DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. m Honderd en vijftiende jaargang. 1918. V B I.J 1» A 3 OCTOBER. FEUILLETON. Qnder suggestie. BINNENLAND, ALKMAAR, 3 October. Een Duitsch blad' bevatte dezer dagen een artikel over een onderwerp, dat ook in ons land al jaren in de kringen der belanghebbenden en ook daar buiten groote belangstelling ontmoet- n.l. de oneerlijke con currentie. Men kan niet beweren, dat er in Diiitsch- land' gebrek is aan wetten tot regeling van het leven 'van den hand'eldrijvenden middenstand. De tijden, waarin ieder in vrijheid! kon wandelen en handelen zijn al lang voorbij en wanneer tegenwoordig een Duit.sch koopman alleen de bepalingen voor de wet ten op de oneerlijke concurrentie en Zondagsrust, voor zoover hij er mee te maken heeft, van buiten wil lêeren, heeft hij reeds druk werk. De Duitscher, die in dezen zorgvollem tijd1 een zaak drijft moet bo vendien nog op de hoogte zijn van een massa voor schriften en wanneer hij voorts niet de uiteenloopen- de vonnissen van de rechtbanken volgt-, zal het hem nog moeielijk vallen, geen overtredingen te begaan. Men kan wel zeggen, dat de Duitsche koopman bij elfcen stap op zijn levensweg de'zorgende overheid naast zich ziet. En wanneer hij alle beschikkingen verzamelt, heeft hij tenminste geen gebrek aan pak papier. Toch zijn er nog menschen, die vinden, dat de staat nog lang' niet ver genoeg gaat, dat de han del nog veel te vrij is. Er worden allerlei bewegin gen gevoerd tegeti het geven van cadtaaux, tegen de moderne middelen van aankondiging en reclame en sommigen in Duitschland zien ongeveer in elke con currentie oneerlijke concurrentie. De winkelier op den hoek, zoo heettle het verder in dit artikel, heeft .e'en nieuwen en varstandigen inval om die belangstel ling van het publiek te trekken en klanten te winnen. De buurman klaagt over „umlauteren Wettbewerh" en roept: verbiedt het hem! Men dte.nkt er blijkbaar niet aan, dat een goed idiee zich enkel door een beter overwinnen laat, nooit door een. paar politiemaatre gelen. Wat echter kan de koopmansstand' doen om zijn rechten te laten gelden, wanmöer de een voort durend tegen den andier om hulp van de politie roept? Welke middelen heeft hij tegenover de over last bezorgende bureaucratie, wanneer de een op den gndler wijst en roept: Verbiedt het hem? Wie den hok tot tuinman maakt, heeft daarvan nog nooit pleizier beleefd en men moiet niet met steen en gooi en als men zelf uitstalramen heeft. Voor dé zwakken ligt zeker niet het heil in steeds meer klemmende boeien, welke heden voor dezen, morgen voor genen gevaarlijk worden kunnen. Het succes is dikwijls weggelegd voor hem, die op het juiste moment^ en met zekeren blik de b'eteekienis van een nieuw fabri kaat begrijpt. Met d'e fabricatie van wetsparagrafen wordt minder bereikt. De redactie van het blad, dat aldus redeneerde het Berliner Tageblatt ontving uit dien hand'eldrij venden middenstand tal van brieven, waarvan de af zenders, op één na, verklaarden, dat men m'eer dan genoeg wettelijke voorschriften en politiebepalingen had en dat voor verheffing van den kleinhandel ge zocht moest worden naar andere middelen dan nieu we beperkende maatregelen. „Kog eens en vrijwil lig zelf politie en wetgevingskanomnen in ons huis te roepen; neem, neen en nog eens neen)!" schreef een Beriijnseh koopman. Men vindt deze uitlating hier misschien overdre ven. Maar men bedenke wel, waartoe de wet op de on'eerlijke concurrentie nu reeds leidt en hoever som migen haar wen-schen toegepast zien. In Osmabrück is een koopman, die een zijner klanten een kop koffie aanbood gestraft omdat hij zich schuldig maakte aan .oneerlijke concurrentie tegenover de caféhouders. Gelijk bekend is, is het uitvérkoop-wezen in Duitsch- Roman naar het Duitsch van C. CROME SCHWIENING. 