DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VOOR SCHOOLTIJD
el Ken ochtend een kop
No. 271
Honderd en vijftiende jaargang
1913.
DONDERDAG
20 NOVEMBER.
FEUILLETON.
De Ziel yan Margaret Rand.
BINNENLAND.
ÜRANT.
ALKMAAR, 20 November 1913.
Bijzonder scherp treedt de Duitsehe regeering te
genwoordig op jegens I a n d y e r h u i z e r era g e n-
tea, die door buitenlandsche xegeeringen of hare
gevolmachtigden betaald worden en trachten Duit
sche onderdanen onder valsche voorspiegelingen
naar andere landen te lokken. Onlangs werd! iemand;
die zich in dienst van den Braziliaanschen staat be
vond, deswege veroordeeld! tot drie maanden gevan
genisstraf, thans is eenzelfde straf opgelegd aan een
zekeren Knuth wegens eenzelfde misdrijf. In een
reeks couranten, voor het meeremdeel ten platte lan
de verschijnende, kwam de volgende advertentie
voor: „100 Morgen land geheel vrij. Knuth, Ber
lijn." Verscheidene landarbeiders wendldten zich tot
den man en ontvingen spoedig daarna van hem een
brief, waarin bij verklaarde, niet langer tevreden te
zijn met z'n lot in Diuitschland en met zijn gezin
naar Brazilië te willen vertrekken. De regeering
van den Braziliaanscben bondsstaat Sao- Paulo biedt,
zoo heette bet verder in het schrijven, aan immigree-
rende kolonisten tal van voordeelen. Het land, dat
in de advertentie bedoeld werd, is bosch en weide,
gelegen aan het spoor en aan het water, vlak bij ge
meenten met 40.000 tot 50.000, inwoners, meestal
Duitschers. Elr zijn scholen met zes klassen en zelfs
iis er een gymnasium. De regeering leent den land
verhuizers veel geld, dat eerst nla den tweeden -oogst
in termijnen moet worden terugbetaald, zij levert te
gen billijken prijs electrische kracht en geeft dte be-
noodigde motoren en landbouw-machines in bruik
leen.
De man heeft wel' meer d!an honderd van zulke brie
ven verzonden. Hij is sub-agent van den landverhui
zers-agent Herrewijn, diie aan het hoofd «taat van de
te Amsterdam gevestigde „Internationale Transport-
Maatschappij'"-
Als getuige-dieskund'iga was o. m. gedagvaard1 dr.
Jul. Wolff, leider van het centraal inlichtingsbureau
voor landverhuizer®, die verklaarde, dat dieza brief
vol valsche voorspiegelingen stond. Dte landerijen,
waarvan gesproken wordt, liggen niet aan spoor
wegen en niet in de nabijheid van groote steden.
Goede scholen zijn er heeieanaal niet, laat staan dus
een gymnasium ter is sllechts een primitief één-
klasse-echooltje. Onwaar is het, dat dte regeering
goedkoop electrische kracht levert en machines in
bruikleen geeft. Onwaar, dat de kolonisten bun
landbouw-voortbrengselen vrachtvrij naar de groote
steden kunnen laten brengen. Waar is het eehteT,
dat die Brazili'aansohe regöering bij besluit van 19
April 1907 ©n 3 November 1911 ter bevordering van
de economische ontwikkeling van het land landbou
wers en landarbeiders met gezin vrijen overtocht van
de Europeasche havens naar Brazilië verschaft. Waar
is het verder, dat aan deze landverhuizers land en
huis op crtediet. worden gegteveu, maar de koopsom
motet over vijf of acht jiaar geheel afgelost zijn. Het
transport gewoonlijk niet van landarbeiders, maar
van handwerkslieden en fabrieksarbeiders ge
schiedt meestal mtet booten van den Hollandseben
Lloyd en van Fransche stoomvaartlijnen. De maat
schappijen krijgen voor el'kten persoon, die -door hen
overgebracht wordt, van de Braiziliaansehe bondsre-
geering een bepaald! bted'rag.
(Nadruk verbod-en).
Roman van L. I. MEADE.
16)
Je zult mij misschien zulk een slecht meisje
vinden, dat je in 't vervolg niets meer met mij te
maken wilt hebben, maar ik weet het niet, ik» je
nicht Charlotte heeft voor mij niets aantrekkelijks.
Zij is een heel goed soort, zeidte John kordaat,
maar men moet haar kennen.
Jij kent haar heel goed John, niet waar?
Ja, zeker. Zij is altijd als een zuster voor mij
geweest.
