DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Stedelijk Museum. No. 229 Honderd en vQttiende Jaargang. 1913 DONDERDAG 2 OCTOBER. FEUILLETON. Onder mugges Gevonden voorwerpen. BINNENLAND. ALKMAARSCHE COURANT KOSTELOOZE BEZICHTIGING op Zondag 5 October, 's namiddags van 1 tot 3 nar. Kinderen beneden de 12 jaren worden niet toege laten, van 12 tot 16 jaren slechts onder geleide. In bet Museum mag NIET gerookt worden. Een. dasspeld, twee huissleutels, drie centuurs, vier portemonnaies, een schaar, een gouden ring, een bro che, een postduif, een knipmes, een leerboek, een hond, een kat, een schroevendraaier, een merktang, een onderstuk van een collier, een gymnastiekschoen, een zilveren armband, een R. K. kerkboek, een zilve ren ringetje en een kinderhoek. Alkmaar, 1 October 1913. De Commissaris van Politie, W. Th. VAN GRIETHUIJSEN. POSTKANTOOR TE ALKMAAR. Lijst van de aan dit kantoor ter post bezorgde brie ven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden uitgereikt. 2e helft' der maand' September 1913. Brieven. H. L. Mensert, Amsterdam. Mej. A. de Boer, Helpman bij Groningen. Briefkaarten. H. Boltini, Amsterdam. <T. Keppal, Hel d'er. C. Jansen, Oudedbosch. Bnitenland. MojA. Schutyemaker, Göteborg. H. van der Pot, Herren aid. L. Snelden, Munehen. J. van Diepen, Piïsen. I ALKMAAR, 2 October. 1. Prins Willem van Wied. 2. Graaf Willem van Wurtemberg. 3. Hertog Ferdinand van Montpeasier*. 4. Prins Manrits van SchnumburgLippe. f». Prins Harold van 'Denemarken. 6. Prins WiïWm' van Zweden. 7. Prins Albert Ghika. 8. Prins Skanderbeg Ka.strioti. 9. Prenk Bib Dodor. 10. Aehmed! Eoead. 11. E'ssad Pasja. 12. De vorst van Georgië. Hier zijn eenige namen van candidhfen voor de Al- baneesche vorstenkroon. In het geheel 'bevat de lijst een vijf en twintigtal personen, die meenen, dat hun hoofd voor een kroning in aanmerking kan komen en di*e lust gevoelen deze bewerking te ondergaan. Men verbaast zich er over, dat er zoovele mensch- lievende mannen van liooge en hoogerie geboorte wor den gevonden, die de ATbaniërs gelukkig willen ma ken. Immers ondankbaarder taak dan die van dien vorst over de nieuwste schepping' der mogendheden schijnt op het oogenbl'ik haast niet denkbaar. Van een geluksjager als prins Ghi'ka, die teert op den roem van e.en afstammeling te zijn van den Alba- rieesehen held Skanclerberg, van een prins, die den naam Skanderberg zelf draagt en' die overigens zijn geboorteplaats verwisselde tegen Napels, waar men aangenamer leteft, van een Albaneesehen oproerlin gen-leider als E'ssad Pasja, van iemand, die zich vorst van Georgië noemt* en in eten proclamatie aan de groote mogendheden spreekt van „onze beminde zusternatie. Albanië", kan* men zich voorstellen, dat zij in het nieuwe rijk wel gaarne koninkje zouden wil len spelen. Wat echter te denken van de zonen uit Europeesche vorstenhuizen, die dingen naar de Al banië,esche gunst? O zeker, koning Carol en Tsaar I erdinand zijn ook op een Balkan-troon gekomen, maar Roemenië en Bulgarije, dat i*s nog heel wat an ders dan Albanië, dat te Londen heel netjes op de Roman naar het Duitsch van C. CROME SCHWIENING. o 19) Blozende van1 pleizier en spanning- was Gesine te gen tien uur aan den arm van haar broeder naar de ;De Ruyterkade gewandeld, waar het bootje voor den 'recherchedienst, der politie lag. Commissaris van Rinschoten had zich eerst gemeld' o*p het politiebu reau en