DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No,. 220.
Honderd en vijftiende Jaargang,
1913
MAAN DAG
22 SEPTEMBER.
FEUILLETON.
Onder suggestie.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk 11,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Waagmeester.
Telefoonnummer 3.
Zij, die zich met I October
op dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
De Directie.
BINNENLAND.
Gemengd nieuwe.
DE ZUIDERZEE.
ALRMAABSCHE COURANT
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR roepen sollicitanten op naar de 'betrekking
van WAAGMEEiSTER, op «ene jaarlijksche bezoldi
ging van 400.
Alleen ingezetenen der gemeente komen voor de
vervulling' dezer betrekking in aanmerking. Bezoeken
van sollicitanten kunnen niet worden afgewacht.
Gegadigden gelieven hunne sollicitatie bij gezegeld
adres in te zenden vóór of op 30 SEPTEMBER -a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
-TAM, DE WIT Dz„ Weth., lo.-Burg
DOMATH, Secretaris.
ALKMAAR, 22 September.
De Koning' van Griekenland is in de afgeloopen
week naar Parijs gegaan om er een afschuwelijk mis
verstand op te helderen. Onze lezers weten, dat d!e
Koning de onbedachtzaamheid heeft begaan van te
Berlijn,, waar hiji zijn zwager Keizer Wilhelm bezocht,
te verklaren, dat de Grieksche overwinningen in de
laatste oorlogen te danken waren aan de Duitsche
krijgskunde. Deze uitlating heeft in Frankrijk groo
fe verontwaardiging gewekt. Daar had men nu in
Parijs Griekenland financieel altijd op de been ge
houden en militaire hül'p verleend en hoe ondank
baar toonde zich de koning van het gesteunde rijk,
dat in de naaste toekomst nog zooveel Fransch geld
noodig zou hebben! Wijze Grieksche staatslieden
hebben onmiddellijk te Parijs gedaan wat ze konden
om de begane fout te herstellen en het gevolg is ge
weest dat de Koning zich naar Parijs moest begeven-
Al te vriendelijk is hij, er niet ontvangen. Het is al
dadelijk heel vreeand, dat hij bij aankomst door de
goederenloods het station heeft verlaten en zich
naar een hotel heeft begeven; dat niet als „eerste
rang' geldt. Dep. geheelen dag is hij bijna verder
binnenskamers geweest Even ging hij de straat op,
-doch 'kwam al heel gauw weer terug belangstellen
gemonsterd door een aantal fabrieksmeisjes, welk feit
door de fotografen vereeuwigd! werd. Overigens heeft
de Koning' de menschen van1 de geïllustreerde pers te
vred'en. gesteld1, door hen bij zich op zijn kamer te la
ten komen en hun daar in de gelegenheid' te stellen
hem „te^nemen."
De Franse he couranten hebben den Koning uiterst
koel begroet. Zij schreven voorzoover zij althans
iets schreven dat het publiek tegenover den ko
ning' maar een „verdiende gereserveerde houding"
aan den dag moest leggen; wilde men iets roepen,
dan zou men bij, het zien van den koning een „leve
1 Griekenland" kunnen laten hooren. Een blad schreef
„Laten wij den koninklijken (Duitschen) veldmaar
schalk maar zelf probeeren met zijn volk in het reine
te komen." I
Roman naar het Duitsch van
C. CROME SCHWIEMING.
10) _0_
„Die heele zaak kan mij niet behagen!" zeide Wap-
stra s-oanbej; „met zulk soort dingen wil ik niets uit
te staan hébben en ik wil er niets van weten. Loop-
op een kritiek oogenblik zoo iemand mij in den weg,
goed dan is het zijn eigen schuld); maar op zoo'n man
loei en, dat d-oe ik niet, dat laat ik aan anderen over.
En dit zeg ik je vooruit lange, als je overmorgen niet
m dienst bent hij1 Verhe-even dan moet ik een and'er
nemen en ben jij er huiten!"
„Ei zal er wezen zeide de „Lange" op opgewekten
toon, terwijl hij de rost van zijn hier in een slok op
dronk. „Daar kan je zeker van zijn Wapstra."
„Goed dan. Daar komt je roode liefje aan, klein
tje. Ik heib geen zin'om kennis met haar te maken;
ik ga heen."
De Iersche Peggy zette een langen neus tegen hem
achter zijn rug om. „Wie is die akelige man vriend
je?"
„Vraag het hem zelf maar" gaf d,eze lachend ten
antwoord', hetgeen voor Peggy een aanleiding was
hem met een stortvloed' van Iersche woorden te over
vallen, die niet direct llefkoozende woordjes waren
en die gelukkig niémand! verstond! in het café dat zich
al meer en meer begon te vullen.
