DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
IJ. de Koningin.
irn
No. 272
Honderd m vijftiende jaargang
VRIJDAG
21 NOVEMBER.
FEUILLETON.
Be Ziel van Margaret Band.
De eendracht van het Land.
>Jeze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk 11,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Grooie
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
STADSNIEUWS.
■r» Trr—i.-i m>-f i
Be Koninklijke proclamatie, die heden in alle ge
meenten dies lands wordt aangeplakt en in een bui
tengewoon nummer der Staatscourant zal verschij
nen, luid't als volgt:
Aan Mijn Volk,
Het is Mij eene behoefte Mij op dezen gedenkwaar-
digen dag te wenden tot Ihet Nederlandsche Volk.
Heden voor 100 jaren was het oogenblik geboren,
waarop de Vereenigde Neder landen hun nationaal
bestaan hernamen.
Ik herdenk met dankbaarheid de woorden waarme
de Van der Duyn van'Maasdam en Gjshert Karei
van Hogendorp den 21 November 1813 het bewind
hebben aanvaard:
„Wij voldeden aan dien wensch van alle onze Bond-
genooten, wanneer wij, in afwachting van de komst
van Zijne Hoogheid d!en Heer© Pxinse van- Oranje,
en in Zijnen Naam, deizen dag, ons stelden aan het
hoofd der regeering; wij namen die taak op ons,
met vertrouwen op de hulp der Goddelijke voorzie
nigheid, wier hand de aanstaande verlossing van ons
verguisde vaderland zoo zigtbaar bestuurt; maar wj
deden het ook met vertrouwen op den bj'stsud, op de
hulp van elk Nederlandier, die, zonder herinnering
aan het verledtene, zonder onderscheid van rang of
staat of van Godsdienstige gezindheid, met ons de
behoefte gevoelt van nog eenmaal te herwinnen dat
Vaderland, dat op de elementen, op Philips en Alba
veroverd, van den moed onzer voorvaderen zoo heer
lijk getuigde, doch met smaad en schande te lange
bezoedeld werd."
Dat vertrouwen is niet beschaamd.
Het Vadteriand is herwonnen.
I>o gewesten van Nederland zijn saamgegroeid tot
onvexbreekbare nationale eenheid'.
Moederland en Koloniën zijn nauw verbonden.
De vrijheden en het zelfbestuur der bevolking zijn
(Nadruk verboden).
Soman van L. L HEADE.
16)
Ja, er schijnt veel t'e moeten gebeuren, zei Mar
garet, een groote som gelds moet gebruikt worden
om andere menschen te helpen.
Ja, dat was een van Stephen^ geliefkoosde
plannen ofschoon ik er moet bijvoegen, diat die bra
ve jongen John hem dat denkbeeld in het hoofd
heeft gebracht. Hij was altijd zeer begaan met de
moeilijkheden van zijn eigen stand, ik bedoel met
■die menschen van zijn eigen stand, die geen midde
len hebben en dus moeilijk aan de gang of vooruit
kanhen komen. Er moet daarvoor 'sjaars tiendui
zend pond beschikbaar gesteld worden. De bepalin
gen zijn bijzonder bindend en John moet in elk geval
de daarvoor noodige werkzaamheden verrichten. Als
hij uw echtgenoot wordt behoeft hij daarvoor niet
betaaldje worden, maar als dat niet gebeurt, dan
moet hij een behoorlijk salaris ontvangen, opdat hj'
voldoenden tijd' aan dat werk kan besteden. Toen
John vijftien was, nam 'Stephen's eenige zuster, mrs.
Mansfield met haar familie haar intrek te Melches-
ter Hall. De Mansfield's zijn zeer welgesteld, niet
zoo rijk als Stephen, maar toch zeer bemiddeld en ik
heb altijd gemeend, dat Charlotte en: John zeer goe
de vrienden waren.
Dat zijn ze ook, zei Margaret op zachten toon.
Maar toch weet ik zeker, dat de jonge mun
haar nooit het hof heeft gemaakt. Ik zou u dus
raden, juffrouw Margaret om daaraan, bij' het nemen
van uw groot besluit, in het geheel niet te denken.
