DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
<4
No.. 228.
Honderd en vQftiende Jaargang.
1913
WOENSDAG
1 OCTOBER.
FEUILLETON.
Onder suggestie.
O
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
HINDERWET.
^^de^S^^SatShSin ïn de
rVïc
Dit
zijn
enkele
doeleinden
waarvoor
ALRMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij be
sluit van 29 September j.l. vergunning hebben verleend
aan W. WEBER, aldaar, tot het oprichten van een
electro-motor met dynamo van 5 P.K. (omvormer) voor
krachtinstallatie in het perceel Doelenstraat B 31.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 30 September 1913.
ARRONDISSEMENTS-REOHTBANK.
1 Zitting' van Dinsdag 30 September.
VERDUISTERING.
A. C. W. B., wed. A. L. van W., huisjuffrouw in
het Kurhaus te Egmond aan Zee, thans gedetineerd
in het Huis van Bewaring alhier, heeft zich 25 Au
gustus schuldig gemaakt aan verduistering van ver
schillende goederen uit het Kurhaus. In een koffer
pakte ze 7 beddelakens, 4 witte doeken, kussensloo-
pen, handdoeken, sponsenetjes, pakjes thee, een puk
koffie, een fleschje was, een zeemleeren lap, een bad
handdoek en een badcostuum, welke gioiederen ze zond
naar Amsterdam. Bekl. bekende.
De directeur van! het Kurhaus, de heer W. .T. L.
de Lange, Iging naar Amsterdam en haalde den kof
fer terug. Deze werd1 in hét Kurhaus geopend en
bleek de bovengenoemde goederen te bevatten.
Het O. M. eiseh'te 4 maanden 'gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Leesberg, achtte de straf te
zwaar voor deze vrouw, die nog nooit met de justitie
in aanraking is geweest en uit moederliefde heeft
«ehandteld. PI. vroeg ook met het oog op den zenuw
toestand van bekl. een lichtere straf.
APPèLZAAK.
J. B., koopman te Barsinlgerhorn, wa9 in appèl ge
komen van een vonnis van den Kantonrechter te
Sqhagm, waarbij hij: werd1 veroordeeld tot 2 hechte-
miWtraffen elk van drie weken wegens het in April
en Mei hlebben van een mesthoop bij1 zijn woning,
waarvan de gier liep onder het bed van zijn buurman.
Bekl. werd ten laste gelegd niet te hebben voldaan
aan bet bevel van den burgemeester den mesthoop
op te ruimen.
Het O. M. wees er, na een lange verdediging van
bekl. op. dat deze al allerlei dingen heeft uitgehaald
om in letterlijken zin z'n buren weg te stinken. Z. E.
A. lichtte danig de doopceel van bekl., wien door
ieder wat maar eenigszins autoriteit is kwaad' is
aangedaan. Het O. M. eischte item slotte ontslag van
rechtsvervolging voor liet eene feit, en vroeg vootr 't
niet voldoen aan hlet hevel tot opruimen drie weken
hechtenis.
t
EEN ANTI-MILITAIRIST.
J. de L., schilder te Schellinkihfout, is 10 Juli op
zettelijk niet verschenen op de zitting van den Keu-
rimgsraad voor de Militie ite Heer Hugowaard, waar
hij verplicht was te verschijnen. Bekl. zei weg tie zijn
gebleven, omdat hij anti-milltairist is, hij is dit uit
overtuiging, lid van een bond is hij niet.
Het O. M. vroeg een week gevangenisstraf tegen
beklaagde.
VERNIELING.
J. M. R., los werkman te Hoorn, niet verschenen,
had zich te verantwoorden iter aake d'alt hij 14 Angus
tus opzettelijk en wederrechtelijk twee sneden in het
zeil van de kermistent van Hommerson heeft aange
bracht.
Oh. Godaschewitz, berenrjager te Zwolle, toen op
Roman naar het Duitsch van
C. CROME SCHWIENING.
18) -o-
Wapstra hief geruststellend de hand op. „Het
toeval zelf geeft ons de beste troeven in de hand. Er
zijn werkelijk honden geweest, en een van die brave
dieren heeft den eersten nacht, dien de Radja in het
paleis doorbracht, ontzettend gehuild. De vorst van
Lombok zou daarop onmiddellijk vertrokken zijn
want evenals alle Balineezen is hij vreeselijk bijgeloo
vig. Smeedes heeft mij zelf verteld wat een hei
densch spektakel de bruine kerel gemaakt heeft. Toen
hebben ze gedurende het verblijf van den Radja alle
honden zoo lang verwijderd."
