OXKET
BRAND
NIET VOOR DE WASCH.
Be man, die zichzelf verloor,
Ze maakt voor Mevrouw alles
blinkend
Ze maakt voor de meid alles
blinkend
Ze maakt voor iedereen alles
blinkend I
Ze doet de potten blinken I
Ze maakt de koekepan als een spiegel
Ze voldoet een ieder.
Boekaankondiging.
te eenamnHrW V°°r T Het dÜlg' dat ik za,!?' ,lee-
te een moderne comedie te zij®, dé medespelaadlen
(Apen-Zeep.)
MAAKT
voor iedereen
ALLES
blinkend
stopt naast het hard'e ijzen en dit heele vrachtje werd
voor een gulden min een dubbeltje aan den man ge
bracht. Bekl. Zv bekende alles volmondig, die get ui
gen waren er.
Het O. M. vroeg voor dien verschenen Z. twee we
kan gevangenisstraf, voor de andere, die reeds vaker
diefstal pleegden, 6 maanden gevangenisstraf.
Bekl. betuigde met overdreven buigingen, die
iemand met zijn. figuur al bijzonder slecht afgingen,
zijn dankbaarheid.
EI JWIEiL VEIKDUIS TERING-,
A. D,, arbeider te Blokker, bekent, dat hij een rij
wiel, dat bij 30 September huurde van 2d. Reus, smid
aldaar, om even naar Hoorn te gaan, heeft verkocht.
Dit voor een bedrag van 4. Hij moest naar die ker-
mis, had1 5.75 op zak, doch. meende, dat dit niet ge
noeg was om eens vroo-lijk naar dien Bl'okkerechen
kermisfuif te gaan. Reus zei, dat de fiets voor hem
een waarde van 12 vertegenwoordigde.
W. A. de Vries, herbergier te Hoorn, verklaarde,
dat bekl. en BaJkker samen in zijn café kwiamen. Toen
bekl. zich even absent-eerde, zei Bakker, dat de fiets
te koop was. Beklaagde vroeg 7.50, dloch ten
slotte werd de koop gesloten op 4. Get. de Vries
had herhaaldelijk gevraagd of het hier"wel een eer
lijke zaak was, doch ten slotte had bekl. gezegd: Kijk
me maar in mijn oogen!
Het O. M. ei-s-chte een maand gevangenisstraf.
Bekl. vroeg of het geen geldboete kon worden. De
Pres. wees er bekl. op, dat hij den benadeelde steeds
geheel links beeft laten liggen, hij beeft hem naar de
fiets en naar de centen laten fluiten. Nu gij die pen
op den neus- krijgt, zei de Pres. tot bekiL, wilt ge het
met ge.d goedmaken. Z.E.A. betwijfelde, of hier met
een geldboete kon worden volstaan.
AFPERSING.
Jan B., slager te Blokker, wiens niaiam terloops
reeds even i® genoemd' in de vorige zaak, had zich
daarna te verantwoorden, omdat hij voordeel heeft
getrokken uit den verkoop van de fiets, waarvan hij
wist, dat deze van verduistering afkomstig wak.
Eerst reeds bij een anderen herbergier, daarna bij de
Vries, dien Dudink geheel niet kende, heeft bekl.
aangedrongen op het verko-open van de fiets. Toen
deze voor 4 van d'e hand! was gedaan dioor Dudink,
die wel een beetje onder dten invloed verkeerde, zei
Bakker: Schuif af een gulden, andiers krijg je op je
sodemieter. Dudink was bdkl. niets schuldig, wel
diens broer.
Na het verdere getuigenverhoor eischte het O .M.
tegen deze bekl, die Dudink aanzette tot de v
(luistering, drie maanden gevangenisstraf.
LANDLOOPERIJ.
