DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 227
Honderd en vflftïende Jaargang.
1918
DINSDAG
30 SEPTEMBER.
FEUILLETON.
Onder suggestie-
arana*: J&tri „j(.Wordt vervolgd).
BINNENLAND.
Gemengd nieuw*.
DE M AK MET DE WICHELROEDE.
DE WAARDE VAN EEN NEUSPUNT.
ALKMAARSCIE COURANT.
ALKMAAR, -30 September.
In een Fransch blad ontmoetten we een schrijven
van een parlementslid, dat de aandacht verdient.
Het Kamerlid1 in kwestie heeft iets gehad met het
bestuur zijner partij wat wordt niet vermeld en
;doet er trouwens ook minder toe. Hij vreest, niet
herkozen te zullen worden en wendt zich aldus tot de
kiezers van zijn district:
„Enkelen hopen mij van het politieke tooneel te
verdrijven met behulp van allerlei oneerlijke, verra
derlijke middelen.
„Onder deze omstandigheden zie ik me niet enkel
genoodzaakt U uit te noodigen een advies van Uw
Gomité uit te lokken, maar bovendien het te nopen
me te zeggen of ik, ja dan neen, zijn vertrouwen nog
bezit.
„Iedereen weet, dat ik in de politiek geen fortuin
gemaakt heb en dat het voor mij een groot offer was,
toen ik een winstgevend beroep moest vaarwel zeg
gen, om al mijn kracht en al mijn tijd te kunnen ge
ven aan de vervulling van mijn plichten als wetgever.
„Indien ik dit vertrouwen niet langer verdien, om
dat ik.... dan verzoek ik, dat men mij dit zegt, zon
der omwegen en zonder dralen. De zorg voor mijn ge
zin en voor mijn waardigheid eischt, van mij onver
wijld die maatregelen te nemen, welke de omstandig
heden. me zullen voorschrijven.
„Ik verzoek U wel te willen gelooven, dat ik even
tueel zonder wrok en zonder spijt het eerebaant.je zal
opgeven om me dan weer geheel te wijden aan de be
hartiging' van mijn eigen belangen, welke ik te veel
heb verwaarloosd ten bate van de belangen van dit
land."
In hoeverre de afgevaardigde, die aldus schrijft,
gelijk of ongelijk heeft, doet er minder toe. Het is
evenzeer mogelijk dat de schuld bij zijn bestuur ligt
als bij hem en dat uit te maken is de taak van de
kiezers, die hem hun vertrouwen hebben geschonken.
Van meer en algemeener belang' is echter de mede-
deeldng, dat deze volksvertegenwoordiger een winst
gevend beroep heeft opgegeven voor een, in Frank
rijk tegenwoordig wel loonend, maar toch altijd zeer
wisselvallig Kamerlidmaatschap. Hij zou dit zeker
niet gedaan hebben, indien dit lidmaatschap niet den
heelen/mensch eischte. Dit constateeremde zien we
dadelijk tweeërlei gevaar aan het parlementarisme
van dezen tijd' verbonden. De gewone burger, die
Kamerlid wordt, moet zijn werkkring prijsgeven en
zoodra zijn mandaat eindigt en niet hernieuwd wordt
zich maar zien te redden. Tal van ambtenaren ver-
keeren in veel gunstiger conditie. Een militair, die
volksvertegenwoordiger is geworden, herneemt zijn
jdaats in de gelederen zoodra deze functie ophoudt
en vaak is hij gedurende zijn wetgevende periode in
rang verhoogd. De meeste ambtenaren, tot Kamer
leden gekozen, gaan met onbepaald verlof en vinden
hun betrekking open, zoodra zij haar weer wenschem
te aanvaarden. Het eerste gevaar is nu, dat onder
zulke omstandigheden hoe langer hoe meer ambtena
ren zich voor het Kamerlidmaatschap beschikbaar
zullen stellen en dat het getal dergenen, die uiter
mate geschikt zouden zijn om in de volksvertegen
woordiging zitting te nemen, doch geen ambtenaar
zijn, die dus hun plaats in de maatschappij niet meer
vrij zullen vinden wanneer ze eens niet mochten wor
den herkozen, steeds geringer wordt. En het tweede
gevaar bedreigt de Kamerleden, die bij het eindigen
van hun mandaat in hun onderhoud moeten voorzien
door zich opnieuw een kostwinning te veroveren. Zal
Roman naar het Duitsch van
C. CROWE SCHWIENING.
17) -o-
„Maak je niet ongerust Verheeven!" zeide een dié
pe stem, die hem bekend voorkwam. Wapstra slaakte
een zucht van verlichting. „Ik hen het, Potter!"
