DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
BLOOKERS
CACAO,
op Woensdag 12 November 1913.
ff*. 257.
Honderd en vijftiende jaargang.
1913.
DISSDAG
4 JÏOYEMBER.
DAALDERS
t© Alls.maar,
FEUILLETON.
De Ziel van Margaret Rand.
H.H. Koopers.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
de prijs is laag,
de cacao is best,
de verpakking is eenvoudig.
BINNENLAND.
Vertegen- Tq gr~*
woordiger
arrosseriefabrikant, ALKMAAR,
STADSNIEUWS.
ALKMAARSCHE COURANT.
Ria.
iwmm—m, i ii. w»
Groote Poori
at.tTMIA ATL 4 November 1913.
In de Russische staid Kieff wordt sinds eenigen
tijd een proces gevoerd, dat eigenlijk in onze dagen
niet meer mogelijk meest zijn. Er staat een man te
recht, Mendiel Beijlis geheeten, dia beschuldigd wordt
van moord op den twaalfjarigen Andireas Joes-tjins-
ki. Het heet, dlat het hloedl van het christen-knaapje
is gebruikt om op het J oocischü (Paaschfeest, het
feest van de bevrijding, daarmede bet brood te men
gen. Toen men het lijkje vond; vertoornend de spo
ren van vijf-en-veertig wonden, toegebracht blijkbaar
door een els, verdacht men aanvankelijk den stief
vader. Later (kwam de gedachte op, dat een zekere
familie Tsjeberiak, waar bet jongetje veel thuis
kwam en waar ook mannen van verdacht allooi ver
gaderden, wel moer van het geval zou weten. Daarna
vertelde een schoolmeisje aan een heftig anti-semiet
Goloebof, dat zij op den dag van den moord een Jood
jn'et een zwaTea baard] gezien had in gezelschap van
dien vermoorden jongen. Die man diende een aan
klacht in tegen Beijlis. Beijlis werd in de gevangenis
gezet en Beijliis staat- thans terecht. (Maar het merk
waardige is, dat de naam Beijlis haast niet genoemd
wordt. Op de legenda van dia ritueele moorden schijnt
het aan te komen.
Men weet, dat de Israëliet in Rusland een zeer
bijzondere plaats inneemt. Hij staat buiten de naar
Russische opvattingen christelijke maatschappij.
En daarom wordt zoo graag de legendie geloofd zij
is een verdelgingswapen in het (Land van de Joden
moorden. (Men verhaast zich er over, welk dwaas
(Nadruk verboden).
i)
Roman van L. I. ME'ADE.
I.
DEI VERZOEKING.
De twee meisjes heetten respectievelijk Maggie
Rand en Hester Nugent. Zij waren reedis jaren lang
vriendinnen geweest ten bevonden ziteh nu op reis
van Tasmania naar Engeland. Hester Nugent bad
Margaret gekend' van af dat zij kleine kinderen wa
ren. Hester was nog beel jong toen zij baar moeder
verloor en toen Margaret's moeder ook stierf, woon
den zij als zusters op dezelfde hoeve. Margaret was
Zeer gehecht aan baar farm; zij verstond de kunst
vruehtboomen te kweeken en ze ook winstgevend te
maken; kortom, zij was een uitstekende vrouw van
zaken ondanks het feit, dlat zij1 nog maar een en twin
tig was.
Er waren echter plotseling vreemde dingen ge
beurd. Er waren brieven uit Engeland! gekomen
juist toen Margaret schikkingen maakte omtrent het
verkoop-en in het najaar van haar perziken; de
boomen beloofden zooveel, zij waren overladen met
de mooiste bloesems. Hester kwam haar de brieven
brengen en wilde weer naar huis terugkeeren, toen
Margaret haar toeriep
O neem ze mee, Hettie, ik kan er nu mijn ge
dachten niet bij bepalen.
