OXKET BRAND NIET VOOR DE WASCH. Be man, die zichzelf verloor, Ze maakt voor Mevrouw alles blinkend Ze maakt voor de meid alles blinkend Ze maakt voor iedereen alles blinkend I Ze doet de potten blinken I Ze maakt de koekepan als een spiegel Ze voldoet een ieder. Boekaankondiging. te eenamnHrW V°°r T Het dÜlg' dat ik za,!?' ,lee- te een moderne comedie te zij®, dé medespelaadlen (Apen-Zeep.) MAAKT voor iedereen ALLES blinkend stopt naast het hard'e ijzen en dit heele vrachtje werd voor een gulden min een dubbeltje aan den man ge bracht. Bekl. Zv bekende alles volmondig, die get ui gen waren er. Het O. M. vroeg voor dien verschenen Z. twee we kan gevangenisstraf, voor de andere, die reeds vaker diefstal pleegden, 6 maanden gevangenisstraf. Bekl. betuigde met overdreven buigingen, die iemand met zijn. figuur al bijzonder slecht afgingen, zijn dankbaarheid. EI JWIEiL VEIKDUIS TERING-, A. D,, arbeider te Blokker, bekent, dat hij een rij wiel, dat bij 30 September huurde van 2d. Reus, smid aldaar, om even naar Hoorn te gaan, heeft verkocht. Dit voor een bedrag van 4. Hij moest naar die ker- mis, had1 5.75 op zak, doch. meende, dat dit niet ge noeg was om eens vroo-lijk naar dien Bl'okkerechen kermisfuif te gaan. Reus zei, dat de fiets voor hem een waarde van 12 vertegenwoordigde. W. A. de Vries, herbergier te Hoorn, verklaarde, dat bekl. en BaJkker samen in zijn café kwiamen. Toen bekl. zich even absent-eerde, zei Bakker, dat de fiets te koop was. Beklaagde vroeg 7.50, dloch ten slotte werd de koop gesloten op 4. Get. de Vries had herhaaldelijk gevraagd of het hier"wel een eer lijke zaak was, doch ten slotte had bekl. gezegd: Kijk me maar in mijn oogen! Het O. M. ei-s-chte een maand gevangenisstraf. Bekl. vroeg of het geen geldboete kon worden. De Pres. wees er bekl. op, dat hij den benadeelde steeds geheel links beeft laten liggen, hij beeft hem naar de fiets en naar de centen laten fluiten. Nu gij die pen op den neus- krijgt, zei de Pres. tot bekiL, wilt ge het met ge.d goedmaken. Z.E.A. betwijfelde, of hier met een geldboete kon worden volstaan. AFPERSING. Jan B., slager te Blokker, wiens niaiam terloops reeds even i® genoemd' in de vorige zaak, had zich daarna te verantwoorden, omdat hij voordeel heeft getrokken uit den verkoop van de fiets, waarvan hij wist, dat deze van verduistering afkomstig wak. Eerst reeds bij een anderen herbergier, daarna bij de Vries, dien Dudink geheel niet kende, heeft bekl. aangedrongen op het verko-open van de fiets. Toen deze voor 4 van d'e hand! was gedaan dioor Dudink, die wel een beetje onder dten invloed verkeerde, zei Bakker: Schuif af een gulden, andiers krijg je op je sodemieter. Dudink was bdkl. niets schuldig, wel diens broer. Na het verdere getuigenverhoor eischte het O .M. tegen deze bekl, die Dudink aanzette tot de v (luistering, drie maanden gevangenisstraf. LANDLOOPERIJ. W. S., een zwervende werkman, heeft van 1- 'September te Helder zonder middelen van bestaan rondgezworven. Driemaal naar de Rijkswerkinrich ting opgezonden, wil hij, hoewel het hem er niet be viel, er thans toch wel weer naar toe. Het O. M. vroeg 3 dagen hechtenis en 3 jaar opzending naar de boerderij, l nog een zwervende broeder, „ar- bmder van z'n geloof,, heef t den agent van politie J» nlenaar te Hoorn eindl Sept. om 'n aalmoes -ge vraagd. Bekl. heeft volgens zijn zeggen ruim twin tig jaiar -ondterd'ak genoten in Veenhuizen, in 1904 is hij voor de laatste maal ontslagen. Nog heeft hij verplegmg genotan