DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Aipeene Ledetirergadering So. 252. Honderd en Tijftiende jaargang. 1913. WOENSDAG 29 OCTOBER. Alkinaarsche Huishoud- en Industrieschool. Eugelsche Brieven. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. rij dag 31 October 1913, Telefoonnummer 3. Dit nnnimer bestaat uit 2 bladen. BINNENLAND. STADSNIEUWS. NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND. 2^ilA7vlS op 's namiddags 3 unr. 1. Notulen. 2. Begrooting voor 1914. 3. Benoeming van de Financieële Commissie. 4. Benoeming van een nieuw bestuurslid in de plaats van den Heer J. A. HUISKEN. 5. Rondvraag. 6. Sluiting. C. M. EITSNEIJENHUIJS Secretaresse. Nadruk verboden. Londen, 27 October 1913. Deze week kon men in de restauratie van bet Cri terion iemand vergeefsché pogingen zien aanwenden om een ruit met een loodlen kogel, die ongeveer 1 KG. woog, stuk te krijgen. Deze ruit wa® van zoogenaamd' drievoudig „tri- ilesx," glas, een fabrikaat dat wel' barsten doch. niet oreken kan, zoodiat men zich niet meer behoeft te twetsen bij spoorweg-, rijtuig- of auto-ongelukken en mdera onlgövalïen, waarbij gebroken glas zijn gevaar- ij kd rol! speelt: er vliegen) zélfs geeh splinters of chilfers af. Dik veiligheidsglas bestaat uit twee lagen glas, met ien dunne laag „xylonite," een hars- of terpentij n- .ohtige zelfstandigheid er tusschen, terwijl die drie loor glucose, onder ontzettenden d!ruk, aan elkaar rorden 'bevestigd. Men kan! er met hi banner op laan, er op stampem en trappten, men 'krijgt wel' bars en er in. doch gieen stukken er af. 'n Kogel! bijvoor- teeld die d'oor 10 cM. hout drong en toen nog een !eut maakte in eebi plaat ij'zer daarachter, maakte al- een een. ster, doch geen gat in dit glas. Een andleré teu'gcf is dat het geen geluid doorlaat en de hoogste vél, dat d'e inbreker er met diamant niet door kan, oodat de juweliers geen gevaar meer behoeven te oope-n dat hun. spiegelruiten word'eln stukgeslagen en ie. uitgestalde kostbaarheden ges/tolen. Terwijl die eni and'ere winkeliers zich dus tot op zekere hoogte kunnen beveiligen tegen het ver brijzelen hunner ruiten, is de winkelierssoort ge naamd „modemaaksters" een vak dat hier zeer veel door mannen beoefend wordt zeer verbolgen, want, evenals reeds in Amerika het geval is, zal ook hier wéldra het dragen van veeren op den hoed ver boden zijn. Reeds vijf jaar lang heeft men h'ier wetsontwerpen daartegen, zoogenaamde „plumage bills" bij het La ge.' hois ingediend, doch wetsontwerpen, waartoe niet ue rageering doch het een of anlder lid' het initiatief nee rut, worden hier bijna nooit wet, tengevolge van d« allerzondterl'ingste werkwijze en bepalingen in het reglement van orde. Telkens al's zoo'n veeren-ont- werp in behandeling kwam, trad elk afgevaardigde, die aandeelen in een modezaak heeft, in hét krijt en „praatte het uit," dat wil zeggen, redevoerde er zoo lang over, d'at het volgens het reglement van orde vaistgesteldte nur bereikt was, voor men tot stemming kon overgaan. En nu brengt 'die werkwijze van het Lagerhuis mee, dat in zoo'n geval zulk een ontweTp niet een dag of een week later verder wordt behan deld, neen, het moet op dien bepaalden dag, voor dat bepaalde uur in stemming zijn geweest, 'anders is het van zelf van dé baan tot hét volgend jaar. Bij den aanvang van elk zittingsjaar wordt namelijk ge loot, wie deir leden wetsontwerpen mogen indienen en in welke volgorde; trekt de voorstaller of een van dienS medestanders een laag nummer, dan kan de zelfde coïnedie weer geheel