20) o— „Voor vier uur niet", gaf de welgedane man ten antwoord. „Ter wille van één enkele kan ik de an deren niet teleurstellen. Alsi ik nlou wou omkeeren, zouden zij in staat zijn mij in het Pampus te wer pen." „Zoo meen ik liet niet. Ik dacht, u zou op al die booten wel een man kennen die mijn vriend voor tien gulden extra aan land wou brengen." „Daar zou ik misschien wel kans toe zien." Dit zeggende ging hij, door Wapstra gevolgd, naar het gedeelte^ van de boot dat van de revue was afgekeerd. „1 ieterriep^ hij tot een man met roode wangen, die in éen klein motorbootje aan liet stuur zat, ter wijl een oude en een jonge vrouw er tusschenin za- ten. „Heb je lust tien gulden te verdienen?" „Goói ze maar naar heneden", riep de aangespro kene terug. „Heb je zooveel bankjes van 10 gulden in je zak?" „Neen; maar een van mijn passagiers is ziek ge worden en wil teruggebracht worden. Hij (geeft met zijn kameraad tien gulden als je hun dadelijk naar Amsterdam terugbrengt De eigenaar van het motorbootje zag de beide vrouwen vragend aan en toen de oudste veelbeteeke- nend' knikte, riep Pieter: „Laat je ladder dan maar heer, dan kom ik naast je liggen. Maar eerst wil ik die tien gulden zien voordat ik den koers terug neem." land gëreglementeeirdHet houden van een uitver koop is slechts bij uitzondering geoorloofd, bijv. voor een seizoen- of teen inventaris-opruiming, en zelfs dan pog moet hiervan aan de politie kennis .gegeven wor den, moet een lijst van de. artikelen ingediend wor den, terwijl het ten strengste verboden is vlak vóór of tijdens den uitverkoop dien voorraad met nieuwe artikelen aan te vullen. Nu is .er een beweging gaande om de winkeliers nog verder aan banden te leggen, een) beweging ten gun ste van een nieuwe wettelijke bepaling, om voor alle uitverkoopen een bepaalden tijdsduur vast te stellen. Men d'enke zich daar nu eens even goed in: een uitverkoop in het grootste magazijn zou niet langer mogen duren, dan in een klein winkeltje, een uitver koop v>an een minder gangbaar artikel in eenzelfden tijd moeten afloopten als van voorwerpen van d'age- lijksch gebruik. Men zou zoo zeggen, dat het al te gek is. Maar toch is er bij onze Oostelijke buren een beweging dia a rv oor en toch vindt die beweging tal van aanhangers. Nu spreekt het wel van zelf dat men aan den an deren kant ook maar niet dadelijk het kind met het badwater moet weggooien, dat men tengevolge van zulke dwazie eiscben, de werkelijk oneerlijke concur rentie maar haar gang laat gaan, d. w. z. laat knoeien en misleiden. De Duitsche ervaring 'leert., dunkt ons, dat het zeer wel mogelijk is den koopman, die in eer en deugd zijn brood verdient, te beschermen tegen een oneer lijke on ondeugdelijke concurrentie. Maar Verder ■moet men ook niet willen gaan en zeker niet in de richting van bescherming tegen een concurrentie, waartegen niets anders aan te voeren valt, dan dat zij „onaangenaam" is. m-eente te Benthuizen is geweest; er ontstond om een belijdeniskwestie in zijn gemeente verschil; de leeraar kon zich niet meer schikken in de Ned. Herv. Kerk en ging naar de Geref. Kerken over. GEARRESTEERD. De rijk'srivierpolitie heeft Donderdagavond1 te Rot terdam gearresteerd' de geheele equipage van de sleepboot, Go vort, thuisbehoörendé te Dordrecht, be staande uit 4 man, alsmede den schipper W. S. van het Rijnsehip Maasstroom 22. Zij zouden van het