W. S., een zwervende werkman, heeft van 1-
'September te Helder zonder middelen van bestaan
rondgezworven. Driemaal naar de Rijkswerkinrich
ting opgezonden, wil hij, hoewel het hem er niet be
viel, er thans toch wel weer naar toe. Het O. M.
vroeg 3 dagen hechtenis en 3 jaar opzending naar de
boerderij,
l nog een zwervende broeder, „ar-
bmder van z'n geloof,, heef t den agent van politie
J» nlenaar te Hoorn eindl Sept. om 'n aalmoes -ge
vraagd. Bekl. heeft volgens zijn zeggen ruim twin
tig jaiar -ondterd'ak genoten in Veenhuizen, in 1904 is
hij voor de laatste maal ontslagen. Nog heeft hij
verplegmg genotan in het gesticht „Sint Martinus"
te Medemblik, waar hij weggeloopen is. Hij was er
met graag, dronkaards enz. zijn er. In Veenhuizen
gaat het netter toe, al komen dlaar dan ook dronk
aards en anderen. Bekl. is liever in de kolonie op d'e
Drentsche hei.
Het O. M. meende, dat het beter is hem daar niet
naar toe te sturen, vroeg 6 dagen hechtenis. Bekl.
°let te kunnen komen in het „Sint-Marti-
mus '-gesticht.
EEN CONTRACT.
De behandeling van de zaak van den Alkmaarschen
Koopman P. Br., waarvan we de behandeling niet bij
woonden, doch waaromtrent we eenige mededeelin-
gen ontvingen, kwam in het kort hier op neer. Bekl
zit tot een bedrag van een kleine 400 in de schuld
by de N. V. Zuivelfabriek „de Kroon" te Zaandijk,
dir. de heer G. Vis. Daar zijn zaken achteruit gin
gen, bood hij zijn goederen, w. o. 'een wagen, aan tot
delging van d'e schuld. Bekl. merkte hierbij op, dat
evr n r i »a,r k°n zijn, daar er kans was dat de
Volksbank beslag zou leggen o,p de goederen. Hij
kreeg toen echter van Vis, die hier wel' raad op wist.
■een stuk te teekenen, waarbij de goedteren voor del
ging der schuld' werden disponibel gesteld, Bekl.
verkocht echter den wagen voor 125 aam den bode
Eikel te Zaandijk. Het contract was hierbij ge
roken. Hebben we wel begrepen, dan werd' hiervoo
J 10 boete subs. 5 diasen hechtenis geëischt te-e'e
1- ffffden bekl., die ontkende de moederen voo-
c nlddelging tie hebben aangeboden en beweerde
flat van zijni ouderdom misbruik was gemaakt.
neïe^l.T18 BaJf(fr Standenu zult direct ver-
nSTuhft wY hetTf\niet meer ben, hoewel de
u be-tlaam. Ik ben mos- steedis tooneel-re-
lorZ'm t "FakkeTL" Wat ik zal zijn binnen
Korten tijd, dat mag Joost weten. Ik verkeer in
groots geestelijke opwinding en ik zal mijn best
doen te trachten met helder brein de levensmoeilijk
heden te overzien. Heb. teer, wat gedhilti metrnd
kostTet hem y]17ï"mel' Tr lie? ei^mzeg verliest'.
Kost het hem, dat is van zelfsprekend, groote inspan-
®-i*ig, zich juist uit te drukken.
Ik zal het u dadelijk duidelijker zeggen, wanneer
ik mijn geschiedenis te pakken hefb. Even bedenken
nu waar ben ik? Ik gaf er watl voor, het te wetenI
O, ik ben er 1 ik verloor mijzelf I Bal'four Standen be
staat slechts in naiam I
Vroeger' zou ik 'het schrijven over „ik, ik," veraf
schuwd hébben; nu is deize geschiedenis vol' van
„ikken." Maar mijn smaak is gewijzigd, sedert ik
toon.eed-recensent werd. Egoïstisch mag men het
schrijven over mijzelf nu eigenlijk niet' noemen, om
dat ilk niet meer „ik" ben, sedert mijn persoonlijk
heid zoo groote veranderingen onderging.