Excuseer me een oogenblik, John. Ik wil een
briefje aan mevrouw Mansfield schrijven en dat op
de post doen.
Je neemt toch de uitnoodiging aan, Margaret?
Zeker, John.
Het was voor John en Margaret een -genotvolle
avond bij de Mansfidds. Charlotte's afwezigheid
maakte, dat alles liep ais op rolletjes. Mevro-uw
Mansfield had) nooit in baar leven jegens iemand
achterdocht gekoesterd en mijnheer Mansfield was
een van die beschaafde, bezadigde, stille oude hee-
ren, die van vrede houden, tweedracht verafschuwen,
niemand benijden en volkomen tevreden zijn met de
plaats in het leven, welke de Voorzienigheid hun
heeft toebedeeld
Wat de kleine Suzette betrof, zij kon niet laten
haar „nieuwe nicht" zooals zij Margaret beliefde te
noemen, &&n te halen. Want u bent mijn nicht
Charlotte zegt wel van niet, maar ik beweer van well
riep Suzette; en ik houd van u, houd dol en dol van
u I en zij drukte haar wang tegen die van Margaret,
vlijde zich in haar armen en keek den kring dier aan
wezigen rond alsof zij wildte zeggen: „Verjaag mij
als gij durft I"
John zag het kind met een verrukten blik aan.
Toen sloeg hij zijn oogen een weinig hooger op, ont
moette die van Margaret en voelende, dat dte kleur
op zijn wangen donkerder werd draaide hij zijn hoofd
om. Dat was Donderdagavond.
Da 4 r ij dag was druk, het programma voor dien
Van Houten's
RONA CACAO
De slotsom van dezen getuige was, dat het schrij
ven van den beklaagde ten deel» onware medtedeelim-
gen bevatte, ten deele voordeellen noemde, terwijl dte
nadelelen gehteel verzwegen werden.
De eisch was zes maanden, maar daar het beklaag
de in geen enkel geval! gelukt was Duitachers tot
landverhuizing te verleiden, werd hij veroordeeld
tot drie maandien gevangenisstraf, welke door de in
voorloopige hechtenis doorgabrachten tijd als vol
trokken werd! beschouwd.
Intusschen een gewaarschuwd man geld't voor
twee en daarom kan het zijn nut hebben even op
dit proces te wijzen.
Toevallig kwam ons van ochtend in een buiten-
landsch blad een brief -over een ook in trek zijnd
land ondier dte -oogen, mL Canada.
Het schijnt daar ook lang niet alles zoo mooi te
zijn, als het wei wordt voorgesteld. Ook van dat
land heet het, dat de regeering zoo voorkomend is,
het land! zoo vruchtbaar, het onderwijs zoo goed.
Maar de regetering zendt nu al iedereen terug,
die geen J 126 gulden bij zich heeft. Het hoogge
prezen onderwijs is- zoo goed, dat volgens de sta
tistiek -alleen in da provincie Manitoba 40.000 kin
deren dte scholen niet bezoeken, omdat daarvoor geen
gelegenheid! is. En wat dte grond betreft de kolo
nisten, die iets bezitten, worden melestal gezonden
naar afgelegen, onherbergzame oorden, waar de
zwaarste arbeid ben wacht en waar eerst dte spoor-
wegen komen, wanneer het moeieliijke pionnierswerk
is verricht. Jaren kan het duiten, voordat die btezit-
looze het noodige bedrijfskapitaal voor een farm, die
hem wordt afgestaan, bijelkaar gespaard heeft, daar
de goede loonen van 's zomers in den winter grooten-
dleels moeten worden verteerd. Dte statistiek l'eert,
dat niet alleen de misdaad, maar ook de vereliend'ing
op schrikbarende wijze toeneemt - maar daarvan
zwijgen de prospectussen van de Canadian Pacific I
Wie een paar ferm© bandten en daarbij werklust be
zit en zijn geluk in het Verre Westen wil beproeven,
hoede zich dus voor schoonschijnende aanbiedingen,
dag was reeds van te voren opgemaakt. Margaret
zou den morgen bij mevrouw Chester doorbrengen,
t eerste gedeelte van den namiddag moest aan haar
zaakwaarnemers gewijd worden en -daarna legde
Jo'hn beslag op haar.
Maar wat zullen we 's avonds doen? merkte
hij ten slotte op.
O, laten we naar een heele grappige oomedie
gaan, zei Suzette. Zal! ons zal -Qns, Margaret;
lieve, lieve nicht Margaret zal1 ions?
