DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Oproeping onderzoek verioipprs. No. m. Honderd m jaargang. 1913. ZATEBDAG 15 NOYEIBER »p Woensdag 19 Not. 1913. Liandweer. Maandag 24 November a.s.? Dinsdag 25 November a.s., OUD-BLAUW. 9 rant te liet De BURGEMEESTER yan ALKMAAR roept bij lezen op de verlofgangers der Landweer, binnen d'eze ■emeente im bet register vermeld in. art. 20 der jandlweerwet ingeschreven, om zich, overeenkomstig rt. 29.dier wet, op die tijdstippen als hierondor is .angegeven te laten vinden IN DE CADETTEN- «CBOOL alhier, óm aldaar do-or of van wege den and'weerd'istricts'commadant te worden onderzocht, KILLEED IN UNIEORM en voorzien van do tot unne voorgeschreven uitrusting verder beboerende leeding- en uitrustingstukken, van de wapenen, het edergoed, de reglementen en de dienstvoorschriften, iun uitgereikt, beinevens van hun zakboekje en van iun verlofpas. Het onderzoek zal plaats hebben als volgt: des voorm. te 9 ure, da verlofgangers dor land- veerliehting 1907, alsmede zij van VROEGERE iHCHTINGEN, die nog aan het onderzoek moeten deelnemen} des voorm. te 1014 uur, d'a verlofganger® dor lich ting 1908} des nam. te lWz uur, de verlofganger» der lich ting 1909} des nam. te lVa uur, da verlofgangers dar lichting 1010} d'es nam. te SVa uur, de verlofgangers der lichting 1911 en op des voorm. te 9 uur, de verlofgangers der lichting 1912, ALLEN BEHOORENDE TOT I)E INFAN TERIE, VESTINGARTILLERIE, GENIEITROE- FEN, PONTONNIERS, HOSPITAALSOLDATEN EN ALHM-INISTRAfriBTROEPEN des voorm. te IOV2 uur, de verlofgangers der lichting 1913, BEHOORENDE TOT I>E INFAN TERIE en HOSPITAALSOLDATEN en des nam. te 1 uur, de verlofgangers der lichting 1913, BE HOORENDE TOT DE VESTINGARTILLERIE, GENIETROEPEN, PONTONNIERS en ADMINI- &TRATIETROEPEN. Bij deze 'gelegenheid zullen nieuwe kleeding stuk ken worden aangepast en uitgereikt. Aan hot onderzoek zullen moeten deelnomen alle verlofganger® van de Landwoor, onverschillig tot welke lichting zij beboeren, MET UITZONDERING EOHTER van de verlofgangers, die in den loop van het jaar 1913 overeenkomstig art. 11 der wet onder da wapenen zijn geweest, dan well onder de wapenen zijn gekomen, vóór of op den datum, voor dat onder zoek vastgesteld, alsmede van de verlofgangers, die van de bevoegde autoriteit vrijstelling hebben gekregen van de verplichting om het onderzoek bij to wenen. Dienst plichtigen bij da Landweer, die blijken» Koninklijke beslissing in art. 29 van het Landweerbasluit I be doeld, van den werkelijken, dienst zijn ontheven ,zijn gedurende den tijd, dien zij1 in het genot zijn van dte ontheffing niet aan het onderzoek onderworpen. Zoomede behoeft, volgens art. 18 van meergemeld besluit, door dienstplichtigen geen gevolg te wor den gegeven aan eene te hunnen aanzien gedane op roeping tot het hijwonen van het ondier'zoek, zoolang niet is beslist op hunne aanvrage tot het verkrijgen van die in art. 14 van dat besluit bedoelde ontheffing. Ook behoeven het onderzoeik niet bij te wonen de categorieën van dienstplichtigen o.a. bedoeld in het tweede lid van artikel 15 der Landweerwet en aangeduid' hij art. 1 van het Landlweerbesluit II, welk besluit bij Koninklijk besluit d'.d. 22 Maart 1911 (Staatsblad No. 97) werd aangevuld en gewij zigd. De verlofgangers worden daarbij herinnerd! aan de navolgende bepalingen der landweerwet. Art. 81. De verlofganger van de land/weer ver schijnt hij het onderzoek in uniform gekleed en voor zien: a. van de tot zijne voorgeschreven uitrusting ver der behoorende kleeding- en uitrustingstukken; h. van de wapenen, het ledergoed, d'e reglementen en de dienstvoorschriften hem uitgereikt; c. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Hij is verplicht om in de gevallen en naar de voorschriften door Onzen Minister van Oorlog vast gesteld, voorwerpen, als in dit artikel' bedoeld, in ontvangst te nemen, dan wel deze in te leveren. Art. 32. Onverminderd het bepaalde in art. 21, on der 2o en 80, kan hetzij een arrest van een da,g tot zes dagen, te ondiergaan in de naastbijgelegen pro voost of het naastbijzijnda huis van bewaring, hetzij een kwartierarrest van een dag tot zes dagen, te on dergaan in eene kazerne, door den districtscomman dant worden opgelegd aan den verlofganger1: I a. die zonder geldige reden niet 'bij het onder zoek verschijnt; b. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van al de in het vorige artikel vermelde voorwerpen; c. die die in het vorige artikel vermelde voorwer pen bij het onderzoek niet alle in den vereischten staat vertoont; d. die een of meer dier in het vorige artikel ver melde voorwerpen, aan een ander toebehoorende, als de zijne vertoont. II a. die zonder geldige reden voorwerpen, als in het vorige artikel genoemd, niet in ontvangst neemt, of deze niet inlevert in de gevallen en naar de voor schriften in het laatste lid! van dat artikel bedoeld; b. die zonder geldige reden voorwerpen, als in het. vorige artikel genoemd, niet in den vereischten staat inlevert; 4 c. die een of meer aan een ander toebehoorende voorwerpen als in het vorige artikel genoemd, als de zqne inlevert. Is den verlofganger kwartierarrest opgelegd, dan wordt iuj tot het ondergaan van die straf in werke- lijnen dienst geroepen. Art. 33. Do verlofganger, die zich niet onder werpt aan eene hem door de krachtens deze of eenige andere wet daartoe bevoegde militaire autoriteit óp- gelegde straf, uitgezonderd kwartierarrest, wordt op schriftelijke aanvrage van den districtscommandant, te richten aan den burgemeester der verblijfplaat» van den verlofganger, aangehouden en onder verze kerd geleid© naar d© naastbijgelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring overgebracht. Art. 34. De verlofganger, die zich schuldig heeft gemaakt aan een' der in artikel 32, onder 1, bedoelde feiten, is, onverminderd gehoudenheid tot het onder- gaar^'van de in dat artikel vermelde straf, verplicht op den tijd' en de plaats door den districtscomman dant te bepalen, te verschijnen of opnieuw te ver schijnen om te worden onderzocht. Van tijd en plaats geschiedt openbare kennisgeving op de wijze en naar de voorschriften, door onzen Mi nister van Oorlog vastgesteld. Ten aanzien van het in het eerste lid! bedoelde on derzoek geldt art. 81, eerste lid, en, voor zooveel noo- dig, ook het derde lid van artikel 30. Art. 35. De in art. 34 bedoelde verlofganger, die niet overeenkomstig dat artikel verschijnt of, ver schenen zijnde, zich daarbij schuldig mankt aan een der in art. 32 onder lb, c en d vermelde feiten, wordt in werkelijken dienst geroepen of gehouden voor den tijd van ten hoogste twee maanden. Hierbij geldt d© tweede volzin van artikel 28. Art. 35bis. D© verlofganger, die zich schuldig heeft gemaakt aan een der in artikel 32, onder II a en c, bedoelde feiten, is, onverminderd gehoudenheid tot het ondergaan van de in dat artikel vermelde straf, verplicht op de voorgeschreven wijze aan de verplichting tot het in ontvangst nemen, dan wel tot het inleveren van voorwerpen, als in art. 31 ge noemd, te voldoen, zulks op den tijd ©a da plaats door den districtscommandant te bepalen. Art 35ter. Do in art. 35bis bedoelde verlofganger, die niet overeenkomstig dat artikel alsnog voldoet 'aan de in h©t