De gebochelde sloeg uit louter pleizier zóó hard op
de tafel, dat de flesschen en glazen er van rinkelden
„Ik hoop dat de huilende hond gelijk gehad heeft,
en de Indische heiden heeft ook gelijk met zijn bijge-
loovige voorgevoelens. Als hij eens op een morgen
wakker wordt en zijn diamanten kwijt is, dan kan hij
het op den hond schuiven."
1\ apstra stond op. „Ik vertrek met den vroegtrein
naar Amsterdam. Jij, lange, kan met mij meegaan."
„Wat ga je daar doen?" vroeg Potter verwonderd.
„Ik vertrouw dien Smeedes niet, zoo hij niet weet
dat ik vlak in zijn buurt ben. Hij is morgen met die
Balineezen op de Zuiderzee bij de vlootrevue, ik wou
graag dat hij' mij daar ook bij zag. Hij moet weten,
dat ik in zijn nabijheid ben, ook wanneer hij dat het
minst had vermoed. Want de kerel is teerhartig ge
worden en ik ben altijd nog bang, dat hij ons op het
laatste oogenblik in den steek laat en niet durft!"
De „Lange" stond op. Zijn gelaat, dat gewoonlijk
de kermis te Hoorn, was als getuige gedagvaard doch
niet verschenen, waarop de zaak voer onbopaalden
tijd werd geschorsrt.
af®
BELETTEN DER AMBTSHANDELING.
Tegen A. G., landarbeider te Harenkarspel, werd
wegens het beletten der ambtshandeling van A. J. v.
d. Mark, rijksveldwachter, in den nacht van 10 op
11 Augustus, .een week gevangenisstraf geëischt.
MISHANDELING.
C. M. S. te Edam, niet verschenen, heeft 18 Augus
tus te Hoorn den scholier M. M. Groentjes mishan
deld door hem een slag tegen die borst te geven. Eisch
20 boete subs. 20 d'agen hechtenis.
DIEFSTAL.
W. K., houtschaver te Hoorn, heeft.begin Augus
tus weggenomen een 24-tal maatplankjes, toebehoo
renden aan den heer A. Zijp, houtkooper te Hoorn.
Deze, als getuige gehoord, verklaarde dat voor bekl.
de plankjes geen waarde hebben, hoogstens kau hij
er een anderen patroion mee gerieven.
Het O. M. meende, dat hier eigenlijk diefstal van
een fabrieksgeheim heeft plaats gehad, en eischte
25 boe'te subs. 12 dagen hechtenis.
RIJKSWERKINRICHTING TE HOORN.
1'. A. van L., slager, C. S., koopman* W. v. L., va
rensgezel, C. A. v. Z., kellkier, J. N. v. d. H„ metaal
bewerker, J. S., varensgezel, Th. E. 11., stueadoor,
allen verpleegden in de Rijks Werkinrichting te
Hoom, (J. N. v. tl. II., thans te Rotterdam, tot voor
kort in de Rijkis Werkinrichting) vulden daarna de
beklaagdenbank. Heit zijn de heeren souteneurs, van
wier wangedrag we kort 'geleden melding maakten.
De eerste bekl. zau 4 Augustus gearresteerd wor
den en heeft toen wederspannigheid gepleegd, ge
rukt en getrokken, waarop de anderen de handelin
gen der bewaarders belemmerden. Bekl. S. en II.
hebben bovendien nog bewaarders mishandeld.
De heer A. IIakkert, directeur van d'e Rijks Werk
inrichting, ging 4 Augustus naar de zaa'l, waar 33
souteneurs waren. Bekl. v. L. bracht de grieven van
dp andterem over, deze grieviem wilden ze eerst inge
willigd hebben, alvorens aan het werk te gaan. De
directeur weps er op, d'ait noch hij noch het ooilege
van regenten in staat waren die voorschriften te ver
anderen. De hieeren vertikten het toen te werken en
de directeur gaf ten slotte bevel v. L., lsten bekl.,
van de verblijfplaats te verwijderen. Een bewaarder
ging er op af, waarop van L. zich terugtrok en de
andere beklaagden' g-ingen om hem been staan, om die
handeling te hel'etten. Van arresteeren was toen
nog geep. sprake. Ten slotte werden de sabels getrok
ken en van L. gegrepen. Hij 'ging boen betrekkelijk
bereidwillig mée. De tegenstand was toen vrijwel
gebroken.