Je moet behoorlijk spreken, vrouwtjeI riep
John Rand, terwijl hij Suzette optilde en op zijn
schouder' zette.
Zal ons naar de comedia gaan? riep Suzette we
der.
Het spijt miji erg, zei Margaret, maar ik heb
voor morgenavond de afspraak gemaakt»
J ohn keek haar eenigszins verbaasd aan.
Ik heb Mr. Read© en Mr. Moneypenney bij' mij
te dineeren genoodigd.
Dan is dat natuurlijk uitgemaakt. Je gaat de
andere week wel eens met nicht Margaret naar den
schouwburg, bracht haar moeder in het midden.
Margaret keek John aan en klteurd© hevig. John
ging nu d'e mooie sortie halen, en -sloeg .die om haar
schouders.
De volgende dag brak aan met stralend zonlicht.
Mevrouw Chester gaf zich al'le moeite voor Marga
ret's toilet.
U meet er niet zoo uitzien a'ls de groote mas
sa. zei zij. De mode moet zich naar u schikken,
staat daar verre boven. Je wil daarvan slechts in
zoover gebruik maken, dat u er niet excentriek uit
ziet» U is een van de mooiste wezens, die ik ooit heb
ontmoet. Een goed, onberispelijk figuur als het uwe
is veel meer waard) voer de geheele verschijning dan
alleen een mooi gezicht maar u heeft beide, beeft
wel alle reden om .gelukkig te zijn.
Ik geloof, dat ik dat ook ben, zed! Margaret.
En hij is een van da beste mannen, zei Althéa
Chester.
Dat zegt iedereen. Ktent u hem ook goed?
Of ik hem ken? Ik kan u niet zeggen hoeveel
hy voor mij gedaan heeift.
Ik zou u gaarne om een zeer groote gunst ver
zoeken, zei' Margaret. Mag ik u Althéa noemen?
Zeker, dat zal een groote eer voor me zijn; en
m-aar winne, vóór een besluit te nemen, terdege be
trouwbare inlichtingen in. Ongetwijfeld zal men
zich in een dergelijk geval niet te vergeefs wenden
tot het departement van buitenlandschte zaken in den
Haag.
TfWEEID® EAfMTffR
Bij de voortzetting van zijn rede door dien minister
van koloniën, den heer P 1 e y t e, besprak hij giste
ren allereerst het pro- van de bewering der Sarikat
Islam. Hij achtte het teen -groot geluk voor het Ne-
derlandseh gezag, dat het volk van Java ontwaakt is.
Uit de beweging zijn dan ook verschillende goede za
ken geboren. Spr. motiveerde dte weigering van dte
rechtspersoonlijkheid aan d'e vereenlging, wier orga
nisatie nog niet deugdte.
Hij verdedigde de politiek van dien gouverneur-ge
neraal te dezen 'aanzien en was van meening, dat bet
volkscrediet moet worden verbeterd, de .ongelijkheid
in belastingen en recht weggenomen, om het gevoel
van saamhoorigheid bij den inlander aan te kweeken
en te versterken.
De minister beantwoordde verder den heer Vliegen
en wees er op, dat dte economische toestand gunsti
ger is, dan deze meent. Tegenover de staatsexploi
tatie neemt dte minister een zeer gereserveerde hou
ding aan.
Spr-_ wildte het aantal 2e klasse-scholen1 geleidelijk
uitberiden en de dessa-scholen daarvoor plaats laten
m'aken. Ook die kweekscholen moeten toenemen.
Aan hot subsddde-stoleed! zal hij niet tornen.
Van de facultatief-etelling van het godsdienston
derwijs, is ook de minister een voorstander; streng
doorgevoerd! behoeft zij z. i. slechts te wordten 'daar,
waar uitsluitend! particulier onderwijs is.
De minister besprak daarop de interaeering en
wenscht het beroep op clementie te overwegen.
Daarna kreeg de heer Van Veen (O.-H.) bet
woord voor een persoonlijk feit. Hij vraagt dien mi
nister de Dinsdag geuite beschuldiging, n.l. dat bij
op het departement was geweest en den minister
voorbij was gegaan, terug te nemen.
L)e minister zei -geen beschuldiging te heb
ben bedoeld.
Bij. de replieken hield de heer B o g a a r dl t
(R. K.) vol, dat dte vorige regeering geen andleren
koers ten aanzien van Ind'ië heeft ingeslagen -dan
mag ik dan Margaret tegen u zeiggen?