ZESDE HOOFDSTUK.
t 7
OM'DER SUGGESTIE.
V eduwe Blasma woonde in de Jufferstraat in een
zeer smal huisje, slechte twee ramen breed'; die Hol-
landsehe huizen zijn vaak heel -liep, lange gangen en
tiappen, nu eens rechts, dan links naar bovenverdie-
Gisteren is d'e Koning de gast; van den president
der republiek geweest. Hij, kwam al d'adelijk met een
hooge onderscheiding voor zijn gastheer en er volg
den toespraken, die klonken als klokken. De hee
Poincaré gaf hoog op van het dappere Grieksche
volk, dat Frankrijk, als het ware „van de familie" be'
schouwde, zoodat het met een soort familietrots den
bloei der Grieksche zaken had1 waargenomen. En dan
welke banden van vriendschap waren er geknoopt
tusschen de Fransche en Grieksche officieren!
De koning' antwoordde en zijn toast vloeide over
van dankbaarheid! jegens Frankrijk, dat' onwaardeer
baren steun had gegeven aan Griekenland tot aan
maar ook gedurende den oorlog. Altijd' stond' Frank
rijk voor Griekenland klaar, in dagen van voorspoed
en van tegenspoed en toen do oorlog' moest worden
voorbereid, heeft men herhaaldelijk zijn voordeel ge
daan met den bijstand en de medewerking van Frank
rijk!
En eindelijk verklaarde de Koning, dat hij het hand
haven van d'e banden van traditioneele vriendschap
tusschen beide landen op hoogen prijs zou stellen.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de Koning zijn
taak, welke weinig koninklijk was, goed heeft vol
bracht. Frankrijk kan tevreden zijn als de Ko
ning nu ook maar tevreden kan wezen, over zich zelf
over de verdere ontvangst van het Fransche volk en
over.... de komende ontvangst van zijn eigen onder
danen
De vrede tusschen Bulgarije en Turkije is gesloten.
In de eerste openbare zitting-, welke dé onderhande
laren te Konstantinopel' hebben gehouden, zeide de
Turkselie afgevaardigde Mahmoed Pasja: „Wij ver
langen das hei geheele gebied, dat de Turksche troe
pen op het oogen'blik bezet houden," waarop de Bul
gaarsche heer Matsjewitsj antwoordde: „Juist dat
willen we U niet geven."
Ma niet zoo heel veel loven en 'bieden is de vrede
tot stand gekomen, die eigenlijk reeds negen maan
den eerder had kunnen worden gesloten, indien de
Bulgaar scha regeering toen maar afstand van Adri
anopel hac! willen doen. Bulgarije heeft thans toch
den hoofdprijs moeten afstaan. Matuurlijk zijn er
nog allerlei bij-bepalingen, waarvan we alleen maar
willen vermelden, dat do kwestie van d'e kosten van
het onderhoud der krijgsgevangenen en hun repatri-
eering door het Haagsche Hof van Arbitrage zal vvor
den uitgemaakt.
Het staat nu te bezien, hoe de Balkanrijken zich in
den nieuwen staat van zaken zullen schikken. Miet
onwaarschijnlijk zullen d'e heide staten, die thans vre
de hebben gesloten, tot elkaar in vriendschappelijke
verhouding komen. Reeds nu is er sprake van
een Turksch-Bulgaarsch aanvallend en verdedi
gend verbond, welke naar alle waarschijnlijkheid
reed's binnen zeer korten tijd zal worden voorbereid.
Zou dan d'e Balkanherrie opnieuw beginnen?
In Duitschland is „de roode week", gelijk het socji-
pingen, waar vaak een groot aantal kamers zijn,
Moedei- Blasm-a hield' een herberg. Reizende 'kuns
tenaars van den derd'en of vierden rang en „dames"
van niet zeer hoogstaande moraal vormden het mee-
rendeel van haar -vaste klanten. Maar daar zij niet
verkoos dat er in haar huis iets onbehoorlijks ge
schiedde en er strenge orde 'heerschte, zag de politie
vele andere dingen bij haar door de vingers. Moeder
Bl-asma was een stevige, gespierde vrouw," een vasten
huisknecht kon zij bes't misSen. Om haar gasten en
huurders bekommerde zij zich niet veel nog minder
om hunne min of meer duistere zaken; ?t kon haar
niet schelen of die het licht mochten zien, ja of neen.
