f> 4^ rmmaen Noordhollandsch Landbouwcredlet. CRED1ETEN. ADYERTENTIEN. fraaien siempelband f 1.40. DE HELDERSCHE MELKVERORDENING. Ingezonden Mededeelingen. Ingezonden Stukken. Hebben, Be eiseli luidde 3 weken gevangenisstraf. Bekl. bleef ontkennen, bij was heelemaal niet in het bosch geweest en zeide vernomen te hebben, dat Wissekerko te Tuitjehorn op onzachte wijze tegen een brug aangekomen was, waardoor diens schouder werd gekneusd. BELEEDIGING. J. B., werkman te Uitgeest, niet verschenen, heeft aldaar in den nacht van 17 op 18 Augustus opzettelijk beleadigd den Rijksveldwachter J. Rab door hem voor een ploert, een bandiet en een nog minder mooi ding uit te maken. Tegen den gebruiker van deze woorden, die voor iets dergelijks al eens een maand heeft gebromd, werd thans G weken gevangenisstraf geëiseht. WEDERvSPANNIGHEID. Dezelfde J. B., alsmede nog J. M., ook werkman te Uitgeest en ook al niet verschenen, hebben zich 19 Augustus in vereeniging verzet tegen Rab, bovenver meld, die eerstgenoemde wilde overbrengen naar het schuurtje. Nummer één rukte en trok, zijn gezel sloeg den dienaar van de. H. Hermandad met een la top den bovenarm. Ei' werd geworsteld en gevochten met het gevolg, dat men heel genoegelijk in een heg met prikkeldraad terecht kwam. B. ging eerst gewillig mee, maar toen de amiee, die voor hem in de bres sprong, zich met de zaak bemoeide, werd ook hij re calcitrant. Krijgt de Officier van Justitie zijn zin, dan kunnen de trouwe vrienden elk zes weken naden ken over hun ontoelaatbare gedragingen. VERKOELING. A. J. D-, los werkman te Iloorn, heeft 17 Augustus in de plaats, die de eer zijner inwoning geniet, zijn krachten beproefd aan een ruit in' het café van Spel. Hij won den aangebonden strijd met het glas gemak kelijk, maar zeker vond hij het toch ook geen over winning' om trotsch op te zijn, want hij was niet voor de vierschaar verschenen om een compliment voor zijn heldendaad in ontvangst te nemen. Beklaagde was dronken geweestDoor het glas dóór het glas J. Reus, timmerman te Enkhuizen, die in het café was, kon niet zeggen, of bekl. de ruit. st.uk geslagen had, vroeger had hij het wel1 gezien, doch nu kon be klaagde er ook wel doorgevalien zijn. Door den Pre sident op het hart gedrukt, de waarheid te spreken, wist get. na eenig gedraai dat de ruit wel stukgesla gen was. Ook S. Jaring, landbouwer te Enkhuizen, had de vernieling van den ruit gezien, maar de waarheid wilde ook bij hem niet al te vlug over do lippen. Pe. Spel, vrouw van. J. Keyser, te Hoorn, getuigde daarna nog over de ruitbrekerij in haar woning. Toen de ruit stuk was, zag ze betkl. staan. Het O. M. eischte tegen den ongunstig bekend staanden ruitentikker 6 weken gevangenisstraf. BELEEDIGING. „Smerige politie, ploert", waren de eenige, van weinig- waardeering getuigende woorden, welke de arbeider P. V. te Schagen, die 12 Augustus te Bar- singerhorn vertoefde, bij die gelegenheid over had voor den gemeente-veldwachter J. Langedijk. De 19-jarige V. had een borrel gedronken, 't was wol mogelijk, dat. hij de beleedigende woorden gespro ken had. Eiseb: 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. De 21-jarige echtgenoo'te van G. v. L. te Heidér, die van haar eigen W. H. de K. heet, heeft 31 Juli H. Kwast, korporaal van het 4e Tcgiment vesting artillerie beleedigd. Deze was dien dag commandant van de uit vier manschappen bestaande Noorder- wacht in de Achterstraat. Bekl. gooide een oud kus sentje over de palissadeering, waarop de