DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
op Woensdag 12 November 1913,
Honderd en yijftionde jaargang.
MAANDAG
10 NOVEMBER.
te Alkmaar,
HINDERWET.
FEUILLETON.
De Ziel van Margaret Rand.
jüfOo 282.
UIT DEN RAAD.
n
ALKMAARSCHE COURANT
ite PiÉiit
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK-
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij be
sluit van heden vergunning hebben verleend aan W
F. STOEL Jr., handelende onder de firma W. F.
STOEL en Zn. aldaar, tot het oprichten van drie
electro-motoren, één van 5, één van 3 en één van
2i/a P.K., dienende tot het drijven van hout- en ijzer
bewerkingmachines, in het perceel Eilandswal O 12.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 8 November 1918.
Gaarne hadden wij bij d'e algemeene beschouwin
gen over1 d'e 'begroeting te,em 'krachtig woord! van aan
beveling gehoord voor een politiek, wel'ke betoogt zoo
veel mogelijk hulp en ateunl te verieenen aan de om
geving, item einde har© welvaart! te verhoogem, het
geen vamzel'f d'e stad) ten goedle komt. Die oprichting
van een tuinbouwwinterschool hier ter stede, waar
voor B. en W. gelukkig niet te vergeefs met vol
harding hebben gestreden, is een stap in die richting,
terwijl een! extra-belasting, gelijk ia melengeïegdl in de
z. g. n. gemeenschappelijke regeling betreffend© toe
lating van kinderen uit omliggende gemeenten op
openbar© lagere ischoiem den anderen d. i. verkeerden
kant uitgaat. Zal bijv. voordat d'e nieuwe gasfabriek
met haar grootere capaciteit en wellicht goadlkoope-
rte productie in werking is, de Raad zich uitgespro
ken hebben voor gaslevering aan buitengemeenten en
zullen B. en W., die reeds toonden voor het denk
beeld lang niet onverschillig te zijn, dan geen aan
vragen afwachten, maar als goede kooplieden, zelf
aanbiedingen gaan doen? Zal men, alvorens tot de
inrichting van een keuringsdienst over te gaan,
pogingen aanwenden om daarbij dadelijk aangesloten
te krijgen dia buitengemeenten, waarvoor dit in ver
band met het vreemdelingenverkeer een groot voor
deel is, een voordeel dat de stad) indirect weer deel
achtig zal worden?
Geheell overbodig is het stellen van dergelijke vra
gen niet, immers weinig had het gescheeld (of de
belangstelling van den gémeenteraad voo'r de inwo
ners van naastbijliggemd© gemeenten had zich be
paald tot.-annexatie van dleelem van Heiloi en
Oudorp, Gelukkig werd dit gevaar nog afgewend,
zoodat men d)e bezoekers, die per N.-H. tram omize
stad bereiken) niet langer in den) modder zal laten
ploeteren, terwijl d'auk zij1 den heer Lubbe, 'dia bij
tijde op dte dwaling des Berger weegs terugkeerde,
een ononderbroken straatweg weldra Alkmaar met
Bergen zal verbinden.
Wij- hebben Donderdag even moietea denken
aan hét verstandige woord van wijlen 'den heer Boa
man: „zorg, dlat de buitenwegen goed in. lordé zijn."
Trouwens niet ten onrechte kwam' de voorzitter
CP tegen) de méthode Cm dien bestratingsposttotslui'tr
post te maken. Enkele raadsleden schenen hét er
op -gezet te hebben, door voorgestelde bestratingen te
schrappen en enkele posten Van ontvangsten te ver
hoogem (vooral de opbrengst Van hét marktwezen,
maar men hloude hierbij! wel) in het oog, dat het hier
enkel een verhoogde raming betreft, en volstrekt
geen poging om dlq marktgel'den, die wik- en weegloo-
nen te verhoogenl), d'e begrooting sluitend te maken
en aldus die noodzakelijkheid om het heffingspexcen-
tage van den EL O. ta verhoogen te ontgaan. Een
(Nadruk verboden).
Roman van L. I. UF A PB.
