DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 227 Honderd en vflftïende Jaargang. 1918 DINSDAG 30 SEPTEMBER. FEUILLETON. Onder suggestie- arana*: J&tri „j(.Wordt vervolgd). BINNENLAND. Gemengd nieuw*. DE M AK MET DE WICHELROEDE. DE WAARDE VAN EEN NEUSPUNT. ALKMAARSCIE COURANT. ALKMAAR, -30 September. In een Fransch blad ontmoetten we een schrijven van een parlementslid, dat de aandacht verdient. Het Kamerlid1 in kwestie heeft iets gehad met het bestuur zijner partij wat wordt niet vermeld en ;doet er trouwens ook minder toe. Hij vreest, niet herkozen te zullen worden en wendt zich aldus tot de kiezers van zijn district: „Enkelen hopen mij van het politieke tooneel te verdrijven met behulp van allerlei oneerlijke, verra derlijke middelen. „Onder deze omstandigheden zie ik me niet enkel genoodzaakt U uit te noodigen een advies van Uw Gomité uit te lokken, maar bovendien het te nopen me te zeggen of ik, ja dan neen, zijn vertrouwen nog bezit. „Iedereen weet, dat ik in de politiek geen fortuin gemaakt heb en dat het voor mij een groot offer was, toen ik een winstgevend beroep moest vaarwel zeg gen, om al mijn kracht en al mijn tijd te kunnen ge ven aan de vervulling van mijn plichten als wetgever. „Indien ik dit vertrouwen niet langer verdien, om dat ik.... dan verzoek ik, dat men mij dit zegt, zon der omwegen en zonder dralen. De zorg voor mijn ge zin en voor mijn waardigheid eischt, van mij onver wijld die maatregelen te nemen, welke de omstandig heden. me zullen voorschrijven. „Ik verzoek U wel te willen gelooven, dat ik even tueel zonder wrok en zonder spijt het eerebaant.je zal opgeven om me dan weer geheel te wijden aan de be hartiging' van mijn eigen belangen, welke ik te veel heb verwaarloosd ten bate van de belangen van dit land." In hoeverre de afgevaardigde, die aldus schrijft, gelijk of ongelijk heeft, doet er minder toe. Het is evenzeer mogelijk dat de schuld bij zijn bestuur ligt als bij hem en dat uit te maken is de taak van de kiezers, die hem hun vertrouwen hebben geschonken. Van meer en algemeener belang' is echter de mede- deeldng, dat deze volksvertegenwoordiger een winst gevend beroep heeft opgegeven voor een, in Frank rijk tegenwoordig wel loonend, maar toch altijd zeer wisselvallig Kamerlidmaatschap. Hij zou dit zeker niet gedaan hebben, indien dit lidmaatschap niet den heelen/mensch eischte. Dit constateeremde zien we dadelijk tweeërlei gevaar aan het parlementarisme van dezen tijd' verbonden. De gewone burger, die Kamerlid wordt, moet zijn werkkring prijsgeven en zoodra zijn mandaat eindigt en niet hernieuwd wordt zich maar zien te redden. Tal van ambtenaren ver- keeren in veel gunstiger conditie. Een militair, die volksvertegenwoordiger is geworden, herneemt zijn jdaats in de gelederen zoodra deze functie ophoudt en vaak is hij gedurende zijn wetgevende periode in rang verhoogd. De meeste ambtenaren, tot Kamer leden gekozen, gaan met onbepaald verlof en vinden hun betrekking open, zoodra zij haar weer wenschem te aanvaarden. Het eerste gevaar is nu, dat onder zulke omstandigheden hoe langer hoe meer ambtena ren zich voor het Kamerlidmaatschap beschikbaar zullen stellen en dat het getal dergenen, die uiter mate geschikt zouden zijn om in de volksvertegen woordiging zitting te nemen, doch geen ambtenaar zijn, die dus hun plaats in de maatschappij niet meer vrij zullen vinden wanneer ze eens niet mochten wor den herkozen, steeds geringer wordt. En het tweede gevaar bedreigt de Kamerleden, die bij het eindigen van hun mandaat in hun onderhoud moeten voorzien door zich opnieuw een kostwinning te veroveren. Zal Roman naar het Duitsch van C. CROWE SCHWIENING. 