korporaal opmerkte, dat ze dit beter- in een vuilnisvat, kon depo- neeren. Hierop schold ons vrouwtje den landsverde diger voor „rotzak" en wekte de onder zijn bevel staande soldaten op, hem niet te gehoorzamen. Bekl., die aanvankelijk zeide, niets meer van de zaak te weten, daar ze kort van memorie is, bleek na het verhoor van den korporaal beter te weten wat ge beurd was; haar memorie was opgefriseht. Een milicien kwam ten overvloede nog eens het geheugen der jonge vrouw verhelderen; hij deelde het zelfde mede als zijn onmiddellijke chef. De Officier van Justitie merkte op, dat we hier kennis konden maken met een staaltje van de Helder- sehe hoftaal. Beleedlgingen als deze komen er veel vuldig voor. Vrouw Pieters beleedigt vrouw Jansen en loopt naar de politie, den volgenden dag beleedigt vrouw Jansen vtouw Pieters en zoekt ook het politie bureau op. Al die zaken- kunnen niet worden ver volgd, dan zou de geheele Heldersche achterbuurt wel ter terechtzitting kunnen komen op rijkskosten. Hier is echter een ambtenaar beleedigd en daarom was tot vervolging overgegaan. Z. E. A. eisehte 15 boete subs. 15 dagen hechtenis. Bekl. zeide dit. graag te willen betalen. De President drong er bij- haar op aan zich voor taan van als door haar gebruikte onparlementaire woorden t.e onthouden Z. E. A. had dit van een zoo net geklee.de vrouw niet verwacht, L. D., me.lkslijter te Helder, werd 17 Juli door den Kantonrechter aldaar veroordeeld tot 25 boete subs. 15 dagen hechtenis wegens overtreding van art. 11 der Melkverordening te Helder. Het door dr. R. G. Strutterheim in beslag genomen monster stalmelk had een vetgehalte van 2.4 pet,, terwijl de Heldersehe verordening voor volle melk een vetgehalte van 2.7 pet. eischt.. Uit het verhoor van den op verzoek van bekl. gehoorde get. dr. Stutterheim het O. M. had geen getuigen gedagvaard bleek, dat er geen bij voeging van water en geen ontrooming beeft plaat- gehad, de deskundige was van meening, dat het ver- eischte percentage niet is bereikt door onregelmatige melking, wat de deskundige ook voor den Kanton rechter heeft verklaard. Zooals echter door den ver dediger van bekl., mr. Prins, werd1 medegedeeld, komt in het Kantonrechterlijk vonnis van deze verklaring- geen woord voor. Bekl. deelde mede, dat hij zijn koeien steeds regel matig melkt, dit had hij aan den Kantonrechter wil len zeggen, Waar hij echter niet voor in de gelegen heid werd: gesteld. Het O. M. merkte op, wel eens gehoord te hebben, dat men om in den Helder aan de verordening te kunnen voldoen, er modelkoeien op moet nahouden; met alle respect voor de autonomie van het gemeen tebestuur van den Helder, meende Z. E. A., dat de verordening geen ideale is. Z. E. A. zette uiteen, dat hier een rechtsdwaling- heeft plaats gehad en vroeg vernietiging van het von nis en ontslag van rechtsvervolging. Do verdediger, mr. A. Prins, zette uitvoerig uiteen, dat de verordening van den Helder ongeldig moet worden geoordeeld en dat er geen verbindende kracht aan moet worden toegekend1. PI. vroeg ten slotte voor zijil cliënt vrijspraak -subsidiair ontslag- van rechtsver volging en geheel subsidiair de verordening- niet ver bindend te verklaren en de kosten van de dagvaar ding van den get.uige-deskundige, groot 13.68, te brengen ten koste van den Staat. BEDELARIJ. Tegen C. van B., zwervend werkman, tlh'ans gedeti neerd in het, Huis van Bewaring, werd- wegens bede larij 3 dagen hechtenis en 3 jaar opzending naar de Rijkswerkinrichting waar hij