DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Aipeene Ledetirergadering
So. 252.
Honderd en Tijftiende
jaargang.
1913.
WOENSDAG
29 OCTOBER.
Alkinaarsche
Huishoud- en Industrieschool.
Eugelsche Brieven.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
rij dag 31 October 1913,
Telefoonnummer 3.
Dit nnnimer bestaat uit 2 bladen.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
NEDERLANDSCHE PROTESTANTENBOND.
2^ilA7vlS
op
's namiddags 3 unr.
1. Notulen.
2. Begrooting voor 1914.
3. Benoeming van de Financieële Commissie.
4. Benoeming van een nieuw bestuurslid in de
plaats van den Heer J. A. HUISKEN.
5. Rondvraag.
6. Sluiting.
C. M. EITSNEIJENHUIJS
Secretaresse.
Nadruk verboden.
Londen, 27 October 1913.
Deze week kon men in de restauratie van bet Cri
terion iemand vergeefsché pogingen zien aanwenden
om een ruit met een loodlen kogel, die ongeveer 1
KG. woog, stuk te krijgen.
Deze ruit wa® van zoogenaamd' drievoudig „tri-
ilesx," glas, een fabrikaat dat wel' barsten doch. niet
oreken kan, zoodiat men zich niet meer behoeft te
twetsen bij spoorweg-, rijtuig- of auto-ongelukken en
mdera onlgövalïen, waarbij gebroken glas zijn gevaar-
ij kd rol! speelt: er vliegen) zélfs geeh splinters of
chilfers af.
Dik veiligheidsglas bestaat uit twee lagen glas, met
ien dunne laag „xylonite," een hars- of terpentij n-
.ohtige zelfstandigheid er tusschen, terwijl die drie
loor glucose, onder ontzettenden d!ruk, aan elkaar
rorden 'bevestigd. Men kan! er met hi banner op
laan, er op stampem en trappten, men 'krijgt wel' bars
en er in. doch gieen stukken er af. 'n Kogel! bijvoor-
teeld die d'oor 10 cM. hout drong en toen nog een
!eut maakte in eebi plaat ij'zer daarachter, maakte al-
een een. ster, doch geen gat in dit glas. Een andleré
teu'gcf is dat het geen geluid doorlaat en de hoogste
vél, dat d'e inbreker er met diamant niet door kan,
oodat de juweliers geen gevaar meer behoeven te
oope-n dat hun. spiegelruiten word'eln stukgeslagen en
ie. uitgestalde kostbaarheden ges/tolen.
Terwijl die eni and'ere winkeliers zich dus tot
op zekere hoogte kunnen beveiligen tegen het ver
brijzelen hunner ruiten, is de winkelierssoort ge
naamd „modemaaksters" een vak dat hier zeer
veel door mannen beoefend wordt zeer verbolgen,
want, evenals reeds in Amerika het geval is, zal ook
hier wéldra het dragen van veeren op den hoed ver
boden zijn.
Reeds vijf jaar lang heeft men h'ier wetsontwerpen
daartegen, zoogenaamde „plumage bills" bij het La
ge.' hois ingediend, doch wetsontwerpen, waartoe niet
ue rageering doch het een of anlder lid' het initiatief
nee rut, worden hier bijna nooit wet, tengevolge van
d« allerzondterl'ingste werkwijze en bepalingen in het
reglement van orde. Telkens al's zoo'n veeren-ont-
werp in behandeling kwam, trad elk afgevaardigde,
die aandeelen in een modezaak heeft, in hét krijt en
„praatte het uit," dat wil zeggen, redevoerde er zoo
lang over, d'at het volgens het reglement van orde
vaistgesteldte nur bereikt was, voor men tot stemming
kon overgaan. En nu brengt 'die werkwijze van het
Lagerhuis mee, dat in zoo'n geval zulk een ontweTp
niet een dag of een week later verder wordt behan
deld, neen, het moet op dien bepaalden dag, voor dat
bepaalde uur in stemming zijn geweest, 'anders is
het van zelf van dé baan tot hét volgend jaar. Bij
den aanvang van elk zittingsjaar wordt namelijk ge
loot, wie deir leden wetsontwerpen mogen indienen
en in welke volgorde; trekt de voorstaller of een van
dienS medestanders een laag nummer, dan kan de
zelfde coïnedie weer geheel van voren af aan begin
nen.
