DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 270 Honderd en vijftiende jaargang. 1913. WOENSDAG 19 NOYEIBEH. 1813-1913. OP STRAAT. F )eze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en mestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Grooïe letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSIER ZOON, Voordam C 9. BINNENLAND. ALKMAARSCRE CODRA Door GENERAAL WüPPEEMAJST. L Honderd! jaar geleden waren er heel wat meer mensehen dan nu, die aan spoken en dergelijke ake ligheid geloofden. Maar wezenlijk, ale wij ihier onder te verstaan gij, mijn lezer, en ik in dien tijd even voor het intreden dier morgenschemering er gens in een stad waren neergezet, dian zou er veel kans hebben bestaan, dat, ten minste voor een oogen- blik, zoo'n geloof ook het onze z.ou zijn geworden, dat wij althans, wat de b.akvisehjes noemen, een eng ge voel over ons zouden hebben gekregen. En waar ik hier spreek van een stad, daar heb ik minder het oog op de voornaamste dan wel op het middelsoort, zoo een van 10 tot 15000 inwoners, waarvan de mees te, of nog als vestinkje bestaande of als overblijfsel daarvan uit vroegere tijdien, door muren, wallen en grachten waren omringd' en door poorten of hekken van de buitenwereld waren afgesloten. Als we dan in zoo'n plaats en op dat uur trachten zouden in de overigens diepe duisternis om ons heen te zien, dan was allieht in de eerste plaats ons oog gevallen op eepe helder brandende vuurmassa, waar boven eene kolossale ketel, in welks stoom zich eene vrouwelijke, veelal oude gedaante fantastisch druk doende heen en weer bewoog. De ouvervaisehte, welbekende heks van de Hunnenschans. En tegelijk klotste op klompen een gebogen mannengestalte langs ons heen, die op sommige huizen afgaande on- dt"' het uitstootten van brommende geluiden, hier ver vaarlijk aan de straathei trok, daar de zware klopper geweldig eiu. aanhoudend liet vallen en elders met den ioor hem gevoerden knuppel op de deur ram- meidde. Laat ons maar spoedig „de vrees van 't hart bannen," zooais het Sinterklaasliedje zegt, want we hebben in die vreemde verschijningen niet anders te zien dlan gewone menschen, die hun nu nagenoeg ge heel verdwenen beroep uitoefenden. De misbaarma kende man was de porder, die voor een karig loon dagelijks aan zijne lastgevers op zijn wijze ging ver kondigen, dat hun tijd om uit de veetren te komen daar was. De nieuwere industrie in den vorm van een wekkerklokje heeft dien stumpert het brood uit den mond genomen, tot beneden de twee gulden kan iedereen zich zoo n instrument aanschaffen en ai is daarvan de 'levensduur kort, toch is die lang genoeg, om zelfs bij herhaalde vernieuwing d'en bezitter goed- k oojper uit te doen komen dan het luttele loon van den porder. En dan dat vro-uwmensch bij 't vuur Wei dat was de oudexwetsciie water- en vuurvrouw, destijds ook een nuttig en noodiig lid van de maat schappij nu ook al verdwenen na de uitvinding der petroleumstellen, om niet eens van gas- en electri- Hche komforen te spr.eken. Maar toen was ze een onmisbaar meubel, bij haar werd' voor dlag en dauw het glimmende kooitje gehaald, waarmee de meid de kachel zou aanmaken, of wel het kokendie water, dat op de morgenkoffie of thee zou worden uitgegoten, wanneer het den vorigen avond in den haard' „ingere kende" kooltje zijn vuur nog niet aan de verdere, zorgvuldig in den asehpot bewaarde dove kolen had meegedeeld1. Behalve dat had die vrouw bij vele klan ten de zorg voor de den vorigen avond bezorgde gn des nachts in den renzenketel opgehangen gortbus, aan den inhoud waarvan mede door die zelf klaarge maakte retvalenta, arrowroot, roggebloem, havermout en dergelijke te groote concurrentie werd aangedaan om het voortbestaan van die