Bekl. v. L. zei, dat één dér bewaarders gezegd had
Meen je, dat we hang 'zijn voor 33 pooiers? Een an
der riep: Slaat dien ploert dood! Dait prikkelde be
klaagde: a'l ben ik ook souteneur geweest, daar heb
ben zij niet over te oordeelen, maar een ploert ben
ik nooit geweest!
Do verschillende andere beklaagden, die d'e direc
teur in de nabijheid van van L. als een kluwen zag,
fzeide allen dat ze daar niet stonden of niet de bedoe
ling 'hadden om in dien weg te staan.
II. J. ITlderink, bewaarder te Hoorn, kreeg 4 Au
gustus van den directeur beviel van L. te arresteeren.
Getuige wer dhierin toeni belemmerd door v. L. Deze
kreeg ten sl'otte de 'boeien om. Toen de pres. bekl.
opmerkte, dat dit niet wees op een vrijwillig mee
gaan, zei v. L., dat hij vrijwillig de boeien had latten
reeds vrees aanjoeg, nam een zeer onheilspellende
uitdrukking aan. „Hij mag oppassen!" siste hij tus-
schen de tanden. „Hij zou den dag niet overleven
dat hij ons dat winstje ontstal!"
„Kom, wij moeten weg!" zei Wapstra. „Ga je mee,
„Lange"?"
TIENDE: HOOFDSTUK.
DE VISSOHERSVLOOTREVUE.
Wanneer men van een volksverhuizing op zee kan
spreken, dan zou men daarvan den indruk gekregen
hebben op dien warmen, mooien Augustusdag op de
Zuiderzee. Ongeveer vijftien honderd visscherspin-
ken hadden zich dien dag voor de revue vereenigd op
het Pampus, het zuidelijk gedeelte der zee bij Amster
dam en hadden hier op rijen van tien, breede straten
gevormd, zoodat de masten met elkander een bijna
onafzienbaar bosch vormden. Van iederen mast wa-p
perde een nieuwe nationale vlag, rood, wit en blauw,
de Nederlandsche kleuren en op iedere pink bevond
zich niet alleen de visscher maar ook zijn geheele fa
milie in de zoo buitengewone bonte kleederdracht van
het land. an alle kusten der groote binnenzee wa
ren zij samengestroomd, d'e visschers die op de baren
der zee hun karig middel van bestaan vinden. En zij
waren met de grootste vreugde gekomen om d'e zoo
geliefde Koningin hun hulde te bewijzen en de ei
genaardigste revue te vormen die men zich denken
kan. Half Holland was toegestroomd' naar Amster
dam en de andere havenplaatsen aan de Zuiderzee,
j om te genieten van het zoo zeldzaam merkwaardige
j schouwspel en de stoombooten vol belangstellenden,
die tegen 9 uur in den morgen in een schier onaf-
zienbare rij van de De Ruyterkade vertrokken, het
kolossale Koninginnedok voorbij naar de. indrukwek-
kende sluizen, die de Zuiderzee van het IJ afsluiten,
waren haast niet te tellen. Zoolang deze sluizen be-
MONKEY BRAND
kan gebruikt worden— (APEN-ZBEPi
Voor het schuren van keukentafels en vloeren.
Om vloerzeil helder en glansrijk te houden.
Om geverfde oppervlakten zoo goed als nieuw te maken,
Voor messen en vorken, aardewerk, porcelein en émaille.
Voor badkuipen, onverschillig van welk metaal.
Voor ontelbare dingen, te veel om op te noemen.
omdoen, om liet verzet te breken. Er zou moord en
doodslag gebeurd zijn, aldus bekl.
Get. zag dat alle bekl. met v. L. in hun midden op
zettelijk terugtrokken.
Eenige beklaagden spraken er hun verwondering
over uit, dat jluist van de 33 zij door alle bewaarders
herkend zijn.
II. Drost, bewaarder, heeft gezien, dat de 2e en 7e
bekl. -opzettelijk de arrestatie van v. L. bemoeilijkten.
Van dei anderen heeft, hij hef niet gezien. Deze bleven
echter bij hun verklaring geen lijdelijk verzet te heb
ben gepleegd.