Zoo langzamerhand is evenwel' d'e ruwe 'gevoelloos
heid der d'ameé om met vee ren op haar hoed te loo-
ipen zulk een openbaar schandaal' géwordén, dat de
regeering nu zelve een ontwerp zal indienen en ook
hier te land'e een ein'de maken aan deize navolging
van do „mode" onder neger- en andere on- of minbe
schaafde volken. De „modemaaksters" in *t Lager
huis en daarbuiten wetén belst dat dé regeering, als
ze wil, zulk een ontwerp kan afgedaan krijgen en
vandaar de verbolgenheid, waarover ik zooeven sprak.
Men heeft onmiddellijk een- „National Plumage Com
mittee'' samengesteld, waarin de voornaamste fir
ma's, die zich mét dén) invoer van veeren bezighou
den zijn vertegenwoordigd' en dieze „Nationale
Pluim-Commissie' heeft in de lokalen der Londten-
iseh o Kamer van Koophandel vergaderd, met 'het ge
volg d'at eene verklaring is gepubliceerd), diat het
ontwerp den handel in veeren voor garnituur, „fancy
feather trade," zal te gronde richten, dat er geen
enlkelo vogel min'dér om zal gedood wordlen en dat de
handél in d'it artikel' van Groot-Brittannië naar het
vasteland zou verplaatst worden. De tegenstanders
van het ontwerp joggen, dat afeten ziekelijke senti
mentaliteit de drijvende kracht achter d!it ontwerp is
en de voorstanders de oogen sluiten voor de naakte
feiten.
Reedis herhaaldtelijk wees ik ter in deze brieven op
hoe het Engelsche Koningspaar, evenals dé Néd'er-
lan'dsche Koninginnen, prins Hendrik en, tot op
Zékere hoogte, dé Duitscho Keizer dit doen, op alle
manieren belangstelling toont in het dagelijksch le
ven zijner onderdanen. Ook nu weer heeft Koningin
Mary door een bezoek aan Aldershot» waar de groote
kampementen van het Engelsche leger zijn, kans ge
zien zich om iets ander's te bekommeren dan zuiver
militaire zaken. Dilt „iets anders" is het lot der
is ol da ten vr o u w en.
Er schijnt in het Ehgelsche leger een voorfechrift
te bestaan zeker niet geschikt om de zedelijkheid
te bevorderen dat slechts een bepaald aantal sol
daten mag huwen; i!k meen Die 5 krijgen
dan zekeré voorrechten, wijl! ze „on the strength" ge
huwd zijn. Doch tal van minderen huwen „off the
strength," d'at wil' zeggen hunne vrouwen worden
niet geacht „tot dé sterkté' te behooren, die moeten
maar zien hoe ze rondkomen met dé soldij, die hier
voor een soldaat niet hoog is en voor een gezin alles
zins ontoereikend.
De Koningin heeft nu bijl haar laatste bezoek, in
gezelschap des Konings aan AMértshot1 gebracht, goed
uit haar oogen gekeken en velerlei onderzocht, met
dit gevolg dat zij haar schouders onder het wiel
heeft gezet. Zij1 is met alle kracht bezig niet alleen
een belangrijke verhooging dér bewuste 5 te krij
gen, doch ook allerlei tirannieke bepalingen te laten
intrekken, die bevelvoerende opperofficieren be
voegdheid geven om hen, die willen huwen, aller- en
velerlei moeilijkheden in den weg te leggen. Hiervan
schijnt nogal kras misbruik te worden gemaakt, wat
alweer tot minder wemschelijke verhoudingen en toe
standen aanleiding geeft.
Ze heeft dé zaak uitvoerig besproken met 's Ko
nings oom, den hertog van Connaught, voor hij, als
onderkoning, weer naar Canada vertrok en die als
gewezen opperbevelhebber van het leger met deze
kwestie wel bekend is. Einl nu Js zij bezig de advie
zen in te winnen van allerlei bevoegde en deskundige
beoordeelaars.