laatste lid van art. 81 onder meer om schreven verplichting tpt inleveren, of, dienovereen komstig deze verplichting vervullende, zich schuldig maakt aan een der in art» 32 ondier II b on e vermel de feiten, wordt in werkelijken dienst geroepen of gehouden voor den tijd van ten hoogste twee maan den. Hierbij geldt de tweede volzin van art. 08. Art. 36. De oproeping van den verlofganger van de landWeer tot opkomst onder da wapenen of in werkelijken dienst, geschiedt op da wijze en naar de voorschriften, door Onzen Minister vapi Oorlog vast gesteld. Do verlofganger van de landweer, die niet voldoet aan eene oproeping onder de wapenen of voor den werkelijken dienst, wondt als deserteur behandeld, zoodra hij ingevolge den last van Onzen Minister van Oorlog als deserteur is afgevoerd. Art. 21. Het Crimineel Wetboek en het reglement van krijgstucht vpor het krijgsvolk te lande zijn op het personeel van de landweer, dat zich onder de wa penen bevindt, van toepassing, en met opzicht tot de verschillend© gevallen, van desertie, op het geheele landweer-personeel. Dat personeel wordt geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoo lang het zich in werkelijken dienst bij eene afdeeling van de landweer of bij een der korp sen van het leger bevindt; 2o. gedurende den tijd, dien het in art. 29 bedoeld onderzoek duurt; 3o. in het algemeen, wanneer het in uniform is gekleed. De Burgemeester voornoemd, G, RIPPING. Alkmaar, 4 November 1913. door THéRèSE HO'VEN. Zoo op 't. oog een heerlijk tafreeltje, een volmaakt gelukkig huisgezin, d'e jionge vader en moest naast eikander op de canape© en, in een hoek der gezellige woonkamer, de baby, een stevig baasje van een maand of 14, zijn onzekere .stappen geleid en bewaakt door een glundler deerntje van ëven zooveel jaren. 'ft Hitje was eigenlijk gehuurd om Mevrouw 'truwe werk uit d'e hand' te nemen, maar ze vindt 'het veel prettiger 10m met Broer te spelen dan oim te schuren, te stoffen, te schrobbenI Én broer'a grootste pliei- zier is om haar gelijk te stellen met zijn Teddly-'bear 'en haar overal aan te trekken, wa,t door zijn kleine knuistjes maar gegrepen kan worden. Truns, zooais 't Hitje eigenlijk heet, *is al even onwraakzuchtig als zijn harige lieveling, ze laat even geduldig met zich sollen en maakt ©ir nog geluidjes bij, iets dat Ted'd^-bear niet kan. Schijnbaar zijn de twee in 't speelhoek] e geheel door elkander ingeno men, 't hitje evtenzeer als de Baby, de,ch dp etersite houdt oogen en oorem ter d'ege open en ze merkt wel, dat er iets niet in den baak is. Meneer en Mevrouw leZen samen een brief en daar over is 't hommeles geworden, dat snapt ze best. Wacht nu spreekt Mevrouw.... ai, daar pakt Broer haar neus.... „niet doen, Vent'",.... stil, nu luisterendat is Meneer*® stern. „En ik zeg je dan, kind) dat ik 't^espottelijk, ja, zelfs arrogant van je nichtje vindl om ons haar verlanglijst te sturen, na dat ze, in del twee jaar, dat we getrouwd' zijn, geen notitie van ons genomen heeft. Ze is niet eens naar je komen kijken, to'en Broer geboren werd!" „Nu ja, maar men moet toch niet altijd' Ikwaad met kwaad! vergelden," ausrt Mevrouw, „En als wij nu een kleinigheidje stuurden, een eenVoudig lief cadeautje." „Op de verlanglijst staan nog wel eenvoudige, lie ve cadeautjes/' klinkt 't spottend! en, 't papier ter band nemende, leest hjjl hardop, zoodat 't Hitje elk woord er van opvangt: „Zilveren bonbon-lep els." „Dito d'i.to schaaltjes." „Cloisonnó-vaasjes." „Kristallen vla-schotel." ,vOud- blauw Meneer gooit den brief op dien grond; dat is hem te machtig. „Hoor eens, als jou nicht zulke hooge eisehen heeft, yjoo'ni verfijnde weelde, .dan moet ze maar er gens anders aankloppen." Mevrouw raapt zuchtend 't papiertje op: „Och! dat lijkt jou zoo bizonder, maar 't is heel gewoon. Bij ons is 't ook wel heel eenvoudig!" 