DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No« 238. Honderd en vijftiende Jaargang. 1913. MAANDAG 13 OCTOBER. (Gemeenteraad van Alkmaar* FEUILLETON. Onder Suggestie. op|Woensdag 15 Qctober,1913„ 'stn.m. 1 uur. 28) BINNENLAND. ALKMAARSGHE COURANT randden Punten van behandeling1 i L Vaststelling der notulen van de vorige verga dering. Mededealingen. Ingekomen stukken. 2. Benoeming lid en plv. lid commissie van aan slag in de bedrijfsbelasting (Bijlage mo. 98). 8. Benoeming regentes Burgerweeehuis (Bijlage no. 101). 4. Benoeming directeur gem. gasfabriek (Bijlage no. 107). 5. Behandeling rekeningen 1912 van! den Hout en de plantsoenen, gem. gasfabriek, 'Stadsziekenhuis (Bijlagen nrs. 90, 90, 103). 0. Voorloopige vaststelling gemeente-rekening, dienst 1912 (Bijlage no. 91). 7. Onderhandsche verhuring woning Ridderstraat 10 (Bijlage no. 94). 8. Vaststelling verordening op den burgerlijken standi (Bijlage no. 95). 9. In zake lidmaatschap v. d. Hat. Vereemging tegen werkloosheid (Bijlage no. 99). 10. Wijziging Verordening op de keuring enz. van vleesch (Bijlage no. 100). 11. Vaststelling Verordening op het heffen van beerputten'b'elasting (Bijlage no. 102). 12. Verpachting standplaats Stoomcarroussel, ker missen 19141916 (Bijlage no. 104). 13. In zake bijdragen van particulieren kosten ri ool in Nieuwpoortslaan (Bijlage no. 105). 14. Aanvulling verordening Gemeentelijken Hoofdcursus (Bijlage no. 106). 15. Vaststellen verordeningen op het heffen en invorderen eener belasting op de honden (Bijlage no. 136 van 1912). 16. Wijziging verordening op het heffen eener be lasting op openbare vermakelijkheden (Bijlage no. 10). 17. Behandeling bezwaarschriften in hooger be roep tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag, diensrt 1912. 18. Benoeming van een Waagmeasitei' (Bijlage no. 108). 19. Voorstel van B. en W. inzake ontheffing van art. 28, le al. der Bouw- en Woningverordening (Bijlage No. 109). Burgemeester en Wethouders van Gelet op art. 3, 3e lid, dier Armenwet, Brengen ter openbare kennis, dat dbor bun colle ge bij besluit van 9 dezer, No. 23, de navolgende in deze gemeente gevestigde instellingen van weldadig heid zijn geplaatst, op de lijst bedoeld in art. 3, le lid, der Armenwet, naar de rangschikking als bij elk dier instellingen is aangegeven: lo. Vereeniging Spijskokerij „St. Willtebrordus" (art. 2 Ir c.) 2o. Gereformeerde Vrouwen Vereeniging „Hulp in nood"' (art. 2 Ir b.) 3o. Vereeniging „Ziekenhulp" (art. 2 Ir c.) 4o. Vereeniging van wijkzusters der Ned. Herv. Gemeente (art. 2 lr b.). 5o. Commissie tot „Huisverzorging" (art. 2 lr c.) Vereeniging voor Gezinsverpleging (art. 2 lr Protestantsche Vrouwenveraeniging (art. 2 lr Heilige Catharina van Smm 6o. c.). 7o. c.) 8o. Vereeniging (art. 2 lr. b.) 9o. Vereeniging Kinderkleeding en Kindervoeding (art. 2 lr c.) Alkmaar, 11 October 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. ALKMA AR, 13 October. Het belangrijkste fei't dhr afgteloopen week is on getwijfeld geweest de Verkiezing van Joean Sji Kai tot president van China, waarmede gepaard is ge gaan de erkenning van de republiek door de mo gendheden. Roma* aaar htelt Duitsch van a CROME SCHWIENING. „En de bewaker van zijn diamanten?" „Die blijft ook hier." Wapstra's oogen schitterden. „Des te beter. Kijk, hier heb je den besten Jamaica-rum die er te krijgen was", zeidia hij, terwijl hijj dlrie flesschen uit zijn mand nam. „En jij moet er voor zorgen, Smeedes, dat de Balineezen hein in handen krijgen. D'an zul len ze hean wel drinken ook. En nu, luister goed, SmeedesI als je ons verraadt, ik