Dat Engeland' in sommige opzichten) nog bij1 Ne
derland ten achter is, blijkt wal uit het feit, dat het
de eerste maal is dat een Jood, iSir Rufus Isaacs, tot
het hoogste rechterlijke ambt, dat van Lord Chief
■Justice, is benoemd'. Er ie nog eens een Engelsche
Jood) rechter géweefct, Sir George Jesisel, die, evenals
Sir Rufus, lid) van een liberaal ministerie is geweest,
alls advocaat- of als procureur-generaal. Een derde
Jood had, in Gladstone's tijd, rechter kunnen wor
den, de bekende jurist Arthur Cohen. Doch deze,
die lid van het Lagerhuis was, had geen erg vasten
zetel^ en Gladstone verzocht hem niet af te treden.
Er zitten1 nu, na 'Sir1 Rufus' aftreden, nog twee Jo
den in hét ministerie: Herhert Samuel, die minister
va-n Post en Telegrafie is en E. S. Montagu, die vi
ce-minister its voor Ind'i'ë.
Voor Nedérland'sche boekenliefhebbers, dié dus be
kend' zijn met dé firma 'C'ohen, vroeger iri Arnhem
en Nijmegen en nu in Amsterdam gevestigd, heeft
het bovenmeegedeeld'e nog éen ander belang, In het
midden der achttiende eeuw woonde in Nijmegen een
Cohen, van wien genoemde uitgevers afstammen,
dioch een zijner zoons of kleinzoons ging naar Amers
foort, waar zijn zoons tot gioote welvaart geraakten.
Het mooie huis, d'at te Amersfoort als stadhuis
wordt gebruikt en waar prins Willem V op zijn
vlucht logeerde, had een dier Cohens voor zich laten
bouwen, evanalb dat, waarin nu bet R.-K. Meisj es-
pensionaat is gevestigd. Eén van diens zoons ging
naar Amsterdam, een kleinzoon naar Liverpool en
een achterkleinzoon naar Londen. Deze werd lid
van het Lagerhuis en door hunne móéders en groot
moeders zijn zoowel de ministers Samuel en Montagu
als dé Engelsche Rothschilds met' dezen tak der fa
milie Cohen verwant. De vrouw van Sir Rufus
Isaacs is ook weer eene Cohen, doch, naar ik meen,
ié zij van een andere familie.
F.S. __Tot mijn leedwezen moet ik erkennen dat
ik in mijii vorigen brief voorbarig ben geweest, want
Buckingham Palace was nog niet geheel af toen
prins Arthur van Connaught met de hertogin van
Fife trouwde.
Laat ons hopen dat het geluk van hét jonge paar
er niet onder geleden heeft en mijne lezers en leze
ressen niet al te boos op mij1 zijn.
OUDi-MINISTER KOLKMAN.
Bij de gisteren te Delft gehouden stemming voor
een lid van Prov. Staten van Zuid-Holland (vacatu-
ré-Van Swaaij) is gekozen mr. M. J. C. M.. Kolk
man.
DE' EENHEIDSSTAAT DER NEDERLANDEN.
De senaat d'er universiteit van Amsterdam heeft
besloten, een plechtige openbare vergadering te hou
den, ter herdenking van het herstel der onafhanke
lijkheid! en dé vestiging van den eenheidsstaat dér
Nederlanden. In deze vergadering Zal prof. H.
Brugmans een rede houden.
De plechtigheid is bepaald op 2 December a.s., den
dag, waarop het 100 jaar geledien zall zijn, d'at dé
Prins van Oranje bij van het raadhuis te Amsterdam
gégeven proclamatie, dé souvereinitéit van dé Ver-
eenigde Nederlanden heeft aanvaard.
OPCENTEN-VOORSTEL,
Do TeL verneemt, dat, al ie een dëfinitief belslnit
daartoe nog niet genomen, zoo goed als zeker ook
weier voor 1914 een voorstel' tot heffing van 10 op
centen op de vermogens- en bedrijfsbelasting zal
worden ingediend, zulks in verband met dé groote
uitgaven, die, naar thans reeds gebleken is, art. 369
der Invaliditeitswet vorderen zal. Zelfs zullen ver
moedelijk nog eenige andere extra-maatregelen van
financieel en aard genomen worden.
INVALIDITEITSWET,
Naar we vernemen hébben zich tot heden ten sta'd-
huiize 435 personen aangemeld, die in aanmerking
jneenen te komén voor eten uitkeering in verband
met art. 309 d'er Ouderdloms- en Invaliditeitswet.
Hiervan zijn 4 na hun aangifte overleden, Tét De
cember is dé gedegenheid tot aangifte geopend.