in het gesticht „Sint Martinus" te Medemblik, waar hij weggeloopen is. Hij was er met graag, dronkaards enz. zijn er. In Veenhuizen gaat het netter toe, al komen dlaar dan ook dronk aards en anderen. Bekl. is liever in de kolonie op d'e Drentsche hei. Het O. M. meende, dat het beter is hem daar niet naar toe te sturen, vroeg 6 dagen hechtenis. Bekl. °let te kunnen komen in het „Sint-Marti- mus '-gesticht. EEN CONTRACT. De behandeling van de zaak van den Alkmaarschen Koopman P. Br., waarvan we de behandeling niet bij woonden, doch waaromtrent we eenige mededeelin- gen ontvingen, kwam in het kort hier op neer. Bekl zit tot een bedrag van een kleine 400 in de schuld by de N. V. Zuivelfabriek „de Kroon" te Zaandijk, dir. de heer G. Vis. Daar zijn zaken achteruit gin gen, bood hij zijn goederen, w. o. 'een wagen, aan tot delging van d'e schuld. Bekl. merkte hierbij op, dat evr n r i »a,r k°n zijn, daar er kans was dat de Volksbank beslag zou leggen o,p de goederen. Hij kreeg toen echter van Vis, die hier wel' raad op wist. ■een stuk te teekenen, waarbij de goedteren voor del ging der schuld' werden disponibel gesteld, Bekl. verkocht echter den wagen voor 125 aam den bode Eikel te Zaandijk. Het contract was hierbij ge roken. Hebben we wel begrepen, dan werd' hiervoo J 10 boete subs. 5 diasen hechtenis geëischt te-e'e 1- ffffden bekl., die ontkende de moederen voo- c nlddelging tie hebben aangeboden en beweerde flat van zijni ouderdom misbruik was gemaakt. neïe^l.T18 BaJf(fr Standenu zult direct ver- nSTuhft wY hetTf\niet meer ben, hoewel de u be-tlaam. Ik ben mos- steedis tooneel-re- lorZ'm t "FakkeTL" Wat ik zal zijn binnen Korten tijd, dat mag Joost weten. Ik verkeer in groots geestelijke opwinding en ik zal mijn best doen te trachten met helder brein de levensmoeilijk heden te overzien. Heb. teer, wat gedhilti metrnd kostTet hem y]17ï"mel' Tr lie? ei^mzeg verliest'. Kost het hem, dat is van zelfsprekend, groote inspan- ®-i*ig, zich juist uit te drukken. Ik zal het u dadelijk duidelijker zeggen, wanneer ik mijn geschiedenis te pakken hefb. Even bedenken nu waar ben ik? Ik gaf er watl voor, het te wetenI O, ik ben er 1 ik verloor mijzelf I Bal'four Standen be staat slechts in naiam I Vroeger' zou ik 'het schrijven over „ik, ik," veraf schuwd hébben; nu is deize geschiedenis vol' van „ikken." Maar mijn smaak is gewijzigd, sedert ik toon.eed-recensent werd. Egoïstisch mag men het schrijven over mijzelf nu eigenlijk niet' noemen, om dat ilk niet meer „ik" ben, sedert mijn persoonlijk heid zoo groote veranderingen onderging. „Sedert,wat al beteekemt bezit dat woordje voor mijIk was, vroeger, een aardige vent, wat verle gen, met smaak voor grijze pakken en zwarte dassen, met klein piquant snorretje op een nog al „interes sant" gezicht, en met een lichte neiging tot stotte ren, die i'k als jongen van e,en kameraadje had over genomen. Ik was met een allerliefst meisje geënga geerd, Roisa genaamd. .Haar vader had' veel verstand van postzegels; zij begroef zich graag tusisehen de boeken van het Britsch Museum. Wij beminden ei lander o>p intellectueele wijze en koesterden vreugde volle toekomstplannen. (Alle nu verloren 1) En'haar vad'er hield van mij, omdlat ik erg gein ter esiseerd scheen in postzegelgesprekken. Zij bezat geen moeder meer. Werkelijk, voor een jong merusch kon ik mij geen betere vooruitzichten denken. Ik ging nooit naar het theater in dien tijd. Mijn tante Liesheth had mij, vóór haar dood, gezegd dit niet te