Fatsoenlijke menschen logeerden niet bij- haar, dat
wist zij. Buitenshuis konden zij doen wat zij wilden;
binnenshuis permitteerde zij geen oproerige toonee-
len. Ofschoon zij hekend stond als een echte helle
veeg', waar niemand gaarne mee in aanraking' kwam,
toch was zij goedhartig, van aard/en wanneer een van
haar kostgangers of hetgeen meer gebeurde een van
haar kost-gangsters in moeielijkheden geraakte, stuur
de zij' ze niet weg maar zij hield ze vaak voor niets.
Zij wist wel d'at zijhaar geld! zou krijgen als ze het
later wat beter konden doen.
Zoo had de Iersche Peggy ook wedier 'bij die weduwe
Blasrna een Vriendelijk tehuis gevonden; den „Lan
ge en den ,;Gebochelde," die haar 's avonds laat
thuis brachten, had zij met barsche stern d'e deur ge
wezen. Hunnö kamers waren bezet; zij1 moesten maar
ergens anders onder dak zien te komen. De bulldog
was met een grijnslach, de „Gebochelde1" met een
somberen blik afgetrokken.
Een paar uren te voren had! moeder Blasma echter
een ander paar menschen veel vriendelijker ontvan
gen. Zij kend'e Potter en zijn bleeke gezellin van
vroeger: toen hadden ze ook lang'en tijd bij haar ge
logeerd. In dien tij cl had' Potter onder den naam van
professor Fergus spiritistische séances gegeven, en
ook gedaan aan gedachtenlezen. Het jonge meisje
was zijn nichtje naar hij zeide en zijn medium. Dit
schuwe, bleeke meisje had ook op het ruwe wijf die
pen indruk gemaakt door haar ontroerende schoon-
aal-domocratische jaarcongres nogal eens wordt ge
noemd, gehouden men spreekt ook van partijdag,
hetgeen natuurlijk minder juist is.
We hebben gelezen, dat de partij de revolutionair
eierdop nog niet geheel! afgestooten- heeft, maar in
elk geval heeft zij duidelijk getoond, dat do gematig
den verre d'e overhand' hebben. De Marxisten hebben
met hun bekende motie over de algemeene werksta
king een zeer besliste nederlaag geleden en de gemn
tigd'e elementen, die d'e vakvereenigingo aan hun zijde
hadden, die voorstanders- zijn vaii een kalme, maar
voortdurende politieke en economische organisatie
bleken verre in de meerderheid' tel zijn. Voor de ver
krijging van het algemeene kiesrecht in Pruisen wil
de men van de revolutionnaire tactiek niets weten
Eeiï der leiders van de vakbeweging verklaarde zelfs
d'e verzekering tegen werkloosheid een veel dringen
der taak dan al liet gepraat over de algemeene sta
king!
H EX UI POLAK-EERSTE KAMER.
„Het Volk" schrijft:
„Maar wij vernemen, staat het nog niet absoluut
vast, d'at onze partijgenoot Henri Polak, het lidmaat
schap der Tweede Kamer met dat d'er Eerste zal
verwisselen, dloor den hem door de Eriesche Staten
aangeboden zetel te aanvaarden.
De redenen, die hem er toe genoopt' hebben, aan
onze Friesche Statenclub in uitzicht te stellen, dat
hij d'e benoeming hoogstwaarschijnlijk zou aannemen
zijn voornamelijk in de belangen van den Diamantbe
werkershond gelegen, die het wel toelaten, doch per
slot van rekening' toch niet buitengewoon gewenscht
maken, dat de voorzitter zoo vaak voor Kamerzittin
gen afwezig zon moeten zijn, als het lidmaatschap
der Tweede Kamer zou meebrengen. De Eerste Ka
mer vergadert, naar bekend' is, veel minder vaak.
Dan kwam er bij, dat in onze partij! liet verschot
aan personen, die voldoen aan de 'bespottelijke
ei'schen, die d'e weti nog steeds aan het lidmaatschap
der Eerste Kamer stelt, zeer gering is, zoodat Polak,
door zich beschikbaar te stellen, orize Eriesche Sta
tenclub als 't ware uit den nood hielp.
Eindelijk heeft ook meeg'werkt de overweging, dat
nu de mogelijkheid kon worden geschapen, om in
Amsterdam III een van de leiders van het Vakver
bond in de Tweede Kamer te brengen en daarmee een
algemeen gevoelde leemte in de sociaal-democratische
Kamerclub aam te vullen.
Volgens de kieswet heeft Pola'k drie weken tijd, om
zielig omtrent d'e aanvaarding der' benoeming' te bera
den."
DE HEER GO E.MAX BORGESIUS.