't Hitje, dat weet gedurende eenige oogenblikken door Broer in beslag wordt genomen, raakt den draad van 't gesprek kwijt, maar gelooft toch wel, dat er ruzie is. Meneer springt woedend op, gaat de dour uit, zonder iemand) go,eden dag te zeggen, zelfs Broer niet, waar hij anders zoo dol..en zoo trotsch op is. Als ze in de richting van de canapee kijkt, ziet ze dat Mevrouw in haar zakdoek snikt. gunst, niks voor Mevrouw, d'ie anders zoo jolig is, zoo'n echte aardige dame, niks groosig, ze gaat met der om als met een vriendin. Truus is ook erg op der, echt waar en, als ze merkt dat Mevrouw door blijft huilen, zet ze Broer op den grond in een veilig hoekje en gaat ze parmant naar Mevrouw toe. „Kom nou," zegt ze hartelijk, „dat moet u nou nie't doen, u bent veels te mooi om verdriet te heb ben." 't Mevrouwtje zucht: „Oehl ja, Truus, iedereen heeft zijn pakje te dragen." „Laat u 't mijn maar dragen," zegt Truus, in vlug begrijpen. „Ik kan d'er tegen, ik ben vedl 'stegketr as u." ,,'t Is heel lief - van je, hoor kinld." „Nikis lief, gewoon! Moeder zegt altijd, een goeie hooi moet 't verdriet mot der volk mee maken." „Verdriet", herhaalt Mevrouw, „dat is nu wel een heel groot woord." „As je huilt, hè je verdriet," verzekert Txuue apo dictisch. „Nu ja, maar 't hoeft niet altijd zoo erg te zijn," «n zich schamende tegenover haar dienstmeisje, steekt ze haar zakdoek tusschen haar japon en tracht ze zich groot te houden. Maar Truus iaat zicih zoo niet afschepen, ze is een wijia ding voor 'haar leeftijd, ook dat zegt Moeder al tijd. ,,'t Is om 't kedlo, dat weet ik best. U wou wat ge ven en meneer niet."' „Zoo, heb-je geluisterd)?" vraagt haar meesteres op isoherpeir toon, dan ze (gewend is tot haar te spre ken. „Mijn ooren stondep toevallig open," 'antwoordde ze, op zulk een grappig© manier, dat 'tjonge Me vrouwtje wel lachen moest. Truus herneemt: „'t Is niet uit astrantigheid' of zoo, maar heuach, u kunt me vertrouwen en ik kan u helpen ook met ''tkedb." „Jij!?" klinkt 't ongeloovig, want mevrouw weet dat dia moedfer van Ttruus een doodarme weduwe is en dat ze eer te kort komt dan overhoudt. Truus zal wel geen eigen middelen belbben. „Ja ik," verzekerdis 'tHitje kalm. „U mot 'r nou niet nijdig over zijn, maar ik heb géhoord, wat me neer oplas van dat l'ijistje, alles kon ik niet begrijpen omdat d'er zulke rare weerden op was'em. Maar ik heb duidelijk oudMalauw verstaan, en- i'k we est best wat 't is. Mijn grootmoeder ia koopvrouw en die doet er in." „Heeft je grootmoeder een winkel?" „Wel ne-e, mevrouw, zoo zit 't er bij. ons soort men- schen niet an, ze loopt langs de deuren met nage maakt porceiein en aardewerk, d!at ze voor echt ver koopt. „Dat is toch bedriegen."1 „Heelemaa'il niet; me grootmoeder is er zoo goeie- koop mee, dat der klanten wel-belgrijpen dat 't nage maakt is. Zo heeft beelden van borden voor twee guldes.is d'a.t nou duur?1" „Dat zal toe'h wei niet heel mooi zijn." „Nee maar of. Weet u wat? Ik zal van avond, as ik hier v-an diaan kom, naar me grootje toe gaan en st'.ekempi«s een bord van der weg nemen.... „Maar, Truusjei, dat is stelen." „Ileelemaai niet!" zegt ze opniieuW. „Al-s u 'tbord mooi vindt en u 't wil 't koopen voor twee guldes, di n breng ik die an Grootje en, als u d'er geen zin in het, nou, .dan zet ik 't net zoo stiekempies weer op z*n plaats en geen menseh is er wijzer door." 