„Wees welkom, man!" zeide Verheeven toen Potter
naast- hem op den drempel verscheen. „Heb je het
meisje meegebracht; wat moet die hier?"
„Ik kan je den last niet besparen, ons bij je aan
huis te nemen, totdat het zaakje achter den rug is,"
zeide Potter. „En verkies je dat niet, dan moet je
het zonder ons doen, Wapstra!"
„Daar denk ik niet over," zeide deze terwijl Verhee
ven verlegen achter zijn oor krabde, „Als het niét.
anders kan dan moet jullie maar in de herberg „De
drie Zeevaarders" blijven. Je hebt toch zeker wel een
paar bedden en een kamer voor logés in huis Verhee
ven? Ik zou denken dat er op 't oogenblik zooveel op
het spel staat dat het onnoodig' is er langer over te
praten."
„Wat mij betreft is het goed," antwoordde Verhee
ven besluiteloos, „maar je kent mijn oudje. Een
vrouwmensch in huis, ik wed daar bedankt zij voor."
„Roep haar, beval Wapstra. „Ik zal het wel met
haar bepraten. Maai' waarom blijf je niet bij moe
der Blasma, Potter
„Omdat, ik mij daar niet langer veilig voel," ant
woordde Potter somber. Hij boog' zich een weinig
tot zijn metgezellen over. „Herinner je-je nog dien
man met den blonden baard op de boot? Den man
dien ik voor van Rinschoten aanzag', den commissa
ris van de recherche?"
„Een doodonschuldige reiziger wat moet die?"
„Doodonschuldig? Dat gel'oof ik nooit. Want hij
heeft ontdekt dat wij bij moeder .Blasma logeeren, en
voor dezulken de verleiding wel eens niet. heel groot
kunnen worden, om boven eigen inzicht of boven het
algemeene belang te stellen het eigen belang, dat be
paald wordt door de mogelijkheid van al of niet her
kiezing? Zal zoo'n afgevaardigde niet een heel ster
ke ruggegraat moeten hebben, om niet voor die ver
leiding te bezwijken?
Men kan deze heide gevaren, dat n.l. een volksver
tegenwoordiging „verambtenaard" wordt en dat het
sommige Kamerleden wel eens moeielijk zal vallen
naar eer en geweten te handelen en te beslissen er
kennen, zonder middelen aan de hand te kunnen ge
ven, om eraan te ontkomen.
Een oplossing- zou kunnen zijn pensionneering van
Kamerleden. Wij vreezen echter, dat het middel in
de practijk zou blijken nog veel erger te zijn dan de
kwaal, welke erdoor zou moeten worden bestreden.
Bij bet- naar huis rijden ontmoette de hoofdredac
teur van het „Soer. Nwsbl.", zittend in een huurwa
gen, een zekeren heer A., iemand, dien hij op Atjeh
heeft lèeren kennen als een would-be geoloog. Deze
Engelse-liman beschikte daar over ruime middelen,
hem verstrekt door een maatschappij in Nederland,
voor welke hij uitgezonden was en die blijkbaar afge
gaan was op de gefingeerde titels, welke deze vriend
zich aanmatigde. Hij heette lid van allerlei geologi
sche genootschappen, eerelid van weder tal van an
dere/en kwam nu tot. het doen van mijnbouwkundige
opsporingen in Atjeh. Hij beweerde in het bezit te
zijn van een z.g. wichelroede, waarmede hij- maar door
het terrein had te wandelen, om door die roede te
zien aangegeven, waar er olie in den grond zat, hoe
diep en hoeveel. Zoo'n man en zijn instrument zou
den natuurlijk goud waard zijn, indien de heele ge
schiedenis geen groote Schwindel geweest was.