do'en. Toen kwam Gresham, de uitgever van „De Fakkel" en maakte mij, ondanks mijn hevig tegenstribbelen, tot to-oneelcriticus. Hij is een gezonde, nette man, die Gresham, met een emormen koip met haar en met omwikkelende manieren. Hij ontmoette mij na zijn middagmaal op straat voor zijn kantoor en was bij zonder opgewekt. „Ahdat treeft," zeide hij„daar vind i'k mijn vriend Balfour, Balfour Standen, den man, dien ik juist noodig heb!" Hij greep mij bij den schouder of bij den kraag, ergens tenminste, trok mij mee de trap op van zijn kantoor, en plofte mij, via een groote papiermand, in zijn leunstoel neer. «'Asjeblieft, ga zitten," zei hij, terwijl hij mij neer duwde. Toen rende hij de kamer uit, kwam terug met wat roze en gele biljetjes, dile hij mij in de hand drukte. „Opera Comique," zei hij, Donderdag; Vrij dag „Erivol'itlé," Zaterdag „Lyceum." Dat is, geloof ik, alles" „Maar. begon ik. „Blij, dat je vrij bent," zeide hij, enkele proeven ter hand nemende, die hij ging doorlezen. ■Ik begrijp niet recht.zei ik. ,Hm? wat?" sprak hij miet vra'genden klank als van iemand, die mij vergeten was en nu opschrikte door mijn opmerking. „Meen je mijl noodig te hebben als beoordeedaiar dé zer stukken?'* Doe er iets mee, een tractatia was?" „Maar ik kan het niet jEeg, maak dat aan 'anderen wijs!" „Maar beste kerel, i'k ben nog nooit naar eenigen chouwburg geweest." „Maagdelijiken bodem- ter ojpvanging van indruk ken bezit jij 1" „Maar ik weet niets ervan- af." „Dat moet ik juist hebben. Nieuwe inzichten, geen vaste cliché'». Onze courant wil levende arti kelen geven, geen zak vol kumstgreapjes'. Niets van al dat regelmatige journalistieke gedoe van jullie blad in onze courant. En ik weet, ik kan vertrou wen op jouw volledige toewijding „Maar ik Ee!b overwegend)© bezwaren. my* Hij greep mij onverwacht beet en zette mij bui'ten zijn deur. „Ga naar James cm spreek erover," zeide hij. „Hij zal' alles nader uitleggen." Ik stond nog geheel' perplex, toen hij de deur op nieuw opend'e en zeide: „dit vergat ik nog," en mof felde nog een vierde 'biljet in mijn hand (het was voor den avond! zelf binnen twintig minuten) en wierp die deur achter mij toe. Zijn woerden waren die van een kalm men-sch, maar ik ving zijn bl'ik op, ■die zei meer. Ik heb 't land' aan argumenteer©®,, ik besloot op zijn aanwijzing in te gaan (tot mijn eigen-vernieti ging) en te worden: to-oneel-criticus 1 Langzaam wandelde ik naar James. Die Gresham heeft een merkwaardig overtuigende mani-er je in te palmen, ■tiet kan natuurlijk zijn, d'at ik extra gemakkelijk materiaal ben, ik neem zeer vlug d'e kleur mijner omgeving aan. Het is zeer zeker door mijn onge- ukkige ontvankelijkheid voor levendige indrukken, dat ik er nu het slachtoffer van geworden ben. Ik heb- al even gezinspeeld op mijn kleine neiging tot s 0 e?®n> dle tk van een -schooljongen heb overgeno men. Maar, dit was toch een heusc'he afwijking.... n oc. lk huiswaarts met een rijtuigje om me te -kleeden. herinnert zich, lezer, dat ik een zeer ingetogen on rustig leven had geleid, dat ik nooit tevoren in eenig theater was geweest. Tracht dan nu het effect te begrijpen, dat een voor mij eerste opvoering op my maakte op mij, die zóó gevoelig ben voor leven dige indrukken! moesten Engelschen voorstellen en waren als keuri ge mode-Amerikane® gekleed en ik verviel in de nar tuurlijke dwaling om te veronderstellen, dat de ac teurs pro-beerden-, menschelijke weaene voor te stél len. Op deze eerste avond-voorstelling