DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No« 238.
Honderd en vijftiende Jaargang.
1913.
MAANDAG 13 OCTOBER.
(Gemeenteraad van Alkmaar*
FEUILLETON.
Onder Suggestie.
op|Woensdag 15 Qctober,1913„ 'stn.m. 1 uur.
28)
BINNENLAND.
ALKMAARSGHE COURANT
randden
Punten van behandeling1 i
L Vaststelling der notulen van de vorige verga
dering. Mededealingen. Ingekomen stukken.
2. Benoeming lid en plv. lid commissie van aan
slag in de bedrijfsbelasting (Bijlage mo. 98).
8. Benoeming regentes Burgerweeehuis (Bijlage
no. 101).
4. Benoeming directeur gem. gasfabriek (Bijlage
no. 107).
5. Behandeling rekeningen 1912 van! den Hout
en de plantsoenen, gem. gasfabriek, 'Stadsziekenhuis
(Bijlagen nrs. 90, 90, 103).
0. Voorloopige vaststelling gemeente-rekening,
dienst 1912 (Bijlage no. 91).
7. Onderhandsche verhuring woning Ridderstraat
10 (Bijlage no. 94).
8. Vaststelling verordening op den burgerlijken
standi (Bijlage no. 95).
9. In zake lidmaatschap v. d. Hat. Vereemging
tegen werkloosheid (Bijlage no. 99).
10. Wijziging Verordening op de keuring enz. van
vleesch (Bijlage no. 100).
11. Vaststelling Verordening op het heffen van
beerputten'b'elasting (Bijlage no. 102).
12. Verpachting standplaats Stoomcarroussel, ker
missen 19141916 (Bijlage no. 104).
13. In zake bijdragen van particulieren kosten ri
ool in Nieuwpoortslaan (Bijlage no. 105).
14. Aanvulling verordening Gemeentelijken
Hoofdcursus (Bijlage no. 106).
15. Vaststellen verordeningen op het heffen en
invorderen eener belasting op de honden (Bijlage no.
136 van 1912).
16. Wijziging verordening op het heffen eener be
lasting op openbare vermakelijkheden (Bijlage no.
10).
17. Behandeling bezwaarschriften in hooger be
roep tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag,
diensrt 1912.
18. Benoeming van een Waagmeasitei' (Bijlage no.
108).
19. Voorstel van B. en W. inzake ontheffing van
art. 28, le al. der Bouw- en Woningverordening
(Bijlage No. 109).
Burgemeester en Wethouders van
Gelet op art. 3, 3e lid, dier Armenwet,
Brengen ter openbare kennis, dat dbor bun colle
ge bij besluit van 9 dezer, No. 23, de navolgende in
deze gemeente gevestigde instellingen van weldadig
heid zijn geplaatst, op de lijst bedoeld in art. 3, le
lid, der Armenwet, naar de rangschikking als bij elk
dier instellingen is aangegeven:
lo. Vereeniging Spijskokerij „St. Willtebrordus"
(art. 2 Ir c.)
2o. Gereformeerde Vrouwen Vereeniging „Hulp
in nood"' (art. 2 Ir b.)
3o. Vereeniging „Ziekenhulp" (art. 2 Ir c.)
4o. Vereeniging van wijkzusters der Ned. Herv.
Gemeente (art. 2 lr b.).
5o. Commissie tot „Huisverzorging" (art. 2 lr c.)
Vereeniging voor Gezinsverpleging (art. 2 lr
Protestantsche Vrouwenveraeniging (art. 2 lr
Heilige Catharina van Smm
6o.
c.).
7o.
c.)
8o. Vereeniging
(art. 2 lr. b.)
9o. Vereeniging Kinderkleeding en Kindervoeding
(art. 2 lr c.)
Alkmaar, 11 October 1913.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMA AR, 13 October.
Het belangrijkste fei't dhr afgteloopen week is on
getwijfeld geweest de Verkiezing van Joean Sji Kai
tot president van China, waarmede gepaard is ge
gaan de erkenning van de republiek door de mo
gendheden.
Roma* aaar htelt Duitsch van
a CROME SCHWIENING.
„En de bewaker van zijn diamanten?"
„Die blijft ook hier."