't Mevrouwt aarzelt., de verleiding is heel' groot; H'fflk zal w,el boos zijn, maar hij weet ook niet, e t zij zelve om de verlanglijst heeft gevraagd.... ).u 'kan zij het zich niet 'begrijpen dat ze het deed, want ze hebben het heel zuinigjes met hun heiden en Broer. Ze heeft het gedaan iin ©en barer opwellingen Van verzet, die heiaas I nog al eens voorkomen.'. De fami lie beschouwt haar huwelijk met Henk als een més alliance, omdat bij gewoon aan een bank werkzaam is en niets heeft dan zijn salaris als employé. 't Was geen partij voor haar, wordt er'beweerd. Nu ja, dat is wel zoo, maar ze houdt innig veel van hem en hij is, in alle opzichten, een model echt genoot, trouw en eerlijk, braaf en hartelijk. Zo is er ten volle van overtuigd, dat ze met hem veel ge lukkiger iis dan ze zou -zijn met ©en man van invloed of positie, voor wien zij niet zooveel zou beteekenen. Maar toch zijn er oogenblikken in haar loven, dat zo in verzet koanti tegen 't noodlot en ook tegen haar familie. Teen ze Dora, de zuster der bruid, toevallig in een winkel ontmoette, terwijl ze een paar uur in Am sterdam was, omdat Henk er een vergadering had, •en deze hoog opgaf van de aanstaande feestelijkhe den, zie-i ze d'an ook quasi nonchalant: „O'I ja, nu ik je toch zie, wil je Marie Vragen mij haair verlanglijst te zenden." Nu 'kan ze er zich niet aan onttrekken ©nja, Henk heeft gelijk.... de ei'schen zijn bespottelijk.. Als ze nu toch eens den voorslag van Truus aan nam en een bord' van nagemaakt „oudLblauw" zond'? Misschien zoutten ze 't niet eens merken.plot seling vindt z» 't allergrappigst om oe er in te laten CarroMScrleiubrlkant, Alkmaar. Vertegenwoordiger dar beroemde BEKZ. en OVERLAND-AUTOMOBIELEN. Het model Overland 1914 is nu reeds dneo' lever baar J kost geheel oompleet 1*3250, deze is geheel voorzien van electrische verlichting Proefwagen dis ponibel. Telefoon 533. loopen. 't Hitje is intusschen weer met Broer gaan speien, net ef er niets gebeurd! is.als Mevrouw naar haar toekomt, zegt ze enkel: „Doet u 't?" Mevrouw knikt1'van ja1. Truus houdt haar woord!; den volgenden ochtend komt ze met ©en groot pak onder haar omslagdoekje. Zegevierend iaat ze het bord', in een paar smerige couranten gewikkeld, aan haar Mevrouw zien. Deze vindt het prachtig nagemaakt; je zoudt heusch zeggen, dat 't echt was. Ze pakt "t keurig in en verzendt het. Den volgenden avond reeds krijgt ze er1 ©en be dankje voor: Beste Annie, Wat 'heb je mij schandelijk bedorven met dat schit terend© hord; Louis, die een kenner dia en veel ver stand van antiquiteiten, heeft, ia er Verrukt van. In gesloten ia jel'ui invitatie voor ons diner; jelui kunt bij ona slapen, natuurlijk met je boy. Louis verlangt kenniis ,mot jou en ook met je man te maken. W ij ne- m'en geen weilgerinjg aan. Ik heb het vreeselijk druk, nogmaals veel dank, Jo Marie. In 't eerst zit Annlie er vrefeselijik mee in, ze heeft er natuurlijk niets van aan Henk verteld, nu, op eens vindt za 't geval zóó vermakelijk, dat ze hem alles op'biadht. Eerst iia hij even boos, d'an lacht hij ook, terwijl hij zegt: ,,'t Is heusch wel aardig! Ze houden 't bord van Grootje natuurlijk voor iets heel moois en xed'e- neeren zoo„Ala die mensch'en zulke royale .cadleaux kunnen geven, dan zijn ze toch niet zoo arm en 't be wijst tevens, dat ze ismaak hebben, dus kan hij zoo'n erge proleet niet zijn. Wa kumnon hem dus wel eiena op zic'ht laten komen. „Op zicht, maar Henk, alsof je oen staaltje wais; waarom zeg ja niet ineens als monster zondes waarde?" „Nu, zoo iets is 't dan ook wel'. Enfin, wij! laten zo hun pleizier en hun bord cn blijven stilletjes thuis." „Henk!" roept