water- en vuumering te wettigen. Jammer voor het al spoedig toesnellende vrouwelijke dienstpersoneel, dat daar, terwijl nauwe lijks de slaap uit de oogen was gewreven, een eerste kletsje kon houden, jammer ook voor die me- en juf- flouwen, die bij die alwetende water- en vuurvrouw nog ai eens dikwijls op het spoor van een ..goeie meid" werden gebracht. lntusschen doen zich' da gevolgen van den porren- dten geest overal gevoelen, terwijl da schemering de duisternis vervangt worden overal* de luiken openge- stooten en komt er allengs verdere beweging in ver vanging der genoten nachtelijke rust 'Dat openen dar luiken was een heel werk, als men maar eens be denkt, dat aan de toenmalige huizen nagenoeg alle ramen op e'lke verdieping, tot de hoogste toe, van die sluiting waren voorzien. Die luiken waren enkel of dubbel, dë l'aatste bij de vensters op dien beganen grond bij' de meeste winkels horizontaal gescheiden, zoo dat het onderste deel, na behoorlijk te zijn gestut, dienstbaar kon worden gemaakt tot een soort toon bank, waarop de waren in de open lucht werden uii ge? tald, Naarmate het daglicht vermeerdert kunnen \e de straat, dia voor ons ligt, eens opnemen. Maar dat. vait met mee, immers dwars over den weg han gen aan dikke, over katrollen lo o p end© touwen* de straatlantarens, hoog genoeg *om er met bepakte di ligence of den opgeladen hooiwagen onderdoor te komen, maar toch te laag om een fiinken -kijk over ben weg te nemen. Voor ons dus een last, maar voor die vaderen van eene eeuw geleden een lust, vooral omdat d'ie in *ons verwend oog hunne eischen niet 1stelden*. Die lantarens toch, reverbères zooals za heetten, gaven, gevoed' als zij werden met patent- o,.o, maar een matig licht en wat nog erger was, zij bralden maar 'heedl zeldzaam. Als de almanak lich te maan aangaf tot en* met eerste en laatste kwartier, dan werd'en ze uit spaarzaamheid1 niet opgestoken, al zat ook (lie maan Ujden lang achter donkere wolken, terwijl met lange dagen en Korte nachten zorgvuldig rekening werd gehouden om ze heel laat aan te ste ken en zoodra mogelijk uit te blazen. En dat was nog uitsluitend de verlichting m de hoofdstraten, de min dere moesten zich met een oliepitje, de zoogenaamde gloeiende spijker behelpen, in verscheiden stegen en siuppen schitterde het licht letterlijk alleen door zij ne alwezigkeid. Latere geslachten, die achtereenvol gens de verlichting met petroleum en gas hebben gezien, kunnen zich van zuik een toestand van duis ternis geen denkbeeld maken, allerminst het jongste, dat zelfs op vele kleine plaatsen niet anders dan de electrisohe verlichting, die hier en daar het daglicht evenaart, heelt gekend. Dus die reverbères beletten ons het vrije uitzicht op de straat, om er een- denkbeeld van te 'Krijgen zul len we er in moeten gaan. Maai* dat is gemakkelij ker gezegd dan gedaan, aanlokkend is het ten minste jiiet. Zie dat plaveisel eens aan en denk daarbij eens aan uwe door vlakke Btentheimer keien, scoriae-bnks (alias turfje®), klinkers, houtbëstr-ating of asfalt verwende voeten. In plaats daarvan eene ongeregel de bevloering van ongelijk liggende, puntige veldkei- en, waarvan verteld wordlt, dat ze allen verstraat of liever omgekeerd werden als geslachten van martela1- r'en den bovenkant zouden hadden gelijk geloopen. Dan maar het trottoir op. Jawel 1 geen sprake daar van; waar dat nu is, toen niets dan eene rij stoepen, de eene daarbij tot meer dan een voet hooger dan de andere en daarbij stuk voor stuk gescheiden door ste vig ijzeren hekken of ateenen stoepbanken. Tusschen het plaveisel en d'ie stoepenrij eene doorloopende open, veelal kwalijk riekende goot, dikijls gevuld met allerlei gistende en rottende afval, -die slechts op gezette tijden