ziag ik terug met groote verwondering, verbeeldde mij als alle nieuwe recensenten van drama's doen dat op mij dte taak rustte „het Drama"' te verbeteren, en na een souper, gemengd' met veeJl emotie, trok ik naar het bureau om een kolom vol' te schrijven -over „Nieuwe banen,' vol pimpelpaarse verontwaardiging. Gresham was verrukt. Na een slechten nacht vol droomen over wee- doenerige a-cteurs, stond' i!k den volgenden dag laat, met zware hoofdpijn, op en ging mij scheren. Doch een dwaas ding gebéurde. Ik kon mijn scheermes niet vinden. „Holalazeide ik, naar mij-zelf in den scheerspie gel kijkende. En geheel onwillekeurig strekte ik d'e linkerhand met vijf lange vingers 'omhoog, en sloeg -d'e rechter hand tegen mijn voorhoofd als om mijn herinnering wakker te kloppen. Het gebaar verrastte mij, het was niet van mij. „Ho-e dwaas," zeid'e ik tegen mij zeil, tot eigen geruststelling. N adat ik geschoren- was, dacht ik terug aan het acteeren van d'en vorige® avond en ik vermaakte mij met h<et nadoen van overdreven gabaren vóór den spiegel. Daarna lunchte ik met Rosa -in het Britsch Museum en sprake® wij over onze vooruitzichten, in het licht van mijn nieuwe aanstelling. Maar die aanstelling was het begin van ondergang. Vanaf dien eersten avond! werd ik een vaste schouw burgbezoeker en, hoewel bijna onmerkbaar, 'begon i'k te veranderen. Na dé ontdekking van mijn gebaar over het verloren scheerm'es, betrapte ik mijzelf op -een zeer opvallende wijze van begroeten van Rosa, van haar hand vatten, naar oud'erwetsche, hoffelijke wyze, d'ie niet van mij was. Ik d-oioraag mijzelf di rect en voelde me onbehagelijk. Ik herinner mij, ho-everwonderd haar blik langs mij hieen gleed. Op het bureau, bij Gresham, 'betrapte ik mijzelf op aan- wending van „zenuwaehtig-overstelpende drukten" toen hij' mij vragen stélde, waarop ik geen antwoord wist, en waarom ik eclipseerde. Ook geb-eurde het dat, na een wanhopig meeningsverschil met Rosa, ik my voelde tasten met mijn vijf vingers in d-e volheid myner haarlokken. En -soms sprak ik mat veel uiter- lyk vertoon over mijn „sociale" bezigheden, bij tijden aan een acteur gelijk! En ik probeerde er tegen te vechten; niemand be ter dan ik, zag duidelijker de malle dwaasheid van aat nageaap. Het werd mij held'er, wat dit alles voor mij ging be ttekenen. liet acteeren, die voelde ik, greep te zeer myn fynbesnaard zenuwgastel aan. Ik ben steed-s te sterk onderhevig geweest aan den invloed van mij omringende atmospheeren. Avond aan avond van in- gespannen aandacht voor conventionale spreekwijze ■en houding van Engelsche acteurs greep ten slotte myn eigen manier van zeggen en d'oen aa-n. Avond na avond zochten indrukken.' van hevig gebarenspel of ontroerende over-gevoelighede® contact met mijn seer gespannen zenuwgestel, en hielden mij vast. E-en -so-ort van theatervermis dreigde mijn eigen p'ersooni'ykheid te bedekken en te verstikken. Ik zag myzeii in een soort vilsi'oen. I'k zag mijn nieuwerzelï pp een nacht, poiseerend, gebarenmakend- d'oor de aamer gaan. Ik zag hem wat wijdbeens loepen, een Peetje doorzakkend, aia m-arionetten. uit eerste krin gen som» kunen doen. De eeme houding na d'e ande- re zag ik mijzelf aannemen. Dadelijk na deze ont dekking besloot ik mijn theaterwerk o-p te -geven. Maar Gresham onitving mij' wteer met zijn hém-eigen onweerstaanbare 'manieren-, zoodlat ik zelfs geen ge- museum-bewaker, dlie op mijn smartkreet nadterbjj was gekomen, te overtuigen, dat. ik niet gek was, doch