naar de aanlegplaats van het aardige bootje geïnformeerd. Hij kende persoonlijk bijna al de an dere heeren en daar er niet veel kans was dat zij in hun kwaliteit zouden moeten optreden, stelden zij zich een prettigen dag voor, een opfrisschende, aan gename afwisseling van hun dagelijksch werk. Met hun kijker oen oogje in 't zeil houden was natuurlijk stilzwijgend1 in hun taak begrepen. Gasine was moe van het kijken; haar oogen deden haar pijn van het schitteren der zon op het water. Zij ging zitten dicht bij de verschansing, .terwijl* baai- broeder met zijn scherpe oogen de toeschouwers aan boord der passeerende booten naging en nu en da een kleinigheid opteekendo in een notitieboekje. „Kijk eens kijk!" zei'de Gesine plotseling me* een angstige stem, terwijl zij* de hand van haar broe der aanraakte. „Wie is die leelijke man, die je met zul'k een aandacht aanstaart. Die lange man met dat breede, scherpe gezicht vlak voor op d'e boot, die wij Duist, passeeren. O Karei, de blik waarmee die man je aanzag was afschuwelijk." kaart is uitgestippeld eai dat thans nïefc een vorst be giftigd zal worden. Mag men de stemmen gelooven uit Servië en Mon tenegro, dan wonen in het nieuwe vorstendom onge veer menscheneters. Zoo erg zal het wel niet zijn, ofschoon er zich onder deze „Zonen der bergen" zeer zonderlinge heeren bevinden, die niet het minste begrip van het mijn en dijn, des te meer echter van d'e bloedwraak hebben en die meenen, dat ze leven om te stelen, te vechten en te moorden. De man, die uit de beschaafde wereld en aan het hoofd van deze gemengde bevolking komt, zal het stellig niet 'ge makkelijk en niet aangenaam hebben. Het gevoel van nationale saamhoorigheid ontbreekt er, een geschre ven taal bestaat er evenmin, de godsdiensthaat oe fent er zijn noodlottigen invloed' uit en volgens d'e Konversations-Lexi'kon zijn 2575 procent d'er over ledenen slachtoffers van d'e bloedwraak, welke er naar de regels der slechts door mondelinge overleve ring bestaande .wet, de Leg doekaigsinit, wordt toege past. Verloving, 'bruiloft en huwelijk toon'en nog vele sporen van oude, harbaarsche 'gebruiken. Daar men altijd de bloedwraak vreest, zijn tal' van huizen vensterloos Man zou zoo zeggen, wat brengt een prins van Wied, een graaf van Wurtemberg, e-en prins van Schaumburg of van Denemarken, die allien een aan zienlijke militaire betrekking beld'eeden en in een prettige Europeesche stad aangenaam kunnen leven, er toe, zich te willen begeven naar een streek, waar zelfs een huis geen vooruitzicht he'eft? Einancieele voordeelen, waardoor een vader v'an acht kinderen zooals de graaf van Wurtemberg zich misschien zou kunnen laten verlokken, lonken dien pretendenten* niet toe. Integendeel -- de stichter van de Albaxueesehe dynastie mag er vast op rekenen, dat hij meer zal' hebben uit te geven dan zijn jaar geld bedragen zal. Will bij iets van Albanië maken, ar geordende toestanden ini het leven roepen, goede wegen aanleggen, scholen, ziekenhuizen en andere nuttige instellingen stichten, dan zal hij dit uit zijn eigen zak moeten betalen met hooge belastingen behoeft hiji bij' zijn onderdanen niet aan te komen; niet dat ze deswege het land zouden verlaten: ze zouden waarschijnlijk wel een Al'baneesehe me thode vinden om er een einde aan te maken, welke voor den betrokken1 vorst echter weieens minder pret tig kon uitvallen. Er wordt dus voor Albanië verlangd: een jong, gezond, energiek persoon met veel relaties, in staat om een nieuw vorstendom op te richten en in stand te houden, en bereid om het grootste gedeelte van het benoodigdJe kapitaal te fourneeren; d'e positie is uiterst onaangenaam en biedt naast groote moeielijk- heden en gevaren weinig vooruitzichten. Niet minder dan vijf en twintig gegadigden komen er op dagen 25 personen die zich tot heerschers geboren achten, 25 heerschersnaturen. En dat, zoo als het Tagebhut dezer dagen in een artikel, waar aan we enkele gegevens ontleenden, opmerkten, in dezen naar gelijkheid strevenden tijd! De mogendheden hebben dus voor d'e bezetting van den troon in het vorstendom keuze te over. Als het tenminste tot een keuze komt. Immers de troon meet nog getimmerd worden, het vorstendom bestaat tot heden enkel in theorie en de Albanaezen leggen tot dtisverre niet den geringsten eerbied voor de wij ze beslissingen der achtbare mogendheden aan den dag, zoodat wij ons voorloopig nog niet bezorgd be hoeven te maken over de mogelijkheid, datde mogendheden het over een keuze uit het vijf en twin tigtal inderdaad eens kunnen worden! „Ziet mijn zusje weer spoken?" vroeg van Rinscho ten lachend terwijl hij: den kijker voor de oogen zette en naar d'e „Maasnymf" omkeek. „Ik zie zoo'n ge zicht niet."1 „De man, die naast hem zit bedekt hem," zeide Ge sine nog steeds angstig. „Zulk een blik kan niets anders dan boosheid en valschbeid beteekenen. En daarbij keek bij je aan of je Cen geest was, die plot seling uit bet graf is opgestaan." „Wat zeg je!" De commissaris begon nu opmerk zaam te worden, „misschien beschaam je op het oogeriblik je broeder, die veel meer tervaring heeft dan jij. Hoe heet die boot? „Maasnymf III, Har- lingen.Mooi zoo; ik zal hevel geven deze „Maas nymf' niet uit het oog te verliezen en bij de aanleg plaats de passagiers aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Het is best mogelijk dat het een van die lui is, die niet verwacht hadden mij vandaag" op de Zuiderzee te zien en wiens kwaad' geweten op dit oogenblik is ontwaakt." Van Rinschoten had deze woorden schertsend uit gesproken; maar toch was hij zeer ernstig geworden. Vrouwen hebben toch vaak een fijn instinct, en in dien Gesine zich niet vergist had) en waren die blik ken werkelijk op hem gericht geweest, dan had hij aan boord van dat bootje *een niet te onderschatten vijand misschien, d'ie best in verband kon staan met die aanranding' van gisteravond. En dien man weu hij wel eens meer van nabij bekijken. Het allerliefst zou hij hun bootje naast de „Maas nymf" hebben gebracht om die passagiers eens goed op te Uemen. Maar dat zou veel te veel opzien ver wekt hebben en 't is toch mogelijk, dat Gesine zich vergist had. Hij sprak er even over met Oen collega en men besloot, zoo mogelijk, in de nabijheid van de boot* te blijven en zoo* het kon, gelijk de sluis in te DE HERTOGIN VAN ALBANY. De hertogin, van Albany is gistermorgen aan de halte Soestd'ijk aangekomen voor een verblijf van en kele dagen ten palieize. H. M. de Koningin-Moedler kwam hare zuster aan het halteustation verwelko men. NEDERLANDvSCHE OFFICIEREN NAAR ALB'A'NIë. Het Ned. correspond entiebureau meldt, dat de re geering nog geen beslissing beeft genomen op de uitnoodiging van de vreemde mogendheden om mede te werken tot organisatie d!er gendarmerie in Alba nië. Intusschen zijn verzoeken ontvangen van een aan