Rijnschip Maasstroom, dat van Duitschland naar Rotterdam voer, ter hoogte van Mi Hingen 7 zakken steenkolen hebben weggenomen en in de sleepboot geborgen. Gisterenmiddag zijn alle 5 naar het parket van den officier van justitie te Arnhem overgebracht. VAN HET HOE. De Koningin-Moeder ,gaat half October voor eeni- gen tijd naar het buitenland', vermoedelijk naar Noord-ltalië, en zal begin November eenigen tijd bij dte Koninklijke familie, op Het Loo, vertoeven, alvo rens naar Don Haag terug te keeren. De prinses van Bentheim, die gedurende acht dagen gast. is geweest van H. M. de Koningin-Moe der, heeft gistermorgen, het paleis Soest.dijk verla ten, om naar Duitschland terug te keeren. II. M. de Koningin-Mo'edter en de hertogin van Al bany hebben haar zuster per rijtuig uitgeleide gedaan tot Amersfoort. OUD-MINISTER VAN SWINDEKEN. Naar met, zekerheid kan worden 'gemeld, heeft jhr. mn R. de Ma rees van Swindieren, de afgetreden mi nister van Buiten 1 a'ndische Zaken, zijne benoeming tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd1 Minister van Nederland' te Londen reeds ontvangen -en zal die be noeming hedenavond in de Staatscourant worden be kend gemaakt. Gemengd nieuws. DE! RIJKSMUNT'. Aan de Rijksmunt te Utrecht wordt op het oogen blik zeer hard gewerkt. Er worden dlaar d'it jaar on geveer 140 mill i o en stukken gemaakt, dat is meer dan aan de vijf Duitsche munten tezamen. Het volgend jaar staat onze, munt voor een wtereldrecord. Dan moeten er circa 240 millioen stukken geslagen wor- denOp het oogenb'lik zijn er 60 millioen nikkelen In- dische stuivers met een gaatje, in den maak. j Naar de N. R. Crt. verneemt, is ook d:e koperen Indische pasmunt: 21/2, 1 en cent, vernieuwd. VAN PREDIKANT LANDBOUWER. De lieer J. van d'e Pol, predikant der Geref. ge meente te Nederhorst den Berg, gaat over „in een anderen staat dés leven, hij vertrekt, naar de Am sterdammer meldt, naar Amerika, waar hij zich gaat wijden, aan den landbouw. De Rotterdammer brengt in herinnering, dat ds. van de Pol vroeger predikant bij de Ned. Herv. ge- „Gauw wat! riep Wapstra, die naar de trap van de kajuit geijld was, den „Lange" toe. Deze bad' zijn zelfbeheersehing nog niet teruggekregen, men kon naar zijn uiterlijk te oordeélen best denken, dat hij ziek was. Geen twee minuten daarna keerde de motorboot om; die schipper had d'e tien gulden mompelend in ontvangst genomen; hij baande zich een weg door d'e menigte booten heen en eenmaal in open vaarwater gekiomen, stuurde bij in allerijl op Amsterdam af. Op den tocht knapte de „zieke" van lie,vellede op en zijn vriend werd zelfs zoo vroolijlc, dat hij de beide vrouwen aan 't lachen bracht. Hij verzocht den schipper hen aan de kade voor de De Kuyterkade af te zetten, wat deze ook met genoegen deed. Hij had no,g eenig' oponthoud in de sluis, zoodat de zieke er weer merkbaar slechter begon uit te zien. Maar ook hieraan kwam een einde. De vlootrevue was afgeloopen. Wieder ontbrandde het geschut op het slot Muiden en weergalmde over de watervlakte. Au ginlg' ook de menigte van vaar tuigen uiteen. Het grootste gedeelte stoomde of zeilde in een onafzienbare rij naar Amsterdam terug ook een groot aantal visscherspinken maakte d'eel uit van dezen stoet. Want de bemanning der vis- schersvloot werd dien avond in de groote handels stad aan den Amstel op tosten dér Koningin in ver scheidene groote lokalen feestelijk onthaald. Het nette grijze stoomjacht bleef vlak in de nabij heid van de „Maarnymf". De blauwe wimpel op den top van het stoomjacht was ingehaald. Van Rinschoten had Gesine zijn kijker gegeven en