Intusschen, de man liad! goede, prettige vormen, hij
leefde een tijdlang- te Kota Radja een royaal leventje
van nietsdoen en was een trouw bezoeker van de At
jeh club. Toen hem dat begon te vervelen ging hij
eens naar Idi, van waar hij een uitstapje maakte naar
de terreinen der Zuid' Perlak. Hier kwam men al
spoedig tot de ontdekking' van 's mans absolute on
bekwaamheid en van de absolute onzinnigheid van
z'n pet.roleum-zoekinstrument, Hij wees petroleum
aan op de meest geprononceerde, zich mijlen ver uit
strekkende syclinalen, terwijl hij, in werkelijk petro-
leumbevattende terreinen wandelende, verklaarde,
dat daar geen druppel olie te vinden was. Toen hem
geannonceerd werd, dat een werkelijke geoloog, dr.
W., in aantocht was, nam hij haastig de tram, #n
keerde naar K. Radja terug. Van een ontmoeting',
welke hem ten volle moest ontmaskeren, moest hij
niets hebben.
Wij doen deze mededeeling, zegt genoemde hoofdre
dacteur, omdat er op Java zeker nog genoeg lichtge-
loovigen zijn, die door de welbespraaktheid en dik
doenerij van dezen pseudo-geoloog er toe gebracht
zouden kunnen worden, hem eventueele mijnbouw*
kundige onderzoekingen op te di-agen, en het niet
noodig' is, dat er nog meer menschen, die in conces
sies of vergunningen doen, hun goede geld door de
wichelarij en absolute onkunde aan dezen vreemde
ling kwijtraken, dan reeds is gebeurd.
ZEEVARENDE SCHOOLJONGENS.
Naar aanleiding van het steeds toenemend getal on
wettige schoolverzuimen in Sclieveningen voorna
melijk bij de zgn. zeejongens, hebben de lieeren J. C.
M. Brugma en dr. W. A. B. A. van der Grinten, leden
der plaatselijke schoolcommissie aldaar, een onder
zoek ingesteld te Sclieveningen en in eenige andere
plaatsen. Op een van de Scheveningsche scholen is
het ongeoorloofde verzuim van de jongens in de jaren
1901 tot Ï912 langzaam maar zeker van 1.5 tot bijna
30 pet. gestegen, terwijl het vrijwel ongestraft blij-
gisteravond heb ik hem met een vrouw samen gezien
waar do oude moeder Blasma dol op schijnt te wezen
en die ik gistermiddag bij mijn nichtje aantrof. Er is
geen twijfel aan, de man tracht mij op te sporen en
zulk een fijne mijnheer gaat ook niet in het hotel
Willemsbrug logeeren als hij daar géén bijzondere re
den voor heeft."
„In Willemsbrug?" herhaalde Wapstra verbaasd.
„Daar moeten wij nog' eens over praten Potter; maar
daar komt vrouw Verheeven aan en ik wil jouw zaak
je eerst in orde maken. Ik hen eigenlijk wel blij dat
ik je hier heb."
Meer dan a.lle woorden van Wapstra was het het
bleeke, stille, jonge meisje zelve, dat invloed uitoe
fende op het besluit van de oude vrouw. Lizzie stond
vermoeid en suf tegen den muur in de gang geleund
en was zich niet bewust dat zij het onderwerp van
liet gesprek uitmaakte. Na langen tijd geaarzeld te
hebben verklaarde zij zich bereid het jonge meisje op
te nemen in haar eigen kamer. Zij zou voor Potter
nog wel een ander slaapverblijf vinden.
Deze schikking scheen niet in den smaak te vallen
van den „professor"; maar hij moest zich wel schik
ken en liet Lizzie over aan de zorg van de vrouw, ter
wijl hij zelf bij Wapstra ging zitten. Op hetzelfde
oogenblik hoorde men het geluid van hoefslagen en
het rollen van een rijtuig op de plaats en weldra stak
de gebochelde man zijn gezicht door de opening' van
de deur en zeide: „Daar zijn wij. De „Lange" zal de
paarden uitspannen, en in den stal brengen. Maar
zorg' voor een Lekker glaasje, Wapstra. Wij hebben
zwaar werk gehad; dat wil zeggen als ik zeg wij dan
meen ik mij zelf alleen. Want de „Lange" heeft maar
een beetje heen en weer gereden voor zijn pleizier.
Toen Verheeven zijn gasten bier en jenever en bran
dewijn gebracht had in zeer groote hoeveelheid en de
„Lange" het edele viertal volledig' had gemaakt,
keerde de waard' uit „de drie Zeevaarders" bedaard
naar de gelagkamer terug en schonk een dorstigen
politieagent, die juist was binnen gekomen, een groot
glas hier in.