tal officieren om voor uitzending tot dat doel in aanmerking te komen. Dr. P. J. F. VERMEULEN. „De Tijd" ontving het bericht, dat de directeur van het blad) dr. P. J. E. Vermeulen, lid' der Eerste Kamer, gisternacht plotseling te zijden huize, te Rijswijk, door eemi zeer ernstige ongesteldheid is ge troffen, zood'at hem de laatste H.H. Sacramenten zijn toegediend. De. toestand is hoogst zorgwekkend. Gemengd nieuws. AMBULANCE' Dr. VAN TIENHOVEN. Aan een schrijven van d'r. van Tienhoven, die thans met zijn* geheel© ambulance uit Servië op d'e terugreis is, is* bet volgende ontleend): Meer en meer naderde de dag van ons vertrek, daar ons aantal patiënten tot 60 geslonken was en besloten werd om 25 September te vertrekken. Een zeer aangename verrassing heeft ons de ge meenteraad van Waljewo bereid, als belooning van d'e moeite, die we ons gegeven hebben voor de inwo- ner's van de stad en omgeving' toen d'e doktoren van Waljewo allen weg waren. In het Grand Hotel' werdten we allen aan een groot en schitterend banket genoodigd. Dat da*ar veel ge sproken is, behoief ik niet te melden. Het eenige, wat ik wil meedeélen is, dat men van mij1 een hal'ven Serviër heeft willen maken, door een benoeming tot eereburger van* Waljewo. Twee dagen blijven wij' in Belgrado* en komen dan via Budapest, Weenen en Berlijn naar huis, en ho pen Zaterdag 4 October in Holland! aan to komen." DE „ZWIJGENDE'* BETOOGING." Van zeer goed ingelichte zijdie verzekerde men aan de N. Crt., dat inderdaad! vromveri geld hebben ge kregen om plaatsen op d'e publieke tribune van de Tweedie Kamer te bezetten voor damCs, die aan d'e betoogimg van 17 September deelnamen en dós ili'et overal gelijk konden zijn. Deze vrouwen behoe'fdbn 'echter niet aan 'de betooging mede te dóen. Men dfeelde het blad1 verder mede, dat hiet db bedoeling is een verklaring te geven, maar liet zich nog niet uit over den. vorm. VALSCHHEID IN GESCHRIFTE. Voor het Haagseho Gerechtshof werd gisteren te gen den inspecteur der Rijksveldwacht te Middelburg G. H. A. van Trot'seauburg, die door d'e Rechtbank aldaiar van alle rechtsvervolging was ontslagen ter zake van valschheid in 'geschrifte in verband! met le veringen voor rijkspolitievaartuigen, drie maanden gevangenisstraf gevorderd. Mr. J. Kappeyne van de CopelLo, advocaat te Amsterdam, pleitte overeenkom stig het vonnis der Midld'el'burgsche Rechtbank ont slag' yan rechtsvervolging. GEEN ANIMO. Bij de te Voorburg gehouden herstemming voor de Kamers van Arbeid' ter verkiezing van 1 lidi-patroon en 2 leden-werkmani voor de confectiebedrijven werd geen enkele stem uitgebracht, terwijl ter verkiezing van 1 lid-werkman voor d'e bouwbedrijven opkwam. één kiezerHet stembureau heeft daarvoor zitting gehouden van des morgens 10 tot des namiddags 2 uur en des avonds van 79 uur. (N. Crt.)' VERGIFTIGING? In het gezin van een in d)e Koningstraat te 's-Gra- venhage woonachtig sigarenmaker hebben zich, naar aan „Het Vad." werd medegedeeld, Maandag ver schijnselen voorgedaan, die hoog'Sttwaarschijnlijk op komen en te kijken of daar misschien reeds personen van boord' gingen. Dat deed' men soms; dan sprongen gen ze van de eene bóót op de andere, een ware last voor de mede-passagiers. Maar het kon niet geschie den voordat ze bij de aanlegplaats* aan de De Ruyter kade waren. „Wat heb je, toch?" vroeg" Wapstra op boozen toon, toen hij bemerkte hoe de „Lange" zijn arm