6)
Indien zij] je wil hebben i zeidte Charlotte. Denk
je, dat zij dat zal weigeren?
Ik zie niet in, waarom zij mij zou begeeren.
Maar waar is zij, John? Wij moesten dadelijk
naar haar toe gaan.
Ziji is in Londen.
Maar waar in Londen?
'k Weet het niet.
Weet je het niet! Wat een onzin 1
'kWeet het werkelijk niet. Ik heb Earl'ton
(Ontmoet en die vertelde me, dat hij de reis met haar
pp de „Oceanic" had gemaakt en haar naar een goed
hotel in Londen had gebracht. Zij had hem verzocht
aan niemand! te zeggen, waar zij was en dus heeft hij
dlat ook niet ged'aan. Zij' zal waarschijnlijk morgen
haar zaakwaarnemers een bezoek brengen.
De heele zaak is afschuwelijk, zeil Charlotte.
Arme Charlotte, j|e hebt dat van het begin af
gevonden.
En ik zal dat steeds meer vinden. Verbeeld je
ieen man zooals jij, levenslang afhankelijk van
je vro-uw 1 Verbeeld je een man zooals jij bepaald
gegeven aan een vrouw, per testament, bevolen om
mtet een zekere vrouw te trouwen 1 En a'ls je niet
met haar trouwt, dan schiet je fortuin er bij in.
Gel'oof me in een dihg, Charlotte. Alk ik 'haar
niet liefheb, fortuin of geen fortuin, dan trouw ik
niet met haar.
Maar als je niet met haar trouwt, dian weet je
wat er zal gebeuren. Al dat geld zal dan tusschen
de bloedverwanten verdeeld worden. Zelfs wij arme
M'ansfields, ofschoon verre 'bloedverwanten, zullen
elk onze vijf duikend! pond krijgen vijf duizend!
slechts een bagatel. Het spreekt dUs van zelf, dat
goede bestrating in het n'ette Alkmaar lijkt ons een
factor voor de bevordering van vestiging vooral van
buitenmensehen,, dia haar meesta'l ia hun eigen ger
meenten niet aantreffen en ais voordleéLen, van den
stedelliijken belastingbetaler boven dén land'elijken
heel gauw het argument Dij de hebben: „belasting
betalen moet je overal, maar in d'e Btad heb je nog
wat voor j,e geld, goede bestrating en verlichting
enz. en die mi» je op het land." Zou er wel één zui
nigheid) zijn, diie de wijsheid zoo zeer bedriegt als
die, welke tot veXwaarlo-ozing djpr bestrating leidt,?
Nu da Raad B. en W. een opdracht beeft verWEad
inzake annexatie van een gedeelte van Heiloo en Ou
dorp of betreft zij enkel eerstgenoemde gemeente?
is het wellicht niet ongewenscht, erven de proce
dure, welke daaraan verbonden is, na te gaan.
De Grondwet zegt (art. 3), d'at door idle wet de
grenzen van dé gemeenten kunnen worden veran
derd. En de gemeentewet verklaart ('airtt. 129132),
dat d'e wijze en voorwaarden worden ontworpen door
Gedeputeerde Staten, nadat Burgemeester en Wet
houders der betrokken gemeenten zijn gehoord.