17) -o- „Maak je niet ongerust Verheeven!" zeide een dié pe stem, die hem bekend voorkwam. Wapstra slaakte een zucht van verlichting. „Ik hen het, Potter!" „Wees welkom, man!" zeide Verheeven toen Potter naast- hem op den drempel verscheen. „Heb je het meisje meegebracht; wat moet die hier?" „Ik kan je den last niet besparen, ons bij je aan huis te nemen, totdat het zaakje achter den rug is," zeide Potter. „En verkies je dat niet, dan moet je het zonder ons doen, Wapstra!" „Daar denk ik niet over," zeide deze terwijl Verhee ven verlegen achter zijn oor krabde, „Als het niét. anders kan dan moet jullie maar in de herberg „De drie Zeevaarders" blijven. Je hebt toch zeker wel een paar bedden en een kamer voor logés in huis Verhee ven? Ik zou denken dat er op 't oogenblik zooveel op het spel staat dat het onnoodig' is er langer over te praten." „Wat mij betreft is het goed," antwoordde Verhee ven besluiteloos, „maar je kent mijn oudje. Een vrouwmensch in huis, ik wed daar bedankt zij voor." „Roep haar, beval Wapstra. „Ik zal het wel met haar bepraten. Maai' waarom blijf je niet bij moe der Blasma, Potter „Omdat, ik mij daar niet langer veilig voel," ant woordde Potter somber. Hij boog' zich een weinig tot zijn metgezellen over. „Herinner je-je nog dien man met den blonden baard op de boot? Den man dien ik voor van Rinschoten aanzag', den commissa ris van de recherche?" „Een doodonschuldige reiziger wat moet die?" „Doodonschuldig? Dat gel'oof ik nooit. Want hij heeft ontdekt dat wij bij moeder .Blasma logeeren, en voor dezulken de verleiding wel eens niet. heel groot kunnen worden, om boven eigen inzicht of boven het algemeene belang te stellen het eigen belang, dat be paald wordt door de mogelijkheid van al of niet her kiezing? Zal zoo'n afgevaardigde niet een heel ster ke ruggegraat moeten hebben, om niet voor die ver leiding te bezwijken? Men kan deze heide gevaren, dat n.l. een volksver tegenwoordiging „verambtenaard" wordt en dat het sommige Kamerleden wel eens moeielijk zal vallen naar eer en geweten te handelen en te beslissen er kennen, zonder middelen aan de hand te kunnen ge ven, om eraan te ontkomen. Een oplossing- zou kunnen zijn pensionneering van Kamerleden. Wij vreezen echter, dat het middel in de practijk zou blijken nog veel erger te zijn dan de kwaal, welke erdoor zou moeten worden bestreden. Bij bet- naar huis rijden ontmoette de hoofdredac teur van het „Soer. Nwsbl.", zittend in een huurwa gen, een zekeren heer A., iemand, dien hij op Atjeh heeft lèeren kennen als een would-be geoloog. Deze Engelse-liman beschikte daar over ruime middelen, hem verstrekt door een maatschappij in Nederland, voor welke hij uitgezonden was en die blijkbaar afge gaan was op de gefingeerde titels, welke deze vriend zich aanmatigde. Hij heette lid van allerlei geologi sche genootschappen, eerelid van weder tal van an dere/en kwam nu tot. het doen van mijnbouwkundige opsporingen in Atjeh. Hij beweerde in het bezit te zijn van een z.g. wichelroede, waarmede hij- maar door het terrein had te wandelen, om door die roede te zien aangegeven, waar er olie in den grond zat, hoe diep en hoeveel. Zoo'n man en zijn instrument zou den natuurlijk goud waard zijn, indien de heele ge schiedenis geen groote Schwindel geweest was. Intusschen, de man liad! goede, prettige vormen, hij leefde een tijdlang- te Kota Radja een royaal leventje van nietsdoen en was een trouw bezoeker van de At jeh club. Toen hem dat begon te vervelen ging hij eens naar Idi, van waar hij een uitstapje maakte naar de terreinen der Zuid' Perlak. Hier kwam men al spoedig tot de ontdekking' van 's mans absolute