drukte. Zijn blik volgde toen den* zijne en evenals zijn met gezel werd hij doodsbleek. „Van Rinschoten, de com missaris", fluisterde hij verschrikt „is hij clan niet?" „Het is zijn geest", kermde die andere en groote zweetdroppels parelden op zijn voorhoofd. „Onzin!" bromde Wapstra, terwijl hij met aan dacht tuurde. „Hij! fg het, daar is geen twijfel' aan. En geen zier minder levend) dan anders. Kijk niet zoo dien kant op, man...., kijk d'e dame dië naast hem staat heeft haar aandacht al *op jei gevestigd. Je hoofd' weg!" siste hij tusschen de saamgeperste tan den en hij trok den „Lange" haast met geweld op de bank neer, terwijl hij zelf voor hem ging staan. „Kom", zeide hij op ruwen toon, toen er een afstand van ongeveer honderd meter tusschen de twee vaar tuigen lag. En luide voegde hij er hij„Kom, ik heb dorst en zin om wat te eten. Ga je mee naar de restauratie?" Lachende blikken volgden den „Lange", die voor over gebogen en met een bleek gezicht over liet dek liep. ,,Dat, ik zoo dom ben geweest om jou mee te ne men," uitte Wapstra1 toen zij "ebnedien in de restaura tiezaal gekomen waren. „Ik ken dien van Kinscho ten. Indien hij het minste of geringste aan je ge merkt heeft, en je hebt je zoo bespottelijk aangesteld als maar mogelijk was, dan komen wij, hier niet van vergiftiging wijzen en waarvoor de oorzaak aanvan kelijk gezocht, werd in het gebruik van ondeugdelijk vleesch. De buren, die gewend waren de leden van het bedoelde gezin eiken dag de woning te hooren verlaten, zijn door de ongewone stilte dien dag op merkzaam geworden en hebben zich ten slotte toe gang tot de woning' verschaft. Hier vonden ze de beide ouders en vijf der zes kinderen bewusteloos te bed, terwijl zich ook bij* het. jongste kind vreemde verschijnselen voordeden. Onmiddellijk is daarop ge neeskundige h'u'ïp ingeroepen, terwijl een onderzoek in de woning werd ingesteld, waarbij een restant ge hakt., dat van den maaltijd van den vorige® middag overgebleven was, in beslag genomen werd en ter on derzoek ter beschikking- van den keuringsdienst is gesteld. De toestand van* die slachtoffers was giste ren nog niet normaal. Naar het „Vad!." verneemt is in het vleesch geen enkel ondeugdelijk bestanddeel gevonden, zoodat dé oorzaak van de ongesteldheid elders gezocht moet worden. TWEE PERSONEN VERDRONKEN. To Hoogkerk lag in het Hoendiep een schip, gela den met aardappelen, bewoond door die gebroeders Poelstra en hun achttienjarige zuster. Gistermiddag sloeg" dóór omslaan van de giek, het meisje overboord. Haar 24-jarige broeder sprong haar na, doch beiden verdronken, zonder dat men iets tot hu« redding kon aanwenden. (Hb'ld.) RIJKSLANDOBOUW'PROEF VELDEN. Van den Rijksland'bouwleeraar voor Noordholland te Schagen ontvingen wij het plan voor den aanleg van Landbouwproefvelden in Noordh'ollaoidi gedure.n- de 1914. Daarin worden proeven aangetroffen omtrent het gebruik van kunstmest, de bemesting met ier en bet bewaren van ier, het bewerken van d'en g-rond met den ondergrondsploeg, het kiezen van poters of zaden van veelvoortbrengend'e planten, het vergelijken van zaaizaden, het toepassen van Bordeauscbe of Bour gondische pap tegen aardappelziekte, het gebruik van klaverruiters en het ontwateren van Wei- of Bouwland dóór middel van drainage. R1J KS LANBBOU'WW IN TER.SCHOOL TE SCHAGEN. Bij bet toelatingses-amen voor de le 'klasse, uan bovengenoemde school zijn de volgende