verzeker je dat wij je vinden zullen, al was het in het verst afgelegen hoekje van. dia werel'dL Geen martelaar zou ooit er ger martelingen hebben doorstaan dan jij." „Ik zal je niet verraden, Wapstra", zei Smeedes mert klanklooze steim en een weemoedig lachje speel de om zijn! mond. „Je ziet immers ik ben reeds op geschreven ten doedel" Wapstra zag zijn slachtoffer aan en knikte tevre den. „Ik geloof je", zeide hij. „Da flesschen zal ik hier in een hoek zetten. Eb merk je morgen, dat wij den buit in handen hebben, laat je bruinen vorst morgenavond dan alleen met zijn bruine vrienden vertrekken en kom jij naar Amsterdam, het oude nest, dat je wel kent, waar wij onze schatten verber gen. En zoo waar als ik Wapstra heet, je zul't ook je deel ontvangen!" Met strakke oogen, zonder dte minste uitdrukking, zag Smeedes hem na toen hij de kamer uitging. Met de witte koksmuts over het voorhoofd getrok ken trad Wapstra de herberg „De drie Zeevaarders" binnen en liep naar de toonbank. „Zal ik de dingen regelrecht naar de keuken brengen?" vroeg hij lachend. Verhoeven knikte zwijgend en lichtte de China is dus een republiek geworden maar niet zooals hare voorbereiders zioh haar gedacht hadden. De groote geleerde dr. Sun-Yatl-Sen en al zijn aanhangers, die in Europa haddien gestudeerd, droomden er van, China te maken tot e'en republiek naar Westersch voorbeeld. Maar een vier-honderd- millioenen volk is geen leem, dat men kneeden kan, gelijk men het wil. Eieml grondwet, ma parlement, een president zij' zijn nitet voldoende om een repu bliek naar Westerschen trant te vormen. Daartoe is meer noodig; een voedingsbodem voor de Westersche denkbeelden, waarvoor het Chineezeo-volk geschikt moet worden gemaakt. Bekend en teekenend ia het verhaaltje van dien Sch'warzwalder boer die in 1848 een republiek wilde met den groot-hertpg aan het hoofd! In deze beeldspraak zou men kunnen zeggen, dat China een keizerrijk ia geworden met een president op den troon. Joean iSji Kai toch is bekleed met dezelfde dictatoriale macht, welke die dynastie bezat. Hij zal moeten trachten uit de ruïnes van het oude keizer rijk een moderne republiek op te bouwen. Eten Ehgel- scha voorspeller heeft wel gelijk gekregen, toen hij negen jaar geileden schreef: „In minder dan tien „jaar zal het lot Joean Sji Kai noodzaken zijn vuist „te laten ziten, maar wat dia vuist zal zijn, kan nie- „mand nu nog zeggen." Joean Sji Kail is altijd een buitengewoon man ge weest, geen groot hervormer, geen apostel, maar een politiek genie. Zijn grootste eigenschap is wellicht, dat hij weet te wachten er zijn niet veel, die dat kunnen, wanneer ze hooge aspiraties hebben: de meesten achten het leven te kort om Ze te verwezen lijken en maken daarom haast. De eerzuchtige, krachtige man heetft vernederingen gedragen, hij heeft de (dynastie, die hem verbannen h'ad, nog weer opnieuw gediend, toen da revolutie reeds was uitge broken, hij! heeft haar tenslotte weggezonden ten zij nen behoeve, hij1 heeft door kalm afwachten maar in grijpen op het juiste oogenblik, de overwinning we ten te behalen op dr. Sun Yat Sen, en thans domi neert hij, ofschoon hij op gem enkele georgani seerde partij kan steunen, hoewel hij1 feitelijk de meerderheid van het parlement tegen zich heeft. Een eerlijk man zou niet graag de door Joean Sji Kai gebezigde middelen tot de zijne maken, zeker lie ver niet willen slagen dan zóó. Maar de niruwe president, we mogen zeggen de dictator is gekomen, waar hij gaarne he'eft willen wezen. Vijf jaar heeft hij nu voorl-oopig den tijd om te laten zien, dat hij er kan blijven eniets