on bekwaamheid en van de absolute onzinnigheid van z'n pet.roleum-zoekinstrument, Hij wees petroleum aan op de meest geprononceerde, zich mijlen ver uit strekkende syclinalen, terwijl hij, in werkelijk petro- leumbevattende terreinen wandelende, verklaarde, dat daar geen druppel olie te vinden was. Toen hem geannonceerd werd, dat een werkelijke geoloog, dr. W., in aantocht was, nam hij haastig de tram, #n keerde naar K. Radja terug. Van een ontmoeting', welke hem ten volle moest ontmaskeren, moest hij niets hebben. Wij doen deze mededeeling, zegt genoemde hoofdre dacteur, omdat er op Java zeker nog genoeg lichtge- loovigen zijn, die door de welbespraaktheid en dik doenerij van dezen pseudo-geoloog er toe gebracht zouden kunnen worden, hem eventueele mijnbouw* kundige onderzoekingen op te di-agen, en het niet noodig' is, dat er nog meer menschen, die in conces sies of vergunningen doen, hun goede geld door de wichelarij en absolute onkunde aan dezen vreemde ling kwijtraken, dan reeds is gebeurd. ZEEVARENDE SCHOOLJONGENS. Naar aanleiding van het steeds toenemend getal on wettige schoolverzuimen in Sclieveningen voorna melijk bij de zgn. zeejongens, hebben de lieeren J. C. M. Brugma en dr. W. A. B. A. van der Grinten, leden der plaatselijke schoolcommissie aldaar, een onder zoek ingesteld te Sclieveningen en in eenige andere plaatsen. Op een van de Scheveningsche scholen is het ongeoorloofde verzuim van de jongens in de jaren 1901 tot Ï912 langzaam maar zeker van 1.5 tot bijna 30 pet. gestegen, terwijl het vrijwel ongestraft blij- gisteravond heb ik hem met een vrouw samen gezien waar do oude moeder Blasma dol op schijnt te wezen en die ik gistermiddag bij mijn nichtje aantrof. Er is geen twijfel aan, de man tracht mij op te sporen en zulk een fijne mijnheer gaat ook niet in het hotel Willemsbrug logeeren als hij daar géén bijzondere re den voor heeft." „In Willemsbrug?" herhaalde Wapstra verbaasd. „Daar moeten wij nog' eens over praten Potter; maar daar komt vrouw Verheeven aan en ik wil jouw zaak je eerst in orde maken. Ik hen eigenlijk wel blij dat ik je hier heb." Meer dan a.lle woorden van Wapstra was het het bleeke, stille, jonge meisje zelve, dat invloed uitoe fende op het besluit van de oude vrouw. Lizzie stond vermoeid en suf tegen den muur in de gang geleund en was zich niet bewust dat zij het onderwerp van liet gesprek uitmaakte. Na langen tijd geaarzeld te hebben verklaarde zij zich bereid het jonge meisje op te nemen in haar eigen kamer. Zij zou voor Potter nog wel een ander slaapverblijf vinden. Deze schikking scheen niet in den smaak te vallen van den „professor"; maar hij moest zich wel schik ken en liet Lizzie over aan de zorg van de vrouw, ter wijl hij zelf bij Wapstra ging zitten. Op hetzelfde oogenblik hoorde men het geluid van hoefslagen en het rollen van een rijtuig op de plaats en weldra stak de gebochelde man zijn gezicht door de opening' van de deur en zeide: „Daar zijn wij. De „Lange" zal de paarden uitspannen, en in den stal brengen. Maar zorg' voor een Lekker glaasje, Wapstra. Wij hebben zwaar werk gehad; dat wil zeggen als ik zeg wij dan meen ik mij zelf alleen. Want de „Lange" heeft maar een beetje heen en weer gereden voor zijn pleizier. Toen Verheeven zijn gasten bier en jenever en bran dewijn gebracht had in zeer groote hoeveelheid en de „Lange" het edele viertal volledig' had gemaakt, keerde de waard' uit „de drie Zeevaarders" bedaard naar de gelagkamer terug en schonk een dorstigen politieagent, die juist was binnen gekomen, een groot glas hier in. „Wel bekom het je, sergeant! Neen, houd die paar ven van dit verzuim tengevolge had, dat