sléchts leed onder een tijdelijke onwelheid'.) Doch zelfs dit groote verdriet kon, mij niet red den. Ik zie het: iedereen ziet hert: ik wordt eiken dag meer „theatraal. Ik kan mij niet meer red'den. Myn kieermaser Komt mij zelfs nader in mijn gees telijke wanorde. Hij weet preeites wat -ia: „je." Hoe- wei ik probeer dé een saai grijs- pa!k te ontvangen, maakte hij mij- een- opvallend blauw co-stuum, met omgeslagen broekspijpen. Mijn kapper dringt er op aan, mij een,bepaalde „lok" te geven. Ik kom nu meer en meer in aanraking met too- naelspelers. Ik houd! niets van d'at soort menschen, maar alleen in hun gezelschap voel ik mij niet ver lacht. Hunne gesprekken werken op mij in. Ik voel, dat mijn stijl ook gaat veranderen. Gresham heeft het ook al bemerkt. Ik vrees voor het eind'; ik k-an toch niet terug. Het feit is er nu eenmaal, dat ik myzelf verliezende ben, voor goed. AM een o-nopgemérkt, verloren menlschenkind' leefde ik mijn jeugd, totdat ik theatieratmospheeren opsnoof. En theater-afmetingen, felle contrasten en helle kleuren hebben my, jongmensch van halve tinten, geheel verdonkeremaand. Menschen vergeten vaak, hoezeer een bepaalde wijze van uitdrukking, hoe een bepaalde methode van beweging een kwestie is van besmet ting. Soms denk ik weieens, of ik niet beter doe déze trieste, alledaagsche wereld! te verlaten, waarin ik niet meer thuis behoor, mij® naam te veranderen in eenig pseudoniem, ald-us mijn zelf-vernietiging in een daad om te zétten, eat, v-oor goed, aan het to'onéel te gaan. Dat zou die beste oplossing zijn, mijn eeni ge uitkomst. En toch moet ik nog even uitspreken myn tegenzin in acteurs. Op dit oogenbl'i'k nog gaf i'k liefst aan -alias de brui. Maar ik kan Gresham nooit te pakken krijgen. Ban ik bij hem, wil ik spre ken, steeds weet hij mij te bewegen een frissche si gaar op te steken, een glas sterke whiskey te drinken en het gesprek in and-er© richting te drijven. Arm© „ik," die mijzelf verloor. Geloofde je heusch, dat het legenheid vond, mijn wenschen kenbaar te maken. En Rosa's houding tot mij veranderde n-u ook. Het gemakkelijke in onzen omgang verdween. Ik voelde dat er tegenzin voor mij bij haar ontstond. Ik lachte gedwongen, wrong mij in- bochten, poseerde op Lon- 'dterden manieren en wist met welk 'n zwijgende smart dat ik aldhte dééd. Ik probeerde opnieuw bij- Gresham my te bevryd-en, d'och hij gaf mij een zware sïgaar, sprak oiver artikelen in de Revue en joeg mij op de vlucht. Daarna wandelde ik d'e As-syrische afdeeling binnen, op de manier van eein Irving, om Roaa te ontmo-eten, en bespoedigde dé crisis. „O, liefste!" zeide ik met buitengewoon ontroerde stem. Zij stak haar hand' tamelijk koud naar mij uit ter- wyl ze mij' -opnam. Ik trachtte met een nienw-ver- overd-e ^gratie naast haar te gaan loopen. „Balfour," zeide zij, en zij stond stil en dacht na. toen keek ze naar mij. Ik zeide niets. Ik voeldle wat komen ging. I'k pro beerde den ouden Balfour met onvasten gatag en stotterende innigheid! weer te zijn, dien zij liefhad maar ik voelde, zelfs toen ik zoo deed', dat ik een nieuw dling geworden was, een ding van golvende ge voelens en geheimzinni'gen samenhang zooals er geen 'tweede menschelijk weizen bestond', tenzij op het too need. „Balfour,' zeidie zij, „je bent nied je-zelf." „Mat wil je daarmee zeggen?" vroeg ik, best be- SwPfnié Dichtheid' van mijn houding. „Mat bedtoel je? vroeg ik opnieuw met een soort van heesch gefluister. Nu zag ze heusch met tegenzin naar ma op: „Waarom doe je zo-o dwaas? Ik houd niets van al dat geposeer. Je deed vroeger nooit zoo." „\roeger,' herhaalde ik een paar keer. Ik keek de lange gang -af en zei- toen snel: „Luister 1" en uitgestrekten wijsvinger omhoog voegde ik er toe: „ik verkeer onder den d'ru'k van een vloekI" Ik zag dat zij den klnop van haar parasol valster omsloot. Zy antwoordde: DE VERLOREN ZOON. In de typografisch zoo goed verzorgde en tevens goedkoope serie „Ge- wenschte gasten/ welke bij den Amsterd'amschen uit- gevei L. J. \-een het licht ziet, is thans verschenen „De verloren zoon," het nakende werk van Hall Gai ne. Dez-e uitgave bevat het 11e en 15e duizendtal .het boek, dat thans voor matigen prijs verkrijgbaar is, is dus in ons land wel gelezen! WARENDORF's GEÏLLUSTREERDE EAMI- LIEKALENDEIR handhaaft zich in ons land even goed ai-s zijn naamgenooten bij onze Oostersche bu ren. V-an heun kan worden getuigd;, dat hij burger recht heeft verkregen. Koopt men dezen kalender, dan heeft men een portefeuille-almanak voor den man, een kasboek voor de vrouw en heel wat lectuur voor het gezin. Justus v an Maurik is in de novellen en bijlagen nog steeds a-an het woord en zijn opvolger de Sinclair is de tweede der reeks -schrijvers, die voor ontspannings lectuur zorgen. Een groot aantal foto's, portretten van het nieu- we ministerie en van de nieuwe Kamerledén, dé ko ninklijke stall-en, kijkjes in het noorden en zuiden van ons land, portretten van bekend'e tijdgenooten eniz. Een extra bijlage „de perfecte kaartspeler" zal voor velen een welko-me handleiding zijn voor de in ozls land het meest beeefeoaxie kaartspelen. Wij ontvingen voorts het verslag van de RIJKS- TUINB O U WPRO EF VELDEN IN ZUID-GEL DER LAND EN UTRECHT gedurende 1912, uitge bracht door en gratis verkrijgbaar bij dé® Rijkstum- bouwleeraar N. Nobel te Wadenoyen bij Tiel, dén uitslag der enquête inzake DIENST EN RUSTTIJ DEN VAN HET NEDERLANDS-CUE LO-COMO- TIEEPERSO'NEEL over de maand Augustus 1913, een open brief aan de leden der Statem-Generaak den raad van toezicht op de spoorwegen, dé direc ties der Mij. tot Ebrploitatie der S. S., H IJ S M N. C. S. en N. B. D. S. Eindelijk: MOGEN WIJ ZWIJGEN? va® me vrouw M. S-choemaker—Frentzen, een door vele per soonlijke aanbevelingen en tal van aanhalingen ge schraagd betoog aan moeders, om het zwijgen te ver breken, en daardoor mede te bestrijden de gevolge® van de geslachtsziekten voor vrouwen en kinderen. Het boekje, verschenen bij A. W. Sijthoff's uitge^ vers Mij. te Leiden zal ook in volksuitgaaf het licht Ingezonden stukken met aan. Helder, 1 Nov. 1913. Geachte Heer Redacteur, ■ifl flw geacht blad van 29 Oct. j.l, lezen wij een ingezonden stuk over, de lichtkwestie te Heilo van de® heer Bruins, en wij a-chtien ons verplicht daarop te antwoorden. Daarvoor besten dank. Wij begrijpen zeer goed, dat -er van gemeentewege bezwaar gemaakt wordt .aan een particulier inzage van gemeentestu'kken te geven. Waar zo-u het heen moeten indien -elk ingezetene daarop aanspraak zou maken, d'o-ch indien de heer Bruins onze aanbieding had wil-len kennen, waarom ons dan niet gevraagd? Zeker hadden wij hem dan ais belangstellend' inwoner alle verlangde inlichtingen gegeven. Genoemde heer behoeft heusch niet verwonderd te Aanvankelijk was ik gewoonweg overduveld. Men schen, die gewoon zijn aan theaterbezoek, treft -niet meer de brutal-e onnatuur der actie. Zij zijn gewend geiaakt aa-n de fantastische gebaren, de heftige aan doeningen, de onheilspellende