„Wel bekom het je, sergeant! Neen, houd die paar
ven van dit verzuim tengevolge had, dat de ongeoor
loofde afwezigheid der meisjes aan dezelfde school
in die jaren van 1 tot bijna 11 pet. gestegen is.
In de meeste gevallen blijkt de oorzaak niet te
moeten word'en gezocht in armoede, maar in liet J
gezien de veelal niet onbelangrijke bedragen die de
zeejongens aan het eind van het seizoen mede naar
huis brengen aanstekelijk werken van het vrijwel
ongestraft blijven der gepleegde verzuimen.
Liet steeds toenemende verzuim van leerplichtige
jongens te Sclieveningen is h. i. dan ook voor een
groot deel te wijten aan de slappe toepassing' van
Leerplicht- en Arbeidswet.
De lieeren Brugma en van der Grinten meenen, dat
alleen verbetering' kan worden gekregen, als
lo. de ouders wegens overtreding der Leerplicht
wet zóó zwaar worden beboet of gestraft, dat het
voordeel, dat de varende jongens- inbrengen, hierte
gen niet kan opwegen;
2o. nimmer uitstel wordt gegeven van de betaling
der opgelegde boete.
3o. de politie er op toeziet, dat geen leerplichtige
jongens uitvaren, door gebruik te maken van de be
voegdheid krachtens art, 29 der Leerplichtwet.
4o. de arbeidsinspectie proces-verbaal opmaakt te
gen den schipper, die uitvaart met jongens, die den
12-jarigen leeftijd nog niet hebben bereikt en hem
zoo streng mogelijk straft.
meerdere krachtsinspanning en toewijding' evengroote
arbeidsprestatie te leveren als bij1 den tegenwoordi-
gen arbeidsduur.
Het voqrstel werd weer met 109 stemmen aange
nomen. Do 8-urige werkd'ag zal ingaan 1 Mei 1914.
Ook werd nog een voorstel aangenomen, waarbij
vóór liet vaststellen der bijzonder voorschriften voor
de werklieden van elke tak van dienst liet advies der
arbeidersorganisaties moet worden ingewonnen.
Bij vervanging behouden de werklieden hun loon of
als zij iemand vervangen van hoogeren rang, dan ge
nieten zij ook het hoogere loon, zoodra de vervanging
■pen dag of langer duurt. Het aannemen van fooien,
giften of geschenken werd verboden.
EEN SCHERP SCHOT.
Bij do oefening, welke verleden week door het gar
nizoen uit Middelburg in de duinen gehouden werd,
werd tijdens het vuren met losse patronen een ser
geant, die naast een luitenant lag, door een scherpe
patroon vrij ernstig aan den rechterarm verwond.
Een direct aangevangen onderzoek naar de herkomst
van dezen kogel had niet het gewensehte resultaat.
De mogelijkheid schijnt te bestaan, dat het de bedoe
ling was, den luitenant te raken.
WERKLLEDENREGtLEMENT TE ZAANDAM.
Gisterenavond' vergaderde de Raad te Zaandam uit
sluitend ter verdere behandeling van het Werklie
denreglement.
Het grootste deel van den avond werd, schrijft liet
Hbkl., in beslag genomen met een debat over het op
nemen van den 1 Meidag onder de feestdagen en het
invoeren van den 8-urigen arbeidsdag'.
De tegenstanders achtten den 1 Meidag' niet den
feestdag van cl e arbeiders, doch van een deel hun
ner, die dien dag alleen gebruiken voor de propagan
da.
De heer Duys, die krachtig het voorstel verdedigde,
zette uitvoerig de beteekenis van den 1 Meidag uit
een.
Bij de stemming verklaarden alleen de 10 socialis
ten zich voor het voorstel; de 9 overige léden stem
den tegen.
Bij de behandeling van het voorstel betreffende
den 8-urendag werd! door verschillende léden gewezen
op de financieele gevolgen voor de gemeente niet
alleen, maar ook voor de werkgevers in de gemeente,
hoofdzakelijk dtoor de stijging van het uurloon.
Met' dit voorstel meende men, dat te weinig reke
ning was gehouden met dé belangen der belastingbe
talende burgerij. Afgekeurd! werd, dat de soc.-dem.
gebruik hebben gemaakt van de toevallige meerder
heid om de bepaling in te voeren.