van voren af aan begin nen. Zoo langzamerhand is evenwel' d'e ruwe 'gevoelloos heid der d'ameé om met vee ren op haar hoed te loo- ipen zulk een openbaar schandaal' géwordén, dat de regeering nu zelve een ontwerp zal indienen en ook hier te land'e een ein'de maken aan deize navolging van do „mode" onder neger- en andere on- of minbe schaafde volken. De „modemaaksters" in *t Lager huis en daarbuiten wetén belst dat dé regeering, als ze wil, zulk een ontwerp kan afgedaan krijgen en vandaar de verbolgenheid, waarover ik zooeven sprak. Men heeft onmiddellijk een- „National Plumage Com mittee'' samengesteld, waarin de voornaamste fir ma's, die zich mét dén) invoer van veeren bezighou den zijn vertegenwoordigd' en dieze „Nationale Pluim-Commissie' heeft in de lokalen der Londten- iseh o Kamer van Koophandel vergaderd, met 'het ge volg d'at eene verklaring is gepubliceerd), diat het ontwerp den handel in veeren voor garnituur, „fancy feather trade," zal te gronde richten, dat er geen enlkelo vogel min'dér om zal gedood wordlen en dat de handél in d'it artikel' van Groot-Brittannië naar het vasteland zou verplaatst worden. De tegenstanders van het ontwerp joggen, dat afeten ziekelijke senti mentaliteit de drijvende kracht achter d!it ontwerp is en de voorstanders de oogen sluiten voor de naakte feiten. Reedis herhaaldtelijk wees ik ter in deze brieven op hoe het Engelsche Koningspaar, evenals dé Néd'er- lan'dsche Koninginnen, prins Hendrik en, tot op Zékere hoogte, dé Duitscho Keizer dit doen, op alle manieren belangstelling toont in het dagelijksch le ven zijner onderdanen. Ook nu weer heeft Koningin Mary door een bezoek aan Aldershot» waar de groote kampementen van het Engelsche leger zijn, kans ge zien zich om iets ander's te bekommeren dan zuiver militaire zaken. Dilt „iets anders" is het lot der is ol da ten vr o u w en. Er schijnt in het Ehgelsche leger een voorfechrift te bestaan zeker niet geschikt om de zedelijkheid te bevorderen dat slechts een bepaald aantal sol daten mag huwen; i!k meen Die 5 krijgen dan zekeré voorrechten, wijl! ze „on the strength" ge huwd zijn. Doch tal van minderen huwen „off the strength," d'at wil' zeggen hunne vrouwen worden niet geacht „tot dé sterkté' te behooren, die moeten maar zien hoe ze rondkomen met dé soldij, die hier voor een soldaat niet hoog is en voor een gezin alles zins ontoereikend. De Koningin heeft nu bijl haar laatste bezoek, in gezelschap des Konings aan AMértshot1 gebracht, goed uit haar oogen gekeken en velerlei onderzocht, met dit gevolg dat zij haar schouders onder het wiel heeft gezet. Zij1 is met alle kracht bezig niet alleen een belangrijke verhooging dér bewuste 5 te krij gen, doch ook allerlei tirannieke bepalingen te laten intrekken, die bevelvoerende opperofficieren be voegdheid geven om hen, die willen huwen, aller- en velerlei moeilijkheden in den weg te leggen. Hiervan schijnt nogal kras misbruik te worden gemaakt, wat alweer tot minder wemschelijke verhoudingen en toe standen aanleiding geeft. Ze heeft dé zaak uitvoerig besproken met 's Ko nings oom, den hertog van Connaught, voor hij, als onderkoning, weer naar Canada vertrok en die als gewezen opperbevelhebber van het leger met deze kwestie wel bekend is. Einl nu Js zij bezig de advie zen in te winnen van allerlei bevoegde en deskundige beoordeelaars. Dat Engeland' in sommige opzichten) nog bij1 Ne derland ten achter is, blijkt wal uit het feit, dat het de eerste maal is dat een Jood, iSir Rufus Isaacs, tot het hoogste rechterlijke ambt, dat van Lord