mondbewegingen, de melodieus© smnf-geluiden, de angstwekkende kre ten, dé weggeknalbbeld'e lippen, m- andere -symbo-lieke ontroeringen van- het tooneeL ■;IIei worcjt veor 'hen als een dbof-stomme taal, die y aflezen by het aanh-ooren der dialogen. Maar dit „Jy verkeert onder een of antdér slechten invloed, f-^ u' een we^°'u*r door dezen gevraagde in- li-chtingen over ga-saanleg -geven, en schrijven op wel ke wyze wij zaken willen d'o-en. Onze concurrenten doen dit even-zoo, o-.a. da Kennemer rapporteerde nog onlangs inzake electriciteit aan wethouder Goes te Gastncum. M-en vraagt ons herhaaldelijk, doch ter voiiedlige mfor'matie kunnen wij mededéelen, dat wij heeren Burgemeester en Wethouders van Heilo me dedeeldén, dat wij dten wethouder v. di. Molen een aanbieding deden. Natuurlijk is er geen zekerheid, d'at Alkmaar met ons zal onderhandelen, déch dit behoeft niet, daar wy aannemen, gezien het feit dat Alkmaar aan Hei lo schreef, gas te willen -léveren, dat Heil'o het con tract met Al'kmaar zou sluiten en wij dus enkel met deze gemeente te maken zouden hebben. Eerst als Heilo dit niet wilde, of liever concessie gaf, da® zou den wij ons tot Alkmaar wenden en wij geven de ver zekering, dat wij- dit geheel in dé vormen -zulle® doe®, doch waar Heilo nog niet een definitief besluit nam, kunnen wij niet tot Alkmaar gaan. Doel van dit schrijven i-a dan ook te doen uitko men, dat wij in gee® geval' buiten dé Alkmaarsche autoriteiten zullen handelen. Er komt zoo spoedig misverstand. Ontdoe je ervan. Nooit zag ik iemand, dte in zoo n korten tyd al-dus veranderde." „Rosa!" nepik uit, tot pathos vervallend, „Rosa, heb meelij I Och Bo&a, heb meelij I" Zij keek mij scherp aan. „Waarom je doorgaat met voor gek te spelen, kan ik niet begrijpen. In ieder geval, ik kan niet omgaan met een man, zo-oals jy nu bent. Ik ben hier gekomen, je dit te zeggen. Ik mag j-e niét meer, ik verbreek de„R°sa!' ik klemde mijn hoofd tusschea mij® han- ze^e Rosa, zonder ontroering. „O, Rosa, niet aldus!" „Adieu, meneer Standen," zei zij. Met een heftige inspanning beheenschte ik myzelf en beroerde even haar hand. Ik probeerde iets zeggen, zy keek my i® mijn vermoeid schokte even terug. „ïk.moet het dJoenP zeide- zij hopeloos. Toen draaide zy zich van mij af en liep d'e galerij uit. Hemel hoe kreet d'e smart diep in mijn ziel van pyn. Ik had Rosa lief. Maar ik kon niets zeggen; ik was al teveel^ m de macht van mijn nieuwe-zelf. „Adieu!" zeide ik ten slotte, ha-ar verdwijnend fi guurtje naturende. Hoe haatte ik mijzelf, toen ik dat zei. Toen zy geheel onzichtbaar was, herhaalde ik op droomerige manier: „Adieu," - „adieu," en keek wanhopend om me heen. Met een hartbreken- d-en kreet sloeg ik met mijn vuisten in de lucht vloog tegen een bééld' op voetstuk op, begroef mijn gezicht m myn handen en hijgde met heftig schou derschokken. Iets binnenin me zei: „stommeling," oe® ik zoo deed. (Ik hadi de grootste moeite o-m teen te gezicht en Den heer Bruins zij verdér ond'er die aandacht ge- dracht, dat indien Alkmaar zoo wij dit vroege® een ontract met ons aanging, dit geen unicum zou zijn. p?.n 'levert gas aan deai concessionajri» voor Ryswij-k en Leiden el-ectriciteit aan den- concessiona ris voor Aalsmeer. Natuurlijk 'beschouwen wij dte Heiloosche verlich ting uit zakenoogpunt, doch dit mag voor den heter Brums geen redén zijn- tegen on« aanbod te ageer-en Nog doelen wij me.de, dat deskundig onderzoek van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 6