de ongeoor loofde afwezigheid der meisjes aan dezelfde school in die jaren van 1 tot bijna 11 pet. gestegen is. In de meeste gevallen blijkt de oorzaak niet te moeten word'en gezocht in armoede, maar in liet J gezien de veelal niet onbelangrijke bedragen die de zeejongens aan het eind van het seizoen mede naar huis brengen aanstekelijk werken van het vrijwel ongestraft blijven der gepleegde verzuimen. Liet steeds toenemende verzuim van leerplichtige jongens te Sclieveningen is h. i. dan ook voor een groot deel te wijten aan de slappe toepassing' van Leerplicht- en Arbeidswet. De lieeren Brugma en van der Grinten meenen, dat alleen verbetering' kan worden gekregen, als lo. de ouders wegens overtreding der Leerplicht wet zóó zwaar worden beboet of gestraft, dat het voordeel, dat de varende jongens- inbrengen, hierte gen niet kan opwegen; 2o. nimmer uitstel wordt gegeven van de betaling der opgelegde boete. 3o. de politie er op toeziet, dat geen leerplichtige jongens uitvaren, door gebruik te maken van de be voegdheid krachtens art, 29 der Leerplichtwet. 4o. de arbeidsinspectie proces-verbaal opmaakt te gen den schipper, die uitvaart met jongens, die den 12-jarigen leeftijd nog niet hebben bereikt en hem zoo streng mogelijk straft. meerdere krachtsinspanning en toewijding' evengroote arbeidsprestatie te leveren als bij1 den tegenwoordi- gen arbeidsduur. Het voqrstel werd weer met 109 stemmen aange nomen. Do 8-urige werkd'ag zal ingaan 1 Mei 1914. Ook werd nog een voorstel aangenomen, waarbij vóór liet vaststellen der bijzonder voorschriften voor de werklieden van elke tak van dienst liet advies der arbeidersorganisaties moet worden ingewonnen. Bij vervanging behouden de werklieden hun loon of als zij iemand vervangen van hoogeren rang, dan ge nieten zij ook het hoogere loon, zoodra de vervanging ■pen dag of langer duurt. Het aannemen van fooien, giften of geschenken werd verboden. EEN SCHERP SCHOT. Bij do oefening, welke verleden week door het gar nizoen uit Middelburg in de duinen gehouden werd, werd tijdens het vuren met losse patronen een ser geant, die naast een luitenant lag, door een scherpe patroon vrij ernstig aan den rechterarm verwond. Een direct aangevangen onderzoek naar de herkomst van dezen kogel had niet het gewensehte resultaat. De mogelijkheid schijnt te bestaan, dat het de bedoe ling was, den luitenant te raken. WERKLLEDENREGtLEMENT TE ZAANDAM. Gisterenavond' vergaderde de Raad te Zaandam uit sluitend ter verdere behandeling van het Werklie denreglement. Het grootste deel van den avond werd, schrijft liet Hbkl., in beslag genomen met een debat over het op nemen van den 1 Meidag onder de feestdagen en het invoeren van den 8-urigen arbeidsdag'. De tegenstanders achtten den 1 Meidag' niet den feestdag van cl e arbeiders, doch van een deel hun ner, die dien dag alleen gebruiken voor de propagan da. De heer Duys, die krachtig het voorstel verdedigde, zette uitvoerig de beteekenis van den 1 Meidag uit een. Bij de stemming verklaarden alleen de 10 socialis ten zich voor het voorstel; de 9 overige léden stem den tegen. Bij de behandeling van het voorstel betreffende den 8-urendag werd! door verschillende léden gewezen op de financieele gevolgen voor de gemeente niet alleen, maar ook voor de werkgevers in de gemeente, hoofdzakelijk dtoor de stijging van het uurloon. Met' dit voorstel meende men, dat te weinig reke ning was gehouden met dé belangen der belastingbe talende burgerij. Afgekeurd! werd, dat de soc.