De Haagsche correspondent van De Tijd schrijft:
„Het voordragen van den heer mr. Goeman Borge-
sius als no, 1 voor liet presidentschap der Tweede Ka
mer heeft een pikant bijsmaaktje. De N. Ct. scheen
daar al op te zinspelen, toen zij schreef, liever gewild
te^ hebben, dat een der partijleiders, die tijdens de
crisis door Hare Majesteit zijn gehoord, zou zijn aan
gewezen. Maar dat is 't êm nu juist. Men herinnert
zich, dat wel de heer De Meester maar niet de heer
Bprgesius, die toch de eigenlijke leider der Unie en
der Copcentratie is, door Hare Majesteit is ontboden.
De heer Borgesius schijnt dat nog al gevoeld te heb
ben. Door zijne benoeming is hij nu gewroken.
'béid, die haar onwillekeurig boeide; zij had een haast
moederlijke belangstelling voor het jonge meisje op
gevat en voor haar oom koesterde zij de hoogachting
die een goed en nauwgezet betalend logeergast haar
steed's afdlwong. Toen Wapstra, die ook tot de trou
we gasten van Weduwe Blasrna behoorde, haar de
koin'st van den professor had aangekondigd', bracht
zij dadelijk de voorkamer op d'e tweede verdieping' in
gereedheid', de mooiste kamer die zij bezat. Hier sliep
het jonge meisje in een klein donker kamertje met
een deur, welke men d'oor moest om in de voorkamer
te komen; deze zag op de Jufferstraat uit. Het jonge
meisje, dat nergens belang in scheen te stellen, op
wier lief gezichtje nooit een lachje verscheen, be
schouwde zij even als zoovelen als een zenuwzieke of
krankzinnige, het onschuldigste schepseltje dat op de
wereld! bestond' en waarvoor men niets anders dan
medelijden kon gevoelen.
„Daar zijn wij weder voor eenige dagen," zeide Pot
ter bij zijn aankomst. Lizzie viel dadelijk moedeloos
op een stoel neder. „Ik ben van plan weder een tour
nee te doen door Holland' en blijft eerst een poosje in
Rotterdam. Ik zal je de eerste week vooruit betalen
voor kost en inwoning daar, moeder Blasma. Wat
i'k je te veel geef is voor je goede bediening. Ik zal
dikwijls uren lang weg' moeten zijn, en dan is het een
rust voor mij te weten dat er goed! op het jonge meis
je gepast wordt. Je weet dat ik haar niet graag al
leen laat zij is nu en d'an geheel en al absent en het
zou heel gevaarlijk wezen wanneer zij in zulk een
toestand alleen uit huis g'ing. Dus ik kan weer op
je rekenen, niet waar?"
Zooals altijd-, professor Fergus. Jammer van dat
mooie, jonge kind, al moogt u voordeel en nut van
haar toestand hebben."
„Mut? zei Potter de schouders ophalende. „Zij is
veel meer een lastpost voor mij. Als het het kind
niet was van mijn gestorven broeder dan had ik haar
al lang aan haar lot -overgelaten. Ook voor mijn séan
ces is zij mij van zeer weinig nut geweest. Maar dat
zal je waarschijnlijk minder kunnen Schelen moeder
Blasma."
„De nieuwe president heeft l'n'tu ssclien wel wat
voor de eer over. Maar verluidt zal hij het rijk-bezol
digde directeurschap van de „Eerste Mederlandsche"
er voor neerleggen. Ik kan er nog aan toevoegen, dat
bij de Maatschappij; het voornemen bestaat, om haren
oud'-Directeur te pensionneeren."
OUD-MIMISTER YAM SWT NDBREM.
Maar de M. Crt. verneemt is de benoeming van den
heer De Marees van Swinderen, den afgetreden mi
nister van B'uitenland'sehe Zaken, tot gezant ta Lon
den binnen weinige dagen te verwachten.
Het te Amsterdam gehouden Binnenscheepvaart-
congres heeft naar aanleiding van een rede van mr.
II. Smeenge over de drooglegging van da Zuiderzee
de volgende motie aangenomen:
Het Eerste Mederlandsche Binnenscheepvaartcou-
gres, gehoord de uiteenzetting van de voorrieelvn der
afsluiting en drooglegging van d'e Zuiderzeéf
spreekt zijn grooten dank uit voor de wóórden door
onze geëerbiedigde Koningin te dezen opzichte in de
jongste Troonrede gezégd';
hoopt, dat hevolksvertegenwoordiging deze woor
den tot daden zal maken,
en gaat over tot de orde van den dag.