Daarbij wordt in het oog gehouden, dlat de 'bezittin
gen en lasten van het deel, hetwelk met een andere
gemeente wordt vareenigd, komt ten voor- en na
deel© der vereeniging, tenzij' bijzondere omstandig
heden een andere schikking eischen. Het ontwerp
van Gedeputeerde Staten wordt in elk der betrokken-
gemeenten voorgelegd! aan het oordeel van den raad
en van eene door de kiezers voor den raad te kie
zen Commissie uit de ingezetenen, waarin de burge
meester voorzit. De leden dezer commissie worden
op 'bij d'e Kieswet 'bepaalde wijze buiten de lieden van
den ra'adl geko'zen in -dé kiesdistricten voor de verkie
zing van leden van d'en raad, ten getale van 7 leden
in gemeenten benadém 6001 zielen en 19 leden in ge
meenten van 2000135000 zilelen. Gedeputeerde
Staten bepalen, dien raadi gehoord, het getal der in
elk district te kiezen leden-. Burgemeester en wet
houders bepalen den dlag 'dier -verkiezing en idten dag,
waarop zoo noodlig -d'e stemming zal geschieden
vergissen we ons niet, dan geschiedt de keuze meest
al bij enkele candidaiatstelling. Het gevoelen van
den Raad en dat van de commissie w-orden schrifte
lijk aan Gedeputeerde Staten uitgebracht en door
hen vervolgens met hun advies aan het Departement
v.an Binn'enlaüidsche Zaken ingezonden. Het tot-
standbrengem eenar wet geschiedt dan top de gewone
wijze, (indiening biji db Tweede Kamer,, onderzoek
in d'e afdeélingen der Kamer, -openbare beraads-la-
ging, stemming, bij' aanneming verzending naar de
Eerste Kamer, behandeling op nagenoeg dezelfde
Wij ze als in de T weede Kamér, na aanneming afkon
diging).
Nadat -d'e 1-ste, 3db en 4de sectie zich „eenparig"
van meening hadd'eu verklaard, dat s-plitsing van
werkzaamheden tusschen db l'edlen van het Dage-
lijksch Bestuur gewenseht zou zij!n en ook in db 2de
sectie dit denkbeeld geopperd werd, i-s het met -de
behandeling Van dit pumlt wel een beetje vreemd ge-
loopen. B. en W. wezen er in hun memorie van ant
woord -op, dat er reed'g een verdeeling bestaat en
verklaarden, dat hét hun noch noodig, noch wensche-
lijk voorkwam, -verder te gaan, o'mdat zij niet inza
gen, dat db belangen der gemeenschap daarmede
voorshands zouden worden gebaat. D'é 'besprekingen
over deze -gewichtige aangelegenheid werd met eeni-
ga aarzeling geopend dloor den heer Thomsen, die
zich warm voorstander van splitsing toonde, maar
voor het stellen van een motie terugdeinsde door het
antwoord van B. en W. De heer Verkerk was wat
resoluter in zijm betoog, maar.kwam ook niet
met een motie. Dé heer Boelmans Ter -Spill) Echtte
-het standpunt van het college toe. Hij herinnerde
eraan, dat vroeger d'e werkwijze van het Dagelij ksch
Bestuur veel primitiever was, de stukken werden te
voren niet ingezien - niemand zal ontkennen, dat er
thans veel meer Van da led'en wordt geëischt. Het
verschil in da eischen vindt stellig -ook niet voldoen
de uitdrukking in de verhooging d'er jaarwedden van
de wethouders, die sinds 1B67 m-aar eens, en wel met
•een bedrag van 250 zijn toegenomen. Maar juist dat
er zooveel meer van den burgemeester en wethouders
ja met haar trouwt.
- Al's ik van h-aar houd, Charlotte, dan zéker,
John Rand' nam! plaats en keek zijn nichtje aan,
Hij was volstrekt niet vterEefd op haar, maar hij
mo-cht haar gaarne lijden. Zij- was, verstandig genoeg
om hetgeen zij1 voor hem' gev-oelde votor hem en ieder
een te verbergen. Eén vrouw zou geraden hebben,
dat zij dezen man Eetfhad, maar John Rand1 zelf zou
het nooit op-merken, want hij was eVen nederig van
■aard als zijn karakter edel' en rechtschapen was.
Zijn de andaren thuis? vroeg hij.. Zij zullen het
nieuwtje ook wel gaarne vernemen.
Neen, ze zijn uit, hernam Charlotte. Wat denk
ja het -overige van d'en dag uit te voeren?
I'k weet het niet, ik ben zoo -ongedurig.
Je verlangt zeker haar te zien-.
Ik zal haar in geen enkel -opzicht haasten, Chat-
-tile. Ik heb d'e zaak in handen van mijn zaakwaar
nemers gegeven en hun -gezegd, dat, als zij mij
wenschte te zien, ik ter harer beschikking was-. Ik
wil haar niet haasten en als zij db eerste maand of
de eerste zes weken alles in status quo- wil laten, dan
vind' ik dat uitstekend.