„Sedert,wat al beteekemt bezit dat woordje voor
mijIk was, vroeger, een aardige vent, wat verle
gen, met smaak voor grijze pakken en zwarte dassen,
met klein piquant snorretje op een nog al „interes
sant" gezicht, en met een lichte neiging tot stotte
ren, die i'k als jongen van e,en kameraadje had over
genomen. Ik was met een allerliefst meisje geënga
geerd, Roisa genaamd. .Haar vader had' veel verstand
van postzegels; zij begroef zich graag tusisehen de
boeken van het Britsch Museum. Wij beminden ei
lander o>p intellectueele wijze en koesterden vreugde
volle toekomstplannen. (Alle nu verloren 1) En'haar
vad'er hield van mij, omdlat ik erg gein ter esiseerd
scheen in postzegelgesprekken.
Zij bezat geen moeder meer. Werkelijk, voor een
jong merusch kon ik mij geen betere vooruitzichten
denken. Ik ging nooit naar het theater in dien tijd.
Mijn tante Liesheth had mij, vóór haar dood, gezegd
dit niet te do'en.
Toen kwam Gresham, de uitgever van „De Fakkel"
en maakte mij, ondanks mijn hevig tegenstribbelen,
tot to-oneelcriticus. Hij is een gezonde, nette man,
die Gresham, met een emormen koip met haar en met
omwikkelende manieren. Hij ontmoette mij na zijn
middagmaal op straat voor zijn kantoor en was bij
zonder opgewekt.
„Ahdat treeft," zeide hij„daar vind i'k mijn
vriend Balfour, Balfour Standen, den man, dien ik
juist noodig heb!"
Hij greep mij bij den schouder of bij den kraag,
ergens tenminste, trok mij mee de trap op van zijn
kantoor, en plofte mij, via een groote papiermand,
in zijn leunstoel neer.
«'Asjeblieft, ga zitten," zei hij, terwijl hij mij neer
duwde. Toen rende hij de kamer uit, kwam terug
met wat roze en gele biljetjes, dile hij mij in de hand
drukte. „Opera Comique," zei hij, Donderdag; Vrij
dag „Erivol'itlé," Zaterdag „Lyceum." Dat is, geloof
ik, alles"
„Maar. begon ik.
„Blij, dat je vrij bent," zeide hij, enkele proeven
ter hand nemende, die hij ging doorlezen.
■Ik begrijp niet recht.zei ik.
,Hm? wat?" sprak hij miet vra'genden klank als
van iemand, die mij vergeten was en nu opschrikte
door mijn opmerking.
„Meen je mijl noodig te hebben als beoordeedaiar dé
zer stukken?'*
Doe er iets mee,
een tractatia was?"
„Maar ik kan het niet
jEeg, maak dat aan 'anderen wijs!"
„Maar beste kerel, i'k ben nog nooit naar eenigen
chouwburg geweest."
„Maagdelijiken bodem- ter ojpvanging van indruk
ken bezit jij 1"
„Maar ik weet niets ervan- af."
„Dat moet ik juist hebben. Nieuwe inzichten,
geen vaste cliché'». Onze courant wil levende arti
kelen geven, geen zak vol kumstgreapjes'. Niets van
al dat regelmatige journalistieke gedoe van jullie
blad in onze courant. En ik weet, ik kan vertrou
wen op jouw volledige toewijding
„Maar ik Ee!b overwegend)© bezwaren. my*
Hij greep mij onverwacht beet en zette mij bui'ten
zijn deur. „Ga naar James cm spreek erover," zeide
hij. „Hij zal' alles nader uitleggen."
Ik stond nog geheel' perplex, toen hij de deur op
nieuw opend'e en zeide: „dit vergat ik nog," en mof
felde nog een vierde 'biljet in mijn hand (het was
voor den avond! zelf binnen twintig minuten) en
wierp die deur achter mij toe. Zijn woerden waren
die van een kalm men-sch, maar ik ving zijn bl'ik op,
■die zei meer.