H. M. Willeman, bewaarder, kreeg van dien laatsten
bekl. H., een trap tegep den buik. Deze beklaagde
zeidie dat hij zelf een trap gekregen had er moet
een onderzoek naar de geestvermogens van Willeman
worden ingesteld, de man weet niet walt hij zegt!
K. Kroon, eveneens bewaarder in de Rijkswerkin
richting, die ook bij de arrestatie van v. L behulp
zaam moest zijn, legd'e dezelfde verklaring als getui
ge Ulderink af.
Th. Vlaar, bewaarder, kreelg van dein 6e bekl., S.,
opzettelijk een schop tegen het dijbeen en van no. 7,
die. aldoor met- de vuisten dbeig'de, een stomp in het
gezicht.
Van L., die 6 Augustus Vlaar sprak en toen gezegd
had, dat er gelukkig niets was gebeurd, had uit diens
mond gehoord': Ja, gelukkig, we waren allen nuchter!
Bekl. S. noemd'e alles gelogen, Vlaar scheen „per
soonlijke verraadlpleging" te willen, terwijl bekl. n-o. 7
uit Vlaar's mond gehoord had, dater geen klap was
uitgedteeld. y
A. Huizing, 'hulpbewaarder, heeft gezien dat de
6e beklaagde Vlaar schopte. Toen dfe souteneurs 9
Augustus naar Alkmaar werden vervoerd' en get. op
de brug bij het gesticht stond werd hij uitgescholden
door Ie, 2e, 4e bekl., o. m. voor moordenaar. De ma
nier, waarop bekl. v. L. den laatsten tijd door Hui
zing was gesard, noemde deze iemand geestelijk ver
moorden. 't Was best: mogelijk, aldus bekl., dat ik
gescholden 'heb. Ook anderen waren verontwaardigd
en konden best gescholden hebben volgens hun ver
klaring.
Jan Aarts, hoofdtbewaardler-maj oor, heeft gezien,
dat de 7e bekl. bewaarder Willeman tegen den buik
stonden hadden de beambten zeker nog' nooit zulk een
groot aantal booten moeten doorlaten en het duurde
uren lang voordat dit onnoemelijk aantal groote en
kleine booten, jachten en eigen bootjes van allerlei
vorm en grootte door de sluis warén en bij het fort,
Pampus waren aangekomen, waar de revue der vis-
sehersvloot zou plaats hebben. De meeste grotoe
booten hadden een muziekgezelschap aan boord en
overal weerklonk liet „Wilhelmus van Nassauen"
door de heldere lucht. Overal zag men vroolijk ge
stemde, opgewekte menschen, die met spanning de
eerste kanonschoten afwachtten, welke van liet slot
Muiden gelost zouden worden, het teeken dat de Ko
ninginnen aan boord van het koninklijk jacht waren
gegaan.
Wapstra en de „Lange" hadden nog plaatsen ge
kregen op een klein stoombootje, d'e „Maasnymf 111",
dat in Ilarlingen thuis behoorde. Het waren onge
veer dé laatste toegangskaartjes die nog te krijgen
waren. Wapstra had er op aangedrongen vroeg aan
boord te gaan, zoodat hij een plaats kon krijgen aan
den boeg van de boot, waar hij een ruim uitzicht had
en gemakkelijker opgemerkt kon worden. Hij had
een goeden kijker bij zich en daarmede gewapend
nam hij het witte koninklijk jacht in oo-genschouw,
dat de geulen tusschen de visscherspinken door
stoomde en nu en dan ook in de nabijheid' kwam van
den ui'tgebreiden kring toeschouwersbootendeze
werden verhinderd1 in de groote nabijheid' te komen
door een zestal flinke torped'obooten, welke, de orde
moesten bewajren.
Wapstra kon met zijn kijker dtiidelijk de verschil
lende personen onderscheiden die zich op het dek van
het koninklijk jacht bevonden. De fraaie, krachtige
gestalte der Koningin in haar licht toilet, in de eer
ste plaats; naast haar stond Emma, de Koningin-
Moeder in het donker gekleed, een weinig achter de
Koninginnen de Indische gast, dadelijk in 't oog val
lende door zijn bonten tulband met da schitterende
schopte.
Twee getuigen a décharge werden daarna, gehoord.
Eén hunner verklaarde v. L. vastgehouden te hebbes
aan zijn jas, teneinde de arrestatie te belemmeren.
Hij gevoelde zich even schuldig- als do beklaagde,
waarmee de pres. hem gelukwenschte, al is hij dam
door de mazen van het net heen gekropen.