reeds meermalen ver toefde, geëiseht. MISHANDELING. Tegen A. de K., schippersknecht te Leidschendam, wien ten laste werd gelegd, dat hij 21 Juni onder St. Pancras G. van Schoorl, vrouw van G. van der Oord, te Broek op Langendijk heeft mishandeld door haar opzettelijk tegen den wang te slaan, werd 10 boete subs. 10 dagen hechtenis geëiseht. Er was ruzie ontstaan bij het passeeren met de motors, doch bekl. ontkende absoluut dat hij, mishandeling had gepleegd, al vertelden twee getuigen heel anders. Uitspraak in deze zaken heden over 14 dagen. KANTONGERECHT ALKMAAR. Zitting van 12 September 1913. C. S. te Rijp, overtreding der wet op de genees kunde, 10 boete of 5 dagen hechtenis. W. S. te Egmond aan Zee, loopon over verboden grond, 5 boete of 3 dagen hechtenis. J. B. te Alkmaar, overtreding der wet op de keu ring van vee en vleesch 1 boete of 1 dag hechtenis. A. B. te Limmen, overtreding Provinciaal Regle ment, 5 boete of 3 dagen hechtenis. C. A. te Heer-Hugowaard, in staat van dronken schap eens anders veiligheid bedreigen, J 8 boete of 5 dagen hechtenis. T. J„ W. F. J., J. R., T. M., J. P. T., E. J. K., C. Y. te Alkmaar, A. A. te Limmen, T. C. te Berkhout, P. D., H. A. te Egmond aan Zee, J. B. te Castricum, T. G. te Heer-Hugowaard, A. B. te Zuidscharwoude, overtreding politieverordening, de le 0.50 boete of 1 week tuchtschool, de 2-e, 5e, 6e. 7e, 13e ieder 1 boete of 1 dag hechtenis, de 3e 1 boete of 1 week tuchtschool, de 4e 1.50 boete of 2 dagén hechtenis, de 8e 2 boete of 1 dag hechtenis, de 9e 3 boete of 3 dagen hechtenis, de 10e, 11e, ieder J 1.50 boete of 1 dag hechtenis, de 12e, 14e ieder 4 boete of 2 dagen hechtenis. A. A. de G. te Schoten, J. S. te Amsterdam, G. II. te Heerhugowaard, J. B. te Zuidscharwoude, J. P. v. W. te Bergen, J. H., J. D. te Alkmaar, dronkenschap, de le, 3e, 4e, 5e, 6e ieder 1 boete of 1 dag hechtenis, de 2e 3 boete of 3 dagen hechtenis, de 7e 3 weken hechtenis. J. C. v. R. te Amsterdam, G. v. G. te Broek op Langedijk, W. L. te Castricum, W. S. Jz., H. P-, E- P., C. D., W. W., G. B. Jz., C. B. Jz. te Egmond aan Zee, A. R. te Limmen, T. W. te Wormerveer, de le 20 boete of 4 dagen hechtenis, de 2e aangehouden, 3e 1 boete of 7 dagen tuchtschool, 4e 5 en J 2 boete of 2 maal 2 dagen hechtenis, de 5e, 6e, 7e ieder 1 maand tuchtschool, de 8e vrijspraak, de 9e 7 dagen hechtenis, de 10e 10 boete of 4 dagen hechtenis, de 11e 7 dagen hechtenis, de 12e 3 boete of 2 dagen hechtenis. M. B., Z. B., P. C. B., J. de N., T. S., C. B„ K. G. L. te Alkmaar, P. K. te Zuidscharwoude, C. M. te Bergen, C. O. te Heerhugowaard, J. v. S. te Heiloo, N. N. te Limmen, W. B., C. B. te Oudorp, A. ten B. te Broek op Langedijk, D. M. te Zuidschermeer, T. S. te Rotterdam, H- V. te Assendelft, N. B. te Schermerhorn, P. v. L. te Beemster, A. F. M. te War- menhuizen, J. M. Pz., O. L., G. v. d. W., C. de G., C. V., F. J. R. te Castricum, G. K. te Heemskerk, II. S., J. W. te Egmond aan Zee, overtreding Rijwielwet, de le, 25e, 26e, 27e ieder 1 boete of 1 week tucht school, de 2e, 3e, 8e, 9e, 12e, 13e, 14e, 15e, 16e, 17o, 18e, 19e, 20e, 21e, 22e, 23e, 24e, 28e, 29e, 30e ieder 1 boete of 1 dag hechtenis, de 4e, 5e ieder 2 boete ol' 1 dag hechtenis,, de 6e 1.50 boete of 1 dag hechtenis, de 7e 3 boete of 2 dagen hechtenis, de 10 terugga ve aan zijne ouders, de He tot berisping met voor waardelijke plaatsing in eene tuchtschool voor 1 maand, met een proeftijd van 1 jaar. ALS JUPITER DONDERT, ZWIJGT DE OLYMPUS. Geachte Redactie, Nu de