Hester trad het geriefelijk ingerichte huis weer
binnen en legde ze op een tafel, waarna zij' zich van
haar eigen plichten ging kwijten. Margaret ver
scheen een poosje later en viel een weinig vermoeid
op een stoel neer. Zij was een knap meisje, d'och niet
zoo mooi als Hester. Haar jong gelaat drukte groote
bezorgdheid uit, terwijl' zij mompelde: Hoe kan ik
dit vreesedijke geheim voor mij houden, die weten
schap, dat' ik heb gedaan, wat ik heb gedaan? Wat er
materiaal de politie bij elkaar heeft gebracht 'om het
geloof in den ritueelem moord te bestendigen. En
een groot deel der Russische pers gaat voort met
dit dwaze materiaal te -velmeerdleren. Een sterk spre
kend! staaltje daarvan vindemi we in de „Berd. Lok.
Anz." van gisteravond Vermeld:
De Russische publicist en medewerker aan het re-
gearingsorgaan „de Nowoja Wremja" Alexander Sto
lypin, een broeder van den vermoorden minister-pre
sident, heeft na langen tijd van zwijgen weer eens
itets geschreven. Hij heeft een artikel gepubliceerd,
waarin hij meedeelt, dat: keizer Wilhelm van Duitsch-
land aan een aanzienlijk Russisch persoon verklaard
heeft te gelooven aan den ritueelen moord. Ook in
Duitschland zouden diergelijke moorden zijn voorge
komen, maar uit politieke everwegingen had men er
m'a.ar over gezwegen!
Het Berlijmscha blad; afkeurende, dat zoo maar de
persoon van een vreemden monarch in een binnenr
landsch-Russisch proces wordt getrokken, verklaart
d&t het bericht totaal verzonnen is waaraan over-
rigens een niet-Rus ook wel niet zal hebben getwij
feld.
Het is intusschen opvallend, dat bet een Stolypin
is, die dit verhaal in de wereld zendt. Immers een
veelbeteekenend Russisch staatsman zou het niet
graaf Witte zijn? heeft op een vraag van een cor
respondent van het „Taigeblatt", welke concrete be
doelingen aan het proces verbonden zijn. en wie zijn
uitlokkers zijn, het volgende geantwoord:
De bedoelingen vormen teen deel der politiek van-
den ongelukkigen Stolypin om 't volksbewustzijn van
da door hem geschonden grondwet en van het niet
uitgavoierde manifest van 17 October af te leiden
door middel van bet door Stolypin uitgevonden neo-
nationalisme, hetwelk alle zonen van het Russische
rijk van niet orthodoxe confessie, speciaal de Joden,
van de menschemrechten berooft. De uitlokkers van
het proces Joestjimski zijn kleine menschen en voor
malige medewerkers vaa Stolypin.
De tweede vraag was, of de tegenwoordige minis
ter-president Kokoffzoff dlit proces had kunnen
voorkomen, of het dezen ontbrak aan moed en vast
beradenheid.
Het antwoord luidde:
„Ik geloof, dat hjji zichzelf in zulk een positie ge
bracht heeft, dat hij niets voorkomen kan hij kan
echter ten allen, tijd© gaan, wanneer hij wiL"
Zoo oiordeelt d'us over het Beyliaproces een man,
die veel voor Rusland heeft gedaan, en in het bui
tenland vaak met een Colbert' vergeleken wordt.
Maar het onontwikkelde Russische volk vindt in
idi't proces weer aanleiding to't pogromen, tot Jo
denmoorden.
Immers de anti-semieten ruien de bevolking op.
En Rusland is een „groote" mogendheid met aan
het hoofd een „vadertje."
H. M. DE KONINGIN.
H. M. de Koningin heeft het voornemen in den
loop van d'eze week enkele personen uit da provincie
Gelderland, die zich op het gebied van handel, land
bouw en nijverheid bewegen, ten paleize Het Loo te
ontvangen.
ook moge gebeuren, ik moet het Hester spoedig ver
tellen.
Zij liet haar oogen door de hall' dtwalen. Hester
■had de brieven op een groote, ouderwetsche, mooi ge
polijste taf-el gelegd en op het donkere hout vielen zij
erg in 't oog. Margaret herinnerde zich, dat zij voor
haar waren bestemd en1 langzaam opstaande, nam zij
ze ter hand.
Geen van hem, mompelde zij. En lusteloos in
een stoel hangend maakte zij de brieven open. Maar
zoo men Margaret Rand een half uur later had' ge
zien, zou men haar niet lusteloos genoemd hebben.