VERPLAATST.
Meg'. C. M. Dunselman, hulp-telegrafiste ten tele-
graafkantore alhier, is verplaatst naar Utrecht, Dé
heer J. dén Ad'el verplaatst van Amsterdam naar
Alkmaar.
In verhand met de reorganisatie der landweer-
artillerie worden da volgende resérve-officieren van
dat wapen overgeplaatst: dé la luitenants J. C.
Scheffër en J. O. van dér Noorf resp. van Alkmaar
naar Zaandam en Arnhem, da 2a luitenant J. J.
Schouten van Alkmaar naar Bergen op Zoom.
(Vervolg).
Goedgekeurd werd, nadat nog verschillende com-
missie-meded'eelingeu waren gedaan, het voorstel van
hét hoofdbestuur, om de som van 500 van meg. A.
H. O. van Hasisellf te voegen bij' het kapitaal.
De rekening en verantwoording van het Hoofdbe
stuur werd goedgekeurd.
Bij de behandeling der begrooting werdén langdu
rige besprekingen gehouden over „Dé Hervorming."
De firma van Holkema en Warendlorff kan 'haar
tegenwoordig contract niet handhaven door de ver
hooging der typoigrafemloonen té Amsterdam. Helslo
ten werd' tenslotte nadat een voorstel om een com
missie te benoemen, was ingetrokken, ten aanzien
van het aangaan van éen1 nieuw contract het hoofd
bestuur de Vrije hand hand te laten. Dé begrooting
werdl 'daarna goedgekeurd en de mid'dagbijeenkomst
gesloten.
Gisteravond om zeven uur had in de Groote Kerk
een zeer goed bezochte openbare 'godsdienstige bijeen
komst plaats onder leiding van ds. O. J. Niemeyer,
predikant te Bolsward, die sprak naar aanleiding van
het Bijbelwoord: Verblijdt u ten allen tijde, wedérom
zeg ik u: verblijdt u.
Spr. stond allereerst stil bij het schooma licht d'at
doorbrak in dé dagen der Hervorming en wees op de
eterke macht van Rome. We moeten ons tegen haar,
die niet alleen hardnekkig haar terrein verdédigt,
maar zelfs een aanvallende houding aanneemt, met
kracht verzetten, 't Zal! haar wel) niet gelukken de
geesten weer te knevelen, maar toch mag haar
macht niet worden onderschat. Het is helaas maar
al te waar, vervolgde spr., dat velen 'de protestant-
sche kerk ontrouw zijn. Op vrijzinnige protestanten,
thains bijeen als dé ware erfgenamen der Hervorming,
als de geestelijke zonen en dochteren van het Pro-
testantsclie voorgeslacht, rust de zware taak bij de
(godsdienstigen d'e beteekenis van den godsdienst te
bepleiten. Doch die zware taak is in de allerhoogste
mate heerlijk. Daarom verblijdt u.
We zijn hier bijeen ais vrijzinnige protestanten uit
verschillende kerkgenootschappen, zei spr. Dit d'oet
zoo goed tegenover het kerkisme. De Protestanten
bond vormt, kan vormen een machtig tegenwicht. De
bond kan den blik verruimen, d'oen inzien dat nooit
kerk'genootscbappelijke belangen voor mogen gaan,
maar steedis de godsdienstige. We zijn thans samen
onder den vaan van den Protestantenbond', daarom:
verblijdt u.
Spr. zette daarna de schoonheid van het geloof en
dé blijdschap dié het mee brengt uieen verblij'dtt u
ten allen tijde, in vertrouwen op God.
Een zangkoor onder leiding van den heer A. Ohlen
bracht op voortreffelijke wijze eenige liederen ten ge-
hoore. ,Mooi klonken dé stemmen in het 'groote
kerkgebouw.
Na afloop der godsdienstige bijeenkomst ontving
de afd. Alkmaar van den Protestantenbond het
Hoofdbestuur en afgevaardigden in een vriendschap
pelijke bijeenkomst in de Unie.
Vanmorgen om tien uur werd dé algemeene verga
dering heropend!.
Ds. Bakker opandé dé vergadering, waarna dis. P.