De wethouder voor de reiniging had begroot dat
door de invoering van den 8-urendag de kosten alleen
voor dézen tak van dienst met ongeveer 1000 zullen
worden verhoogd. De heer Feisser meende dat de
totale kosten voor de gemeente op ongeveer 40.000
konden worden geschat.
Een ander lid vreesde van invoering- van den ver
korten arbeidsdag deloyale concurrentie der gemeen
tewerklieden, doordien zij hun vrijen tijd1 zullen ge
bruiken om tegen lager loon arbeid voor particulie
ren te verrichten. Bovendien kon de arbeid der ge
meentewerklieden volstrekt niet te zwaar worden ge
noemd.
Door de voorstanders, die ontkenden, dat de kosten
zoo hoog zouden zijn, werd gerekend op -de medewer
king der werklieden, die er naar zouden streven door
centen maar in je zak. Je mag ook wel eens op mijn
gezondheid drinken," een verzoek, waaraan de poli
tieagent gaarne gehoor gaf. Hij zette met den jovi-
alen herbergier dadelijk een gesprek op over de Ko
ningin, en wien zij wel tot echtgenoot zou kiezen, een
vraagstuk dat allen Hollanders in dien tijd na aan
liet harte ging. Om hetgeen de vier spitsboeven in
de achterkamer met elkander bepraatten, bekommer
de Verheeven zich in 't geheel niet. liet was zijn vas
te gewoonte, en van dat grondbeginsel1 week hij nooit
af, dat hij zich nooit met die dingen bemoeide, hij be
kommerde zich alleen maar om den buit, het voordeel
dat hij er van hebben zou. Hij wist ook van dit plan
ongeveer niets. Ze hadden hem alleen maar gezegd,
dat het dezen keer om „bonte steenén" ta doen was,
daarmee bedoelden zij diamanten. II ij was alleen ze
ker van het aandeel dat hij er van krijgen zou; ze
zouden bij zijn broeder, in Amsterdam, verkocht wor
den.
Da gebochelde had een dun, fijn vijltje uit zijn zak
gehaald en beschouwde het met welgevallen.
„Ik zie dat je tevreden bent over je dagtaak", zeide
Wapstra.
„Ja, dat hen ik. De twee staven van het hek zijn
onderaan klaar. Met de eeno ben ik bij het aanbre
ken van den dag' begonnen. Kijk eens wat een klein
onbeduidend instrumentje. Als je er een droppel olie
op giet, d'an kan je er even zachtjes mee werken, als
of je eeu mes door zachte kaas haalt. Toen ik druk
aan 't werk was, kwam er een man aan. In een om-
j mezien zat mijn vijl in mijn mouw en ik zocht iets
op den grond bij het hek en vloekte daar nu en dan
bij „Wat zoek je daar?" „Een manchetknoop;
liet ding is zeker ouder het hek doorgerold. Wilt u
even meezoeken?" „Neen, dank u wel, zoek alleen
maar naar uw knoop." Dit zeggende liep hij lachend
door en ik lachte ook; maar daar hoorde hij niets
van. En terwijl ik net deed of ik nog steeds op mijn
knieën naar den knoop lag te zoeken, vijlde ik ook de
tweede ijzeren staaf door,"
„Je verstaat je werk", zeide Wapstra, „dat moet
erkend worde®. Luister au wat ik je te zeggen heb.
De bakkersknecht, die een vrouw, met wie hij leefde,
uit jaloerschheid ten om haar ontoonbaar te maken,
het puntje van den neus beet, is door de Haarlemsche
Rechtbank veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf
met aftrek der preventieve hechtenis. De eiseh' -was
jaren.
UIT ZIJDEWIND.
Door kolendamp vergiftigd' is de heer B., land
bouwer "alhier Zondagmorgen dood op zijn bed gevon
den.
UIT OUDE-NIEDORP.
Maandagavond vergaderde het bestuur van het nut
„Ons Genoegen" in het. lokaal van. den héér, A. Mijts.
De rekening over liet afgeloopen jaar w.èrd na on
derzoek goedgekeurd met een voordeelig 'saldó groot
8.80. Ontvangen was 64.30, uitgegeven 60.50.
De eerstvolgende bijeenkomst met dames werd vast
gesteld op 23 October a.s. in het lokaal van den heer
A. Mijts.
UIT ZUID-SCHARWOUDE.
De heer J. A. R. Teriet, Candida at to Leiden,
heeft naar de N. R. Crt. meldt, het beroep naar de
Ned. Herv. kerk alhier aangenomen.