kan dom ten bate van de ontwikkeling van het reuzenrijk, dlat voor kort slechts bestemd scheen, om verdeeld te worden tus- achen andere mogendheden als Engeland, Rusland, Duitschland, Japan. Over d'e Spaansche reis van den Franschm presi dent is in de week, welke voorbijging, veel geschre ven. Het beizoek heeft een uitnemend verloop ge had en beantwoord aan de politieke verwachtingen. Het is duidelijk, dat beide landen met vereenigde krachten in Marokko zullen optreden, dat zij ook hun Middellandschie Zeepolitiek in hetzelfde vaarwa ter zullen brengen m evenzeer in andere politieke vraagstukken één lijn zuilten trekken. Eb, van veel beteekenis is een telegram, dat koning en president hebben gezonden aan hun wederzijdschen vriend ko ning George, ©en vriend, die de beide anderen tot el kaar beeft gebracht. Het is Engeland geweest, dat voor een verbetering dter Fransch-Spaanscbe betrek kingen heeft gezorgd, dat den weg voor tem toenade ring vrijgemaakt heeft. klep van die toonbank op. Wapstra liep de gang in en rukte de dteur van de achterkamer open. „Daar ben ik. Alles is in ordte, vannacht om twee uur heb ben wij de diamanten van dien Radja van Mataram in ons bezit, of de duivel heeft ons in zijn macht!" Toen die assistent-resident van Lombok 's middags zijn secretaris naar den tolk zond, had dleze dte koorts. Van Linteloo wilde gem dokter hebben. Die zeelucht zou hem wel spoedig opknappen. Langzaam gingen de unen voorbij. Om zes uur reden de hofrijtuigen voor, om den Radja, dten assistmt-residienit ©n de twee eerste hovelingen van den Indischen vorst naar het ministerie van Koloniën op het Plein te bren gen. Tom de rijtuigen wegreden stond Smeedes met moeite op. Zijn besluit was genomen. Het verleden liet hem niet levend los. Het had1 gem recht meer op een dood©. Zoo bleef hij langen tijd' zitten, gefolterd door de herinnering aan de vr'oegere dagen. Tom het donker werd liep hij het park in. Hij wilde nog eenmaal frissche lucht inademen. Hij- bleef langen tijd rond1- loopen in afgelegen laantjes. Het was tien uur toen hij in het paleis terugkeerde. Uit het groote vertrek waar de Balineezen met el kander sliepen drongen levendige lachmde stemmen tot hem door. Hij ging naar zijn eigen kamer en knikte werktuigelijk. De flesschen warm verdwenen. Hij beek de kamer rond' m zijn oog bleef rustan op het koord, waarmee de gordijnen werden openge trokken. En weder knikte de ongelukkige man. Hij klom op den divan en nam een schilderij af, dat daar boven hing. Voorzichtig zette hij' het in em hoek. Tom zette hij zich neder op dm divan en wachtte in stomme berusting tot de gasten terug kwamen. Em oogmblik nadat de Radja met zijn gevolg in zijn vertrekken was teruggekeerd, hoorde hij luidie stem men. Weder knikte hij. Het liep Wapstra mee. De Balineezen waren dronken en de bewaker der klein- noodiën van den Indischen vorst lag te wringen van pijn op het kleedje, dat hem tot legerstede dimde. De vertoornde vorst had hem geschopt. En eindelijk „Het is overbodig, meent de Temps van gisteren, het karakter der Fransch-Spaansche entente nader te bespreken. Zij' beteft haar voorbeeld in de Fransch- Engelsche, waarmede zijl met zooveel banden gehecht is. Zij staat onder dm invloed van de zorg voor het Europeesche evenwicht, dat beteekent voor dm vre de. Zij behoeft niet, om bevestigd te worden, ge schreven te worden op perkament: spontaan ging ze uit het hart en dm geest over tot de daad. Wanneer men den dag na de 'Spaansche feesten em wmsch uitspreken mag, dan is het deze, dat mm zoowel in Frankrijk als in het buitenland de Fransch-Spaan