Chief ■Justice, is benoemd'. Er ie nog eens een Engelsche Jood) rechter géweefct, Sir George Jesisel, die, evenals Sir Rufus, lid) van een liberaal ministerie is geweest, alls advocaat- of als procureur-generaal. Een derde Jood had, in Gladstone's tijd, rechter kunnen wor den, de bekende jurist Arthur Cohen. Doch deze, die lid van het Lagerhuis was, had geen erg vasten zetel^ en Gladstone verzocht hem niet af te treden. Er zitten1 nu, na 'Sir1 Rufus' aftreden, nog twee Jo den in hét ministerie: Herhert Samuel, die minister va-n Post en Telegrafie is en E. S. Montagu, die vi ce-minister its voor Ind'i'ë. Voor Nedérland'sche boekenliefhebbers, dié dus be kend' zijn met dé firma 'C'ohen, vroeger iri Arnhem en Nijmegen en nu in Amsterdam gevestigd, heeft het bovenmeegedeeld'e nog éen ander belang, In het midden der achttiende eeuw woonde in Nijmegen een Cohen, van wien genoemde uitgevers afstammen, dioch een zijner zoons of kleinzoons ging naar Amers foort, waar zijn zoons tot gioote welvaart geraakten. Het mooie huis, d'at te Amersfoort als stadhuis wordt gebruikt en waar prins Willem V op zijn vlucht logeerde, had een dier Cohens voor zich laten bouwen, evanalb dat, waarin nu bet R.-K. Meisj es- pensionaat is gevestigd. Eén van diens zoons ging naar Amsterdam, een kleinzoon naar Liverpool en een achterkleinzoon naar Londen. Deze werd lid van het Lagerhuis en door hunne móéders en groot moeders zijn zoowel de ministers Samuel en Montagu als dé Engelsche Rothschilds met' dezen tak der fa milie Cohen verwant. De vrouw van Sir Rufus Isaacs is ook weer eene Cohen, doch, naar ik meen, ié zij van een andere familie. F.S. __Tot mijn leedwezen moet ik erkennen dat ik in mijii vorigen brief voorbarig ben geweest, want Buckingham Palace was nog niet geheel af toen prins Arthur van Connaught met de hertogin van Fife trouwde. Laat ons hopen dat het geluk van hét jonge paar er niet onder geleden heeft en mijne lezers en leze ressen niet al te boos op mij1 zijn. OUDi-MINISTER KOLKMAN. Bij de gisteren te Delft gehouden stemming voor een lid van Prov. Staten van Zuid-Holland (vacatu- ré-Van Swaaij) is gekozen mr. M. J. C. M.. Kolk man. DE' EENHEIDSSTAAT DER NEDERLANDEN. De senaat d'er universiteit van Amsterdam heeft besloten, een plechtige openbare vergadering te hou den, ter herdenking van het herstel der onafhanke lijkheid! en dé vestiging van den eenheidsstaat dér Nederlanden. In deze vergadering Zal prof. H. Brugmans een rede houden. De plechtigheid is bepaald op 2 December a.s., den dag, waarop het 100 jaar geledien zall zijn, d'at dé Prins van Oranje bij van het raadhuis te Amsterdam gégeven proclamatie, dé souvereinitéit van dé Ver- eenigde Nederlanden heeft aanvaard. OPCENTEN-VOORSTEL, Do TeL verneemt, dat, al ie een dëfinitief belslnit daartoe nog niet genomen, zoo goed als zeker ook weier voor 1914 een voorstel' tot heffing van 10 op centen op de vermogens- en bedrijfsbelasting zal worden ingediend, zulks in verband met dé groote uitgaven, die, naar thans reeds gebleken is, art. 369 der Invaliditeitswet vorderen zal. Zelfs zullen ver moedelijk nog eenige andere extra-maatregelen van financieel en aard genomen worden. INVALIDITEITSWET, Naar we vernemen hébben zich tot heden ten sta'd- huiize 435 personen aangemeld, die in aanmerking jneenen te komén voor eten uitkeering in verband met art. 309 d'er Ouderdloms- en Invaliditeitswet. Hiervan zijn 4 na hun aangifte overleden, Tét De cember is dé gedegenheid tot aangifte geopend. VERPLAATST. Meg'. C. M. Dunselman, hulp-telegrafiste