haar verzocht liet dek van de „Maasnymf" af te zoe ken. „Zie ja den kerel nog?" „Ik kan hem niet vinden, Karei. Maar dat je weer over hem spreekt, is mij toch een 'bewijs, dat je eenig HET KIND NA DE SCHOOLOPLEIDING, In de Maandagavond te houden vergadering der schoolcommissie te Amsterdam zal, zoo mel'dt Het Volk, in behandeling komen een voorstel, ingediend door het Soc.Aiemocr. lid' dr. Th. van dar Waerden, om d'e commissie te doen besluiten: a. zich tot B. en' W. te wenden met het verzoek, voor -elke school een register te doen aanleggen, waarin van de kindteren, die de scholen verlaten, ge durende 3 jaar na dit tijdstip, wordt, aanget.eekend, in welke betrekkingen zij terecht komen en op welke wijze zij eventueel' opleiding ontvangen voor eenig beroep, of ook wel herhaling-s-, vak-, fabrieks- of an der onderwijs blijven volgen; b. zich tot B. en W. te Wenden met het verzoek, dat dit college -stappen doet tot oprichting van een „comité voor beroepskeuze," dat den overgang der leerlingen van de school in de maatschappij tracht, te leiden door indi vidueeie voorlichting van alle leerlin gen bij liet, verlaten van de school; dit, comité grondt zijn voorlichting op gegevens door school en school arts omtrent het kind verstrekt en veirder op gege vens van de arbeidsbeurs e,n andere organen, welke den stand der arbeidsmarkt en de vermoedtelijke uit zichten dhr versoliilllien'de beroepen kennen; c. een onderzoek in te, stellen n'aar d'e- mogelijkheid het einde van het schooljaar voor de volksscholen niét voor alle -scholen gel ijk te doen. blijven, maar te doen verspringen, zoo, dat 'bijv. om de 3 maanden een deel d'er kinderen tegelijk als werkzoekenden op treedt, en de aanvoer mieer geleidelijk zij. OOM!Té VOOR GEMEENSCHAPPELIJKE SALA R IS'A.OTIE. Door het „Comité voor Gemeenschappelijke Sala risactie," bestaande uit vertegenwoordigers van ver schillende organisaties van openbare en bijzondere ■onderwijzers, was aan Z. E. den Minister van Binnen- 'landsche Zaken etene audiëntie verzocht op een dooi den Minister tie bepalen tijd. Zaterdag 20 Sept., na afloop van de glewone au diëntie, werd dit gehoor verleend' en werden Moor den Minister ontvangen de heeren Th. Lancée, (voorzit ter en vertegenwoordiger van het Nederl. Onderw. Genootschap); J. P. Vring (secretaris en vertegen woordiger van de Unie van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland')II. J. Emous (vertegenwoordiger van de Verieemiging van Christe lijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesohe bezittingen); II. J. Bon (vetrte- genwoordiger van het Nederl. Onderw. Genootschap), 1'. Otto (vertegenwoordiger van de vereenigimg van Hoofden van Scholen in Nederland) en J. van den Lisdonk (vertegenwoordiger van d-e R.-K. Bonden van openbare onderwijzers in. de Bisdommen Breda, 's-Hertogénboseh en Roermond en van den R. O. O. Bond in het bisdom Haarlem). De voorzitter der commissie gaf dien minister een overzicht van de verschillende vruchtelooze pogingen om tot salaris/verbetering te komen en dteel-de Z. Exc. mede, dat de kindertoeslag aan de wensehen van geen der aangesloten vereenigihgten beantwoordde. De vporzitter gaf de teleurstelling te kennen, welke iii onderwijskringen heerschte, toen de Troonrede geen toezegging deed inzake dé verbetering der onderwij zers-salarissen. Ten slotte sprak dé Voorzitter namens alle aange sloten onderwijzers den wensch uit, dat het weglaten van e,enige -aanwijzing' ten deze, niet de bete-ekenis zou hebben-, diat- dé herziening van die regeling der sa- gewicht, hecht aan hetgeen ik je gezegd heb. Kan