Naar oogen schitterden, een blos -bedtekte haar wan
gen, zijl klemde haar handen telkens ineen en las een
der brieven meermalen over. Eindelijk schoof zij dien
met al de documenten, die hem hadden vergezeld,
bijeen, en nam ze mee naar baar slaapkamer. Daar
las zij' hem nog eens aandachtig en nam na eenig
nadenken een besluit, dat Hester Nugent niet weinig
verbaasde, toen zij het hoorde.
Hester, zei haar vriendin dienzelfden avond
ik ben van plan de hoeve zoo spoedig mogelijk te ver
koopen. Ik wil naar: Engeland gaan.
Hester's oogen vulden zich met tranen.
O, Engeland? Ik hegeer Engeland niet te lete-
ren kennen. En onze mooie, verrukkelijke woning!
Wil je die werkelijk van de hand doen?
Ja, werkelijk. Ik zal haar dadelijk te koop stel
len; men zal er een goeden prijs voor geven, want de
boomen zitten vol bloesems en beloven veel. Wij zul
len binnen veertien dagen op weg naar Elrugeland
zijn, Hettie.
Wij zeide Hester. Miaar je denkt eT toch niet
over Margaret om mij mee te nemen?
Zéker dénk ik dat. Dacht je, dlait ik je zou
kunnen achterlaten?
Maggie, Maggie, je bent al te goed.
Hester snelde op haar vriendin toe, viel op haar
knieën en slö'eg haar armen om Maggie's hals. Maar
tot haar verbazing duwde Ma-ggie, die altijd zulk eten
trouwe en lieve vriendin voor haar was geweest, haar
nu weg.
Bedank me niet, vóórdat je alles weet, zei zij.
Probeert alle eerste klas merken, ket laatst
NAAR ALBANIë.
In verband met de uitzending van <tlwee Nedterland-
sche hoofdofficieren naar Albanië, om ter plaatse de
mogelijkheid en aanlbevelensiwaard'igheid te onderzoe
ken van het zenden van Nedterlandsche officieren
daarheen, om er een gendarmerie te vormen, wordt
in welingelichte kringen medegedeeld, dat de mo
gendheden, die als beschermsters van Albanië optre
den, overeengekomen war'en, zich te wenden tot drie
kleinere staten, met' het verzoek, een zeker aantal of
ficieren aJan te wijzen voor de vorming der gendarme
rie. De staten, welke zij' op 't oog hadden, waren
o.a„ hetzij' Zweden of Nederland.
Daar de Zweedbche regeering, die van dte zaak ge
hoord had, had kenbaar gemaakt, dat zij niet bereid
was tot uitzending van officieren, omdat zij reeds
naar Perzië officieren bad gezonden, om daar te lan
de de -gendarmerie op te richten, wendden dte mo
gendheden zich met 't verzoek tot de Nederlan'dsche
regeering. Toen deze laatste in beginsel! niet onge-
neigd bleek, op het verZoek in te gaan en daaruit
voortvloeide -de uitzending van de hoofdofficieren,
De Veer en Thomson, wendden de mogendheden zich
uitteraard niet meer tot de regeering van andere
mogendhedten.
- Kolonel Dte Veer en -majoor1 Thomson hebben in
verband met dte bun verstrekte opdracht betreffende
de gendarmerie in Albanië hun opwachting gemaakt
bij dte gezanten of vertegenwoordigers van de volgen
de mogendheden in Den Haag: bet Duitsche Rijk,
Oostenrijk-Hongarije, Erankrijk, Groot-Brittannië,
Italië en Rusland'.
99
en Uw besluit is genomen.
Proefwagen disponibel. TEEEFOON 578.
WIJZIGING KIESWET.
De centrale liberale kieisvereeniging in bet Kamer-
district Ridderkerk bepleit in een adres aan den mi
nister van binnenl'andsche zaken, een voorstel aan
hangig te maken, waarbij: bepaald wordlt, dat de thans
bestaande kieswet in -dier voege wordt gewijzigd, dat
in de betreffende artikelen der kieswet wo'rda opge
nomen1:
l-o. dat dte stemming aanvangt des morgens zeven
uur en eindigt des avonds te elf uur.
2o. dat dte stemming en herstemming steeds
plaats hebben des Zaterdags.
3o. dat da stembussen worden- geopend dee (Maan
dags, volgende op een stemdag, des morgens te negen
DEI POlSITDIEiFSTAL TE! UITGEEST.