Wapstra's oogen schitterden. „Des te beter. Kijk,
hier heb je den besten Jamaica-rum die er te krijgen
was", zeidia hij, terwijl hijj dlrie flesschen uit zijn
mand nam. „En jij moet er voor zorgen, Smeedes,
dat de Balineezen hein in handen krijgen. D'an zul
len ze hean wel drinken ook. En nu, luister goed,
SmeedesI als je ons verraadt, ik verzeker je dat wij
je vinden zullen, al was het in het verst afgelegen
hoekje van. dia werel'dL Geen martelaar zou ooit er
ger martelingen hebben doorstaan dan jij."
„Ik zal je niet verraden, Wapstra", zei Smeedes
mert klanklooze steim en een weemoedig lachje speel
de om zijn! mond. „Je ziet immers ik ben reeds op
geschreven ten doedel"
Wapstra zag zijn slachtoffer aan en knikte tevre
den. „Ik geloof je", zeide hij. „Da flesschen zal ik
hier in een hoek zetten. Eb merk je morgen, dat wij
den buit in handen hebben, laat je bruinen vorst
morgenavond dan alleen met zijn bruine vrienden
vertrekken en kom jij naar Amsterdam, het oude
nest, dat je wel kent, waar wij onze schatten verber
gen. En zoo waar als ik Wapstra heet, je zul't ook
je deel ontvangen!"
Met strakke oogen, zonder dte minste uitdrukking,
zag Smeedes hem na toen hij de kamer uitging.
Met de witte koksmuts over het voorhoofd getrok
ken trad Wapstra de herberg „De drie Zeevaarders"
binnen en liep naar de toonbank. „Zal ik de dingen
regelrecht naar de keuken brengen?" vroeg hij
lachend. Verhoeven knikte zwijgend en lichtte de
China is dus een republiek geworden maar niet
zooals hare voorbereiders zioh haar gedacht hadden.
De groote geleerde dr. Sun-Yatl-Sen en al zijn
aanhangers, die in Europa haddien gestudeerd,
droomden er van, China te maken tot e'en republiek
naar Westersch voorbeeld. Maar een vier-honderd-
millioenen volk is geen leem, dat men kneeden kan,
gelijk men het wil. Eieml grondwet, ma parlement,
een president zij' zijn nitet voldoende om een repu
bliek naar Westerschen trant te vormen. Daartoe is
meer noodig; een voedingsbodem voor de Westersche
denkbeelden, waarvoor het Chineezeo-volk geschikt
moet worden gemaakt.
Bekend en teekenend ia het verhaaltje van
dien Sch'warzwalder boer die in 1848 een republiek
wilde met den groot-hertpg aan het hoofd! In deze
beeldspraak zou men kunnen zeggen, dat China een
keizerrijk ia geworden met een president op den
troon. Joean iSji Kai toch is bekleed met dezelfde
dictatoriale macht, welke die dynastie bezat. Hij zal
moeten trachten uit de ruïnes van het oude keizer
rijk een moderne republiek op te bouwen. Eten Ehgel-
scha voorspeller heeft wel gelijk gekregen, toen hij
negen jaar geileden schreef: „In minder dan tien
„jaar zal het lot Joean Sji Kai noodzaken zijn vuist
„te laten ziten, maar wat dia vuist zal zijn, kan nie-
„mand nu nog zeggen."
Joean Sji Kail is altijd een buitengewoon man ge
weest, geen groot hervormer, geen apostel, maar een
politiek genie. Zijn grootste eigenschap is wellicht,
dat hij weet te wachten er zijn niet veel, die dat
kunnen, wanneer ze hooge aspiraties hebben: de
meesten achten het leven te kort om Ze te verwezen
lijken en maken daarom haast. De eerzuchtige,
krachtige man heetft vernederingen gedragen, hij
heeft de (dynastie, die hem verbannen h'ad, nog weer
opnieuw gediend, toen da revolutie reeds was uitge
broken, hij! heeft haar tenslotte weggezonden ten zij
nen behoeve, hij1 heeft door kalm afwachten maar in
grijpen op het juiste oogenblik, de overwinning we
ten te behalen op dr. Sun Yat Sen, en thans domi
neert hij, ofschoon hij op gem enkele georgani
seerde partij kan steunen, hoewel hij1 feitelijk de
meerderheid van het parlement tegen zich heeft.