ten tele- graafkantore alhier, is verplaatst naar Utrecht, Dé heer J. dén Ad'el verplaatst van Amsterdam naar Alkmaar. In verhand met de reorganisatie der landweer- artillerie worden da volgende resérve-officieren van dat wapen overgeplaatst: dé la luitenants J. C. Scheffër en J. O. van dér Noorf resp. van Alkmaar naar Zaandam en Arnhem, da 2a luitenant J. J. Schouten van Alkmaar naar Bergen op Zoom. (Vervolg). Goedgekeurd werd, nadat nog verschillende com- missie-meded'eelingeu waren gedaan, het voorstel van hét hoofdbestuur, om de som van 500 van meg. A. H. O. van Hasisellf te voegen bij' het kapitaal. De rekening en verantwoording van het Hoofdbe stuur werd goedgekeurd. Bij de behandeling der begrooting werdén langdu rige besprekingen gehouden over „Dé Hervorming." De firma van Holkema en Warendlorff kan 'haar tegenwoordig contract niet handhaven door de ver hooging der typoigrafemloonen té Amsterdam. Helslo ten werd' tenslotte nadat een voorstel om een com missie te benoemen, was ingetrokken, ten aanzien van het aangaan van éen1 nieuw contract het hoofd bestuur de Vrije hand hand te laten. Dé begrooting werdl 'daarna goedgekeurd en de mid'dagbijeenkomst gesloten. Gisteravond om zeven uur had in de Groote Kerk een zeer goed bezochte openbare 'godsdienstige bijeen komst plaats onder leiding van ds. O. J. Niemeyer, predikant te Bolsward, die sprak naar aanleiding van het Bijbelwoord: Verblijdt u ten allen tijde, wedérom zeg ik u: verblijdt u. Spr. stond allereerst stil bij het schooma licht d'at doorbrak in dé dagen der Hervorming en wees op de eterke macht van Rome. We moeten ons tegen haar, die niet alleen hardnekkig haar terrein verdédigt, maar zelfs een aanvallende houding aanneemt, met kracht verzetten, 't Zal! haar wel) niet gelukken de geesten weer te knevelen, maar toch mag haar macht niet worden onderschat. Het is helaas maar al te waar, vervolgde spr., dat velen 'de protestant- sche kerk ontrouw zijn. Op vrijzinnige protestanten, thains bijeen als dé ware erfgenamen der Hervorming, als de geestelijke zonen en dochteren van het Pro- testantsclie voorgeslacht, rust de zware taak bij de (godsdienstigen d'e beteekenis van den godsdienst te bepleiten. Doch die zware taak is in de allerhoogste mate heerlijk. Daarom verblijdt u. We zijn hier bijeen ais vrijzinnige protestanten uit verschillende kerkgenootschappen, zei spr. Dit d'oet zoo goed tegenover het kerkisme. De Protestanten bond vormt, kan vormen een machtig tegenwicht. De bond kan den blik verruimen, d'oen inzien dat nooit kerk'genootscbappelijke belangen voor mogen gaan, maar steedis de godsdienstige. We zijn thans samen onder den vaan van den Protestantenbond', daarom: verblijdt u. Spr. zette daarna de schoonheid van het geloof en dé blijdschap dié het mee brengt uieen verblij'dtt u ten allen tijde, in vertrouwen op God. Een zangkoor onder leiding van den heer A. Ohlen bracht op voortreffelijke wijze eenige liederen ten ge- hoore. ,Mooi klonken dé stemmen in het 'groote kerkgebouw. Na afloop der godsdienstige bijeenkomst ontving de afd. Alkmaar van den Protestantenbond het Hoofdbestuur en afgevaardigden in een vriendschap pelijke bijeenkomst in de Unie. Vanmorgen om tien uur werd dé algemeene verga dering heropend!. Ds. Bakker opandé dé vergadering, waarna dis. P. H. Schim van der Loef eenige medédeelingen deed aangaande dé Indische Commissie» Het oorspronkelijk doel der Indische Commissie was en is nog altijd de opleiding van jongelieden kot Indische godsdienstleeraars en 'hulppredikers. Deze