Maar, mijn 'betste. John, je kunt toch geen
maand' of zes weken zonder geld leven.
- Ik heb nog wat en het is wel aardig eens een
stuivertje uit te sp-aren. 'kHeb al mijn leveu, tot
aan dten dood van oom Step-hen, meer geld gehad, dan
ik heb kunnen uitgeven.
- Hij was goed vo-or ons allen, zei ChaTÏotte. O.
hoe goed herinner ik mij- nog onze gelukkige dagen
te Melchester HallMo-eder, d© vrouw des- huizes en
-oom Stephen met zijn -opgewekt humeur, zijn vr-oolij
ken lach, zijn grappen o, wat hiél'dl hij veel van
een grapje I Dan was ik er en de bei-de jongen-s, -of
schoon die meestal op .school waren -zij zijn nog
op school, wat dlat betreft en Suzette, ons aller
leveling I En je was, als je daarvoor tijd -kondt vin
den, ook te Melbhester Hall'. O, het was verrukke
lijk I Ik zal nooit -dien vreesebj-ken -dag vergeten,
toen hij stierf.
Ohar'lotta drukte haar handen voor de oogen; haar
gevergd wordt dlan voorheen, is immers een -der ar
gumenten vóór -dta splitsing. Als jurist beriep de
heer B-oelmans Ter Spill zich ook op de wet, -op ar
tikel 91 der -gemeentewet, waarin wordit bepaald dat
de wethouders den B'urgemeester bijstaan ih het
bestuur der -onderscheidene takken van huishouding
der gemeente. Terecht werd aangemerkt, -d'at men
zich voor overtreding -hiervan nu niet zoo bedl be
zorgd) behoefde te maken.
Afgezien van het juridische bézwaar, meende de
heer Boélmans ter 'Spill verdere splitsing te moeten
ontraden op grond der overweging, dat -Alkmaar
hiervoor niet gr-oot genoeg is, terwijl hij eindelijk
aanvoerde, dat een lid van het ©oEege door den bur
gemeester kan worden aangewezên voor die bestudee
ring van een bepaald ondier-werp. Kan worden aan
gewezen h-oevele ma-len zou de laatste ja-ren deze
mogelijkheid! in toep-assing zijn gebracht?
Het scheen, dat da bespreking zou uitlo-open op
een toezegging, dat niet enkel d'e burgemeester maar
ook de wetho-uders bepaalde uren in hun nieuwe ka
mers ;ta spreken zouden zijn voor db takken van
dienst, die Zij- in het -bijzonder behartigen, toen' de
heer D-orbeck n-og eens 'krachtig sloeg o-p het oude
aambeeld en aan d'en voorzitter de toezegging wist
te -ontlokken dat verdere spEtsing, -ondlerwij's en fi-
(nanciën betreffende, n'adetr in het ooEeg-e zou worden
overwogen. 'Geheel doelloos is -de behandeling, welke
trouwens niet uitm-untite door belangrijkheid zij
zou gewonnen hebben, indien er meer argumenten
waren gebezigd en inldien men vóór zilch had gehad
db regeling in! andere gemeenten, waarmede Alkmaar
kan worden vergeleken niet geweest. Maar na het
iseotievarsiag had men toch een ander resultaat mo
gen verwachten 1
Aan het slot der behand'eEng van de 'begnooting
werd een vrij -onvruchtbaar -en geheel -overbodig débat
geleverd over d'e subsidieering van d'e Openbare
Leeszaal -en Boekerij. Wait voor zin heeft het toch,
zich te begeven in een! principieel© -bespreking, wan
neer -over het principe -door den gemeenteraad) reeds
tweemaal' is beslist?
El-darjs heeft men zich- op -dit standpunt geplaatst.