H. Schim van der Loef eenige medédeelingen deed
aangaande dé Indische Commissie»
Het oorspronkelijk doel der Indische Commissie
was en is nog altijd de opleiding van jongelieden kot
Indische godsdienstleeraars en 'hulppredikers. Deze
opleiding wordt door het Rij'k gesubsidieerd, indien
d'e opgeleide jongelieden vanwege de Regeering een
benoeming mogen verkrijgen. In het werk van deze
opleiding zijn eenige moeilijkheden ondervonden. De
Ind. Commissie heeft de ervaring opgedaan, dat po
pulaire geschriften van vrijz. godsdienstigen aard' in
Ind'i'ë in een behoefte voorzien. Het gevolg is ge
weest, d'at vanwege dé I. 0. eenige pakketten met de
gewenschte lectuur naar Indiië zijn verzonden. De
commissie voor dé liederenbundels stichtte een de
pot voor Indlië, rteeda is een bezending bundels over
den Oceaan. Ook is' getracht het werk der postpro-
pagandia in Indië te introd'uceeren. Er zijn reeds
aanvragen uit Indië. Buitendien hoopt dé commis
sie in staat te wordén gefeteld om een bevoegd peT-
soon naar Indiië uit te zenden, dié zich geheel kan
wijden aan dezen arbëid en die ook nog op and'ere
wijzen dé vrijzinnig-godsdienstige beginselen in In
dië kan bevorderen. Spr. deed een beroep op de me
dewerking van alle geestverwanten voor het werk in
Indië.
Daarna was hét woord aan ds. L. B. Onneis, laat
stelijk predikant te Bondowoso, die de droeve toe
standen in Indië besprak en er den nadruk op legde,
dat er in Indië een heerlijk arbeidsveld ia voor vrij
zinnige predikanten.
Hierna hield prof. dr. L. Knappert, van Leiden,
zijn inleiding over het punt van besprekingKerk en
tooneeL
Spr. hoopte over dit onderwerp enkele gedachten
te ontwikkelen, die, zeidle hij, voor onze kringen mis
schien een niéuwen weg tot krachtsontwikkeling wij
zen zullen. Spr. begon met te wijzen op eenige re
cente persstemmen ten aanzien van het liefhebberij-
tooneeli. De N, R. Cf» va*1 17 Mei detelde het een en
ander mede over kerk en tooneel! in Engeland en
herinnerde aan het gevoelen, daar door velen voorga-
staan: kerk en tooneel hébben elkander noodig, kun
nen elkander aanvullen, hebben een© overeenkomsti
ge roeping. Spr. herinnerde aan soortgelijke gedach
ten in Goethe's „Wilhelm Medsters' Dehrjahre" en
Bj. Bjömson's „Het visschersmeisj e.Laat ons
eerst, alldus vervolgde hij, vaststellen, dat onder ons
van verzet tegen het tooneel, natuurlijk onder zekere
belangrijke voorwaarden, geen sprake meer is. Hét
tooneel is ons, alls eené kunst, lief en wij, die de op
voering van „Lucifer" genoten hebben, staan verre af
van dé grimmigheid, waarmede eenmaal) de Amster-
damsche kerkeraad zich verzette tegen „Luiizevaers
treurspel." Da toenmalige polemiek tegen het vaak
losbandig tooneel is wél begrijpelijk, maar het is jam
mer, dat zij geen onderscheid maakte tusschen het
verhevene en het gemeene. Een ander déél van de
geschiedenis van de verhouding tusschen kerk en
tooneel biedt voor ons tegenwoordig, practisch doel
rijker oogst van voorbeeld. 'Spr. stond! nu stil' bij bet
kerkelijk drama der middeleeuwen, zich ontwikkelend
uit gedramatiseerde liturgie tot de groote passie-
en kerstspelen, langzamerhand ook buiten dé kerk
door leek en vertoond'. Het zijn idle 15de eeuwsche my
steriën, waarvan er één, „De sevend© Bliscap oneer
Vrouwe"' dezen zomer in Den Bosch werd opgevoerd,
uit welke zich dan weer dé heiligenspelen ontwikke
len, zooals b.v. „Marieken van Nim'wegen." ook ÜK
onze dagen tén tooneele gebracht. Daarnaast de mo
raliteiten, dat zijn stukken, die de zedelijke ontwikke
ling van het publiek bevorderen moeten. Nog ver
telt de gelschiiedemis van 'Schooldrama's, gespeeld
door de klerkjes 'der Latijnbche scholen, de stof vaak
ontleend aan dien bijbel, zooals „De verloren zoon"
van den hervormingsgCzinden rector Grapheus. Voor
ons liefhebberij toonde! als middel van meeningsver-
breiding kunnen wij dUs van de historie ileeren. Spr.