opleiding wordt door het Rij'k gesubsidieerd, indien d'e opgeleide jongelieden vanwege de Regeering een benoeming mogen verkrijgen. In het werk van deze opleiding zijn eenige moeilijkheden ondervonden. De Ind. Commissie heeft de ervaring opgedaan, dat po pulaire geschriften van vrijz. godsdienstigen aard' in Ind'i'ë in een behoefte voorzien. Het gevolg is ge weest, d'at vanwege dé I. 0. eenige pakketten met de gewenschte lectuur naar Indiië zijn verzonden. De commissie voor dé liederenbundels stichtte een de pot voor Indlië, rteeda is een bezending bundels over den Oceaan. Ook is' getracht het werk der postpro- pagandia in Indië te introd'uceeren. Er zijn reeds aanvragen uit Indië. Buitendien hoopt dé commis sie in staat te wordén gefeteld om een bevoegd peT- soon naar Indiië uit te zenden, dié zich geheel kan wijden aan dezen arbëid en die ook nog op and'ere wijzen dé vrijzinnig-godsdienstige beginselen in In dië kan bevorderen. Spr. deed een beroep op de me dewerking van alle geestverwanten voor het werk in Indië. Daarna was hét woord aan ds. L. B. Onneis, laat stelijk predikant te Bondowoso, die de droeve toe standen in Indië besprak en er den nadruk op legde, dat er in Indië een heerlijk arbeidsveld ia voor vrij zinnige predikanten. Hierna hield prof. dr. L. Knappert, van Leiden, zijn inleiding over het punt van besprekingKerk en tooneeL Spr. hoopte over dit onderwerp enkele gedachten te ontwikkelen, die, zeidle hij, voor onze kringen mis schien een niéuwen weg tot krachtsontwikkeling wij zen zullen. Spr. begon met te wijzen op eenige re cente persstemmen ten aanzien van het liefhebberij- tooneeli. De N, R. Cf» va*1 17 Mei detelde het een en ander mede over kerk en tooneel! in Engeland en herinnerde aan het gevoelen, daar door velen voorga- staan: kerk en tooneel hébben elkander noodig, kun nen elkander aanvullen, hebben een© overeenkomsti ge roeping. Spr. herinnerde aan soortgelijke gedach ten in Goethe's „Wilhelm Medsters' Dehrjahre" en Bj. Bjömson's „Het visschersmeisj e.Laat ons eerst, alldus vervolgde hij, vaststellen, dat onder ons van verzet tegen het tooneel, natuurlijk onder zekere belangrijke voorwaarden, geen sprake meer is. Hét tooneel is ons, alls eené kunst, lief en wij, die de op voering van „Lucifer" genoten hebben, staan verre af van dé grimmigheid, waarmede eenmaal) de Amster- damsche kerkeraad zich verzette tegen „Luiizevaers treurspel." Da toenmalige polemiek tegen het vaak losbandig tooneel is wél begrijpelijk, maar het is jam mer, dat zij geen onderscheid maakte tusschen het verhevene en het gemeene. Een ander déél van de geschiedenis van de verhouding tusschen kerk en tooneel biedt voor ons tegenwoordig, practisch doel rijker oogst van voorbeeld. 'Spr. stond! nu stil' bij bet kerkelijk drama der middeleeuwen, zich ontwikkelend uit gedramatiseerde liturgie tot de groote passie- en kerstspelen, langzamerhand ook buiten dé kerk door leek en vertoond'. Het zijn idle 15de eeuwsche my steriën, waarvan er één, „De sevend© Bliscap oneer Vrouwe"' dezen zomer in Den Bosch werd opgevoerd, uit welke zich dan weer dé heiligenspelen ontwikke len, zooals b.v. „Marieken van Nim'wegen." ook ÜK onze dagen tén tooneele gebracht. Daarnaast de mo raliteiten, dat zijn stukken, die de zedelijke ontwikke ling van het publiek bevorderen moeten. Nog ver telt de gelschiiedemis van 'Schooldrama's, gespeeld door de klerkjes 'der Latijnbche scholen, de stof vaak ontleend aan dien bijbel, zooals „De verloren zoon" van den hervormingsgCzinden rector Grapheus. Voor