In Groningen is b.v. „zonder discussie -of hoofdelijke
stemming overeenkomstig der conclusie der voor
dracht" van B. en W. -besloten die gemeente-subsidie
van 900 op 1400 te brengen. Toch zitten ook
daar principieel© -tegenstanders in den Raad, die hun
woordje wel weten te v-oeren. Spiegele men zich hier
-aan d'atr Voorbeeld 1
Naast een niet zuiver gehouden principieel be
zwaar gelijk bijv. de heer van den Bosch moveerde,
a-ldus ten dleéle een offensieve houding aannemend
tegenover zij-n overbuurman had da heer Dorbeck
een utEiteitsmotief. Wat 'ba-at het echter tegenover
iemand, die een der-gelijke instelling betitelt met
dat d'ing" een kwalificatie, die er onwillekeurig
aan herinnerde, dlat de voorzitter haar den vori'gen
avond had) -gebezigd voor zekere -onmisbare straat-
meubels argumenten aan te halen Het „frappez
fort et frappez bonjours" geeft immers bij- een doo-
vemansdleur toch niemendal'1 Del heeren Thomsen,
Verkerk, Lubbe hebben beurtelings naast principiee
ls ook ander-a argumenten aangehaald maar een be
slissing werd.verschoven, om-dat de heer Thom
son, die had voorgesteld -aan deze instelling f 900
subsidie te geven itn plaats Van die thans verstrekte
van 300, d'en zeer ver-standigen wenk van den heer
Boelmans ter SpdE) opvolgde en, o-m een onzuivere
stemming te voorkomen, zijn voorstel introk.
Merkwaardig w-as de houding van den heer den
Boesterd, die het voorstel bes,treed, h-oewel 'hij' zich
indertijd bij de verkiezingen- had verklaard „voon
krachtigen steun" aan de openbare leeszaal, -een ver
klaring, waarover hij inldlertijd onmiddellijk gekapit
teld werd en waaraan hij, Donderdag op even handige
als krasse wijze herinnerd werd door den -heer Ver
kerk. Overigens mag den heer den B-oesterd nog
even worden géwezen op zijn maidenspeech, waarin
hij zich een sterk voorstander van bevordering van
hét vreemdelingenverkeer verklaarde -wanneer hij
eens de inrichting bezoekt, het bezoékeraboek raad
pleegt en inlichtingen inwint, dan zal hij' weBicht
vreemd, leeEjk met sproeten o-verdeikt gelaat was
geheell d'oor aandoening bewogen.
Wij- kwiamen 'a morgens beneden eh alles was
als gewoonlijk, ging zijl voort, en iSuzette dat lieve
kind, werd naar boven gestuurd om te hooren, waar-
pm oom Stephen niet aan het ontbijt kwam. Hij
$tond er op, dat wij hem aUen „oom Stephen" noem
den, weet je nog? Zij' -kreeg gelen antwoord van hem
en snélde wear naar beneden. Toen ging die -bottelier
paar 'boven en het bleek dat bij d'ood! was, hij was in
pijn -slaap gestorven. O, wat was dat vreeselijkl Toen
kwam jij, wij ha-dlden je getelegrafeerd!. Ik zal de
daarop volgende dagen nooit vergeten, die schijnen
in mijn hersenen ingebrand te zijn - dé dag van de
begrafenis was de ergste van alien,
kwam jij, wij' hadden je gtel-egr'afeerd!. Ik zal d'e
Ik dacht werkelijk niet aan hét -geld, ging het
meisje voort. Ik dacht slechts aan hem, ik had zoo
(veel van -hem gehouden, hij Was ook altijd als een
vader voor mij' geweest, niettegenstaande mijn eigen
jbesta vader nog leefde. Toen wij weer thuis kwar
men, werd het testament voorgelezen en het was
alsof er een) 'bom in -ons middenl losbarstte. Er be
stond iemand!, dlia nader met hem verwant was dan
gij, John, en veel na d'er dan eien wan ons. 'Olom Ste
phen had een broer van wien hij hield en' die broer
was na-ar Australië gegaan en was daar getrouwd' en
gestorven. En ook -Stephen was met dien -broer ge
brouilleerd -ofschoon hij van hem- hield en te tro-tsch
lom zich tijdens- zijn leven met hem te verzoenen,
maar -hij Eet alles na wat hij bezat aan het eenige
kind van- dien broeder, aan Margaret1 Rand, -onder
de voorwaarde dat zij) met jou m-oest trouwen. Hoe
goed herinner ik mij nog de woorden van het testa
ment: Ik wensch het onrecht, d'at ik -mijn broeder
Henry aandeedl te herstellen op -dé beste manier,
-waarop eien stervende zoo iets kan herstellen, en wel
dloor zijn, kind een dubbele da-ad van wel'wElendheid
te bewijzen; haar een dubbéle gift te geven. Ik geef
haar geld, veel geld, meer gel'd dan zij zal weten uit
te geven en ik geef haar ook wat beter is dan goud,
n.l. de kans om de liefde te winnen van den besten
redenen kunnen vinden om pp zijn afwijzende 'hou
ding terug te komen en weer het -standpunt in te
nemen, waarvoor hij' zich vóór zijn -verkiezing ver
klaard heeft.