hij er niet afgegaan) zijn?" „Dat, zullen wij later izien, Gesient-je. Want je hebt mij waarlijk lust ge, ge ven/de zaak grondig na -te gaan. Ziezoo, daar zijn wij al' bij de sluizen. Pas nu goed op", riep hij den man aan bet roer toe, „dat wij vlak naast de boot blijven." Het duurde ruim een uur dat zij in de sluis moes ten liggen en in dien tijd' keken tien oogen oplettend toe, zoodat geen enkele beweging op liet dek van den -Har-linger boot hun ontging. Toén de sluisdeuren naar liet IJ opengingen, en de schepen en booten liet IJ binnenliepen, zeide van Rinschoten opgewekt: „Ziezoo, er kan niemand van boord gegaan zijn. Nu zullen wij vooruit rijden eni bij de aanlegplaats der Harlinger booten de „Maasnymf" afwachten. Dan treedt je voor een half uurtje op als ambtenares van den Koninklijken Xederlandschen geheime politie dienst, Gesine „Ik? Wat moet ik dan doen?" „Met mij en twee van mijn collega's aan boord van de „Maasnymf" ga,an zoodra zij aanlegt, en iederen passagier die er af komt, nauwkeurig opnemen. Want je zult dien man, die je zoo opgevallen is, toch wel herkennen he?" „O ja, ik zal zijn gezicht nooit vergeten." „Mooi zoo. Da n kan hij ons ook niet ontltoopen." De kapitein van de Harlinger boot zag verbaasd op, toen hij nog voordat de boot vastgemaakt, was, een slanken, blonden man aan bolord zag' springen, die 'hem toeriep„Ik hen commissaris van politie bij den recherchedienst, van Rinschoten. Wilt u zoo goed zijn niemand van boord te 'laten gaan, voordat mijn beidie collega's en deze dame op da boot'zijn?" „Wat? Heb ik dan misdadigers aan boord?" vroeg de bevelhebber der „Maasnymf" verwonderd. „Dat kan ten minste wezen!" zeide van Kinschoten la rissen niet eerlang door de Regeeting zou worden ter hand genomen-. De Minister wensch te in zijn antwoord op d'ezie uit eenzetting voorop te stellen, dat hij den onderwijzers een goed hart toedraagt en, niemand meer dan hij zelf overtuigd kan zijn van d'e wenschelij'kheid een-er ver betering van de onderw ij zer asa 1 a r issieninzonderheid ten plat tela ndte. De Minister acht die verbetering nood'ig voor de onderwijzers en- evenzeer voor het on derwijs, dat met behoorlijk gesalarieerd personeel ge baat zal zijn. Evenwél de Minister hete ft bet- blijkt uit de Staatslbegrooting voor 1914 in de eerste plaats te zorgen voor dekking van het bestaande te kort. De nieuwe sociale wetten brengen belangrijke, uitgaven mede, waarvoor nieuwe bronnen van in komsten moeten worden gezocht- Een belangrijke verbetering van de ondorwijzerssa- larissen' vraagt groote sommen. Do Minister heeft vóór zich een berekening van de kostten, die het ge volg zouden zijn van inwilliging van alle Wensehen, uitgedrukt d'oor het „Comité voor gemeenschappelij ke salarisactie." Daaraan kan hij vooralsnog niet denken. Men motet echter aannemen, dat' de Minister, zoo dra iliij daartoe ook maar eenige kans ziet, de salaris- act-io ter hand zal nemen. Bij deze hegrooting kan daarvan uiteraard geen sprake meer zijn en vermoe delijk ook niet bij d'e begrooting voor 1915. Daarna zal de Minister zien, wat hij kan doten. De Minister' wil daarbij gaarne in contact blijven met liet Comité, wil zooals Z'. E. het .vriendelijk uitdrukte ten déze met het, Comité samenwerken. _Na nog eenige gedaehtenwisséling, waarbij die mi nister de urgentie van de verhooging dér minima niet, bestreed, zei Z. Ex. bet pp prijs te zullen stellen, wanneer de wienschen van het. Comité nog oens schriftelijk gemotiveerd tot .zijn kennis werden ge bracht, zóó dat, duidelijk blijkt welke wijzigingen dfo'or het. Comité liet meest, noodig