Een eerlijk man zou niet graag de door Joean Sji
Kai gebezigde middelen tot de zijne maken, zeker lie
ver niet willen slagen dan zóó. Maar de niruwe
president, we mogen zeggen de dictator is gekomen,
waar hij gaarne he'eft willen wezen. Vijf jaar heeft
hij nu voorl-oopig den tijd om te laten zien, dat hij
er kan blijven eniets kan dom ten bate van
de ontwikkeling van het reuzenrijk, dlat voor kort
slechts bestemd scheen, om verdeeld te worden tus-
achen andere mogendheden als Engeland, Rusland,
Duitschland, Japan.
Over d'e Spaansche reis van den Franschm presi
dent is in de week, welke voorbijging, veel geschre
ven. Het beizoek heeft een uitnemend verloop ge
had en beantwoord aan de politieke verwachtingen.
Het is duidelijk, dat beide landen met vereenigde
krachten in Marokko zullen optreden, dat zij ook
hun Middellandschie Zeepolitiek in hetzelfde vaarwa
ter zullen brengen m evenzeer in andere politieke
vraagstukken één lijn zuilten trekken. Eb, van veel
beteekenis is een telegram, dat koning en president
hebben gezonden aan hun wederzijdschen vriend ko
ning George, ©en vriend, die de beide anderen tot el
kaar beeft gebracht. Het is Engeland geweest, dat
voor een verbetering dter Fransch-Spaanscbe betrek
kingen heeft gezorgd, dat den weg voor tem toenade
ring vrijgemaakt heeft.
klep van die toonbank op. Wapstra liep de gang in
en rukte de dteur van de achterkamer open. „Daar
ben ik. Alles is in ordte, vannacht om twee uur heb
ben wij de diamanten van dien Radja van Mataram
in ons bezit, of de duivel heeft ons in zijn macht!"
Toen die assistent-resident van Lombok 's middags
zijn secretaris naar den tolk zond, had dleze dte koorts.
Van Linteloo wilde gem dokter hebben. Die zeelucht
zou hem wel spoedig opknappen. Langzaam gingen
de unen voorbij. Om zes uur reden de hofrijtuigen
voor, om den Radja, dten assistmt-residienit ©n de
twee eerste hovelingen van den Indischen vorst naar
het ministerie van Koloniën op het Plein te bren
gen. Tom de rijtuigen wegreden stond Smeedes met
moeite op. Zijn besluit was genomen. Het verleden
liet hem niet levend los. Het had1 gem recht meer
op een dood©.
Zoo bleef hij langen tijd' zitten, gefolterd door de
herinnering aan de vr'oegere dagen. Tom het donker
werd liep hij het park in. Hij wilde nog eenmaal
frissche lucht inademen. Hij- bleef langen tijd rond1-
loopen in afgelegen laantjes. Het was tien uur toen
hij in het paleis terugkeerde.
Uit het groote vertrek waar de Balineezen met el
kander sliepen drongen levendige lachmde stemmen
tot hem door. Hij ging naar zijn eigen kamer en
knikte werktuigelijk. De flesschen warm verdwenen.
Hij beek de kamer rond' m zijn oog bleef rustan
op het koord, waarmee de gordijnen werden openge
trokken. En weder knikte de ongelukkige man. Hij
klom op den divan en nam een schilderij af, dat daar
boven hing. Voorzichtig zette hij' het in em hoek.
Tom zette hij zich neder op dm divan en wachtte
in stomme berusting tot de gasten terug kwamen.
Em oogmblik nadat de Radja met zijn gevolg in zijn
vertrekken was teruggekeerd, hoorde hij luidie stem
men. Weder knikte hij. Het liep Wapstra mee. De
Balineezen waren dronken en de bewaker der klein-
noodiën van den Indischen vorst lag te wringen van
pijn op het kleedje, dat hem tot legerstede dimde.
De vertoornde vorst had hem geschopt. En eindelijk
„Het is overbodig, meent de Temps van gisteren,
het karakter der Fransch-Spaansche entente nader
te bespreken. Zij' beteft haar voorbeeld in de Fransch-
Engelsche, waarmede zijl met zooveel banden gehecht
is. Zij staat onder dm invloed van de zorg voor het
Europeesche evenwicht, dat beteekent voor dm vre
de. Zij behoeft niet, om bevestigd te worden, ge
schreven te worden op perkament: spontaan ging ze
uit het hart en dm geest over tot de daad. Wanneer
men den dag na de 'Spaansche feesten em wmsch
uitspreken mag, dan is het deze, dat mm zoowel in
Frankrijk als in het buitenland de Fransch-Spaan
sche betrekkingen beoordeelt gelij'k ze zijn, in over
eenstemming mat het principe van het evenwicht,
met de kracht ten de wij'sbeid, die sinds dlrie era veer
tig jaar door de republiek Frankrijk gevolgd wor
den."