Ik heb 't land' aan argumenteer©®,, ik besloot op
zijn aanwijzing in te gaan (tot mijn eigen-vernieti
ging) en te worden: to-oneel-criticus 1 Langzaam
wandelde ik naar James. Die Gresham heeft een
merkwaardig overtuigende mani-er je in te palmen,
■tiet kan natuurlijk zijn, d'at ik extra gemakkelijk
materiaal ben, ik neem zeer vlug d'e kleur mijner
omgeving aan. Het is zeer zeker door mijn onge-
ukkige ontvankelijkheid voor levendige indrukken,
dat ik er nu het slachtoffer van geworden ben. Ik
heb- al even gezinspeeld op mijn kleine neiging tot
s 0 e?®n> dle tk van een -schooljongen heb overgeno
men. Maar, dit was toch een heusc'he afwijking....
n oc. lk huiswaarts met een rijtuigje om
me te -kleeden.
herinnert zich, lezer, dat ik een zeer ingetogen
on rustig leven had geleid, dat ik nooit tevoren in
eenig theater was geweest. Tracht dan nu het effect
te begrijpen, dat een voor mij eerste opvoering op
my maakte op mij, die zóó gevoelig ben voor leven
dige indrukken!
moesten Engelschen voorstellen en waren als keuri
ge mode-Amerikane® gekleed en ik verviel in de nar
tuurlijke dwaling om te veronderstellen, dat de ac
teurs pro-beerden-, menschelijke weaene voor te stél
len. Op deze eerste avond-voorstelling ziag ik terug
met groote verwondering, verbeeldde mij als alle
nieuwe recensenten van drama's doen dat op mij
dte taak rustte „het Drama"' te verbeteren, en na een
souper, gemengd' met veeJl emotie, trok ik naar het
bureau om een kolom vol' te schrijven -over „Nieuwe
banen,' vol pimpelpaarse verontwaardiging. Gresham
was verrukt.
Na een slechten nacht vol droomen over wee-
doenerige a-cteurs, stond' i!k den volgenden dag laat,
met zware hoofdpijn, op en ging mij scheren. Doch
een dwaas ding gebéurde. Ik kon mijn scheermes niet
vinden.
„Holalazeide ik, naar mij-zelf in den scheerspie
gel kijkende.
En geheel onwillekeurig strekte ik d'e linkerhand
met vijf lange vingers 'omhoog, en sloeg -d'e rechter
hand tegen mijn voorhoofd als om mijn herinnering
wakker te kloppen. Het gebaar verrastte mij, het
was niet van mij. „Ho-e dwaas," zeid'e ik tegen mij
zeil, tot eigen geruststelling.
N adat ik geschoren- was, dacht ik terug aan het
acteeren van d'en vorige® avond en ik vermaakte mij
met h<et nadoen van overdreven gabaren vóór den
spiegel. Daarna lunchte ik met Rosa -in het Britsch
Museum en sprake® wij over onze vooruitzichten, in
het licht van mijn nieuwe aanstelling.
Maar die aanstelling was het begin van ondergang.
Vanaf dien eersten avond! werd ik een vaste schouw
burgbezoeker en, hoewel bijna onmerkbaar, 'begon i'k
te veranderen. Na dé ontdekking van mijn gebaar
over het verloren scheerm'es, betrapte ik mijzelf op
-een zeer opvallende wijze van begroeten van Rosa,
van haar hand vatten, naar oud'erwetsche, hoffelijke
wyze, d'ie niet van mij was. Ik d-oioraag mijzelf di
rect en voelde me onbehagelijk. Ik herinner mij,
ho-everwonderd haar blik langs mij hieen gleed. Op
het bureau, bij Gresham, 'betrapte ik mijzelf op aan-
wending van „zenuwaehtig-overstelpende drukten"
toen hij' mij vragen stélde, waarop ik geen antwoord
wist, en waarom ik eclipseerde. Ook geb-eurde het
dat, na een wanhopig meeningsverschil met Rosa, ik
my voelde tasten met mijn vijf vingers in d-e volheid
myner haarlokken. En -soms sprak ik mat veel uiter-
lyk vertoon over mijn „sociale" bezigheden, bij tijden
aan een acteur gelijk!