Alvorens van d'e begro-otimgsdebatten, waaraan zul
ke aangename herinnöringem zuBeu verbonden blij
ven en die een belofte voor -de toekomst mogen vor
men, af te stappen, willen we nog even releveeren,
dat de heer de Groot tegen de begrooting heeft ger
etemd, omdat -hij ten aanzien van enkele posten zijn
zin niet heeft gekregen. Werd deze -opvatting veel
vuldig gedeéld, dan zou het er droevig gaan uitzien.
Gelukkig is de waar-schijnljkheid niét gering, diat de
heer de Gro-ot in dien Raad) op een eenzamen post zal
blijven, wanneer 'hij aldus -stemt.
Hoewel wij reeds veel van da aandacht van den
lezer hebben gevergd, moeten we -toch nog even te
rug komen op het debat-Boelm-ans ter Spill'Udo.
De heer Udo verkreeg Woensdagmiddag het woord
votor een rectificatie en een persoonlijk feit. Hij
verklaarde van den secretaris te hebben vernomen,
dat het op een misverstand berustte, -dlat hij (de se
cretaris) m-et -dés heeren Udlo's lezing van het arrest
van den Ho-ogen Raad van 10 October 1893 aeoo-ord
ging. Hij- voegde er aan toe; „wanneer dé secretaris
aan de discussies kon deelnemen, dan zou hij, daar
van 'ben ik overtuigd, v-an zij-ne zijde verklaren, dat
er aE'e aanleiding bestond) voor het misverstand en
dat hij overtuigd is, dat mijne bewering aEeszins te
goeder trouw werd geuit."
Schreven wij den vorigen keer, dat het onge
wenscht is den secretaris ih het debat te betrekken,
de rectificatie van den heer Ud'o! heeft de juistheid
van deze opvatting bewezen.
Ten aanzien) van de béwering des heereu B-oel
mans ter SpiE', -d'ait hij! bovengenoemd) arrest niet
goed zou hebben gelezen, verklaarde de heer Udo na
ru-stige lezing en ernstige overweging primo dat dit
arrest wel degelijk bétrék'kihg heeft -op -de zaak, die
den Raad in de vergaderingen van 1522 -October
bezig hield, te weten maatregelen te nemen tegen
personen, dia hun pl'aiatselijka belasting niet ,op den
daarvoor bestemden tijd voldoen, seeundo -dlat -uit dat
arrest zeer duid'élijk blijkt, dat tegen 'dergelijke per
sonen alleen gehandeld kan worden als is aangege
ven in art. 258 d'er Gemeentewet, dat is Vervolging
met waarschuwing enz., tertio, dat daaruit volgt,
-dat eene bepaling lalis d-oor B. en) W. was voorgesteld,
pm- -bij wanbetaEmg over te -gaan tot -stuiting der
vo-or,steling en sluiting van -de inrichting in strijd
was met de leer van dat arrest.