Ein de Berl. Lok. Arnz. zegt: „De Franschm spre
ken reeds van em verbond van vieren, waarmede zij
eindelijk hert Drietvoud'ig Verbond, tenminste wat het
getal der verbonden naties betreft, overtroefd zou
den hebben. Wij kunnen kalm afwachten, wanneer
zij dit doel werkelijk bereiken. Het Europeesche
evenwicht, zouden ze daarmede nog lang niet uit de
scharnieren lichten, m Duitschland in het bijzonder
zou zijn machtspositie ook onder zulke veranderde
omstandigheden weten te handhaven."
Ziedaar weer de oude kwestie: ©enerzijds de ver
klaring, dat mm zich verbindt om het evenwicht van
Europa te versterken, aan den anderen kant echter
de bewering, dat het enkel geschiedt om dat even
wicht te verbreken.
Het verschil van opvatting ligt natuurlijk in de
vijandschap tussehea Frankrijk en Duitschland.
Maar vergeet men in Duitschland niet te zeer, dat
deze nieuwe entente is voorbereid te Londen m dat
men te Londen ook gaarne geneigd is em Duitsch-
Engelsche toenadering in het leven te roepen?
DE' PO'STDIEFSYAL TE UITGEEST.
In heit Zaterdagavondnummer van het Handelsblad
wordt in verband met het in voorarrest houden van
dm heer J. Res, dm onschuldig gebleken brieven
gaarder te Castricum, door dm heer H. J. Wester
ling een woord van protest geuit „tegm het machts
misbruik, waaraan de justitie zich dagelijks schuldig
maakt, wanneer zij. in strijd met de wet verdachten
in voorloopige hechtenis stelt of na afioop van den
termijn in voorloopige hechtenis houdt."
„Ons Wetboek van Strafrecht, zegt de inzender,
staat voorloopige hechtenis sltechts toe in twee ge
vallen: n.l. om herhaling van het misdrijf te voor
komen, m wanneer vrees bestaat voor ontvluchting;
maar de heerm rechters, die het vonnis tot in-voor-
loopige-hechtmis-stelling van dm verdachte uitspre
ken, weten zeer goed, dat wanneer zij niet met een
beroepsmisdadiger te dom hebben, herhaling van het
misdrijf hangende het onderzoek eenvoudig tot de
ongerijmdheden behoort, m een weinig extra-p olitie-
toezicht ontvluchting zoo goed als onmogelijk maakt.
Op wettelijkm grond zon dus voorloopige hechte
nis althans van niet-beroepsmisdadigers tot dte groote
en zeldzame uitzonderingen moeten behooren. Toch
wordt ook voor hm voorloopige hechtenis schier da
gelijks uitgesproken; maar de rechters die zich daar
toe lieenm weten zeer goed of zij moeten al bij
zonder weinig snugger zijn dat da voorloopige
hechtenis alleen wordt gevraagd in het'belang
van hetl onderzoek.
Mm wil! dm verdachte de gelegenheid ontnemen,
om de bewijzen van zijn schuld weg te maken; mm
wil hem dte gelegenheid ontnemen om invloed te
oef mm op getuigenverklaringen; men wil het in
zijn macht hebben om hem te allen tij die te kunnen
hooren, enz. enz. enz.
Maar daar de wet niet toestaat op delzen gTond een
verdachte in voorloopiga hechtenis te stellen of te
houden, wordt het artikel) dat dit wel toestaat tegen
torn alles stil was, maakte Smeedes het gord5jnkoord
los. Het gordijn viel los voor het venster. En toen
was het stil) zeer stil ook in het vertrek dat van Lin
teloo bewoond) bad en dat het verleden van den ou
den Sineedes niet had kunnen uitdelgen.
Het sloeg één uur op da torens van die stad.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
DE DIAMANTEN VAN D!EN RADJA.
Het was middernacht toen Li'zzie door een aanra
king van haar schouder uit den slaap werd' gewekt.