werd voortgebezemd om ten slotte, al thans voor het gezicht, in de eene of andere gracht te verdwijnen. Boven die stoepen op verschillende plaatsen de ouderwetache luifel, waaraan nog hier en daar haken om door de daaraan hangende handelaar Ukeien koopers te trekken. Verder nog. een tal van uithangborden, nagenoeg bij ïederen winkel, en daar op onder eene meestal' bedenkelijk geschilderde ii guur, zeker ter verduidelijking -bij. twijfel, de eene of andere naam aangebracht. Namen van dieren van elke soort en in iedere kleur, van vorsten en hunne kronen, van ambten en beroepen, van hemellichamen en vervoermiddelen. Voorbeelden: de zwarte hond, de rloode kat, de vergulde eenhoorn, de dolfijn, de drie haringen, de prins, de hertog, de gouden kroon, de trouwe herder, de rustende landman, die zon, de maan, da vijf sterren, het koggeechip, da höseank'ar, enz. enz. Opvallend: honderd jaar geleden, zoo kort na den I ranselen tijd, veeJI meer* opschnlten in onze randtaal dan tlrans, nu de hrunsche daarbij schering en inslag is, denk b.v. maar eens aan het café-restau- rarit, toen kolliehuis, aan den conliseur, toen koek en oanneLtrakaer, aan ütea coilleur, toen scheerder en haarsnijder, om daarbij maar te blijven. V an de huis deuren heel wat gescheiden in bloven- en onder-deur, waarvan de bovensLe veeity-ü-s open ten de onderste UiciiL op den gremdèu en benut om daaroverheen de boodschappen aan te nemen ol een praatje te maken. Bjj de ramen reeds voor een grtoot deel de in lood ge vatte ruitjes der vorige eeuwen door 'kruisramen ver vangen, maar dan toch met glasschijven van zeer be scheiden afmetingen. Ln daarachter van de boven zijde at twee-derde of drie-vierde van dë hoogte, het daglicht zorgvuldig temperend, de witte val- ol nngetjesgjorüijnen en dlaaronder meest netöldo^ksche schuilgordijntues (.die nimmer Werden opengescho ven; ul blauwe of gr'oene metaalgazen horretjes. 1 itssehen deze en de valgordijnen eene spleet, smal genoeg om onbescheiden blikken naar binnen te we ren, maar voldoende breed om naar buiten te loeren, en zou de nieuwsgierigheid' te bevredigen en stof te verzamelen voor een met altijd even christelijk onder- houd. Aan de huizen nog heel veel van die oude, schilderachtige gevels en geveltjes, dlie in de laatste eeuw by duizenden verdwenen, maar waarvan de nog overgeblevene nog thans landgenoot en vreemdeling onder de bekoring hunner Iraaia lijnen en afmetin gen brengen, in die gevels toen nog op vele plaatsen geveisteenen, daarin geplaatst in den gulden tijd on zer historie, herinnerend! aan 'strijd en overwinning, ü-an glorie en welvaart en nu stukgeslagen of be- w a aid' in donkere kelders ol galerijen van musea van oudheden. Ier-wijl wij zpo het algemeen karakter van de straat hebben opgenomen is het er allengs drukker gewor den, in de eerste plaats door de verschijning van wat men nu „de leveranciersnoemt en voor wie destijds zulk een collectieve naam niet bestond, tenzij men ze als „de boeren zou willen betitelen. Immers men sprak met anders uian van de melk-, visch-, kaas-, boter-, groen- en wat ai met meer boer. En al is d'ie titel nog met algemeen verdwenen, bij sommige dier onmisbaren is 't nu toch bedenkelijk op dat woord boer te veei den klemtoon te leggen. De melkboer, bijv. van toen, van buiten komende met zijn juk en twee emmers kwam er veel nader bij dan tegenwoor- dig de livreibediende der melkinrichting met zijn sierlijk licht wagentje, waar'op de in de zon schitte rende kannen. Ook verkochten die boeren honderd jaar geleden kunne waar heel wat goedkoopeir dan thans, nu het geleverde in plaats van zonder tus- s oh en-personen aan de deur te worden gebracht, eerst via corporaties, inrichtingen, veilingen, enz., wordt