ons liefhebberij toonde! als middel van meeningsver- breiding kunnen wij dUs van de historie ileeren. Spr. kwam tot het tegenwoordige, eerst hoe wij van den invloed van het spel van beroepsacteurs zoudén kun nen gebruik ma'ken, dan hoe onze verhouding kan zijn tot het 'liefhebberijtooneel. Groot is de invloed van de Passiespelen te Oberammergau, maar ook bin nen onze grenzen zijn er voorbeelden van dien in vloed te over. Propaganda voor het Friësch, voor de geheelonthouding, voor het antimili'tairisme, voor profestantsche dtenkbael'dén werd en wordt gevoerd door het liefhebberij tooneelwat deze gezelschappen doen, kan ook door onze afdeelingen op haar terrein geschieden. Spr. dacht echter niet alleen aan fooneelspel te winteravond. Wij hebben onze openlucht-samen komsten. Wij moéten krijgen ons openluchtspel. Van het tooneel in de vrije natuur gaat'eene geheel bijzondere bekoring uit, door spr. gesehiiMer'd, dié herinnerde aan opvoeringen van „Oedipuis," „Lioba", „Kloris en Roosje," „Bij 'klimmende zomoe" (in den BaJlleskuil bij Roldë, thanls weer te Ooevorden). Spr. ontvouwdë daarna, wat bij' -zou wenschem d'at tot stand kwam: toomeelgezelschappen in dé afdeelin gen, onder bestmogelijke leiding, dié zich geregeld oefenen in voordracht en epiel en diie zich ten doel stellen stukken op te voeren, waarvan da vertooning godsdienstige aandoeningen wekt, het godsdienstig gevoel versterkt, het zedelijk oordeel verscherpt, den schoonheidszin veredéilt, vertooning niet alleen in den winter, maar zeker ook dels zomers in de open lucht. Vele en groot zijn dé moeiekjkhedtem, al aan stonds het vinden van een stuk. Want wij moeten bij uitstek keurig zijn: geien smakéLooze prullen, die de kunst beleedigen, niet zulke, waar dé strekking on smakelijk dik opligt, wèl zulke, waar desnoods vroomheid zich vertoont onder andere vormen, dan die de onze zijn, maar zonder dat wij vergeten, dat ons tooneel bedoelt onzé godsdienstige opvattingen te doen zien. Wat wij' kiezen» vertaald of oorspron kelijk, nieuw of klassiek, mag de zonde noch bemante len noch vergoelijken, het mag zeker vroolijk zijn, maar niet laf, ernstig maar niet stroef, in den volks toon maar niet plat. Die keuze zal buitengemeen zwaar zijn- Overweging verdient daarom eene Com missie van bijstand, eené Kamer van navraag waarin pen tooneel-literator en een beroepsacteur zitting gouden moeten hebben. Het tweed© groote bezwaar is: zullen niet ongeoefende spelers de kunst omlaag- halen, het ernstige belachelijk maken, het heilige profaneeren? Dit is het gevaar van alle dilettantis me. Denkt echter aan zangvereenigimgen zei spr., piet allé brengen het zóó ver ale de Wognummers, maar daar is toch menilg koor van eenvoudige lieden, dat door toewijding, liefde en oefening een© goede leiding eer aan doet. Dit mogen wij ook van ons liefh dbbterijto'oneal verwachten. En wij zullen er goed werk mede kunnen doen. Reeds da wiekdijksch© oefeningen zullen h'arem invloed oefenen. En wij zullen bereiken, die wij anders niet bereiken zouden. Het heeft er niets van (gelijk men hier en daar ver moedelijk spotten zal), alsof wij het nu eens met het tooneel beproeven gaan, nu het met den kansel niet meer gaat. Het gaat, vervolgde spT., zeer goéd met den kansel en d'e samenkomst dér gëmeente vervult godsdienstige behoeften, waaraan op geen© andere manier kan worden voldaan. Wij begeeren slechts heilige en schoone dingen binnen veler bereik te brengen door een oud en beproefd maar vergaten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1