ze, op een toon van afschuw en verontwaardiging, en ze schreit elen poosje en 't eindi van het lietdl iis, dat vrouwtje'» haan Koning kraait en ze naar Amsterdam gaan met den in boy herdoopten Bro.er. Annie vindt 't heusch 00,k vefel aardiger, Broer, als er geen Zus bij is, heeft geen reden van bestaan, als titel.en vooreerst hebben ze geen geld' voor No. Boy is dus veel beter, want ,een jongen is hij en .een echte; de familie bewondert hem eenparig, een prachtkindl word't hij gevonden. En heusch, die Henk valt erg mee; hij is nu wel niet van patricische afkomst, zooals zij1 zelf zijn, maar hij is zeer beschaafd, schijnt zijn weetje te we ten enoom Frederik, die erg in zijn nopjes is, omdat zijn jongste dochter zulk een goede partij doet en toch ook wel voelt dat 68 geen 18 is.hm! Oom Fredarik praat eens met Annie'® man en komt tot de overtuiging, dat hij in zijn bankiePs huis wel een rechterhand! zou kunnen gebruiken. Eigen gaat toch boven vreemde.en hij heeft altijd veel van Annie gehouden; 'teenige kind van zijn eenige zuster! In 't 'begin was hij wel tegen haar huwelijk met een employé bij ©en kleine bank in een provincie stadje en heeft hij1 er ziich afgemaakt met een ca deau. eigenlijk, en dat voor een schatrijken man, een cadeautje! Wou 't eerst eens aanzien.en 't schijnt goed te zijn gegaan. Het jonge paar was niet, indringerig. en nu met 't trouwen van Marie.zop'n fraai ge schenk, zoo echt om te tonnen, dat ae geen wrok koesteren over die ©enigszins koele.... 'hm! afwach tende houding der familie. .Henk heeft juist gezien, 't mooie 'bord! heeft 't hem gedaan! Een hord van 2; Annie heeft wel voor 25 plei'zier. En dat is, aan den eenen kant maar go.ed ook, want al® ze heel prettig en voldaan, van hun uitstapje naar Amsterdam thuis komen, vinden ze niet alleen 't Hitje, maar ook haar groot moeder op hen wachten, 'tHitje huilt beken! Groot je i.s verbolgen, istiaat er op Meneer eh Mevrouw di rect te spreken en dan komt 't verhaal, Grootje is ©en echt scharreltje in de zaken-beteekenis van het woord. Ze is jaren geleden den boer opgegaan, heeft nog connecties in den achterhoek. Ze heeft de mooie, echte, antieke borden, 't effetieve oud-blauw, zooak ze ziegt en ze maakt er een lekker duitje mee; genoeg voor eiken mi'd'.dag een bordje soep met een stukkie vleesch er in en nog een glaasje wijn ook, als ze 't belieft en ze zal wat nalaten ook, maar wat is 'm de sjo.ose? Als dier familie dier erg in zou krij gen, dan zouên ze der plunderen, levend villen, en d)at wi'l ze niet en daarom zegt ze maar, dat 't alles nagemaakt ia en dat ze de borden voor twee gulden 't«tuk verkoopt, terwijl ze er 2'5 of 30 voor krijgt. .En dat wou ze nu maar zeggen.Meneer en Mevrouw hebben 't natuurlijk ook w.el' gezien. „Natuurlijk" zegt Meneer, grif, „en.... kijk eens vrouwtje. of juffrouw. Annio heeft moeite 'tniet uit te proesten, terwijl Henk met een breed gebaar een bankje uiti zijn por tefeuille neemt; 't is bijna de helft van de huur, maar nu kan 't lijden en Annie heeft zelf gezegd, dat ze wel vij f-en-twintig gulden pleizier om 't geval heeft. 1 Gr'ootje is één en.al verbazing.... hoopt dat ze niet brutaal is geweest en.ze komt heel dicht bij ze en fluistert: „Of Meneer en Mevrouw 't niet aan Truus wonen zeggen van de 26, ze heeft bij haarlui maar gezegd,, dat "t 10 was.hoefden niet alles te weten!" Ala die familie naar Amsterdam verhuist, gaat 't Hitje mee. Grootje komt goeie® dag zeggen en brengt 2 mee.die had ze toen dien keer vergeten en eer lijk 1» eerlijk. rerzoeke gunst en recommandatie!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 5