Juffrouw Mansfield zal, in haar oprechte liefde voor
haar neef John, hem zeker gaarne aan u afstaan en
wel te^ meer omdat hij nooit een woord -gezegd heeft,
waaruit zij kon opmaken, dat hij haar liefheeft.
Zjn geheele leven is rein en vlekkeloos geweest, ten
gestadig uitgebreid.
's Lands welvaart, begunstigd door een opgewekten
ondernemingsgeest en verbeterde arbeidsvoorwaar
den, is belangrijk toegenomen.
Een krachtig streven naar zedelijke en geestelijke
verheffing heeft zich baan gebroken.
In wetenschap en kunst dingt Nederland met an
dere volken om den voorrang.
Het is Mijn innige wensch dat onder Gods zegen
vrede, vrijheid en voorspoed mogen bewaard blij
ven.
De eendracht van alle Nederlanders „zonder on
derscheid van rang of staat of van Godsdienstige ge
zindheid1" zij' ook in da toekomst de hechte grondslag
der nationale onafhankelijkheid.
Met het Nederlandsche Volk hoop Ik samen te
werken tot geluk vau het Vaderland.
WELHELMINA.
ALKMAAR, 21 November.
De proclamatie van H. M. de Koningin, aange
plakt ter plaatse waar zulks gebruikelijk is voor
heen werd een dergelijk stuk ook „van de puje der
raadhuizen" afgekondigd, doch dit zal in onze dagen
zeker nog maar bij uitzondering geschieden munt
behalve door de zuivere Nederlandsche taal, uit door
beknoptheid en puntigheid.
Zij mist alles wat zweemt naar een toast-stjl. Zij
is sober en daarin ligt juist haar kracht.
Het was een groote en kloeke daad) die in 1813
werd verricht door Gjsbert Kared van Hogendorp en
Adam Frans baron van der Duyn van Maasdam, toen
zij, daartoe vooral uitgenoocligd door graaf van
Limburg Stirum, met de officieren van de schutterij
het Hoog Bewind des land's op zich namen, tot de
Prins van Oranje hier in het Landl zou zijn gekomen
en de proclamatie uitvaardigden, waarop in die van
thans gezinspeeld wordt. Maar het vyas slechts de
daad van enkele karaktervolle mannen. En wanneer
wij op de eeuw, welke achter ons ligt, nog eens te
rugblikken dan ontmoetten we allereerst da misluk
king van een Kijk van Zeventien Gewesten, 'een te
leurstelling dlus, zij. het dan ook dat N oord-N eid'er-
iund daardoor sterker is komen te staan. Eerst, na
1818 echter ontluikt er nieuw leven. „Geen land,
schreef Thorbecke in 1860, „geen land stondl (in
1813) in zóó hooge, algemeen!© gunst; wij schenen, bj
de meest gelukkige vereeniging alitervoorwaardenvan
regt, orde en volkswelvaart, bestemd om een model-
minste voor zoover men dat kan weten. Hij' is het
allerbeste waard en als uw echtgenoot zou hij het
beste bereiken. Hj; moet den man van een edele
vrouw worden'; ik kan u niet zeggen, juffrouw Hand,
met hoeveel vreugde wij u verwelkomd hebben, want
u hadt O-1 zoo anders kunnen zjn.
Margaret's oegen vulden zich met tranen.
Dank u, dank u zeer, zei' zij. Zo.udt u het echter
zeer euvel d'uiden ais ik u nu verzocht heen t'e gaan?
Dit is dia laatste avond) en ik moet nog over zooveel
nadenken.
De berde heeren verlieten haar zonder een woord
te zeggen. Een lief schepsel, zei de een tegen den
ander.
Maar er is i-cts d'at haar hindert, dacht 'Reade.
Hij zei dat niet hardop, maar de gedachte daaraan
vervolgde hem in zjn droomen. Zij is de oprecht
heid zelf en toch is er iets, dat haar kwelt. W at kan
diat zjn? vroeg hij; zich af.
Dien nacht sliep Margaret bijna niet. Zj woelde
in haar bed' met brandende wangen en kloppend hart.