Het O. M. zette uiteen, dat bekl. de ambtshande
ling der bewaarders hebben belommerd. Dit hebben
ze allen gedaan, no. 6 en 7 mishandeling gepleegd en
1, 2 en 4 hebben zich aan beleediging „schuldig ge
maakt, liet O. M. merkte op, dat de heeren aan het
verstand moet- worden gebracht, dat ze zich anders
hebben te gedragen. Het gist en kookt nog in de
inrichting, zooals Z. E. A. hoorde. De eisch luidde
tegen elk der bekl. 3 maanden gev. str.
Op één na had elk hunner nog iets aan te merken,
de laatste beklaagde vroeg- een onderzoek in te stel
len naar de geestvermogens van bewaarder Wilde
man.
ALKMAARSOHE' VOETBALBOND.
Men schrijft ons:
Zondag werd een aanvang gemaakt met de compe
titie-wedstrijden. „Volharding" I speeldie haar uitwed
strijd tegen „Holland III". „Volharding" doelpuntte
voor rust driemaal en na rust, ofschoon zeer gehan
dicapt door het verlies hareir rechtsbinnen, nog vier
maal. Zoodat „Volharding" met 7.0 won, „Volhar
ding" speelde vooral in de tweede helft zeer verdien
stelijk, terwijl het fraaia samenspel hieronder opviel.
„Holland' III" deed verscheidene goede uitvallen,
doch tot doelpunten kon zij het niet brengen.
„Volharding III" trok naar „Achilles I" Heiloo,
en kwam met een 2'1 overwinning thuis. „Achilles"
maakte het eerste doelpunt, doch „Volharding" wist
voor rust gelijk te maken, terwijl tien minuten voor
het einde hare middenvoor de winnende goal scoorde.
Het spel leed' eer door den dwars over 't veld staan-
den wind en het smalle, ongelijke terrein.
„A. P. B." en „A. P. C. I" was de gast van „Alk
maar II". De gasten wonnen met 80. (Rust 4O).
„Alkmaar II" weerde zich met haar 10 spelers dap
per, doch kon het tegen het veel sterkere „A. F. C."
waarvan de linksbinnen, die 7 goals scoorde, schitte
rend speelde, niet volhouden.
diamanten agraaf en ook gemakkelijk te herkennen
aan den wijden mantel, dien hij niettegenstaande den
warmen Augustusdag over zijn nationale saroeng
droeg. Hoofdofficieren van de marine en hoofdbe
ambten voltooiden de bonte, interessante groep; maar
tevergeefs zocht Wapstra op het dek van de konin
klijke boot, naar het gevolg van den Radja. Eindelijk
wees dé „Lange" op een klein stoombootje, dat juist
wat dichter naderde en de revue van nabij rondvoer,
zonder lastig gevallen te worden door de torpedoboo
ten dlie den politiedienst waarnamen. Dat was de
boot die men aan het gevolg van den Radja ter be
schikking had gegeven; midden op het dek stond
oen man in 't zwart gekleed met een hoogen hoed op
het lioofd.
„Hoera!" riep Wapstra, alsof hij in eens een aan
vechting kreeg van groote vaderlandslievende opge
wondenheid en terwijl op „de Maasnymf IIP' de
hoofden zich lachend omwendden, keken ook ver
scheidene personen van het dek van het kleine boot
je, dat juist, passeerde, dien kant op. Ook van Lin-
teloo keek om; hij herkende Wapstra dadelijk; om de
aandacht nog meer te trekken had hij een groot-en
blauwen zakdoek uit zijn zak getrokken en wuifde er
mee als een bezetene. Oogenblikkelijk herkende de
t,olk hem; zijn gelaat werd vaal bleek. Hij begreep
onmiddellijk dat zijn vroegere makker-spitsboef alles
alleen deed om door hem herkend te worden en dat
hij hem niet losliet. Bijna tegen zijn zin groette hij
even. Wapstra, die zijn doel bereikt had, keek zege
pralend den „Lange", die naast hem stond, aan.
Deze kon haast niet nalaten een uitroep te doen hoo-
ren, hij greep Wapstra's arm en wees op een klein,
grijs gevei'fd ijzeren stoomjacht, met een wimpel bo
ven in den mast; het bootje had slechts een twaalftal
dames en heeren aan boord' en passeerde juist „de
„Maasnymf".
(Wordt vervolgd.} .j