 dagen
hechtenis.
M. B., Z. B., P. C. B., J. de N., T. S., C. B„ K. G.
L. te Alkmaar, P. K. te Zuidscharwoude, C. M. te
Bergen, C. O. te Heerhugowaard, J. v. S. te Heiloo,
N. N. te Limmen, W. B., C. B. te Oudorp, A. ten B.
te Broek op Langedijk, D. M. te Zuidschermeer, T.
S. te Rotterdam, H- V. te Assendelft, N. B. te
Schermerhorn, P. v. L. te Beemster, A. F. M. te War-
menhuizen, J. M. Pz., O. L., G. v. d. W., C. de G., C.
V., F. J. R. te Castricum, G. K. te Heemskerk, II. S.,
J. W. te Egmond aan Zee, overtreding Rijwielwet,
de le, 25e, 26e, 27e ieder 1 boete of 1 week tucht
school, de 2e, 3e, 8e, 9e, 12e, 13e, 14e, 15e, 16e, 17o,
18e, 19e, 20e, 21e, 22e, 23e, 24e, 28e, 29e, 30e ieder 1
boete of 1 dag hechtenis, de 4e, 5e ieder 2 boete ol'
1 dag hechtenis,, de 6e 1.50 boete of 1 dag hechtenis,
de 7e 3 boete of 2 dagen hechtenis, de 10 terugga
ve aan zijne ouders, de He tot berisping met voor
waardelijke plaatsing in eene tuchtschool voor 1
maand, met een proeftijd van 1 jaar.
ALS JUPITER DONDERT, ZWIJGT DE
OLYMPUS.
Geachte Redactie,
Nu de Cloeck een Kip heeft uitgebroed staat gij
mij zeker wel toe, uit dezen zijn rijken dos, eenige ve
deren te plukken. Bij voorbaat mijn dank.
De WelEd. Heer Bruins, hoofdredacteur der Alk-
maarsche Courant, heeft zich hulptroepen aange
schaft, en komt thans met zijn zwaarste geschut, om
de voorstanders van de demping van het Verdronken
oord te overtuigen van de dwalingen huns weegs.
Wij wisten reeds hoe de heer Biuins zelf over de
kwestie dacht, wisten wij het niet, de plaats op de
hoofdpagina van het eerste blad, en de aanduiding
onder het „Stadsnieuws" op dit „uitnemende arti
kel," zouden het ons zeggen.
Nu is het artikel literair uitstekend, maar waar
voor moest nu weer iemand uit Delft ons komen ver
tellen wat wij' doen moeten? Iemand die misschien
zoo nu en dan het verkeer waarnam, maar die even
min als u mijnheer Bruins, uit dagelijksehe waarne-
ming weet hoe ellendig de toestand is.
Moet ons, die sinds jaar en dag de onhoudbaarheid
zien, moet ons van uit een studeerkamer te Delft, of
uit de uwe gedecreteerd worden, wat wij noodig heb
ben? De tijd is voorbij, dat er voor ons, doch zonder
ons, zal beslist worden, wij zijn er thans zelf bij.
Wat wij voor Alkmaar noodig hebben om te komen
tot meerderen welvaart is niet 'tenge keurslijf waar
in onze voorvaders hebben geleefd, doch ruimte en
lucht om onze krachten te ontplooien, opdat wij Alk
maar maken tot wat het behoort te zijn; de hartader
van Keiinemerland
De heer Valkenier Kips heeft het over de stadsver-
woesting der yorige eeuw, waardoor zoo menig mooi
oud stuk is komen te vallen, over de mooie stadspoor
ten die gesloopt zijn, en slaakt de kreet: „helaas het
geslacht der helden van spade, moker, koevoet en
houweel, zijn tot heden den dag niet uitgestorven."
Nu dat is zoo ou dat is zeer gelukkig ook, want
onze maatschappelijke ontwikkeling eischt ruimte,
ons land is geen museum, maar een land dat zich op
de wereldmarkt moet doen gelden. Heusch alle ge
meentebesturen zijn nu nog geen Vandalen, Amster
dam heeft ook gespaard wat zij kon, waarom heeft
men b.v. laten staan Muider- en Haarlemmerpoort."
Is dat niet daarom, omdat deze staan op stukken
grond, zonder belemmering van het moderne verkeer?