Als Charlotte er niet was, zou ik geen oogen-
blik aarzelen, zei zj bj zichzelf. Ik ben bang vo.or
haar en toch
Da morgen begon reeds aan te breken, het daglicht
viel vol in da kamer, toen zj eindeljk in slaap viel.
Zj' werd vroeg wakker en stond op; zj' was altjd in
Tasmania vroeg opgestaan, het lata opblijven in
Londen beviel haar niet. Hoe betooverendl Londten
ook is, ik kan niet tegen het Lomdensche leven, dacht
zj-
Zj' ging uit en maakte een wandeling. Toen zj
terugkwam vond! zj' het ontbijt op tafel. John Band
stond biji het venster en keerde zich dadelijk om; hj'
had een groot bouquet mooie lelies in zjn hand.
Het is nu Zaterdag, Margaret, zei hj. Wil' je
ze hebben?
Voor mjl? zei zj.
Voor jou, lieve.
Zj nam de bloemen aan, maar haar hand beefde
zoo, dat zj ze bjna liet vallen. John legde ze op de
tafel.
staat te worden. Men herinnerde zich onze groote
mannen, den Nederlandsehen ondernemingsgeest;
onzen invloed te land en op alle zeeën. Inderdaad
voorzag ieder ontluiking, verheffing eener lang ge
stremde kracht. Het tegendeel had' plaats."
Een groot d!eel der öeiuw is verdommeld en „de
herontwaking" 'van ons nationaal1 gevoel, de opbloei
der natie dateert eerst van den l'aatsten tijd;, de tijd
van Nieuw-lndiiië en Nieuw-Nederland, de tjd die
zoo krachtig is gekarakteriseerd door prof. van Vol
lenhoven, wanneer hj bjv. schrjtt't: „Zie naar land
en tuinbouw, handel en industrie, naar vogel- en
landsohapkennis, naar ingenieurswerk, muziek, mo
numentenzorg, tooneel, musea, zending, vakscholen,
bouwkunst voor elk terrein kunt ge verbetering,
•soms zelfs blakenden voorspoed en energieke mannen
noemen."
Maar er is teen Eransch spreekwoord), dat er aan
herinnert, hoe ide bloei dter landen vaak het begin is
van hun verval. Zullen we krachtig kunnen bijven,
dan is daarvoor in de eerste plaats nood'ig „de een
dracht van alle Nederlanders." Eh daarop vestigt
het Koninkljk woord, met een gelukkige aanhaling
van de proclamatie van 1813, in het bjzpnder die aan
dacht, „de eendracht van alle Nederlanders zonder
onderscheid! van rang of staat of van Godsdienstige
gezindheid."
Men moge den toon der proclamatie misschien
gaarne een nuance warmer en harteljker hebben ge-
bad, niet te ontkennen valt, dat zj' in sobere woor
den, niet onwaarschjnljk vrucht van overleg met
de raadslieden dier Kroon, voor h'et Nederlandlsche
volk, bj deze mjlpaal een schoone gedachte nog eens
duidieljk naar voren brengt.
De eendracht, van het land wj' denken aan de
gouden eeuw, aan de leuze van een Prins Hendrik,
die zich stelde boven de partijen en er naar streefde,
de verdraagzaamheid te bevorderen. Wj denken aan
1813 toen er geen patriotten en prinsgeizinden meer
waren en de gewesteljke verdeeldheden verdwenen.
De milde getest van verdraagzaamheid daar komt
het tenslotte voor de eendracht van het land' op aan.
Over en weer werd en wordt daartegen maar al te
vaak gezondigd. Maar die geest is toch conditio si
ne qua non voor een samenwerking tot geluk van het
vaderland. Die' geest moet nog dieper doordringen
in alle geledingen van het Nederlandlsche volk, opdat
tekortkomingen en afdwalingen steeds zeldzamer
worden.
H. M. de Koningin heeft meer dan eens getoond,
en niet lang geleiden nog zeer overtuigend, dat zj
diep doordrongen ie van dien geest.