Onder groote belangstelling werd hedenmorgen
v-oor dte arrondisstements-rechtbank alhier behandeld1
de zaak tegen den 20-jarigen' Jakob Koppenol, kan
toorbediende ten postkantore Uitgeest, thans gede
tineerd1 in het Huis van Bewaring alhier.
Bekl. is in de dagvaarding ten laste gelegd, dat hij
te Uitgeest op 29' Juli 1913' 770.805 aan bankbiljet
ten en muntspeciën, althans omstreeks dat bedrag
aan geld, toebeboorende aan den Staat der Neder
landen, althans aan een andter -dan aan hem 'bekl.,
Ik moet je bedanken, je vergeet mij- nooit en ik
heb geen recht iets van je te verwachten. Als je
naar Engeland gaat, zul je bij je eigen familie zijn ten
hteb je mij niet nood!ig.
Ik heb je wel noodig; meer dan iemand anders
in d'e wereld'. Ik zal je dat vertellen alte wij te Mel
bourne zijn; bedank mij dus niet, Hettie, vóórdat je
alles weet.
Hester Nugtent moest dlus haar nieuwsgierigheid
bedwingen.
Margaret was iemand, d'ie nooit gras over iets l'iet
groeien. Zij beantwoordde de briteven, die zij had
ontvangen, bracht ze zelf naar de post en stelde
daarop haar farm in. hand-en van een uitstekend
agent. Drie weken na dte ontvangst der brieven uit
Engeland had zij en Hester Nugent de hoeve voor
altijd vaarwel gezegd, hadden zij Tasmania verlaten
waar zij haar jeugd had'den doorgebracht en bevon
den zich nu in een groot hotel te Melbourne. Zij
wachtten daar op dte boot „d'e Oceanic", die hen naar
Engeland moest overbrengen. De boot vertrok ech
ter pas over een paar dagen. Margaret was aenigs-
zins uit haar humeur toen zij tot die ontdekking
kwam; maar Hester verheugde zich er over, dat zij
uu Melbourne zou kunnen zien en zei, dat zij na ai
hun beslommeringen want zij had'den hun meubels
en al de gereedschappen van de hoteve ook verkocht
maar al te dankbaar was, dat zij een weinig rust
kregen.
Je kunt aan boord uitrusten, Heittie, zeide Mar
garet. Maar nu Hettie, liefste, moet ik je iets mtee-
d'eelen. Ga mee naar omzie kamer, dan kunnen wij
daar praten. Ik moet je daar zeggen, wat Ik op het
hart heb en wat ik van je verlang. Je moet mij hel
pen zooals nooit te voren een meisje een ander beeft
geholpen.
Ik zal doem, wat ik kan, zei Hester eemigszins
verbaasd, ofschoon ik niet kan begrijpen, wat je be
doelt, Maggie.
De meisjes hadden een groote kamer met twee bed
den op de eerste verdieping van bet mooie hotel waar
zij logeerden. Margaret was in het bezit van veel
geld; zij1 had dlat voor haar farm gekregen en was nu
heeft weggenomen met het oogmerk zich d'at geld
wederrechtelijk toe te eigenen.
Men zal zich herinneren, d'at 29 Juli door d'en
postbode J. Stuifbergen een zak met 770.80^2 van
bet hulppost- en telegraafkantoor te Castricum, dat
door den heer J. Res als brievengaarder en kantoor
houder wordt beheerd, naar het station Castricum is
gebracht.
Vandaar ging dte postzak met den trein naar Uit
geest, waaronder het hulpkantoor Castricum ressor
teert. Bij aankomst aan het station Uitgeest werd
dte zak neergelegd in het postlokaaltje, -uitkomende
op het perron, waar hiji een kwartier onbeheerd is
blijven liggen, daar op de aankomst van andere trei
nen zou worden gewacht, om de gezamenlijke zendin
gen naar het postkantoor Uitgeest over te brengen.
Toen dit zou geschieden, werd geconstateerd, dlat
uit de ondteraam liggende postzak van Castricum de
geldswaarde was vermist. Het aan den 'zak bevestig
de handstrookje was -ongeschonden, maar van onde
ren was de zak opengescheurd en het bovengenotemdte
bedrag zat er niet meer in.