-dem. gebruik hebben gemaakt van de toevallige meerder heid om de bepaling in te voeren. De wethouder voor de reiniging had begroot dat door de invoering van den 8-urendag de kosten alleen voor dézen tak van dienst met ongeveer 1000 zullen worden verhoogd. De heer Feisser meende dat de totale kosten voor de gemeente op ongeveer 40.000 konden worden geschat. Een ander lid vreesde van invoering- van den ver korten arbeidsdag deloyale concurrentie der gemeen tewerklieden, doordien zij hun vrijen tijd1 zullen ge bruiken om tegen lager loon arbeid voor particulie ren te verrichten. Bovendien kon de arbeid der ge meentewerklieden volstrekt niet te zwaar worden ge noemd. Door de voorstanders, die ontkenden, dat de kosten zoo hoog zouden zijn, werd gerekend op -de medewer king der werklieden, die er naar zouden streven door centen maar in je zak. Je mag ook wel eens op mijn gezondheid drinken," een verzoek, waaraan de poli tieagent gaarne gehoor gaf. Hij zette met den jovi- alen herbergier dadelijk een gesprek op over de Ko ningin, en wien zij wel tot echtgenoot zou kiezen, een vraagstuk dat allen Hollanders in dien tijd na aan liet harte ging. Om hetgeen de vier spitsboeven in de achterkamer met elkander bepraatten, bekommer de Verheeven zich in 't geheel niet. liet was zijn vas te gewoonte, en van dat grondbeginsel1 week hij nooit af, dat hij zich nooit met die dingen bemoeide, hij be kommerde zich alleen maar om den buit, het voordeel dat hij er van hebben zou. Hij wist ook van dit plan ongeveer niets. Ze hadden hem alleen maar gezegd, dat het dezen keer om „bonte steenén" ta doen was, daarmee bedoelden zij diamanten. II ij was alleen ze ker van het aandeel dat hij er van krijgen zou; ze zouden bij zijn broeder, in Amsterdam, verkocht wor den. Da gebochelde had een dun, fijn vijltje uit zijn zak gehaald en beschouwde het met welgevallen. „Ik zie dat je tevreden bent over je dagtaak", zeide Wapstra. „Ja, dat hen ik. De twee staven van het hek zijn onderaan klaar. Met de eeno ben ik bij het aanbre ken van den dag' begonnen. Kijk eens wat een klein onbeduidend instrumentje. Als je er een droppel olie op giet, d'an kan je er even zachtjes mee werken, als of je eeu mes door zachte kaas haalt. Toen ik druk aan 't werk was, kwam er een man aan. In een om- j mezien zat mijn vijl in mijn mouw en ik zocht iets op den grond bij het hek en vloekte daar nu en dan bij „Wat zoek je daar?" „Een manchetknoop; liet ding is zeker ouder het hek doorgerold. Wilt u even meezoeken?" „Neen, dank u wel, zoek alleen maar naar uw knoop." Dit zeggende liep hij lachend door en ik lachte ook; maar daar hoorde hij niets van. En terwijl ik net deed of ik nog steeds op mijn knieën naar den knoop lag te zoeken, vijlde ik ook de tweede ijzeren staaf door," „Je verstaat je werk", zeide Wapstra, „dat moet erkend worde®. Luister au wat ik je te zeggen heb. De bakkersknecht, die een vrouw, met wie hij leefde, uit jaloerschheid ten om haar ontoonbaar te maken, het puntje van den neus beet, is door de Haarlemsche Rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. De eiseh' -was jaren. UIT ZIJDEWIND. Door kolendamp vergiftigd' is de heer B., land bouwer "alhier Zondagmorgen dood op zijn bed gevon den. UIT OUDE-NIEDORP. Maandagavond vergaderde het bestuur van het nut „Ons Genoegen" in het. lokaal van. den héér, A. Mijts. De rekening over liet afgeloopen jaar w.