leerlingen geslaagd: (in alfabetische volgorde). E. Bartstra te De Rijp, T. Beeta te Oosterblokker. J. G. Bakker te, Anna-Paulowna, Th. Dekker te Groenveld, G. M. G. Geerliga to Anna-Paulowna, W. B. Kuhn te Maard'ere, A. Langereis te Anna-Paulow na, P. Meijer te Wormer, P. Pluister te BuTsinger- horn, J. Rus te Sehoorl, Jb. Scherimiga te Koegras- Ca'llantsoog, C. Spaans te Barsin'gerhorn, M. Stam mes te Schagen, P. Vries te Keinsmerbrug, A. Wit te Barsingerborn. Voor d'e lessen in Zuivelbereiding silaiagdien de leer lingen: J. Dekker te Sehoorl, P. Duin, Schoort, .Tb. Hoo ij er, E enigenburg en A. Mulder te Heilo. De leerling H. G. Kooi, Venn ik werd bevorderd tot de 2e klasse. EEN GESCHIL. Als vervolg op h'etgeem we 'berichtten in zake de quaestie tusschen d'e gemeenten Delft en Rijswijk over het leggen van kabels voor eleetrischen* stroom in den Haagweg wordt nader gemeld', dat d'e directie der Delftsche Centrale geverbaliseerd is door de Rijswijk'Sche politie wdgens overtreding van de Rijs- wijksohe politieverordening, waarbij verboden is zon der verlof van B. en W. te graven in db wegen op het grondgebied van Rijswijk. De gemeente IMft, wie vergunning tot graven in dien weg was gewei gerd, sommeerde Rijswijk om de stoornis van het be zit van den Haagweg te staken. De oorzaak van deze kwestie moet worden gezocht in onderlinge concur rentie, daar ook Rijswijk een* electrische centrale ex ploiteert. UIT OUDK'ARSPEL. Gisteravond was er een heietLe opschudding in onze dorpsstraat, doordat een der bewoners, de heer J. D., die ook reedis vroeger wegens zenuwlijden verpleegd werd, in een aanval1 van waanzin, in onderkleeding op straat kwam en zich vrij wild aan'steldfe. De pre dikant, meenende d'at misschien een zacht woord' den man tot kalmte zou 'brengen, moest zijn goedbedoelde boord, daar kan je zeker van zijn, zonder dat hij je van naderbij heeft bekeken. Kijk, daar vaart zijn boot al weer voorbij", voegde hij er bij toen bij door een der k'leine raampjes keek. „Verduiveld! wij moe ten van de boot af voordat wij in Amsterdam aanko men." Do „Lange" beefde zoo, dat hij morste met zijn glas. „Een spookverschijning", fluisterde hij met. be vende stem. „En ik heb hem toch voor mij zien lig gen. Met zulk een messteek in zijn borst en zoo'n slag op het hoofd staat iemand niet weer op!" „Jullie heht een verduiveld domme en lummelige streek uitgehaald", bromde Wapstra woedend. „Wie weet welken onschadelijleen nachtwandelaar jullie neergeslagen hebt. Die Rinschoten leeft, bij zal over een paar uur dichter in je buurt zijn dan je'lief kan wezen." De „Lange" kon met zijn bevende band het glas baast niet aan zijn lippen brengen. „Blijf hier beneden", zei Wapstra, die na eenig nadenken een besluit genomen had, „en doe of je ziele bent." „Ik ga naar boven op het dek en zal eens kijken of ik dien man die met de leiding belast is van de vele motorbootjes die tusschen de booten rondvaren, kan overhalen ons tegen goede betaling naar Amsterdam terug te brengen voordat de andere booten allemaal terugkeeren." Wapstra ging naar boven en trad regelrecht- op den kapitein van de „Maasnymf" toe, die in de nabij heid van de pijp stond. „Mijn vriend is niet wel ge worden. Hij is nog nooit, op bet water geweest. Zou er geen mogelijkheid op zijn wat eerder naaf Amster dam terug' te keeren?" (Wordt vervolgd.J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1