En ik probeerde er tegen te vechten; niemand be
ter dan ik, zag duidelijker de malle dwaasheid van
aat nageaap.
Het werd mij held'er, wat dit alles voor mij ging be
ttekenen. liet acteeren, die voelde ik, greep te zeer
myn fynbesnaard zenuwgastel aan. Ik ben steed-s te
sterk onderhevig geweest aan den invloed van mij
omringende atmospheeren. Avond aan avond van in-
gespannen aandacht voor conventionale spreekwijze
■en houding van Engelsche acteurs greep ten slotte
myn eigen manier van zeggen en d'oen aa-n. Avond
na avond zochten indrukken.' van hevig gebarenspel
of ontroerende over-gevoelighede® contact met mijn
seer gespannen zenuwgestel, en hielden mij vast.
E-en -so-ort van theatervermis dreigde mijn eigen
p'ersooni'ykheid te bedekken en te verstikken. Ik zag
myzeii in een soort vilsi'oen. I'k zag mijn nieuwerzelï
pp een nacht, poiseerend, gebarenmakend- d'oor de
aamer gaan. Ik zag hem wat wijdbeens loepen, een
Peetje doorzakkend, aia m-arionetten. uit eerste krin
gen som» kunen doen. De eeme houding na d'e ande-
re zag ik mijzelf aannemen. Dadelijk na deze ont
dekking besloot ik mijn theaterwerk o-p te -geven.
Maar Gresham onitving mij' wteer met zijn hém-eigen
onweerstaanbare 'manieren-, zoodlat ik zelfs geen ge-
museum-bewaker, dlie op mijn smartkreet nadterbjj
was gekomen, te overtuigen, dat. ik niet gek was,
doch sléchts leed onder een tijdelijke onwelheid'.)
Doch zelfs dit groote verdriet kon, mij niet red
den. Ik zie het: iedereen ziet hert: ik wordt eiken
dag meer „theatraal. Ik kan mij niet meer red'den.
Myn kieermaser Komt mij zelfs nader in mijn gees
telijke wanorde. Hij weet preeites wat -ia: „je." Hoe-
wei ik probeer dé een saai grijs- pa!k te ontvangen,
maakte hij mij- een- opvallend blauw co-stuum, met
omgeslagen broekspijpen. Mijn kapper dringt er op
aan, mij een,bepaalde „lok" te geven.
Ik kom nu meer en meer in aanraking met too-
naelspelers. Ik houd! niets van d'at soort menschen,
maar alleen in hun gezelschap voel ik mij niet ver
lacht. Hunne gesprekken werken op mij in. Ik
voel, dat mijn stijl ook gaat veranderen. Gresham
heeft het ook al bemerkt. Ik vrees voor het eind';
ik k-an toch niet terug. Het feit is er nu eenmaal,
dat ik myzelf verliezende ben, voor goed. AM een
o-nopgemérkt, verloren menlschenkind' leefde ik mijn
jeugd, totdat ik theatieratmospheeren opsnoof. En
theater-afmetingen, felle contrasten en helle kleuren
hebben my, jongmensch van halve tinten, geheel
verdonkeremaand. Menschen vergeten vaak, hoezeer
een bepaalde wijze van uitdrukking, hoe een bepaalde
methode van beweging een kwestie is van besmet
ting.