Cloeck een Kip heeft uitgebroed staat gij mij zeker wel toe, uit dezen zijn rijken dos, eenige ve deren te plukken. Bij voorbaat mijn dank. De WelEd. Heer Bruins, hoofdredacteur der Alk- maarsche Courant, heeft zich hulptroepen aange schaft, en komt thans met zijn zwaarste geschut, om de voorstanders van de demping van het Verdronken oord te overtuigen van de dwalingen huns weegs. Wij wisten reeds hoe de heer Biuins zelf over de kwestie dacht, wisten wij het niet, de plaats op de hoofdpagina van het eerste blad, en de aanduiding onder het „Stadsnieuws" op dit „uitnemende arti kel," zouden het ons zeggen. Nu is het artikel literair uitstekend, maar waar voor moest nu weer iemand uit Delft ons komen ver tellen wat wij' doen moeten? Iemand die misschien zoo nu en dan het verkeer waarnam, maar die even min als u mijnheer Bruins, uit dagelijksehe waarne- ming weet hoe ellendig de toestand is. Moet ons, die sinds jaar en dag de onhoudbaarheid zien, moet ons van uit een studeerkamer te Delft, of uit de uwe gedecreteerd worden, wat wij noodig heb ben? De tijd is voorbij, dat er voor ons, doch zonder ons, zal beslist worden, wij zijn er thans zelf bij. Wat wij voor Alkmaar noodig hebben om te komen tot meerderen welvaart is niet 'tenge keurslijf waar in onze voorvaders hebben geleefd, doch ruimte en lucht om onze krachten te ontplooien, opdat wij Alk maar maken tot wat het behoort te zijn; de hartader van Keiinemerland De heer Valkenier Kips heeft het over de stadsver- woesting der yorige eeuw, waardoor zoo menig mooi oud stuk is komen te vallen, over de mooie stadspoor ten die gesloopt zijn, en slaakt de kreet: „helaas het geslacht der helden van spade, moker, koevoet en houweel, zijn tot heden den dag niet uitgestorven." Nu dat is zoo ou dat is zeer gelukkig ook, want onze maatschappelijke ontwikkeling eischt ruimte, ons land is geen museum, maar een land dat zich op de wereldmarkt moet doen gelden. Heusch alle ge meentebesturen zijn nu nog geen Vandalen, Amster dam heeft ook gespaard wat zij kon, waarom heeft men b.v. laten staan Muider- en Haarlemmerpoort." Is dat niet daarom, omdat deze staan op stukken grond, zonder belemmering van het moderne verkeer? Ik begrijp uwe redeneering niet en wil nederig er kennen dat dit aan mij ligt, gij zijt professor en ik ben maar een gewoon mannetje, maar zijn dat „denk beeldige verkeerseischen" geweest die de besturen van sommige steden tot slooping hebben genood zaakt Gij die doceert aan een technische hoogeschool. zult toch niet kunnen ontkennen, dat de revolutie in de verkeersmiddelen die de negentiende eeuw ons bracht, noodig maakte ruimte van beweging in de oude binnensteden. Maakt de toenemende aanwas der bevolking en de betere eischen die wij stellen voor de gezondheid, niet noodig onteigening van soms werkelijk mooie stadsgedeelten, waardoor wij krijgen in plaats van de mooie oude, intieme straten, ruime, frissche straten, waarvan de huizen door hun uniformiteit en eento nigheid van lijnen, ons oog soms pijnlijk aandoen? Maar ontstaat er ook niet een nieuwe kunst, die vol respect voor wat de vaderen ons nalieten, zelf haar eigen ideeën brengt, ideeën die niet in strijd zijn met de hodendaagsche eisehen van gezondheid en verkeer, maar daarmede harmonieeren? Heusch, wij Alkmaarders zijn er niet voor het Ver- dronkenoord, maar het Verdronkenoord is er voor ons. En zoo moeten wij hier ook niet- leven van de tou- risten die hier een paar uur doorbrengen, en eenige guldens verteren, maar