Welnu, mocht die geest ook d'e partijen louteren en
hen bj handhaving van al het verschil er toe bren
gen, naar éénheid in het wenscheljke en mogeljke te
streven.
Zj de proclamatie van heden daartoe een spoor
slag te meerl
Margaret, kun je oiok maar een tiende van de
liefde voor mj voelen, die ik voor jou voeli?
'O, Johnl zei Margaret. Heb je mj met heel je
hart om mjzelve lief
Juist om je zelf en alleen om je zelf. In het
zelfde oogenblik, dat ik je voor het eerst zag, voelde
ik, dat ik je moest liefhebben en voordat de eerste
dag voorbj was, was ik daar zeker van. iSinds dien is
mjn liefde toegenomen. Zj vervult mjn geheele
wezen. Het geld komt niet in aanmerking, Marga
ret; kom tot mj' zondier eenig geld, kom tot mj tot
eiken prjsl Wees de mjnel O, Margaret, kun je
ook een weinig van mj' houden?
Ik bob je zoo innig lief, John, dat geldl daarop
niet den minsten invlooed kan hebben'.
Dan, lieveling, zjn we één, één. Dank God
voor Zjn groote goedheid 1 Margaret, ik ben je niet
waardig.
Zeg nooit weer, John, dat je mjner niet waar
dig bent, zei zj. Dat doet pjn ja, dat doet pjn.
Neem me zoo'als ik ben en wees goed voor mj' en
kus mj, John.
Hunne lippen vonden elkander.
VII.
HEISTER NïülGENT'iSl LAATSTE BKIEF.
^Mlargaret Rand was alleen. Het was middernacht.
Z j had een langen en vermoeienden dag achter zich.
Haar vriendeljke zaakwaarnemers en d'e Mansifields
waren haar komen gelukwenschen; de Mansfield's
waren opgebogen en zj zeiden dat ronduit. Mevrouw
Mansfield vroeg het jonge meisje of zjl bj deze ge
wichtige gelegenheid niet ials een moeder voor haar
mocht zjn.
Laat mj je helpen met je kleeren, lieve, en je
raad) geven. Spreek met mj alsof ik werkelj'k je
moeder was.
In Margaret's oogen blonken tranen.
O, wat ben ik u dankbaar I zeide zj. Ik heb
mjn moeder nooit gekend.
ROSITEN AiMBAGHTlS- EN BUEGERA'VOND
SCHOOL.
B. en W. stellen voor aan het Bestnur der Veree
niging „de Ambachtsschool voor Alkmaar en Om
streken," als beschikking op zjn adres, d.d'. 3 Octo
ber 1.1. te berichten, dat de Baad bereid! iisv
in het tekort op de kosten van bouw en inrichting
van de nieuwe schooi, daaronder begrepen de aan
koop van den grond, te voorzien door tan behoeve
van adressant aan te gaan een annuïteitsleening van
ten noogste i 18300, onder voorwaarde, dat aan de
gemeente dezelfde rente moet worden vergoed, wel'ke
door haar aan den geldschieter zal worden betaald,
terwj'll ook da kosten vallende op het siluiten dezer
Leening, komen ten laste van den adressant.
ONBEWOOND AARVEBKLABING.
B. en W. stellen den raad! voor te besluiten de wo
ning, plaat&edjk bekend 'Oudegracht, wjk D, No. 137,
bewoond' door A. Wj'khuizen en de woning, plaatse-
Ijk bekend Oudegracht, wjk D, No. 13©, bewoond
door A. Duin, onbewoonbaar te verklaren, met last
deze woningen te ontruimen binnen den tijd van zes
maanden na den1 datum van het besluit.
SUBSIDIE ALGE1MEENE BEWiAlMBSCHOOL.
B. en W. stellen den raad voor te besluiten aan het
Bestuur der vereeniging tot oprichting en instand
houding eener Algemeen® Bewaarschool te Alkmaar,
als beschikking op zjn adres d.d. 29 October 1.1., met
ingang van 1 Januari 1914, een jaarljksche subsidie
te verieenen uit d'e gemeentekas van 3000, onder de
navolgende voorwaarden:
lo. Het bestuur der vereeniging zendt jaarljks,
binnen drie m'aand'en na afloop van elk jaar de reke
ning en verantwoording van de ontvangsten en uit
gaven ten behoeve de.r school, ter goedkeuring aan
den Gemeenteraad' in.