Ik begrijp uwe redeneering niet en wil nederig er
kennen dat dit aan mij ligt, gij zijt professor en ik
ben maar een gewoon mannetje, maar zijn dat „denk
beeldige verkeerseischen" geweest die de besturen
van sommige steden tot slooping hebben genood
zaakt
Gij die doceert aan een technische hoogeschool.
zult toch niet kunnen ontkennen, dat de revolutie in
de verkeersmiddelen die de negentiende eeuw ons
bracht, noodig maakte ruimte van beweging in de
oude binnensteden.
Maakt de toenemende aanwas der bevolking en de
betere eischen die wij stellen voor de gezondheid,
niet noodig onteigening van soms werkelijk mooie
stadsgedeelten, waardoor wij krijgen in plaats van de
mooie oude, intieme straten, ruime, frissche straten,
waarvan de huizen door hun uniformiteit en eento
nigheid van lijnen, ons oog soms pijnlijk aandoen?
Maar ontstaat er ook niet een nieuwe kunst, die vol
respect voor wat de vaderen ons nalieten, zelf haar
eigen ideeën brengt, ideeën die niet in strijd zijn met
de hodendaagsche eisehen van gezondheid en verkeer,
maar daarmede harmonieeren?
Heusch, wij Alkmaarders zijn er niet voor het Ver-
dronkenoord, maar het Verdronkenoord is er voor ons.
En zoo moeten wij hier ook niet- leven van de tou-
risten die hier een paar uur doorbrengen, en eenige
guldens verteren, maar wij moeten leven van onzen
handel met Alkmaar zelf en hare omgeving.
Daarom moet Alkmaar voor ons zijn de mooie,
practisch gebouwde stad, en geen paradijs voor kunst
kenners. En nu weten wij ook wel wat mooi is, een
mooi stadsgedeelte boeit ook ons oog, maar gij kuns
tenaars kijkt altijd op den buitenkant der dingen, gij
vindt een hutje bijv. aan een moeras, een prachtig
object voor uw kunstepaarsoog, en zoudt u met hand
en tand verzetten als het hutje moest plaats makeu
voor een frisch profaan huisje, en het moeras ge
dempt werd.
Eilieve zoudt gij zelve in dat hutje willen wonen
en door het moeras malaria willen oploopen?
En zoo vindt gij ook het Verdronkenoord het mooi
ste grachtje dat gij ooit zaagt.
Dacht ge dat ook wij dat mooi niet zien al passee
ren wij het dagelijks? Maar dat mooio wordt ver
stoord als je een kar tegen je lijf krijgt, of je te wa
ter raakt door het drukke verkeer op de smalle gracht
en dat mooi wordt ook verstoord als het je belemmert
in de uitoefening van je bedrijf.
„Men moet zich bij de kwestie van demping of be
houd der gracht hoeden voor beginselruiterij" schrijft
gij. Precies mijn idee, maar dat vergeet gij kunste
naars, echt of onecht, gij beziet de zaken niet nuchter
gnoeg maar alleen door uwen kunstbril.
Gij beziet op een goeien dag een schoon punt en
raakt in extase, maar de keerzijde ziet ge niet of wilt
ge niet zien.
Eb. nu genoeg over het artistieke, wij. hebben het
thaps over het praktische.
Wat denkt gij nu, dat de Alkmaarscke burgerij en
hare vertegenwoordigers „de Raad" met dolheid zijn
geslagen, om u en de touristen ten genoegen, tonnen
gouds weg te smijten voor amoveering van dure stuk
ken bebouwde grond?
Denkt ge dat ons, belastingbetalers het geld op den
rug groeit, dat wij als we voor 50.000 kunnen krij
gen een prima verkeersweg, misschien 2 ton uitgeven
ten gelieve van uitwonende kunstkenners en eenige
Laatbewoners.
Acht gij ze klein d'e talrijke ongevallen die den
laatsten tijd op bet Verdronkenoord plaats vonden,
en moeten er eerst ernstiger plaats hebben alvorens
gij toegeeft dat het zoo toch niet gaat.
Mijne meening omtrent de Laat als winkelstraat
heb ik reeds te kennen gegeven in mijn stuk aan den
heer Oloeck en ook omtrent den al'gemeenen verkeers-
toestand alhier, maar waar ik ten sterkste tegen pro
testeer, dat is tegen uwe aanmatiging om ons te be
dreigen met den banbliksem der regeering.
Gelooft gij dat nu zelf?
Uw voorbeeld met de stad Veere is absurd, is dat
nu een voorbeeld ter onzer waarschuwing?
Eén beker, dien een stad verkoopt uit winstbejag
of een grachtdemping om goed verkeer te krijgen.
Noemt u mij nu eens een voorbeeld dat onze lands-
regeering slooping van een oud stadsgedeelte, of
demping van een oude gracht, noodzakelijk om te
komen tot goede verkeerswegen, verboden heeft.