wij moeten leven van onzen handel met Alkmaar zelf en hare omgeving. Daarom moet Alkmaar voor ons zijn de mooie, practisch gebouwde stad, en geen paradijs voor kunst kenners. En nu weten wij ook wel wat mooi is, een mooi stadsgedeelte boeit ook ons oog, maar gij kuns tenaars kijkt altijd op den buitenkant der dingen, gij vindt een hutje bijv. aan een moeras, een prachtig object voor uw kunstepaarsoog, en zoudt u met hand en tand verzetten als het hutje moest plaats makeu voor een frisch profaan huisje, en het moeras ge dempt werd. Eilieve zoudt gij zelve in dat hutje willen wonen en door het moeras malaria willen oploopen? En zoo vindt gij ook het Verdronkenoord het mooi ste grachtje dat gij ooit zaagt. Dacht ge dat ook wij dat mooi niet zien al passee ren wij het dagelijks? Maar dat mooio wordt ver stoord als je een kar tegen je lijf krijgt, of je te wa ter raakt door het drukke verkeer op de smalle gracht en dat mooi wordt ook verstoord als het je belemmert in de uitoefening van je bedrijf. „Men moet zich bij de kwestie van demping of be houd der gracht hoeden voor beginselruiterij" schrijft gij. Precies mijn idee, maar dat vergeet gij kunste naars, echt of onecht, gij beziet de zaken niet nuchter gnoeg maar alleen door uwen kunstbril. Gij beziet op een goeien dag een schoon punt en raakt in extase, maar de keerzijde ziet ge niet of wilt ge niet zien. Eb. nu genoeg over het artistieke, wij. hebben het thaps over het praktische. Wat denkt gij nu, dat de Alkmaarscke burgerij en hare vertegenwoordigers „de Raad" met dolheid zijn geslagen, om u en de touristen ten genoegen, tonnen gouds weg te smijten voor amoveering van dure stuk ken bebouwde grond? Denkt ge dat ons, belastingbetalers het geld op den rug groeit, dat wij als we voor 50.000 kunnen krij gen een prima verkeersweg, misschien 2 ton uitgeven ten gelieve van uitwonende kunstkenners en eenige Laatbewoners. Acht gij ze klein d'e talrijke ongevallen die den laatsten tijd op bet Verdronkenoord plaats vonden, en moeten er eerst ernstiger plaats hebben alvorens gij toegeeft dat het zoo toch niet gaat. Mijne meening omtrent de Laat als winkelstraat heb ik reeds te kennen gegeven in mijn stuk aan den heer Oloeck en ook omtrent den al'gemeenen verkeers- toestand alhier, maar waar ik ten sterkste tegen pro testeer, dat is tegen uwe aanmatiging om ons te be dreigen met den banbliksem der regeering. Gelooft gij dat nu zelf? Uw voorbeeld met de stad Veere is absurd, is dat nu een voorbeeld ter onzer waarschuwing? Eén beker, dien een stad verkoopt uit winstbejag of een grachtdemping om goed verkeer te krijgen. Noemt u mij nu eens een voorbeeld dat onze lands- regeering slooping van een oud stadsgedeelte, of demping van een oude gracht, noodzakelijk om te komen tot goede verkeerswegen, verboden heeft. Heusch opze vroedschap is niet die van Nergens- huizen die zonder onderscheid van zaken oordeelt, en het plan tot demping van het Verdronkenoord dagtee- kent niet van gisteren. Reeds geruimen tijd is men aan „Publieke Werken" bezig met plannen tot, dem ping, omdat men daar door eigen aanschouwing gezien heeft dat het zoo niet langer gaat, en drie ver schillende plannen tot oplossing van deze kwestie zijn reeds gemaakt. Heusch mijnheer Kips, noch nwe, noch des schilders of bouwmeesters- waarschuwende stem hebben wij noodig om op het goede pad te blijven, wij kiezen onze mannen om de twee jaar in den Raad om de belangen der burgerij, en niet die der touristen voor te staan. Onze