sche betrekkingen beoordeelt gelij'k ze zijn, in over eenstemming mat het principe van het evenwicht, met de kracht ten de wij'sbeid, die sinds dlrie era veer tig jaar door de republiek Frankrijk gevolgd wor den." Ein de Berl. Lok. Arnz. zegt: „De Franschm spre ken reeds van em verbond van vieren, waarmede zij eindelijk hert Drietvoud'ig Verbond, tenminste wat het getal der verbonden naties betreft, overtroefd zou den hebben. Wij kunnen kalm afwachten, wanneer zij dit doel werkelijk bereiken. Het Europeesche evenwicht, zouden ze daarmede nog lang niet uit de scharnieren lichten, m Duitschland in het bijzonder zou zijn machtspositie ook onder zulke veranderde omstandigheden weten te handhaven." Ziedaar weer de oude kwestie: ©enerzijds de ver klaring, dat mm zich verbindt om het evenwicht van Europa te versterken, aan den anderen kant echter de bewering, dat het enkel geschiedt om dat even wicht te verbreken. Het verschil van opvatting ligt natuurlijk in de vijandschap tussehea Frankrijk en Duitschland. Maar vergeet men in Duitschland niet te zeer, dat deze nieuwe entente is voorbereid te Londen m dat men te Londen ook gaarne geneigd is em Duitsch- Engelsche toenadering in het leven te roepen? DE' PO'STDIEFSYAL TE UITGEEST. In heit Zaterdagavondnummer van het Handelsblad wordt in verband met het in voorarrest houden van dm heer J. Res, dm onschuldig gebleken brieven gaarder te Castricum, door dm heer H. J. Wester ling een woord van protest geuit „tegm het machts misbruik, waaraan de justitie zich dagelijks schuldig maakt, wanneer zij. in strijd met de wet verdachten in voorloopige hechtenis stelt of na afioop van den termijn in voorloopige hechtenis houdt." „Ons Wetboek van Strafrecht, zegt de inzender, staat voorloopige hechtenis sltechts toe in twee ge vallen: n.l. om herhaling van het misdrijf te voor komen, m wanneer vrees bestaat voor ontvluchting; maar de heerm rechters, die het vonnis tot in-voor- loopige-hechtmis-stelling van dm verdachte uitspre ken, weten zeer goed, dat wanneer zij niet met een beroepsmisdadiger te dom hebben, herhaling van het misdrijf hangende het onderzoek eenvoudig tot de ongerijmdheden behoort, m een weinig extra-p olitie- toezicht ontvluchting zoo goed als onmogelijk maakt. Op wettelijkm grond zon dus voorloopige hechte nis althans van niet-beroepsmisdadigers tot dte groote en zeldzame uitzonderingen moeten behooren. Toch wordt ook voor hm voorloopige hechtenis schier da gelijks uitgesproken; maar de rechters die zich daar toe lieenm weten zeer goed of zij moeten al bij zonder weinig snugger zijn dat da voorloopige hechtenis alleen wordt gevraagd in het'belang van hetl onderzoek. Mm wil! dm verdachte de gelegenheid ontnemen, om de bewijzen van zijn schuld weg te maken; mm wil hem dte gelegenheid ontnemen om invloed te oef mm op getuigenverklaringen; men wil het in zijn macht hebben om hem te allen tij die te kunnen hooren, enz. enz. enz. Maar daar de wet niet toestaat op delzen gTond een verdachte in voorloopiga hechtenis te stellen of te houden, wordt het artikel) dat dit wel toestaat tegen torn alles stil was, maakte Smeedes het gord5jnkoord los. Het gordijn viel los voor het venster. En toen was het stil) zeer stil ook in het vertrek dat van Lin teloo bewoond) bad en dat het verleden van den ou den Sineedes niet had kunnen uitdelgen. Het sloeg één uur op da torens van die stad. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. DE DIAMANTEN VAN D!EN RADJA. Het was middernacht toen Li'zzie door een aanra king van haar schouder uit den slaap werd' gewekt. Potter stond voor haar en legde het zwart zijden tri cot pakje op em stoel neder. Zij had dat altijd gedra gen op de spiritistische seances, die hij; met haar ge geven had. „S'ta op en kleed je aanl" zei hij op be velenden toon, „over em kwartier moet je klaar zijnl" Zij gehoorzaamde werktuigelijk. Zij1 kleedde zich aan bij het flauwe licht van een olielampje. Zij dacht niet na. Zij stak haar slank lichaampje in em nauw sluitend tricotpakje, dat in den middel werd' vastge houden door em kort zwart zijdm broekje. Alleen dte h^ndm, een paar vingers breed van haar hals m het gezicht waren bloot. Onbewegelijk, met gebogen hoofd, mét slap afhan gende handen bleef zij staan. In dit dunne zwarte ■gewaad, dat haar teedere vorm® duidelijk deed uit komen, zou zij voor een beeldhouwer kunnen posee- ren als em allegorische voorstelling van den dood in de meest ontroerende gedaante. Het kwartier was voorbij. Potter trad1 binnen, bij gaf haar em scherp, klein schaartje, dat aan een lang zwart lint bevestigd was. „Hang dit om je hals en verberg het in den hals van je tricot." Zwijgend, zooder aarzelen of dralen, met vermoei de, werktuigelijke bewegingen gehoorzaamde het jon ge meisje. Potter trad op baar toe. Weder dwong hij haar aan de demonische macht van zijn wil te gehoorza- beter weten in misbruikt." Naar aanleiding van bovenstaande schrijft de re dactie „Al me'meoi wij, anders dan de inzender, dat het volstrekt onmogelijk is door politietoezicht em niet gearresteerde het ontvluchten te beletten en al zal dus bij' beschuldigden in zaken van voldoenden ern9t om ontvluchten van em schuldige onmogelijk te ma ken, voorloopige hechtenis wel altijid verantwoord zijn toch kan het goed' zijn er aan te herinneren, dat eFdikwijls in strijd met dien gee st van de wet gehandeld wordt. Indien voorloopige hechtenis noodig is om em onderzoek mogelijk te maken wij spreken niet tegen dat dit het geval kan zijn, dan moet de wet het veroorloven. Doch deze quaastie heeft em andere zijde, waarop wij willen wijzen. Na dte zes weken hechtenis is de man wegens gebrek aan bewijzen ontslagen. Maar een particulier detectieve is er vrij spoedig ia ge slaagd dm warm schuldige te ontdekken. Nu rijzen enkele vragen bij' ons op: Warm dte aan wijzingen voor de schuld van Rea voldoende om zijn in arxeatstelling te motiveeren? Is hij het onderzoek, torn Res eenmaal in arrest was, in het algemeen naar dm schuldige gezocht of is er slechts gezocht naar bewijzen om aan te toonen dat Res schuldig was? Heeft de particuliere defectieve, die zoo snel en flink den warm dief te pakkm kreeg, bijzonder ge luk gehad? Was hij em Sherlock Holmes met groote veine? Of heeft hij de normale verrichtingen ge daan van eiken detectieve, dite alle mogelijke 'schuldi gen wil nagaan? Wij erkennen dadelijk, dat wan neer één detectieve slaagt en em ander niet, daaruit allerminst is af te leiden dat da ander zijn werk slecht heeft gedaan. Maar.dat kan wel de oor zaak zijn en als iemand faalt moet mm steeds vra gen: waarom hebt gij; gefaald? Wij' vertrouwen dat dte bevoegde autoriteiten wel zullen zorgen, dat op deize vragen duidelijke antwoor den komrn. Maar wij zouden zoo gaarne zien dat bet groote publiek ook eens boorde, hoe dat antwoord luidt. Het publiek wondt aki regel buiten alles ge houden wat niet ter openbare rechtzitting geschiedt, maar het is dat publiek dat lij dm moet bij elke fout. En een geval als dit met dim postbeambte Res moet ongerustheid wekken, moet de vraag dom rijzen: als een onzer, onschuldig, als beklaagde in voorarrest komt, heeft hij dan' de zekerheid dat bekwame m ijverige mannen zullen