Soms denk ik weieens, of ik niet beter doe déze
trieste, alledaagsche wereld! te verlaten, waarin ik
niet meer thuis behoor, mij® naam te veranderen in
eenig pseudoniem, ald-us mijn zelf-vernietiging in
een daad om te zétten, eat, v-oor goed, aan het to'onéel
te gaan. Dat zou die beste oplossing zijn, mijn eeni
ge uitkomst. En toch moet ik nog even uitspreken
myn tegenzin in acteurs. Op dit oogenbl'i'k nog gaf
i'k liefst aan -alias de brui. Maar ik kan Gresham
nooit te pakken krijgen. Ban ik bij hem, wil ik spre
ken, steeds weet hij mij te bewegen een frissche si
gaar op te steken, een glas sterke whiskey te drinken
en het gesprek in and-er© richting te drijven. Arm©
„ik," die mijzelf verloor.
Geloofde je heusch, dat het
legenheid vond, mijn wenschen kenbaar te maken.
En Rosa's houding tot mij veranderde n-u ook. Het
gemakkelijke in onzen omgang verdween. Ik voelde
dat er tegenzin voor mij bij haar ontstond. Ik lachte
gedwongen, wrong mij in- bochten, poseerde op Lon-
'dterden manieren en wist met welk 'n zwijgende smart
dat ik aldhte dééd. Ik probeerde opnieuw bij- Gresham
my te bevryd-en, d'och hij gaf mij een zware sïgaar,
sprak oiver artikelen in de Revue en joeg mij op de
vlucht. Daarna wandelde ik d'e As-syrische afdeeling
binnen, op de manier van eein Irving, om Roaa te
ontmo-eten, en bespoedigde dé crisis.
„O, liefste!" zeide ik met buitengewoon ontroerde
stem.
Zij stak haar hand' tamelijk koud naar mij uit ter-
wyl ze mij' -opnam. Ik trachtte met een nienw-ver-
overd-e ^gratie naast haar te gaan loopen.
„Balfour," zeide zij, en zij stond stil en dacht na.
toen keek ze naar mij.
Ik zeide niets. Ik voeldle wat komen ging. I'k pro
beerde den ouden Balfour met onvasten gatag en
stotterende innigheid! weer te zijn, dien zij liefhad
maar ik voelde, zelfs toen ik zoo deed', dat ik een
nieuw dling geworden was, een ding van golvende ge
voelens en geheimzinni'gen samenhang zooals er
geen 'tweede menschelijk weizen bestond', tenzij op het
too need.
„Balfour,' zeidie zij, „je bent nied je-zelf."
„Mat wil je daarmee zeggen?" vroeg ik, best be-
SwPfnié Dichtheid' van mijn houding.
„Mat bedtoel je? vroeg ik opnieuw met een soort
van heesch gefluister.
Nu zag ze heusch met tegenzin naar ma op:
„Waarom doe je zo-o dwaas? Ik houd niets van al dat
geposeer. Je deed vroeger nooit zoo."
„\roeger,' herhaalde ik een paar keer. Ik keek de
lange gang -af en zei- toen snel: „Luister 1" en
uitgestrekten wijsvinger omhoog voegde ik er
toe: „ik verkeer onder den d'ru'k van een vloekI"
Ik zag dat zij den klnop van haar parasol valster
omsloot. Zy antwoordde:
DE VERLOREN ZOON. In de typografisch zoo
goed verzorgde en tevens goedkoope serie „Ge-
wenschte gasten/ welke bij den Amsterd'amschen uit-
gevei L. J. \-een het licht ziet, is thans verschenen
„De verloren zoon," het nakende werk van Hall Gai
ne. Dez-e uitgave bevat het 11e en 15e duizendtal
.het boek, dat thans voor matigen prijs verkrijgbaar
is, is dus in ons land wel gelezen!
WARENDORF's GEÏLLUSTREERDE EAMI-
LIEKALENDEIR handhaaft zich in ons land even
goed ai-s zijn naamgenooten bij onze Oostersche bu
ren. V-an heun kan worden getuigd;, dat hij burger
recht heeft verkregen.