Onder verdenking zich aan den diefstal te hebben
schuldlig gemaakt, werd dte brievengaarder van Cas
tricum, J. Res, 7 Augustus j.L preventief opgesloten
in hèt Huis van Bewaring alhier. D'en 8stem 'Septem
ber eindigden de instructies tegen hem en 24 Sep
tember werd hij op vrije voeten gesteld.
Begin October ging bekl. van Uitgeest naar
Utrecht om er zijn militieplichten te vervullen. Den
9d!en October werd hij in dite gemdekazerne aldaar door
d'en rechercheur Mackenbach van den particulieren
recherchedienst der Ntederl'andscha Maatschappij tot
Algemeen© Dienstverrigting directeur Emil' Liining
Jr. te Rotterdam, tot welken dienst da heer Res zich
•om bijstand had! gewend', tot de bekentenis gebracht
zich aan den postdiefstail te hebben schuldig ge
maakt; bij' 'een onderzoek van zijn koffers wae een
trommeltje met nog het grootste deel van het gesto
len bedrag er in, voor den dag gekomen. Bekl., dite
dicht bij het station woonde; was terwijl de postzak
onbeheerd lag het postlokaaltje binnengedrongen en
aangezien hij! op het oogenblik, dat da diefstal ge-
•schied'dte, buiten dienst was, was -de verdenking niet
op hem gevallen.
Den lien October werd hij van Utrecht naar het
Huis van Bewaring alhier overgebracht en heden
morgen diende dte zaak voor de arrondissements
rechtbank.
Bekl., een voor zijn jaren flink ontwikkelde jongen,
'bekent ook tbans bet hem ten laste gtelegde.
Op 29 Juli 's middags bezorgdte hij! een brief op
het perron en kwam toen langs het postlokaal. Hij
voelde aan de deur, die los was en ging binnen, de
dteur achter zich sluitendte. Hij haalde toen het pak
je uit den zak en maakte het thuis open. Touw en
papier werden in een mestvaalt verstopt, het geld
hield hij bij' zich. Hij stopte met het geld twee tekor
ten van 100 in de kas van het postkantoor, kocht
zeer kwistig met het uitgeven daarvan. Op hun
slaapkamer gekomen, dead zij dte dteur op slot, trok
Hester naast zich op dte sofa en nam uit haar zak een
groot notitieboek,
Hier is jou plaatsbiljet naar Engeland; Hes
ter, zei ze.' Kij'k, het is eerste klasse.
Mijn plaatsibiljet! zei Hester verbaasd, maar
waar is dat van jou dan?
-Ik heb er geen gekocht. Ik ga niet naar Enge
land!.
Wat zeg je, Maggie?
Dat is het juist, wat ik je wou vertellen. Ge
moet heel goed naar mij1 Duisteren en ik hoop dat je
niet al te verbaasd! zult zijn. Heb ik niet gezegd, dat
jij iets voor mij moest doeta?
Ja, ja, ja.
En je belooft, lieveling, dat je het zult doen?
Ik zou gaarne eerst weten, wat het was, zei
Hester.
Ik zal het je vertellen, dat is ook niet meer dan
billijk. Zit nu zoo stil als een muis en luister naar
mij.
Hester zat doodstil. Zij had mooie, donkere,
zachte, diepe oogen en dat aantrekkelijke en lieve
over zich, waardoor men niet opmerkt of dte trekken
regelmatig zijn of niet. Hester bezat de grootste
schoonheid, een geizicht vol uitdrukking, waarbij de
betrekkelijk onregelmatige trekken niet worden op
gemerkt. Het was alsof haar ziel uit hare oogen
straalde en in -den glimlach om haar lippen lag. Mar
garet keek haar vriendin lang en onderzoekend aan.
Je kunt het doen, je kunt het opperbest doen,
beweerde zij.
Wat is het? Houd mij niet langer in spanning,
Maggie.
Ik zal het je vertellen. Ik hteb alles zoo ge
schikt, dat wij deze paar dagen in Melbourne vo-or
ons zelf zouden hebben. De „Oceanic" vertrekt niet
vóór Donderdag en- nu is het Dinsdag; wij' zullen nog
dezen namiddag en avond en mo-ngen den geheelen
diag en den halven Donderdag samen zijn.
CWordt vervolgd!.