kwam tot het tegenwoordige, eerst hoe wij van den
invloed van het spel van beroepsacteurs zoudén kun
nen gebruik ma'ken, dan hoe onze verhouding kan
zijn tot het 'liefhebberijtooneel. Groot is de invloed
van de Passiespelen te Oberammergau, maar ook bin
nen onze grenzen zijn er voorbeelden van dien in
vloed te over. Propaganda voor het Friësch, voor de
geheelonthouding, voor het antimili'tairisme, voor
profestantsche dtenkbael'dén werd en wordt gevoerd
door het liefhebberij tooneelwat deze gezelschappen
doen, kan ook door onze afdeelingen op haar terrein
geschieden.
Spr. dacht echter niet alleen aan fooneelspel te
winteravond. Wij hebben onze openlucht-samen
komsten. Wij moéten krijgen ons openluchtspel.
Van het tooneel in de vrije natuur gaat'eene geheel
bijzondere bekoring uit, door spr. gesehiiMer'd, dié
herinnerde aan opvoeringen van „Oedipuis," „Lioba",
„Kloris en Roosje," „Bij 'klimmende zomoe" (in den
BaJlleskuil bij Roldë, thanls weer te Ooevorden). Spr.
ontvouwdë daarna, wat bij' -zou wenschem d'at tot
stand kwam: toomeelgezelschappen in dé afdeelin
gen, onder bestmogelijke leiding, dié zich geregeld
oefenen in voordracht en epiel en diie zich ten doel
stellen stukken op te voeren, waarvan da vertooning
godsdienstige aandoeningen wekt, het godsdienstig
gevoel versterkt, het zedelijk oordeel verscherpt, den
schoonheidszin veredéilt, vertooning niet alleen in
den winter, maar zeker ook dels zomers in de open
lucht. Vele en groot zijn dé moeiekjkhedtem, al aan
stonds het vinden van een stuk. Want wij moeten bij
uitstek keurig zijn: geien smakéLooze prullen, die de
kunst beleedigen, niet zulke, waar dé strekking on
smakelijk dik opligt, wèl zulke, waar desnoods
vroomheid zich vertoont onder andere vormen, dan
die de onze zijn, maar zonder dat wij vergeten, dat
ons tooneel bedoelt onzé godsdienstige opvattingen
te doen zien. Wat wij' kiezen» vertaald of oorspron
kelijk, nieuw of klassiek, mag de zonde noch bemante
len noch vergoelijken, het mag zeker vroolijk zijn,
maar niet laf, ernstig maar niet stroef, in den volks
toon maar niet plat. Die keuze zal buitengemeen
zwaar zijn- Overweging verdient daarom eene Com
missie van bijstand, eené Kamer van navraag waarin
pen tooneel-literator en een beroepsacteur zitting
gouden moeten hebben. Het tweed© groote bezwaar
is: zullen niet ongeoefende spelers de kunst omlaag-
halen, het ernstige belachelijk maken, het heilige
profaneeren? Dit is het gevaar van alle dilettantis
me. Denkt echter aan zangvereenigimgen zei spr.,
piet allé brengen het zóó ver ale de Wognummers,
maar daar is toch menilg koor van eenvoudige lieden,
dat door toewijding, liefde en oefening een© goede
leiding eer aan doet. Dit mogen wij ook van ons
liefh dbbterijto'oneal verwachten. En wij zullen er
goed werk mede kunnen doen. Reeds da wiekdijksch©
oefeningen zullen h'arem invloed oefenen. En wij
zullen bereiken, die wij anders niet bereiken zouden.
Het heeft er niets van (gelijk men hier en daar ver
moedelijk spotten zal), alsof wij het nu eens met het
tooneel beproeven gaan, nu het met den kansel niet
meer gaat. Het gaat, vervolgde spT., zeer goéd met
den kansel en d'e samenkomst dér gëmeente vervult
godsdienstige behoeften, waaraan op geen© andere
manier kan worden voldaan. Wij begeeren slechts
heilige en schoone dingen binnen veler bereik te
brengen door een oud en beproefd maar vergaten