UIT NOORD-SCHERMER.
- De Hooge Raad der Nederlanden heeft verwor
pen liet cassatieberoep van Klaas S„ landbouwer al
hier, door het gerechtehof te Amsterdam veroordeeld
tot 2 dagen gevangenisstraf, wegens opzettelijke en
wederrechtelijke vernieling' van twee vniehtboomen,
toebehoorende aan B.
UIT OUDKARSPEL.
Gistermorgen 10V2 uur vergaderde de raad dezer
gemeente in voltallige zitting.
Naar aanleiding der notulen merkte de heet' van
Exter op, dat hij in de vorige zitting niet heeft ge
vraagd öin medewerking' van den raad, zooals in t
persverslag staat, dit zou zijn of de raad1 naar zijn
pijpen moest dansen. Ik heb, zei spr,, alleen ge
vraagd om welwillende voorlichting van den raad,
.zooals ook in de notulen is aangegeven. Spreker
noemde dit een grove vergissing van den verslagge
ver.
Ingekomen was o.m.een staat van ingekomen te
legrammen over de maand Augustus aangevende het
getal 44.
Procesverbaal van kasopname bij den gemeente
ontvanger over het 3e kwartaal, waaruit bleek eeu
ontvangst van j 67973.73, een uitgaaf van 66.854.84''
alzoo een bedrag in kas van 218.88".
Van Géd. Staten was niet goedgekeurd terug ont
vangen het besluit betreffende de aflossing der geld-
leening' voor de proceskosten zaak Rijkers.
Besloten was die 1200 in den tijd van 12 jaar at'
te lessen, dit moet echter in den tijd van 4 jaar ge
schieden. Dienovereenkomstig werd besloten.
Aan de orde kwam thans het aangehouden adres
van het hoofdbestuur van de Vereenigiiig voor Vak
onderwijs in West-Friesland. Uit het onderzoek door
B. en W. ingesteld is gebleken dat het hoofdbestuur
door de afdeelingen wordt gesteund waarom B. en
W. voorstellen op dit adres afwijzend te beschikken
En jij, ook Potter, let goed óp."
Hij haalde een stuk papier uit zijn zak en een pot
lood en verklaarde zijn beschrijving door vlug' een
teekeningetje te maken van het terrein in kwestie.
„De kamer van den schatbewaarder binnendringen
binnen door het kasteel, daar kan geen sprake van
zijn", besloot Wapstra zijn mediedeelingen. „Al ge
lukte het jou je nichtje in de kamer van Smeedes te
krijgen, door gegrendenlde deuren kan ze toch niet
binnenkomen. Maar ik heb gehoord dat zulke in
hypnose gebrachte personen langs wegen kunnen
gaan, die anders door geen menschen ooit kunnen
worden betreden, dat zij krachten en bekwaamheden
ontwikkelen die men van hun zwakke of teere lede
maten niet verwacht had."
Potter knikte toestemmend. „Ik dacht, dat je wel
wist waartoe het meisje in staat is Wapstra. En wat
mijn suggestieve macht over haar betreft, ik geloof,
dat. die er niet op verminderd is."
„Dan zal het haar ook wel mogelijk wezen als een
kat tegen den bliksemafleider op te klimmen en over
een rand te loopen, die niet meer dan een hand breed
is."
„Zij heeft wel moeilijker dingen gedaan."
„Als dat zoo is!" riep Wapstra zegevierend uit.
„zijn de diamanten van den Radja binnen weinige
dagen in ons bezit."
„Maar voordat zij bij den bliksemafleider, den rand
langs liefc huis en liet venster is, moet zij toch een
gedeelte van liet park doorloopen", bracht de ge
bochelde man in het midden. „Als ze zich eens in
den weg vergist?"
Potter maakte een ongeduldige beweging met het
hoofd. „In haar slapenden toestand geleidt de geest
haar met groote zekerheid in de duisternis van den
nacht dan op klaarlichten dag."
Nu waagde ook de „Lange" het een opmerking te
maken. Tot nu toe had! hij geen deel genomen aan
het. gesprek, maar had de jeneverflesch flink aange
sproken. „Ik heb gehoord", zeide hij, „dat er 'snaeht*
honden in liet park van het Huis ten Bosch zijn!"
„Dat kon een leelijke streep door onze rekening
maken", merkte Potter op.