Heusch opze vroedschap is niet die van Nergens-
huizen die zonder onderscheid van zaken oordeelt, en
het plan tot demping van het Verdronkenoord dagtee-
kent niet van gisteren. Reeds geruimen tijd is men
aan „Publieke Werken" bezig met plannen tot, dem
ping, omdat men daar door eigen aanschouwing
gezien heeft dat het zoo niet langer gaat, en drie ver
schillende plannen tot oplossing van deze kwestie
zijn reeds gemaakt.
Heusch mijnheer Kips, noch nwe, noch des schilders
of bouwmeesters- waarschuwende stem hebben wij
noodig om op het goede pad te blijven, wij kiezen onze
mannen om de twee jaar in den Raad om de belangen
der burgerij, en niet die der touristen voor te staan.
Onze geachte Directeur van Gemeentewerken, on
der wiens leiding de plannen tot demping zijn ge
maakt, is ook geen Vandaal, en dat heeft hij bewezen
met de restaureering o.a. van het Konings Willems
huis, en met die van het liuis van den heer van Ree,
ook hij voelt evenals u en uwe kunstbroeders voor de
kunst, maar bovenal voelt hij voor de belangen die
handel en nijverheid noodig hebben om zich te ont
wikkelen.
Laat ik eindigen met deze bede, in variatie op die
van de Genestet:
Verlos ons van dees kunstnaars, Heer!
En geef ons nuchteren menschen weer.
Dankend voor de plaatsing
FENIJN.
[Omdat het ingezonden stuk van den heer Fenijn
den verkeerden indruk zon kunnen vestigen, dat
onze redactie zich tot den heer Valckenier Kips
heeft gewend met het verzoek ons standpunt in
zake de al of niet demping vap. het Verdronken Oord
te willen verdedigen, zij het ons vergund even een en
kele opmerking te maken.
Bedoeld stuk werd door ons als elk ander ter plaat
sing ontvangen. Wij hebben echter geen oogenblik
geaarzeld het artikel de plaats te geven, waarop het
o. i. recht had. Waar hier in een rustig betoog door
een schrijver van naam, wien het enkel te doen was
om de zaak en daarom alleen, buiten elk eigen, elk
persoonlijk belang- om, de kwestie o. i. zuiver werd
gesteld en behandeld, en wij1 ons op enkele onderge
schikte punten na met den inhoud van het artikel
volkomen konden vereenigen, hebben wij het aan het
hoofd van de courant geplaatst. Red. ATkm. Crt.]
Alkmaar, 15 September Ï91S.
Mijnheer de Redacteur.
Hoewel de vraag: Moet liet Verdronkenoord ge
dempt, worden? na het uitnemend artikel van don
heer Valkenier Kip's in uw blad van 13 Sept. vol
doende is belicht, doe ik toch nog- eens een beroep
op uw gastvrijheid om den heet- J. A. B. Fenijn te
beantwoorden.
Ik zal het eerste deel van zijn ingezonden schrij
ven laten rusten, wijl dat alleen de bedoeling heeft
grappig te zijn; terwijl ik ook weer afscheid van hem
neem, als de heer Fenijn gaat kermishonden en mij in
die stemming verwijt: „Oneerlijke concurrentie te
willen; de Laat ten koste van het Verdronkenoord tot
hoofdstraat te willen maken ;en door eng begrepen
eigenbelang oorzaak te zijn, dat onze stad in de uit
oefening harer economische functies verlamd wordt."
In ernst vraagt de heer Fenijn of ik van de Laat
kan maken, wat de Langestraat is: de gezellige
straat, waar de drukte zich concentreert en die
evenals de Kalverstiraat in Amsterdam is de hart
ader van het verkeer?
Neen, i k kan dat niet! maar ik meen, dat; het de
toekomst van de Laat is zelfs zonder de onteige
ning van perceelen aan de Huigbrouwerstraat en den
Limmerhoek, omdat de stad aan de Noordzijde door
het Kanaal belet wordt zieli uit te breidien en alleen
aan de Zuidzijde meer bevolkt wordt. Daaraan is het
dan ook toe te schrijven, dat het postkantoor aan het
einde der Laat wordt geplaatst; daar zal in de toe
komst het middelpunt der stad zijn. Het stadsdeel,
begrensd1 door Verdronkenoord; Langestraat, Pator-
nosterstraat en Kanaal, behoudt jaarlijks minder
woonhuizen; zélfs de voorname straten, die op
het VerdTonkenoord uitkomen, zijn er niet zoo heel
veel rijk.