Potter stond voor haar en legde het zwart zijden tri
cot pakje op em stoel neder. Zij had dat altijd gedra
gen op de spiritistische seances, die hij; met haar ge
geven had. „S'ta op en kleed je aanl" zei hij op be
velenden toon, „over em kwartier moet je klaar
zijnl"
Zij gehoorzaamde werktuigelijk. Zij1 kleedde zich
aan bij het flauwe licht van een olielampje. Zij dacht
niet na. Zij stak haar slank lichaampje in em nauw
sluitend tricotpakje, dat in den middel werd' vastge
houden door em kort zwart zijdm broekje. Alleen dte
h^ndm, een paar vingers breed van haar hals m het
gezicht waren bloot.
Onbewegelijk, met gebogen hoofd, mét slap afhan
gende handen bleef zij staan. In dit dunne zwarte
■gewaad, dat haar teedere vorm® duidelijk deed uit
komen, zou zij voor een beeldhouwer kunnen posee-
ren als em allegorische voorstelling van den dood in
de meest ontroerende gedaante.
Het kwartier was voorbij. Potter trad1 binnen, bij
gaf haar em scherp, klein schaartje, dat aan een lang
zwart lint bevestigd was. „Hang dit om je hals en
verberg het in den hals van je tricot."
Zwijgend, zooder aarzelen of dralen, met vermoei
de, werktuigelijke bewegingen gehoorzaamde het jon
ge meisje.
Potter trad op baar toe. Weder dwong hij haar
aan de demonische macht van zijn wil te gehoorza-
beter weten in misbruikt."
Naar aanleiding van bovenstaande schrijft de re
dactie
„Al me'meoi wij, anders dan de inzender, dat het
volstrekt onmogelijk is door politietoezicht em niet
gearresteerde het ontvluchten te beletten en al zal
dus bij' beschuldigden in zaken van voldoenden ern9t
om ontvluchten van em schuldige onmogelijk te ma
ken, voorloopige hechtenis wel altijid verantwoord
zijn toch kan het goed' zijn er aan te herinneren,
dat eFdikwijls in strijd met dien gee st van de
wet gehandeld wordt. Indien voorloopige hechtenis
noodig is om em onderzoek mogelijk te maken wij
spreken niet tegen dat dit het geval kan zijn, dan
moet de wet het veroorloven.
Doch deze quaastie heeft em andere zijde, waarop
wij willen wijzen. Na dte zes weken hechtenis is de
man wegens gebrek aan bewijzen ontslagen. Maar
een particulier detectieve is er vrij spoedig ia ge
slaagd dm warm schuldige te ontdekken.
Nu rijzen enkele vragen bij' ons op: Warm dte aan
wijzingen voor de schuld van Rea voldoende om zijn
in arxeatstelling te motiveeren?
Is hij het onderzoek, torn Res eenmaal in arrest
was, in het algemeen naar dm schuldige gezocht of
is er slechts gezocht naar bewijzen om aan te toonen
dat Res schuldig was?
Heeft de particuliere defectieve, die zoo snel en
flink den warm dief te pakkm kreeg, bijzonder ge
luk gehad? Was hij em Sherlock Holmes met groote
veine? Of heeft hij de normale verrichtingen ge
daan van eiken detectieve, dite alle mogelijke 'schuldi
gen wil nagaan? Wij erkennen dadelijk, dat wan
neer één detectieve slaagt en em ander niet, daaruit
allerminst is af te leiden dat da ander zijn werk
slecht heeft gedaan. Maar.dat kan wel de oor
zaak zijn en als iemand faalt moet mm steeds vra
gen: waarom hebt gij; gefaald?
Wij' vertrouwen dat dte bevoegde autoriteiten wel
zullen zorgen, dat op deize vragen duidelijke antwoor
den komrn. Maar wij zouden zoo gaarne zien dat
bet groote publiek ook eens boorde, hoe dat antwoord
luidt. Het publiek wondt aki regel buiten alles ge
houden wat niet ter openbare rechtzitting geschiedt,
maar het is dat publiek dat lij dm moet bij elke fout.