Ka tuur lijk, Althéa, z-eii Margaret. Denk je, al
ken je mij ook nog maar nauwelijks (mijn rijkdom er
geheel buiten gelaten) dat ik John Rand gelukkig
kan maken?
Daar ben ik van overtuigd.
Dank je, Althéa. Margaret boog -zich plotse
ling voorover en druktle een kus op een der lange,
magere handen van de modliste.
__Indlian mij werkelijk dat geluk beschoren is,
zei zij heel langzaam, dan zul1 je niet meer zoo hard
behoeven te werken, een gemakkelijker Iteven en min
der zorgen hebben. Ik neem iets van je lasten op
mij en aanvaard' ze als een zeer welkome erfenis.
Althéa's oogen vulden zich met tranen.
Dien avond verschenen d'e advocaten in Margaret's
zitkamer. Zij had' een bijzonder fijn diner besteld
en de beste wijnen, d!ie het hotel k-on opleveren,
moesten op dte tafel aanwezig zijn. Margaret had
den raad van den oberkelïnier ingewonnen en op dte
champagne, de port en de Bourgogne viel hoege
naamd! niets aan te merken. De heeren deden het
dmer alle eer aan en beschouwden met welgevallen
hun bevallige jonge gastvrouw, zij' bewonderden haar
in alle opzichten en dachten met vreugdie aan den
tijd, dat zij haar eigendommen konden beheeren. Zij
zouden haar eerlijk in alles met raad en daad ter zij
die staan. Zij. en John Rand wat een paar cliën
ten voor een zaakwaarnemer I Zij' rekenden zichzelf
gelukkilg.
Op mijn w-oord, zei de oude Moneypemny, ik
wou, dat dte geest van uw oom Stephen hier rond
waarde en hij zien kon welk een mooi, lief meisje gij
zijt wat zou hij zich verhteugen als hij u zagl
Margaret werd! op eens doodiblteek.
Heb ik uw zwak punt ontdekt, miss Rand? Is u
bang voor geesten?
Ik geloof daaraan natuurlijk niet. Maar zullen
we niet om hat vuur gaan zitten, nu de tafel is afge
nomen? U wilt beidien zeker rooken. Meen niet, dat
ik, een meisje uit Tasmania, iets tegen den reuk van
tabak heb. Neen, ik zal u zelfs mogelijk aanstoot
geven, door zelf een sigaret op te steken. Ik heb
dikwijls nu en dlam gerookt en mijn vriendin ook.
Ach ja, dat arme meisje, wij moeten haar niet
vergeten, wat er ook gebeure, zei Moneypenny.
Eb nu moet u mij den levensloop van John
Carrosseriefabrikant,
Vertegenwoordiger der beroemde
BENZ. en OV ERI,AND-AUTOMOBIELEN.
Het model Overland 1914 is nu reeds direct lever
baar en kost geheel compleet f3350, deze is geheel
voorzien van electrische verlichting. Éroefwagen dis
ponibel Telefoon 573.
haar voorgangsters. Van gedwongen kerstening iB
geen sprake geweest» De geheele verkiezingsactie be
rustte alleen op dte mogelijkheid dat het in de toe
komst andters kon wordten, niet op gebleken feiten.
Waar deze Minister dien tot dusvef gevolgden
koers blijft volgen, bestaat er voor spr. en diens
naaste vrienden geen aanleiding dien Minister in
diens beleid niet te steunen. Spr. zal diens dadlen
afwachten, gedachtig aan het: un Jacobin ministro
n/est pas toujours un ministre Jacobin.
De hr. Vliegen (S.D.A.P.) bepleitte nogmaals
staatsmijnexploitatie. Laat de min. in elk geval dloor
een commissie van deskundigen laten onderzeeken
het stelsel van exploitatie van d)en Indisehen onder
grond.
De heer Vliegen verdedigde nader Douwea
Dekker. Spreker beeft niet geplteit voor cle
mentie voor D. D. c. s., maar om Tecbt, doch al
leen subsidiair clementie gevraagd voor het geval
men zich niet op zijn standpunt mocht plaatsen. Hij
heeft dien Minister een uitweg willen openlaten.
Hij ziet van het stellen van eien motie af.
De heer van Veen (C.-H«), d'ie daarna repli
ceerde, vervolgde bedien zijn repliek.
VOORLO OIPIG VERSDAO-STAAiTSEEGRO O-
TING.
Volgens' het voorloopig verslag over die staatsbe-
grootmg werd -o.m. 's ministers meening gevraagd
omtrent de weigering van den voorzitter van een
stembureau te Amsterdam om een vrouw, die op de
kiezerslijst voorkwam, tot de stemming toe te laten.