De gebouwen door den heer Fenijn genoemd als be
letselen voor de ontwikkeling van de 'Laat tot ver
keersweg, zijn geen beletselen, omdat de uitbreiding
van de stad als vanzelf de Laat tot' hoofdstraat
maakt; deze kan alleen wat worden tegengehouden
door den Oostelljken toegang tot puinplaats te be
stemmen, door beplanting, bestrating en verlichting-
in den tegenwoordigen toestand te laten, door straks
de Langestraat van electlrische booglampen te voor
zien en zoo de tegenstelling tusseben die beide stra
ten des te scherper te doen uitkomen. Zeker, de Laat
is een 40-jarige mislukking, maar alleen omdat liet
werk, in 1874 begonnen, nooit is voltooid.
Uw grieven omtrent Luttik-Oudorp, Voordam,
Achterdam, Kooltuin, Fnidsen en Appelsteeg onder
schrijf ik volkomen: maai' met die straten en grach
ten kunt ge het Verdronkenoord niet op één lijn stel
len. Dat toch zijn toegangswegen tot de markt, waar
van ook door vrachtwagens moet gebruik gemaakt
worden, daar moeten schippers en vrachtrijders
hun waren vervoeren en juist die eiseh behoeft aan
het Verdronkenoord fniet gesteld. Zelfs do met zorg
vergaarde ongelukjes kunnen hij den objectieven on
derzoeker niet de meening doen postvatten, dat de
drukte daar een andere is dan een gezellige wandel-
drukte en dan nog maar alleen gedurende het i-eis-
seizoen.
Daarom blijf ik ook volhouden: Voor hef vex--
keer behoeft het Verdronkenoord niet te worden ge
dempt.
„Alkmaar heeft gebrek aan energieke mannen, die
wat durven", een verzuchting die in uw mond niet
misplaatst is, ik zon daarop willen laten volgen: De
bewoners van het Verdronkenoord, (die voorstanders
van demping zijn), hebben gebrek aan de groenten-
veilingen, want, worden die weer tueschen Hekel
straat en Kapelsteeg gehouden, dan hebben zij 'het
recht te zeggen: de toestand op het Verdronkenoord
is onhoudbaar.
Geloof me, wareneer blijkt, dat het algemeen
belang eischt, wat nu nog slechts het. belang voor*
uw omgeving genoemd kan worden, dan zal ik nooit
behooren tot de tegenstanders; en indien gij de
motiveering: „Demping van het Verdronkenoord! is
een eisch van het verkeer" achterwege hadt gelaten,
dan zou ik zelfs de pen niet in dé inkt hebben ge
doopt, bewust als ik mij ben van de waarheid, dat
mijn inzichten omtrent stedenschoon geen gewicht in
de schaal leggen.
Wat de kosten betreft, waarmee gij de mensehen
tegen mij in het harnas wilt jagen, bedenk toch:
Ook uw dempingsplannen kosten geld, zeer veel geld
zelfs. Doch daarover zwijg ik, hoewel mij bekend is,
dat de voorstanders der demping van het Verdron
kenoord, wanneer hun de vinger gegeven is, de ge
heele hand zullen nemen. Niet zonder reden toch
wordt over de Mient gezwegen, terwijl toch de dem
ping- van die gracht onafscheidelijk aan de demping
van het Verdronkenoord verbonden 'is,
Met dank voor de plaatsing, Mijnheer de Redac
teur,
J. CLOECK,
Alkmaar, 15 September 1918,
THEELOOI) EN ZILVERPAPIER.
Het Bestuur der afdeeling Alkmaar van het Centr.
Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko-
lonies deelt mede, dat hef van mej. J. de Vries, on
derwijzeres aan de le Gemeenteschool in dank mocht
ontvangen een bedrag van 51.13, als opbrengst van
den verkoop van theelood en zilverpapier, aan de ver
schillende gemeentescholen verzameld.
Waar de macht van het Heine ons hier zoo duide
lijk blijkt, spreken wij gaarne den wensch uit, dat dit
ieder weer moge aansporen, om geen capsule, geen
stukje zilverpapier meer verloren te doen gaan, doch
te doen bezorgen aan een dér scholen. Men draagt
daartoe bij tot een goed en dankbaar werk!
Namens het Bestuur
J. J. T. KOOIJ, Voorz.
Franco per post i 1.53.
De eerste druk van dit werk kostte f 5.90.
Voorhanden in den Boekhandel van de N.V. v./h.
HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telef. 3.