afgeleverd met opslag van de inkomsten van direc teuren, commissarissen, agenten, aandeelhouders en ©rge'iyke. V an aan de deur brengen gesproken, daarop was in dien tijd) eene uitzondering wat dien bakker betreft, nagen'oeg uitsluitend) werden diens producten met dan aan zijn winkel afgeleverd, waar toe als de vierduitskadetjes, fransjes of bollen versch waren in den regel door trompet- of hoorngeschal werd kennisgegeven. Bewijzen voor een en ander zijn zoowel de uitdrukking: „zoo vast als bij den bakker om e-en broodje," als het nog niet vergeten liedje: „d*e bakker op dien hoek, die heeft vannacht geblazen, enz." Behalve de verkooper's verscheen op Jt zelfde uur ook het vrouwelijke dienstpersoneel, toen „meid1" of „vrijster" genaamdl, gewapend) met emmers, bezem, luiwagen, spons, dweil, zemelap en ander gereedschap om de voorpui' en stoep, waarop haar „volk" bijzon dier zindelijk was, op te knappen. Wat er sindls gis teren aan vuil voorhanden was ging èf in' de goot uitgesproken geut of werd naar 't midden van de straat verhuisd in afwachting dat hier dagelijks, daar een paar keer en elders eens in de week eene gewoon lijk vrij primitieve gemeentereiniging er zich over ontfermde. Erkend moet wórden, dat wij- vooral in t belang der hygiëne op dat punt heel wat zijn voor uitgegaan nu aan het reinhoudten van den openbaren weg tot zelfa op kleine plaatsen flink de hand word't gehouden. Dm terug te komen op het wa.terplassend vrouwe lijk personeel,bij' haar werk had dit heel wat overlast van haar -erfvijand, den nu gaandeweg verschijnenden schooljongen. Want al dateert uit dien tijd het be kende boekje van den braven- Hendrik, die was ook toen al eene gelukkige uitzondering, of als ge tvilt, gelukkig eene uitzondering. -Onze groot- en over grootvaders waren al precies zul'ke bengels als hunne klein- en achterkleinkinderen; konden de vrijsters van toen nog eens getuigen, zij zouden ze zeker erger vinden. Want als die vroolijke vrijbuiters langs kwa men, dan werd onvoorwaardelijk d'e jui'st gevulde em mer omgeschopt ov-er ,„m n net scboone stoep" en er ger nog, dan bedreigde soms een waterstraal uit de mo-oi blinkende k-operen glazenspuit die vertoornde vrijster, die ais ze 't gedaan kon krijgen van haren kant zich niet ontzag d'en aanvaller met de natte dweil te lijf te gaan. Soms ook kreeg- deze bij over valuing daarbij bovendien een gev-oeligen stokslag op t i.'chad mis deel zuidwaarts van dl© ruggestreng met wrekende hand toegebracht! door wat we nu noemen een agent van politie. Toenmaal' heette hij „diender" en in de jongenstaal' „stokoome™ naar het door hem gevoerde wapen, dat hij' meestal een oud-soldaat andig te juister plaats wist te doen aankomen. Dp een afstand jouwde de straatbengel' hem uit, maar zijne nabijheid vreesde hij met diep respect. De diender liad er, wat men noemt: de wind onder, ook ai omdat hem bij- zoo'n bestraffing destijds niet zoo- ais nu ai te dikwijls een aanval van de omstanders te wachten stond of hij' kans liep wegens zoogenaamd misbruik van gezag o2 eene geldboete, gelijkstaande met eenige dagen hongerlijden met vriouw en kinde ren. in de nabijheid van da school, waarheen wij de jongens -op weg zagen, werden ze in den regel be daarder, wetende dat, om «en variatie op Carmen te gebruiken, daar een spiedend oog ben gadësloeg en zoo uoodig de plak of roe hen wachtte. In de dëur d-er school toch- stond steeds een ondermeester, in woelige dagen soms da bovenmeester in persoon, waar te nemen, zóó a-l'leen door zijne tegenwoordig heid dry-vend tot orde en kalmte. Hoeveel lust ik gevoel met u die toen meestal weinig geriefelijke, di-kwyis duistere en gewoonlijk bedompte school bin nen te gaan, wij dienen „op-straat" te blijven om op te merken hoe het leven zich daar in de morgenuren v-erd'er ontwi'kkeld'e. (Wlordt vervolgd.) TWEEDE KAMER. De heer Ruts-era A. R.) zette giateren zijn Maandag afgebroken red. voert Hij voerde cijfers aan, ten bewijze, dat de stijging van de gesubsidi eerde kweekscholen onder li bei aal bewind grooter is geweest dan onder kerkelijk. Spr. meende, dat de dessa-scholen onder islamie- tischen invloed staan en om die reden de neuiraliteit voor die scholen niet zonder bedenking is. De heer De Savornin Lobman (C.