worden geacht. ITet litefst zou Z.E. daaraan toegevoegd zien eene berekening der kosten aan- deze wijzigingen verbon den. In liet, algemeen gaf de Minister het Q.omité de- vrijheid ter zake dienende adviezen ondteir zijn aan- daeht te brengen. EEN SLECHT BEGIN. De eerste dag van de stoomtramweg Groningen- Drachten is geëindigd met een minder aangenaam avontuur, dat naar tie hopen is zich niet te vaak zal herhalen, schrijft de Pr. Gr. Crt De tram, die Woensdag 1 October, den dag der opening, om 10.17 te Groningen moet aankomen was, toen zij ongeveer, ter hoogte van het huis van gedelegeerden aan den Peizerweg was 'gekomen, totaal uitgeput en bleef staan. Oorzaak.... gebrek aan stoom. Of de machi nist den ketel niet vold'oendie gevuld had' of dat de ketel te weinig capaciteit heeft, weet het blad niet. Een feit isj dat de tram den afstand niet kon halen, zoodat water uit een sloot moest worden geschept. I oen, de locomotief weer op stoom was gebracht ging do reis verder; gevolg tram 10.17 te laat aan en de laatste van 10.50 te laat vertrokken. KINDERMOORD. Een 25-jarige dienstbode te Gulpen heeft, naar aan de J,. K. wordt gemeld, bekend, een kind, waarvan zij bevallen was, in een tuin te hebben begraven. Maar (lain- zij bang was, dat men het daar zou vinden, had zij liet weer opgegraven en, in een doek gewikkeld, aan hare moeder gegeven, die het in de Geul zou hebben geworpen. De mo.eder liteeft aan een brigadier de plaats aan gewezen, waar zij het lijkje geworpen had, en djaar dichtbij, onder de gemeente Wittem, is het, opgv- vischt. HET VERMOORDE KNAAPJE. Van den moordenaar van het, 6-jarig knaapje heeft men nog geen spoor ontdekt. Gisteravond kwam, méldt die Tel., een jongen zich aanmelden aan het po'litie-bureau Warmotesstraat. te Amsterdam en ver telde daar, dat hij Maandagavond op den N. Z. Voor burgwal door een man was aangesproken, die hem vertelde werkzaam te zijn bij de Mij. „Nijverheid." Hij vroeg den jongen met hem mede te gaan naar de Entos, wat deze weigerde. Het signalement van dezen man heeft de jongen iaan de politie opgegeven. koeltjes. „Ziezoo, nu kunnen zij gaan; zet je oogen goed' open, Gesine." De politie-beamb'ten stonden zóó, dat de passa giers een voor een van 'boord moesten gaan. Steeds eenzamer werd, het op liet! dek, totdat ei- eindelijk niemand meer over was behalve het personeel van dé stoomboot. „Nu, Gesine ..Hij i» er niet bij", fluisterde deze opgewonden. „M isschi.cn heeft hij zich ergens verstopt." Een der beambten doorzocht de boot in alle hoek jes, maar kwam schouderophalend terug. „Nu, heeft u wait gevonden?" vroeg de kapitein; hij kon zijn leedvermaak sledht verbergen; de oude scheepskapitein kwam niét graag met de politie in aanraking. „Neen!" antwoordde-van Rinschoten met gefrons te wenkbrauwen. „En weet u zeker kapitein, dat geen een van de passagiers van boord gegaan is voor dat de boot- aanlegde?" „Verduiveld! dat is waar ook", riep de man. „Ik meest.-hem daarbij helpen. De eene was ziek en is met zijn vriend in zoo'n motorbootje aan lartd gebracht!" „Wanneer?" riep van Rinschoten zeer tleurgestel-i uit. „Hoe zagen zij er uit?" „Het is ruim twee uur g-eleden. De eene was een lange man met- een kaalgeschoren gezicht, de andere, had een rooden verfkwast onder zijn neus." Dé commissaris zag zijn zuster agn en deze knikte. „Dus zc zijn ontsnapt", zeide van Rinschoten boos. „Dat- was onmogelijk te voorzien. Maar je zult dus waarschijnlijk wel gelijk hebben, Gesine. Kom hee ren, wij' hebben hier niets meer te doen; gaat u mee (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1