De heer Bo-elmans ter -SpiE was echter in geenen
dleéle -overtuigd!. Het antwoord laJtendé aan den
voorzitter, bij wien i-mmers de leiding berust, etelde
hij- de vraag, of een Veranderde -opinie wel a'l's een
persoonlijk feit 'kon worden aangemerkt. Overiigena
betoogde hij-, dlat in het arrest sprake Is van een
hondlenbelaBiting en niet Van een belasting -op open
bare vermakelijkheden en dat dit arrest bovendien 'bij
niét-betaling van verschuldigde belasting -geenszins
uitsluit de toepassing van andere middelen dan in
art. 25-8 der Gemeentewet genoemd. En eindelijk
merkte hijl -op, d'at de menschelijke ei-genschap, o-m
geneigd te zijn datgene er uit te halen, hetgeen men
graag wil liezen, den 'heer' Udo parten heeft -gespeeld.
De beer U-do gaf geen kamp, noemde het eerste ar
gument beneden de waardigheid van den heer Btoel-
mans ter SpiE, daar de kwestie van invordering bij
beide genoemde belastingen op hetzelfde neerkom^
en -handhaafde overigens zijn meening.
Beide heeren waren het echter hierover eens, dlat
h-et geval een aardig punt zou kunnen zijn voor een
lang debat. Waarop de voorzitter -gevat de bespre
king sloot met -d'e opmerking, d'at het jammer was,
dat zij zoo'n débat niet buiten den- Raad haddien ge
houden en enkel -da oonclu-sie in den Raad hadden
meagedeéld, een wenk, waarmede a-ls er zich eens we
der een dergelijk meeningsverschil mocht voordoen,
ongetwijfeld rekening zal worden gehoud'en.
10 November 1913.
Over Mexikoi is in de afgel-oopen week weer -het
een en ander geschreven. Het heette, dat -dte regee
ring der Vereenigde 'Staten den voorioopigen presi
dent Huerta een ultimatum had gezonden, waarhij
hem werd bevolen onmiddellijk af te treden, maar
dit werd' officieel tegengesproken. De Amerikaan-
sche xegeering tracht langs diplo-matieken weg uit
ba-ax onbehagelijka p-oisitie te komen en -de Europee
man dien ik ken. I'k zeg Jlohn, dlat ik het afschuwelijk
vind, en jij)?
Ik weet het niet. Maar zij is in elk geval onbe
rispelijk. Te oor-deelen naar hetgeen ik -van Margaret
(Rand gehoord heb en naar de brieven die zij- een
paar maal aan oom tijdens zijn leven heeft geschre-
(V©n, schijnt zij- mij geen meisje te zijn, dalt slechts
ter wEle van het geld! trouwt. Ik zal je meer van
haar vertellen, alia ik haar gezien heb. Miaar nu
moet ik gaan.
- Kun je nog niet wat blijven?
Neen, ik heb nog veel te do,en Ik moet aan
't -werk; ik 'ben van plan! in db rechten te gaan stu-
deeren, want! ik wil niet afhankelijk van mijn vroUw
eijn.
Je weet heel goed', dat je, als je met Margaret
trouwt, het recht hebt o-p de hélft van oom Ste
phen's géL'A
Dat is wefli zoo, m-aar -ik wüi ook niét aangewe
zen zijn op het gel'dl van een gestorvene. Ik wE mijn
eigen geld verdienen, er moge gebeuren, wat wiL
Hij nam haar hand en drukte die harteüj'k.
Ko-m, wees wat opgewekt, Chattie, zeid'a hij.
Walt er ook gebeur©, wijl beiden bl-ijven altijd da bes
te vrienden. Adieu, lieve, voor 't oogenblik.
Hij verliet haar. Ch-arlotte zonk lusteloos in dén
diepen stoel neer, waarin hij- haar had aangetroffen,
en barstte in snikken uit.
O, hoe haat ik die vreeselijke vrouw I mompel
de zij. Ik zou -haar een ongeluk Ikunmen aandoen,
h-aar kunnen dbod'en, als het moest. O, ik bid, dlat zij
John niet zal Eefhebben! 1 Als zij' van hem hloudit en
met hem trouwt, dan zal mijn leven ondragelijk wor
den.
HaE-o, öhat'tie! Wat voer je toch hier uit?
Een vroolijke stem riep dat in da kleine gang en
het volgende oogenblik trad mrs. Mansfield, door
Suzette vergezeld, die kamer binnen.
(Wordt uervolgd,)