De „Visscherijt-Courant" heeft een hoofdarti
kel over de aankondiging in de Troonrede betreffen
de droogmaking der Zuiderzee, een artikel waarin de
belanghebbenden ernstig gewaarschuwd en tot,protest
opgewekt worden. Dit laatste is moeilijk, zegt de
schrijver zelf?
„De betrokkenen gelooven niet aan de drooglegging-,
zijn zoo moeilijk in beweging te krijgen, Velen hun
ner dénken, dat hun een flinke som zal worden uitge
keerd of zien een aardige vaste betrekking in 't ver
schiet, En dan, er zal geld noodig zijn, veel geld
zelfs en wij vreezen dat velen zich daaraan zullen
onttrekken.
„Maar toch, t moet. De kostwinning staat op 't
spel, wat meer zegt het vrije, mooie, voor verbetering-
vatbare bedrijf.
„De drooglegging' kan komen, de vergoeding zal te
genvallen en d'e 'brugwachtersbaantjes zullen niet vol
doen. En wie zal vergoeding krijgen en een goed
baantje? Is er bij d'e visseherij-inspectie wel één vis-
scherijman benoemd'?
„Vi-sschers, zouters, rookers, handelaren, scheeps
bouwers, er moet' nu wat geschieden.
„Wij kunnen bewijzen, dat de drooglegging onnoo-
dig is omdat er werk is in overvloed', do afwatering-
zonder die te verbet-eren, land te over.
„Wij kunnen bewijzen, dat de Zuid'erzeevisscherij
een bestaan geeft, een gekozen, vrij, en ta ver-beteren
bestaan aan vijfduizend gezinnen;
„dat de drooglegging' schadelijk is voor de gezond-
dat millioenen guldens zullen worden verloren;
dat geen der argumenten van da voorstanders de a
toets der critiek kan doorstaan"....
SABOTAGE?
Dezer dagen zijn in dé machinale tabakskerverij
van den heer G. Bloemen Sr., to OldenzaaT, des mor
gens, toen de machines werden aangezet, eensklaps al
le d'rijfriemen in stukken gevlogen. De man, die de
machines bediende, werd daarbij zoo ernstig- gewond,
dat men eerst voor zijn leven vreesde. Thans is er-
hoop op herstel. Bij onderzoek bleek, dat alle riemen
Deze schudde heftig met het hoofd, (haar haren
begonnen reeds grijs te worden) zij zag den „profes
sor echter aan met een blik die zeggen wilde: „Jij
zou de laatste wezen om haar met je mee te slepen
als je geen nut an haar hadt!" Die woorden dacht
zij, maar zij sprak ze niet uit; zij streek het geld op
en liep de trap af om thee en een eenvoudig avond
eten te halen voor de nieuwe gasten.
Den volgenden morgen kwam Potter bij de waardin
in het half donkere keukentje, waar zij aan het werk
was met een half dóove dienstmeid, die zij reeds j-gren
lang in dienst had. „Ik moet een paar uur weg moe
der Blasma. Ik heb de deur boven op slot gedaan:
misschien ga jo wel eens'bij haar kijken!"
„Het zal gebeuren!" antwoordde zij kortaf; maar
door een menigte andere bezigheden was zij verhin
derd' haar belofte te houden.
Onverschillig en suf zat het jonge meisje voor her.
raam, met d'e oogen strak gevestigd op haar handen,
die onbewegelijk in haar schoot lagen. Eindelijk
scheen een zware zucht haar te doen ontwaken uit
den toestand waifrin zij verkeerde, zij keek om zich
heen alsof zij wakker werd uit haar droomenden toe
stand. Toen zij met schuwen blik in de kamer rond
keek en zag, dat zij alleen was, haalde zij verruimd
adem, 't was of een zware last van haar schoudérs
werd genomen. Do angst voor haar oom, die haat-
naast lichamelijk pijn deed, week langzaam en haar
geest, gedrukt door den wil' van een ander, begon
langzamerhand gedachten te vormen. Bleeke, kleur
lenze beelden ontstonden voor haar geest; heel lang
zaam slechts begonnen zij een vasten vorm aan te ne
men, het was of een nevelbeeld zich voor haar ver
toonde en haar groette, een gezicht met blonden
baard, een^ openhartig' gelaat en trouwe, goedhartige
oogen. Zij deed de oogen toe en trachtte dit beeld
vast te houden; sneller haalde zij adem. Dit gelaat,
dat onlangs voor haar geest was verschenen, had in
de duisternis, die. haar ziel omringde, liet laatste
vonkje licht geworpen; het was haar of van hein de
verlossing moest komen, d'e verlossing' uit een toe
stand, dien zij slechts vaag en dof als een ramp be
schouwde. (Wordt vervolgd).
i