Koopt men dezen kalender, dan heeft men een
portefeuille-almanak voor den man, een kasboek voor
de vrouw en heel wat lectuur voor het gezin. Justus
v an Maurik is in de novellen en bijlagen nog steeds
a-an het woord en zijn opvolger de Sinclair is de
tweede der reeks -schrijvers, die voor ontspannings
lectuur zorgen.
Een groot aantal foto's, portretten van het nieu-
we ministerie en van de nieuwe Kamerledén, dé ko
ninklijke stall-en, kijkjes in het noorden en zuiden
van ons land, portretten van bekend'e tijdgenooten
eniz.
Een extra bijlage „de perfecte kaartspeler" zal
voor velen een welko-me handleiding zijn voor de in
ozls land het meest beeefeoaxie kaartspelen.
Wij ontvingen voorts het verslag van de RIJKS-
TUINB O U WPRO EF VELDEN IN ZUID-GEL
DER LAND EN UTRECHT gedurende 1912, uitge
bracht door en gratis verkrijgbaar bij dé® Rijkstum-
bouwleeraar N. Nobel te Wadenoyen bij Tiel, dén
uitslag der enquête inzake DIENST EN RUSTTIJ
DEN VAN HET NEDERLANDS-CUE LO-COMO-
TIEEPERSO'NEEL over de maand Augustus 1913,
een open brief aan de leden der Statem-Generaak
den raad van toezicht op de spoorwegen, dé direc
ties der Mij. tot Ebrploitatie der S. S., H IJ S M
N. C. S. en N. B. D. S.
Eindelijk: MOGEN WIJ ZWIJGEN? va® me
vrouw M. S-choemaker—Frentzen, een door vele per
soonlijke aanbevelingen en tal van aanhalingen ge
schraagd betoog aan moeders, om het zwijgen te ver
breken, en daardoor mede te bestrijden de gevolge®
van de geslachtsziekten voor vrouwen en kinderen.
Het boekje, verschenen bij A. W. Sijthoff's uitge^
vers Mij. te Leiden zal ook in volksuitgaaf het licht
Ingezonden stukken
met
aan.
Helder, 1 Nov. 1913.
Geachte Heer Redacteur,
■ifl flw geacht blad van 29 Oct. j.l, lezen wij een
ingezonden stuk over, de lichtkwestie te Heilo van
de® heer Bruins, en wij a-chtien ons verplicht daarop
te antwoorden. Daarvoor besten dank.
Wij begrijpen zeer goed, dat -er van gemeentewege
bezwaar gemaakt wordt .aan een particulier inzage
van gemeentestu'kken te geven. Waar zo-u het heen
moeten indien -elk ingezetene daarop aanspraak zou
maken, d'o-ch indien de heer Bruins onze aanbieding
had wil-len kennen, waarom ons dan niet gevraagd?
Zeker hadden wij hem dan ais belangstellend' inwoner
alle verlangde inlichtingen gegeven.
Genoemde heer behoeft heusch niet verwonderd te
Aanvankelijk was ik gewoonweg overduveld. Men
schen, die gewoon zijn aan theaterbezoek, treft -niet
meer de brutal-e onnatuur der actie. Zij zijn gewend
geiaakt aa-n de fantastische gebaren, de heftige aan
doeningen, de onheilspellende mondbewegingen, de
melodieus© smnf-geluiden, de angstwekkende kre
ten, dé weggeknalbbeld'e lippen, m- andere -symbo-lieke
ontroeringen van- het tooneeL
■;IIei worcjt veor 'hen als een dbof-stomme taal, die
y aflezen by het aanh-ooren der dialogen. Maar dit
„Jy verkeert onder een of antdér slechten invloed, f-^ u' een we^°'u*r door dezen gevraagde in-
li-chtingen over ga-saanleg -geven, en schrijven op wel
ke wyze wij zaken willen d'o-en. Onze concurrenten
doen dit even-zoo, o-.a. da Kennemer rapporteerde nog
onlangs inzake electriciteit aan wethouder Goes te
Gastncum. M-en vraagt ons herhaaldelijk, doch ter
voiiedlige mfor'matie kunnen wij mededéelen, dat wij
heeren Burgemeester en Wethouders van Heilo me
dedeeldén, dat wij dten wethouder v. di. Molen een
aanbieding deden.