èrd na on derzoek goedgekeurd met een voordeelig 'saldó groot 8.80. Ontvangen was 64.30, uitgegeven 60.50. De eerstvolgende bijeenkomst met dames werd vast gesteld op 23 October a.s. in het lokaal van den heer A. Mijts. UIT ZUID-SCHARWOUDE. De heer J. A. R. Teriet, Candida at to Leiden, heeft naar de N. R. Crt. meldt, het beroep naar de Ned. Herv. kerk alhier aangenomen. UIT NOORD-SCHERMER. - De Hooge Raad der Nederlanden heeft verwor pen liet cassatieberoep van Klaas S„ landbouwer al hier, door het gerechtehof te Amsterdam veroordeeld tot 2 dagen gevangenisstraf, wegens opzettelijke en wederrechtelijke vernieling' van twee vniehtboomen, toebehoorende aan B. UIT OUDKARSPEL. Gistermorgen 10V2 uur vergaderde de raad dezer gemeente in voltallige zitting. Naar aanleiding der notulen merkte de heet' van Exter op, dat hij in de vorige zitting niet heeft ge vraagd öin medewerking' van den raad, zooals in t persverslag staat, dit zou zijn of de raad1 naar zijn pijpen moest dansen. Ik heb, zei spr,, alleen ge vraagd om welwillende voorlichting van den raad, .zooals ook in de notulen is aangegeven. Spreker noemde dit een grove vergissing van den verslagge ver. Ingekomen was o.m.een staat van ingekomen te legrammen over de maand Augustus aangevende het getal 44. Procesverbaal van kasopname bij den gemeente ontvanger over het 3e kwartaal, waaruit bleek eeu ontvangst van j 67973.73, een uitgaaf van 66.854.84'' alzoo een bedrag in kas van 218.88". Van Géd. Staten was niet goedgekeurd terug ont vangen het besluit betreffende de aflossing der geld- leening' voor de proceskosten zaak Rijkers. Besloten was die 1200 in den tijd van 12 jaar at' te lessen, dit moet echter in den tijd van 4 jaar ge schieden. Dienovereenkomstig werd besloten. Aan de orde kwam thans het aangehouden adres van het hoofdbestuur van de Vereenigiiig voor Vak onderwijs in West-Friesland. Uit het onderzoek door B. en W. ingesteld is gebleken dat het hoofdbestuur door de afdeelingen wordt gesteund waarom B. en W. voorstellen op dit adres afwijzend te beschikken En jij, ook Potter, let goed óp." Hij haalde een stuk papier uit zijn zak en een pot lood en verklaarde zijn beschrijving door vlug' een teekeningetje te maken van het terrein in kwestie. „De kamer van den schatbewaarder binnendringen binnen door het kasteel, daar kan geen sprake van zijn", besloot Wapstra zijn mediedeelingen. „Al ge lukte het jou je nichtje in de kamer van Smeedes te krijgen, door gegrendenlde deuren kan ze toch niet binnenkomen. Maar ik heb gehoord dat zulke in hypnose gebrachte personen langs wegen kunnen gaan, die anders door geen menschen ooit kunnen worden betreden, dat zij krachten en bekwaamheden ontwikkelen die men van hun zwakke of teere lede maten niet verwacht had." Potter knikte toestemmend. „Ik dacht, dat je wel wist waartoe het meisje in staat is Wapstra. En wat mijn suggestieve macht over haar betreft, ik geloof, dat. die er niet op verminderd is." „Dan zal het haar ook wel mogelijk wezen als een kat tegen den bliksemafleider op te klimmen en over een rand te loopen, die niet meer dan een hand breed is." „Zij heeft wel moeilijker dingen gedaan." „Als dat zoo is!" riep Wapstra zegevierend uit. „zijn de diamanten van den Radja binnen weinige dagen in ons bezit." „Maar voordat zij bij den bliksemafleider, den rand langs liefc huis en liet venster is, moet zij toch een gedeelte van liet park doorloopen", bracht de ge bochelde man in het midden. „Als ze zich eens in den weg vergist?" Potter maakte een ongeduldige beweging met het hoofd. „In haar slapenden toestand geleidt de geest haar met groote zekerheid in de duisternis van den nacht dan op klaarlichten dag." Nu waagde ook de „Lange" het een opmerking te maken. Tot nu toe had! hij geen deel genomen aan het. gesprek, maar had de jeneverflesch flink aange sproken. „Ik heb gehoord", zeide hij, „dat er 'snaeht* honden in liet park van het Huis ten Bosch zijn!" „Dat kon een leelijke streep door onze rekening maken", merkte Potter op.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1