zoeken niet slechts naar be wijzen van zijn schuld, maar ook naar bewijzen van zijn onschuld) Em verslaggever' van het Hbld. heeft om antwoord op eenige der door de redactie gestelde vragen te krijgen, zich tot dm heer Eknil Lüning Jr., den di recteur van het dteteetieve-bureau te Rotterdam, ge wend en, zegt de redactie, uit het onderhpud waaraan hieronder em m ander is ontleend bleek ten duidelijkste, dat de rechercheur, die onder lei ding van dm directeur de zaak tot klaarheid bracht, waarlijk geen Sherlock Holmes behoefde te zijn, dat van bijzondere „veine" gem sprake was m dat de ontdekking van dten dader volgde uit em logisch on derzoek, waarbijl eenvoudig werd nagegaan wie in de termen vielen bij da zaak betrokken te zijn; zoo be landde mm vanzelf bij dm dader. Het emige geluk dat men had was, dat de dader bekende 1 -Hoe treedt uwe particuliere recherche in der gelijke gevallen op? vroeg de verslaggever. Ons onderzoek is neutraal, was 't antwoord. Wij beginnen niet met iemand te verdenken, maar wij gaan na wie bij' dte zaak betrokken kunnen zijn. Zoo ook bier. Eir warm, zeg em tiental personen, dite dm diefstal hadden kunnen plegen. Eén voor één zijn ze door onzen rechercheur Mackmbach nage gaan en torn negm van de tim blijkens ons onder zoek ten slotte buitm alle verdenking stonden, bleef de tiend© over. Dat was de klerk J. Koppmol, die thans te Utrecht gearresteerd is. Dat juist hij de laatste was, kwam doordat hij den dag van den dief stal vrij van dienst was geweest. Uit het onderzoek biteek, dat Koppenol (die tegen over het station woonde)' door het loket heeft ge loerd van het vertrek, wa'arin de brievenzak lag. Heeft u ook vernomen, waarop de justitie haar vermoeden tegm Res grondde? men. De oogen van het jonge meisje vielen lang zaam dlicht De wil van den andere leefde in haar: dte hare lag in hoeden geslagen. „Kom meel" Hij' trok een zwart zijdien muts over ha'ar hoofd en wierp em mantel om haar schouders. Tom deed hij' de deur open. Met gesloten oogen m toch met vaste onhoorbare schreden volgde zij hem. Eten geheimzinnige macht bewoog haar voort en zette haar voet onfeilbaar op de rechte plaats. Verhoeven maakte de buitendeur open. Er stond em gesloten rijtuig voor. De „Lange" zat op den bok. Potter liet de trede neer. „Stap in." Haar lichaam volgde werktuigelijk bet bevel' op. Potter ging naast haar zitten en deed het portier dicht. Langzaam reedl het rijtuig weg. Hij' herhaalde nog ems alles met haar wat wij reeds weten. In den slaap liet hij haar schrede voor schrede dm weg afleggen, dim zij onder de macht van zijn wil zou volgen. Plotseling schrikte hij. „Schuif het raampje open!" had hij gezegdi En toonloos, fluisterend antwoordden dte lippen der somnambule: „Het kan niet; de grendel' is er op." Hij huiverde. Zou dus alles te vergeefs wezen? Zou het geheel'e plan mislukken door zulk em klei nigheid, door ©en grendeltje van em raampje; dat een kind zou kunnen verschuiven? Plotseling had hij em gelukkigen inval. Hij nam dm ring, dim hij' bij de nalatenschap van zijn broe der gevonden had en waarin em echte diamant schit terde, van zijn vinger, trok de schaar uit haar hals boord te voorschijn en schoof hem daaraan. „Er zit em ring met een diamant aan dte schaar die je bij je draagt. Neeim dim er af en trek daarmee aan de linkerzijde van de ruit em kleinen hal ven cirkel. Do© dat daar waar de grendel zit, langs de ruit. Druk het doorgesneden stuk glas de kamer in. Wat hoor je?" „Het stuk glas valt op de vensterbank." „Luister of er iets beweegt." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1