In het bijzonder wemsebta men te vernemen of de
minister het beroep van den voorzitter op de Grond
wet juist achtte.
Sommige leden drongen met klem aan op subsidi-
eering van de kind'er-vacantie- en herstellingskolo
nies.
Aangedrongen werd! op een algemeen© keuring van
levensmiddelen.
Men meend'a dat die regeering de pogingen kon
steunen otm visch als volksvoedsel ingang te doen
vinden.
Eenige^ leden achtten aanvulling der Begrafenis
wet noodig, opdat het buiten twijfel sta dat lijk-ver-
branding strafbaar is. Anderen wenscbten buiten
twijfel te zien gesteld, dat lijkverbranding is toege
laten en verzochten verruiming van die wet in die
richting.
Sommige leden betuigden hunne instemming met
het bekende adres van mr. S. van Houten c.a.,
strekkende tot wijziging onzer wetgeving om een
einde te maken aan het bestaande artsenmonopolie
en de vrijheid' te hergeven om zich tot herstel zijner
gezondheid te laten behandelen door wien men ver
kiest. Andere leden waTen van oordeel, dat in de
adressen een gevaarlijke richtinig werd aangegeven
en wezen op .het kwaad dloor kwakzalverij gesticht
Gevraagd' werd welke de voornemens van den minis
ter zijn ten aanzien van deze aangelegenheid'.
Er werd op gewezen dat 's ministers 1 ambtsvoor
ganger omtrent de subsidieering van vereenigingen
tot bestrijding der tuberculose een nader onderzoek
had toegezegd; men vroeg of dit had plaats gehad
en met welke resultaten.
Andermaal werd geklaagd over het te hoog opvoe
ren van de eischen van regeeringswage gesteld voor
de verpleging van krankzinnigen.
Andermaal werd gewezen op de ongunstige voor-
Rand vertellen.
Ik kan u die in korte woorden meedeelen, zei
Moneypenny. Het heeft mij dikwijls verwonderd,
waarom het geld niet direct aan hem is vermaakt,
maar onze cliënt, Stephen Rand, was een eigenaardig
man. Hij kreeg ruzie met zijn broeder uw vader,
lieve Margaret en die twist is later wel bijgelegd,
maar ik houd het er voor, dat dte herinnering daar
aan hem toch altijd heeft gedrukt, want uit zijn tes
tament blijkt, dat hij het onrecht 't welk hij zijn
broeder mogelijk heeft aangedaan, heeft willen her
stellen door zijn bezittingen op deze wijze te ver ma-
ken. Jobn is, zo,oals n natuurlijk weet, de zoon van
een jongeren broeder. Er waren drie broers, Stephen
de oudste, uw vadter Henry en John, vader van John.
Stephen en Henry waren groote vriendten, totdat die
twist plaats had; wélke Henry deed besluiten 't land
uit 'te gaan en1 die aan hun leven een anderen loop
gajf. Stephen deed zaken en, in het 'klein begonnen,
ging hij' jaar op jaar vooruit, totdat hij een zeer
groot kapitaal1 had verworven. Ongeveer tien jaar
geladen^ was hijl een van de rijkste menschen 'in de
stad, hij kocht toen dat prachtige landgoed „Mel-
chester Hall1', dat u, als alle® goed afloopt, dte vol
gende week zult zien. In dien tijd stierf zijn broe
der John en hij' nam den jongen John als kind nar.
John s moeder was ook dood. John kwam bij zijn
oom Stephen toen hij tien ja.ar oud was, d'.w.z. hij
bracht zijn yacanties' altijd bij hem dloor. Hij werd
naar een uitstekende voorbereidende school gezon
den, daarna* naar Rugby en eindelijk naar Ballïol
College, Oxford'. Zijn aanleg was buitengewoon en
hij werd op z'n eigen verlangen opgeleid' voor rechts-
geleerde. Hij kan het dus, in elk geval, ook wanneer
het testament niet volgens d'e letter wordt opgevolgd^
zeer goed met zijn beroep hebben, want wij zullen
hem natuurlijk zooveel helpen als wij kunnen; het is
voor een jongen' man, die in zijn rechterlijke loop
baan wil vooruitkomen, van het grootste belang dat
hy een advocatenfirma, zooals wij, kent» Maar dat
alles zal niet noodig zijn als de bepalingen van het
testament worden nagekomen. Het testament is vol
voorwaarden, zooals u moet hebben opgemerkt, als
gy het nauwkeurig hebt geltezem.
(Wordt vervolgd).