Natuurlijk is er geen zekerheid, d'at Alkmaar met
ons zal onderhandelen, déch dit behoeft niet, daar
wy aannemen, gezien het feit dat Alkmaar aan Hei
lo schreef, gas te willen -léveren, dat Heil'o het con
tract met Al'kmaar zou sluiten en wij dus enkel met
deze gemeente te maken zouden hebben. Eerst als
Heilo dit niet wilde, of liever concessie gaf, da® zou
den wij ons tot Alkmaar wenden en wij geven de ver
zekering, dat wij- dit geheel in dé vormen -zulle® doe®,
doch waar Heilo nog niet een definitief besluit nam,
kunnen wij niet tot Alkmaar gaan.
Doel van dit schrijven i-a dan ook te doen uitko
men, dat wij in gee® geval' buiten dé Alkmaarsche
autoriteiten zullen handelen. Er komt zoo spoedig
misverstand.
Ontdoe je ervan. Nooit zag ik iemand, dte in zoo n
korten tyd al-dus veranderde."
„Rosa!" nepik uit, tot pathos vervallend, „Rosa,
heb meelij I Och Bo&a, heb meelij I"
Zij keek mij scherp aan. „Waarom je doorgaat
met voor gek te spelen, kan ik niet begrijpen. In
ieder geval, ik kan niet omgaan met een man, zo-oals
jy nu bent. Ik ben hier gekomen, je dit te zeggen.
Ik mag j-e niét meer, ik verbreek
de„R°sa!' ik klemde mijn hoofd tusschea mij® han-
ze^e Rosa, zonder ontroering.
„O, Rosa, niet aldus!"
„Adieu, meneer Standen," zei zij.
Met een heftige inspanning beheenschte ik myzelf
en beroerde even haar hand. Ik probeerde iets
zeggen, zy keek my i® mijn vermoeid
schokte even terug.
„ïk.moet het dJoenP zeide- zij hopeloos. Toen
draaide zy zich van mij af en liep d'e galerij uit.
Hemel hoe kreet d'e smart diep in mijn ziel van
pyn. Ik had Rosa lief. Maar ik kon niets zeggen;
ik was al teveel^ m de macht van mijn nieuwe-zelf.
„Adieu!" zeide ik ten slotte, ha-ar verdwijnend fi
guurtje naturende. Hoe haatte ik mijzelf, toen ik
dat zei. Toen zy geheel onzichtbaar was, herhaalde
ik op droomerige manier: „Adieu," - „adieu," en
keek wanhopend om me heen. Met een hartbreken-
d-en kreet sloeg ik met mijn vuisten in de lucht
vloog tegen een bééld' op voetstuk op, begroef mijn
gezicht m myn handen en hijgde met heftig schou
derschokken. Iets binnenin me zei: „stommeling,"
oe® ik zoo deed. (Ik hadi de grootste moeite o-m teen
te
gezicht en
Den heer Bruins zij verdér ond'er die aandacht ge-
dracht, dat indien Alkmaar zoo wij dit vroege® een
ontract met ons aanging, dit geen unicum zou zijn.
p?.n 'levert gas aan deai concessionajri» voor
Ryswij-k en Leiden el-ectriciteit aan den- concessiona
ris voor Aalsmeer.
Natuurlijk 'beschouwen wij dte Heiloosche verlich
ting uit zakenoogpunt, doch dit mag voor den heter
Brums geen redén zijn- tegen on« aanbod te ageer-en
Nog doelen wij me.de, dat deskundig onderzoek van