2o. De subsidie wordt slechts dan en zoolang ver
leend, als de algemeene bewaarschool toegankeljk is
voor de kinderen van alle on- en minvermogende in
gezetenen, zonder onderscheid van godsdienstige ge
zindte.
3o. Aan een door den Gemeenteraad! uit zjn mid
den te benoemen persoon zal, desgevraagd, steeds in
zage moeten worden gegeven van alle boeken en
stukken, die op de school betrekking hebben.
4o. De subsidie zal kunnen wordten ingetrokken,
indien niet of niet behoorlijk aan de voorwaarden
sub 13 wordt voldaan en bj niet behoorljke exploi
tatie der school, een en ander ter beoordeeling van
Burgemeester en Wethouders.
5o. De subsidie wordt zonder eenige opzegging
ingehouden, zoodra de bewaarschool' of dei vereeni
ging te haxer instandhouding, ophoudt te bestaan.
VERBETERING VAN VOLKSHUISVESTING.
B. en W. stellen den raad voor te besluiten aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alkmaar" te
Alkmaar met vestiging eener 1ste hypotheek op de
onroerende goedteren der Vereeniging ten behoeve
van de gemeente Alkmaar en ten beloope van het te
verstrekken voorschot, een voorschot uit d'e gemeen
tekas te verieenen van 75000 of zooveel minder als
later bijken zal voldoende te zjn, ter bestrijding van
de door haar te maiken kosten van aankoop van grond
en in verband daarmede uit te voeren werken en van
het stichten van 40 woningen, onder voorwaarde:
Beschouw mj dan als je moeder, want ik heb
reeds jaren lang van ja John als van een zoon ge
houden.
Mjmheer Mansfield was bjna even vriendeljk als
zjn vrouw. Hj schoof het mooie haar van het jon
ge meisje een weinig naar achter en drukte een kus
op haar edel voorhoofd.
God zegene u, Margaret 1 zei hj. Gj' zjt een
zeer .gelukkige jonge vrouw; o, niet omdat gj rjk
zjt, maar omdat John Band uw man wordt.
Siuzette was in den zevenden hemel. Een bruiloft
moest zoo heerljk zjn, welk soort van bruidstaart
zou Margaret hebben en welk toiletje zou zj, Su-
zette, bj die heucheljke gebeurtenis dragen? Zj
d'anste en sprong in het rond! en kuste haar nieuwe
vriendin.
John zegt, dat je nu werkelj'k mjn nicht wordt,
zei zj. Je was dat reeds heel dieip in mjn hart,
maar nu zul je het echt zjn.
Margaret sprak dietn dag ondier meer menschen
ook Althéa Chester.
Ik kom slechts voor een ©ogenblikje, zei Mar
garet.
En je behoeft me niet te vertellen waarom je
komt, zei Althéa.
Baadt je het?
Ja. En ik verheug me zeer voor u beiden.
Wat ben je goed, Althéa. Ja, ik wordt zjne
vrouw. Het was een 'groote verzoeking een groo
te verzoeking en ik ben er voor bezweken.
Een verzoeking, begon mevrouw Chester. Doch
meer zei zj niet, zj keek bet meisje slechts aan;
Margaret's gezicht had zulk een eigenaardige, vreem-
dte uitdrukking. Mevrouw Chester vroeg haar ech
ter niet om een verklaring van haar vreemde woor
den.
Als ik aan mjn huweljk denk, dan denk ik ook
aan jou, ging Margaret voort, zondier zich bewust te
zjn, dat zj iets bjzonder® had gezegd. Jj moet tel
kens weken achtereen te Melchester Hiall doorbren
gen. Wij gaan Maandag met ons allen dat mooie
landgoed bezoeken. Ik zal het heerljk vinden, als
je daar dikwjls komt en d'an rust neemt.
Ik zal mj gelukkig voelen als ik bj je ben.
lieve.
(Wordt vervolgd).