geachte Directeur van Gemeentewerken, on der wiens leiding de plannen tot demping zijn ge maakt, is ook geen Vandaal, en dat heeft hij bewezen met de restaureering o.a. van het Konings Willems huis, en met die van het liuis van den heer van Ree, ook hij voelt evenals u en uwe kunstbroeders voor de kunst, maar bovenal voelt hij voor de belangen die handel en nijverheid noodig hebben om zich te ont wikkelen. Laat ik eindigen met deze bede, in variatie op die van de Genestet: Verlos ons van dees kunstnaars, Heer! En geef ons nuchteren menschen weer. Dankend voor de plaatsing FENIJN. [Omdat het ingezonden stuk van den heer Fenijn den verkeerden indruk zon kunnen vestigen, dat onze redactie zich tot den heer Valckenier Kips heeft gewend met het verzoek ons standpunt in zake de al of niet demping vap. het Verdronken Oord te willen verdedigen, zij het ons vergund even een en kele opmerking te maken. Bedoeld stuk werd door ons als elk ander ter plaat sing ontvangen. Wij hebben echter geen oogenblik geaarzeld het artikel de plaats te geven, waarop het o. i. recht had. Waar hier in een rustig betoog door een schrijver van naam, wien het enkel te doen was om de zaak en daarom alleen, buiten elk eigen, elk persoonlijk belang- om, de kwestie o. i. zuiver werd gesteld en behandeld, en wij1 ons op enkele onderge schikte punten na met den inhoud van het artikel volkomen konden vereenigen, hebben wij het aan het hoofd van de courant geplaatst. Red. ATkm. Crt.] Alkmaar, 15 September Ï91S. Mijnheer de Redacteur. Hoewel de vraag: Moet liet Verdronkenoord ge dempt, worden? na het uitnemend artikel van don heer Valkenier Kip's in uw blad van 13 Sept. vol doende is belicht, doe ik toch nog- eens een beroep op uw gastvrijheid om den heet- J. A. B. Fenijn te beantwoorden. Ik zal het eerste deel van zijn ingezonden schrij ven laten rusten, wijl dat alleen de bedoeling heeft grappig te zijn; terwijl ik ook weer afscheid van hem neem, als de heer Fenijn gaat kermishonden en mij in die stemming verwijt: „Oneerlijke concurrentie te willen; de Laat ten koste van het Verdronkenoord tot hoofdstraat te willen maken ;en door eng begrepen eigenbelang oorzaak te zijn, dat onze stad in de uit oefening harer economische functies verlamd wordt." In ernst vraagt de heer Fenijn of ik van de Laat kan maken, wat de Langestraat is: de gezellige straat, waar de drukte zich concentreert en die evenals de Kalverstiraat in Amsterdam is de hart ader van het verkeer? Neen, i k kan dat niet! maar ik meen, dat; het de toekomst van de Laat is zelfs zonder de onteige ning van perceelen aan de Huigbrouwerstraat en den Limmerhoek, omdat de stad aan de Noordzijde door het Kanaal belet wordt zieli uit te breidien en alleen aan de Zuidzijde meer bevolkt wordt. Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat het postkantoor aan het einde der Laat wordt geplaatst; daar zal in de toe komst het middelpunt der stad zijn. Het stadsdeel, begrensd1 door Verdronkenoord; Langestraat, Pator- nosterstraat en Kanaal, behoudt jaarlijks minder woonhuizen; zélfs de voorname straten, die op het VerdTonkenoord uitkomen, zijn er niet zoo heel veel rijk. De gebouwen door den heer Fenijn genoemd als be letselen voor de ontwikkeling van de 'Laat tot ver keersweg, zijn geen beletselen, omdat de uitbreiding van de stad als vanzelf de Laat tot' hoofdstraat maakt; deze kan alleen wat worden tegengehouden door den Oostelljken toegang tot puinplaats te be stemmen, door beplanting, bestrating en