-H.) kwam terug op de verhouding van den minister tot den gouverneur-generaal, die z. i. meer dan een ambtenaar is, door wien slechts de besluiten van minister en Kamer worden uitgevoerd. Spr. keerde zich dan weer tegen de vrijzinnige verkiezingspolitiek en ging in op wat Indische bladen over den gou verneur-generaal geschreven hebbeD. -"pr. schetste de passar- en ook de Zondags-circu laire als onschuldig. Hij wees voorts op de wensche- iijkheid van de zendingsscholen ook voor Java. Het godsdienst-onderwijs worde echter facultatief gesteld, zelfs in streken, waarin Mohamedaansche scholen zijn. Nadat bij de regeling van werkzaamheden voor Vrijdag eenige kleine wetsontwerpen aan de orde waren gesteld, was de minister van koloniën, de heer 1 1 e y t e aan het woord. Spr. zei niet als voor- maiig concentratie candidaat te zijn opgetreden. Hij gaf daarbij nader de extra-parlementaire positie van het ministerie aan. Spr verdedigde verschillende door hem gebezigde uitdrukkingen, in het bijzonder tegen den heer Van Veen, wien hij ook een onderzoek op zijn departe ment met voorbijgang van den minister verwijt. Spr. wees er op, het staatsrechterlijk standpunt nagaand, dat art 37 bij den O. G. veronderstelt, administratieve verantwoordelnkheid. Elke poging m den G. G. van koers te doen veranderen, is ijdnl of om koers te behouden, is irr-levant. Om log beeft dus niet plaats gehad, De minister van koloniën eert in den G. G. dien* gaven van hoofd en hart en diens staatsmanskunst. De G. G. zal zeker bij elke daad pijnlijk overwegen, voural als geen overleg met den minister mogeljjk is| of die daad in overeenstemming is met de beginselen des ministers, welke beginselen de G. G. kent. En omdat de minister dit weet, heeft hg gaarne de hartelijke samenwerking met den G. G. aanvaard. De minister ging uitvoerig het ontstaan van de Sarikat Islam na, dis tijdens de kinderziekte", die zjj doormaakte, zich aan uitspattingen heeft schuldig gemaakt. Spr. wildë een ernstig woord- van vermaning spre ken tot.hen, d'ie het dloen voorkomen, dat die Islam een minderwaardige godsdienst is. De Islam is voor den Javaan vrij wat meer dan een godsdienst, en de minister mag zich voor die meening -beroepen op een rapport van den zendeling d!r. Adriani, uitgebracht aan d'en G.-G. De Javaan will voor zich en zijn kin deren den Islam. De inlander verzoent zich met het Christelijk onderwijs, doch stelde men dit onderwijs uitsluitend tot zijn beschikking, dan zo.u hij er in zien een poging om hem zijn godsdienst af te nemen. Het „kraakporselein," dat Islam heet, moeten wij niet te ruw aanvatten. Wij m'oeten tegenover dën Javaan drie regelen leeren: dat hij leeft als fatsoen lijk man, dat hij zijn medeimensch geen kwaad doet en ieder het zijne geeft. De zending kan voortreffelijk werk doen, maar ze moet afblijven van de nationaliteit van de inlander. De subsidies aan de bijzondere scholen zullen worden gelaten, zooa-ls ze zijn. Heden zette de minister zijn rede voort. DE KONINGIN EOST DE ZENDEND. De vertaling van het in het Engelisch gestelde te- gram van dankbetuiging, door het Voortzett.ings- comité voor de Zending, Vrijdag op het Kasteel Oud-Wassenaar vergaderd', aan dé Koningin gezon den in