En een geval als dit met dim postbeambte Res moet
ongerustheid wekken, moet de vraag dom rijzen: als
een onzer, onschuldig, als beklaagde in voorarrest
komt, heeft hij dan' de zekerheid dat bekwame m
ijverige mannen zullen zoeken niet slechts naar be
wijzen van zijn schuld, maar ook naar bewijzen van
zijn onschuld)
Em verslaggever' van het Hbld. heeft om antwoord
op eenige der door de redactie gestelde vragen te
krijgen, zich tot dm heer Eknil Lüning Jr., den di
recteur van het dteteetieve-bureau te Rotterdam, ge
wend en, zegt de redactie, uit het onderhpud
waaraan hieronder em m ander is ontleend bleek
ten duidelijkste, dat de rechercheur, die onder lei
ding van dm directeur de zaak tot klaarheid bracht,
waarlijk geen Sherlock Holmes behoefde te zijn, dat
van bijzondere „veine" gem sprake was m dat de
ontdekking van dten dader volgde uit em logisch on
derzoek, waarbijl eenvoudig werd nagegaan wie in de
termen vielen bij da zaak betrokken te zijn; zoo be
landde mm vanzelf bij dm dader. Het emige geluk
dat men had was, dat de dader bekende 1
-Hoe treedt uwe particuliere recherche in der
gelijke gevallen op? vroeg de verslaggever.
Ons onderzoek is neutraal, was 't antwoord. Wij
beginnen niet met iemand te verdenken, maar wij
gaan na wie bij' dte zaak betrokken kunnen zijn.
Zoo ook bier. Eir warm, zeg em tiental personen,
dite dm diefstal hadden kunnen plegen. Eén voor
één zijn ze door onzen rechercheur Mackmbach nage
gaan en torn negm van de tim blijkens ons onder
zoek ten slotte buitm alle verdenking stonden, bleef
de tiend© over. Dat was de klerk J. Koppmol, die
thans te Utrecht gearresteerd is. Dat juist hij de
laatste was, kwam doordat hij den dag van den dief
stal vrij van dienst was geweest.
Uit het onderzoek biteek, dat Koppenol (die tegen
over het station woonde)' door het loket heeft ge
loerd van het vertrek, wa'arin de brievenzak lag.
Heeft u ook vernomen, waarop de justitie haar
vermoeden tegm Res grondde?
men. De oogen van het jonge meisje vielen lang
zaam dlicht De wil van den andere leefde in haar:
dte hare lag in hoeden geslagen.
„Kom meel" Hij' trok een zwart zijdien muts over
ha'ar hoofd en wierp em mantel om haar schouders.
Tom deed hij' de deur open.
Met gesloten oogen m toch met vaste onhoorbare
schreden volgde zij hem. Eten geheimzinnige macht
bewoog haar voort en zette haar voet onfeilbaar op
de rechte plaats.
Verhoeven maakte de buitendeur open. Er stond
em gesloten rijtuig voor. De „Lange" zat op den
bok. Potter liet de trede neer. „Stap in." Haar
lichaam volgde werktuigelijk bet bevel' op. Potter
ging naast haar zitten en deed het portier dicht.
Langzaam reedl het rijtuig weg. Hij' herhaalde nog
ems alles met haar wat wij reeds weten. In den slaap
liet hij haar schrede voor schrede dm weg afleggen,
dim zij onder de macht van zijn wil zou volgen.
Plotseling schrikte hij. „Schuif het raampje
open!" had hij gezegdi
En toonloos, fluisterend antwoordden dte lippen
der somnambule: „Het kan niet; de grendel' is er
op."
Hij huiverde. Zou dus alles te vergeefs wezen?
Zou het geheel'e plan mislukken door zulk em klei
nigheid, door ©en grendeltje van em raampje; dat
een kind zou kunnen verschuiven?
Plotseling had hij em gelukkigen inval. Hij nam
dm ring, dim hij' bij de nalatenschap van zijn broe
der gevonden had en waarin em echte diamant schit
terde, van zijn vinger, trok de schaar uit haar hals
boord te voorschijn en schoof hem daaraan. „Er zit
em ring met een diamant aan dte schaar die je bij je
draagt. Neeim dim er af en trek daarmee aan de
linkerzijde van de ruit em kleinen hal ven cirkel.
Do© dat daar waar de grendel zit, langs de ruit. Druk
het doorgesneden stuk glas de kamer in. Wat hoor
je?"
„Het stuk glas valt op de vensterbank."
„Luister of er iets beweegt."
(Wordt vervolgd).