verlichting- in den tegenwoordigen toestand te laten, door straks de Langestraat van electlrische booglampen te voor zien en zoo de tegenstelling tusseben die beide stra ten des te scherper te doen uitkomen. Zeker, de Laat is een 40-jarige mislukking, maar alleen omdat liet werk, in 1874 begonnen, nooit is voltooid. Uw grieven omtrent Luttik-Oudorp, Voordam, Achterdam, Kooltuin, Fnidsen en Appelsteeg onder schrijf ik volkomen: maai' met die straten en grach ten kunt ge het Verdronkenoord niet op één lijn stel len. Dat toch zijn toegangswegen tot de markt, waar van ook door vrachtwagens moet gebruik gemaakt worden, daar moeten schippers en vrachtrijders hun waren vervoeren en juist die eiseh behoeft aan het Verdronkenoord fniet gesteld. Zelfs do met zorg vergaarde ongelukjes kunnen hij den objectieven on derzoeker niet de meening doen postvatten, dat de drukte daar een andere is dan een gezellige wandel- drukte en dan nog maar alleen gedurende het i-eis- seizoen. Daarom blijf ik ook volhouden: Voor hef vex-- keer behoeft het Verdronkenoord niet te worden ge dempt. „Alkmaar heeft gebrek aan energieke mannen, die wat durven", een verzuchting die in uw mond niet misplaatst is, ik zon daarop willen laten volgen: De bewoners van het Verdronkenoord, (die voorstanders van demping zijn), hebben gebrek aan de groenten- veilingen, want, worden die weer tueschen Hekel straat en Kapelsteeg gehouden, dan hebben zij 'het recht te zeggen: de toestand op het Verdronkenoord is onhoudbaar. Geloof me, wareneer blijkt, dat het algemeen belang eischt, wat nu nog slechts het. belang voor* uw omgeving genoemd kan worden, dan zal ik nooit behooren tot de tegenstanders; en indien gij de motiveering: „Demping van het Verdronkenoord! is een eisch van het verkeer" achterwege hadt gelaten, dan zou ik zelfs de pen niet in dé inkt hebben ge doopt, bewust als ik mij ben van de waarheid, dat mijn inzichten omtrent stedenschoon geen gewicht in de schaal leggen. Wat de kosten betreft, waarmee gij de mensehen tegen mij in het harnas wilt jagen, bedenk toch: Ook uw dempingsplannen kosten geld, zeer veel geld zelfs. Doch daarover zwijg ik, hoewel mij bekend is, dat de voorstanders der demping van het Verdron kenoord, wanneer hun de vinger gegeven is, de ge heele hand zullen nemen. Niet zonder reden toch wordt over de Mient gezwegen, terwijl toch de dem ping- van die gracht onafscheidelijk aan de demping van het Verdronkenoord verbonden 'is, Met dank voor de plaatsing, Mijnheer de Redac teur, J. CLOECK, Alkmaar, 15 September 1918, THEELOOI) EN ZILVERPAPIER. Het Bestuur der afdeeling Alkmaar van het Centr. Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantieko- lonies deelt mede, dat hef van mej. J. de Vries, on derwijzeres aan de le Gemeenteschool in dank mocht ontvangen een bedrag van 51.13, als opbrengst van den verkoop van theelood en zilverpapier, aan de ver schillende gemeentescholen verzameld. Waar de macht van het Heine ons hier zoo duide lijk blijkt, spreken wij gaarne den wensch uit, dat dit ieder weer moge aansporen, om geen capsule, geen stukje zilverpapier meer verloren te doen gaan, doch te doen bezorgen aan een dér scholen. Men draagt daartoe bij tot een goed en dankbaar werk! Namens het Bestuur J. J. T. KOOIJ, Voorz. Franco per post i 1.53. De eerste druk van dit werk kostte f 5.90. Voorhanden in den Boekhandel van de N.V. v./h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telef. 3.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 6