antwoord op den welkomstgroet van Hare Ma jesteit, luidt, schrijft de N. R. Crt., all's volgt: „Het Voortzetting,scomitlé van 'dë Wered!df-Zen- dingsconferentie, in 1910 te Ed'inburg .gehouden, he den vergadterdl op het Kasteel Oud Wassenaar bij den liaag, heeft met diepen eerbied en erkentelijk heid de boodschap ontvangen, door welke Uwe Ma jesteit aan het comité haren koninklijken en persoon lijken welkomstgroet heeft willen zenden. Het co mité is onder dën .diepen indruk van .deze groetenis, waarvan de woorden zoo rechtstreek® tot het gemoed spreken, doordat zij zoo duidelijk doen blijken ü-wer Majesteits klaar inzicht in dë beginselen en idealen, I die ons comité bezielen, en Uwe'r Majesteits geest verwantschap daarmede. Dat Uwe Majesteit, door God geroepen tot een zoo verbeven taak, mede uit spreekt het besef van hooge verantwoordelijkheid der Christenheid voor het hoogste welzijn van andere volken, bezielt ons in met geringe mate tot onzen arbeid'. Dnze tijd wordt gekenmerkt dëor een geest van samenbinding en onderlinge waardeering der Christenen van verschillendë schakeering, en aan deze treffende en, naar wij geiooven, door God zelf gegeven strooming, dankt ons comité zijn onts'taan. Dat dit Uwer Majesteits welwillende aandacht tot zich. trekt, is ons een oorzaak van groote dankbaar heid. Wij bidden, dlat God Uwe Majesteit lang moge sparen tot heil en zegen van Uwe Majesteits eigen volk en van de gamsche menschheid." EVENREDIG KIESRECHT. Bij Koninklijk besluit van 15 November is inge steld eene Staatscommissie, tot onderzoek van de vraag: welk stelsel van evenredig kiesrecht voor on ze vertegenwoordigende lichamen het verkieslijkst is. Benoemd zijn: tot lid en voorzitter mr. J. Oppen- heim, staatsraad'; tot lidt-onderVoorzitter mr. J. A. Loeff, lid der Tweede Kamer, tot leden jhr. mr. D. J. de Geer, lid der Tweede Kamer; mr. J. A. van GiÊse, oud-lid dier Tweede Kamer; mr. D. A. P. N. Kooien, lid der Tweede Kamer; mr. E. A. C. Graaf van Lijn den van Sandenburg, lid van Gedteputeerden van Utrecht; mr. P. Rink, lid dier Tweed'© Kamer; de heer W. H. Vliegen, lid .dier Tweede Kamer; tot lid- secretaris mr. J. van Gelein Vitringa, rechter te 'i&-Gravenhage; tot adjunct-secretaris mr. L. A. Nij- pel-s, advocaat aldiaar. Gemengd nieuws. UIT ZU1 D-SiOHA tW O UDE. (Vervolg van het 2e blad)), in behandëling kwam thans het aangehoudën adres om subsidie van de N. V. tot afsch. v. ale. dr., ter-wijl tevens behandeld werd een verzoek om subsidie van de afd'. A. N. G. -0. B. De voorzitter stelde voor elk 2.50 te geven, om afgescheiden van alles het principe te steunen. Met alleen da stem van- d'en heer de Boer voor werd het voorstel van den voorzitter verworpen. Op een verzoek van dë afd'. Heer-HugewaardJ van den B. v. N. O. werd afwijzend' beschikt. Ook het verzoek van d'e afd'. N. 'O. P. O. om subsidie voor een do-or haar te houd'en alcoholcursus ondergaat het zelfde lot, terwijl een verzoek van dën doodgraver wordt aangehouden. liet. aangehouden verzoek van de eendenhouders oqj wijziging der verordening en tevens een adres van sympathie geteekend- door een gedeelte der bou wers, maakte dë tongen zeer los. De heter Kroon heeft de tuinbouwvergadering be zocht en daar den indruk gekregen, dat het beter is, de verordënin-g te laten zoo ze is. De heer Kostelijk meent dat die bouwers meestal uit med'elijden hebben -geteekend, terwijl de h'eer Slot de vraag stelt of dë Raad) het recht heeft dë vrijheid in de openbare wateren te beperken. De heer de Boer meent dat dit recht wel bestaat. e heer Molenaar wil! eeni kleine tegemoetkomende wijziging in de verordening aanbrengen. Bij stemming verklaren zich alleen dë heeren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1