DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No, 274 Honderd en v^jMende jaargang. M MAANDAG 24 NOYEMBEM. Graan- en Zaadmarkt. FEUILLETO N. De Ziel van Margaret Band. .)eze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en rustdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden vnor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Woensdag 24 December. Afhaling zakboekjes. Das Lied von der Glocke. RMAARSCHE C0ÜRA Burgemeester en Wethouders van Alkmaar bren gen ter algemeene kennis, dat de Graan* en Zaad- markt, welke dit jaar zou vallen op den gden Kerstdag zal worden gehouden op te voren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. KIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BEVOLKING. FIETER KOTGANS, gekomen van Helder, wordt uitgenoodigdzich ten spoedigste ter gemeente-secre tarie (afdeeling Militie en Landweer) aan te melden. De verlofgangers der^ militie die Imnne zakboekjes ter gemeente-Secretarie liebben Ingeleverd, worden nltgenoodlgd deze ten spoedigste aldaar te komen afhalen. AILKM1AKR, 24 November 1913. Er is heel weinig gebeurd deze week. De bladen vonden echter nog stof in d!e Balkam-aiangelegemhe- den. De Russische minister-president Kokofzef is nul. in Berlijn geweest en heeft zich daar zeer opti mistisch over d'en toestand) op het woelige schierei land uitgelaten. Hij' heeft gezegd), dat de mogendhe den hlet volkomen eens zijn over de Albaneesc'he kwestie en dat er wel niemand zal afwijken van het geen ter Londemsche conferentie besloten is. De ver standhouding tusschen Oostenrijk en Rusland, d'ie een oogenblik zeer slecht is geweest, noemde hij nu weer goed. De Duitsc'he 'bladen verzekeren, d'at het bezoek van dezen minister-president, aan Berlijn er toe bijgedragen beeft om dia betrekkingen tusschen Duitsohland! en Rusllanld te verbeterten. De Oo-stenrijik-sch-Hongaarsche minister van bui- tenlandsche zaken, graaf Bercbtold, heeft in de de legaties, welker bijeenkomsten door keizer Frans Jo zef met een optimistische troonrede werden ge opend), eveneens van vertrouwen in de toekomst ge sproken. Eindelijk heeft ook nog d!e Bulgaarsche minister Gennadiëf, het woord) gevoerd. Z'ijn rede was na tuurlijk mindler blijmoedig men weet, dat er in Bulgarije te vroeg gejuicht is en d'at op het hemel hoog juichen de stemming is gevolgd, die door het „ten too-de bedroefd)''" wordt aangegeven. Deze spre ker heeft de rampen, welke Bulgarije na een eersten oorlog tegen dte Turken getroffen hebben, afgewen teld' op het vorige kabinet. Er liepen detze week hardnekkige geruchten over bet voornemen van Tsaar Ferdinand om af te treden. Zij zijn tegenge sproken, maar bet is opgevallen, dat die Tsaar een lang bezoek aan Weanenl heeft gebracht en men denkt, dat keizer Frans Jozef of keizer Wilhelm wel een beslissendlen invloed zal uitoefenen op bet ber sluit van d'en blijkbaar regeeringsmoeden .vorst, die na dte teleurstellingen, welke zijn deel werden, bet (Wadruk vwrbode®). Roman van L. I. HJtADJEL 18) „Ik sluit bij dezen brief je eersten wissel van 'hon derd pond in, je moet die presepteeren bij een bank, die bet meest in je buurt is, waar bij zal gehonoreerd worden. Elke maand zal je een zelfde bedrag ont vangen en meer beste Margaret, als ja dat noodig bebt. John en ik beb'ben nog niet over onzen trouw dag gesproken, maar ik weet dat die spoedig zal zijn. De zaakwaarnemers zetten achter alles haast, het heeft hun een groote verlichting gegteven, dat ik 'ben gekomen. Ik heb somtijds met hen over Hester Nu gent gesproken of zij niet met mij naar Engeland is gekomen, en Lk heb mij daarover verontschuldigd, 'k heb zelfs gezegd, dat ik haar niet bijzonder graag mocht lijden. Dat do,e ik ook niet Margaret, werke lijk niet. „O, Margaret, heb je berouw? Spijt het je, dat je al dlit geld in mijn schoot hebt geworpen en mij je naam en je eigendom hebt gegeven'? Want als dat het geval' is, zeg dat dan, telegrafeer me als je dezen brief ontvangt en ik zalI mijn verloving verbreken, maar dote het vóór dat ik getrouwd ben, beste Marga ret, want ik kam later geen afstand van hem doen. Als ik eenmaal zijn vrouw ben moet je hem mij laten, Margaret, j© moet me het respect laten behouden dat hij voor mij heeft en zijn adoratie voor mij, d'ie ik als een schat diep in mijn hart bewaar I „God zegene je, Margaret 1 Ik tracht die dingen van uw gezichtspunt te beschouwen, tem ik vertrouw, dat God mij' zal) vergeven. Jiji hadti niet met hem kun nen trouwen, want je bent reeds gehuwd met' den uitverkorene van je hart. Denk er aan, zeer omzich tig te zijn als je mij) schrijft. Ik heb tot dusver nog gieen vernuftig plan bedacht op welke manner ik je bewind) niet ongaarne aan zijn'oudsten zoon zou wil len overlaten. Prins Wilhelm von Wied wordt steeds meer als nieuwe vorst van Albanië genoemd. Het heet, dat hij dadelijk den koningstitel! wil dragen, wijl zijn toe komstig rijk Vetell grooter is dan het aangrenzende Montenegro, waarover toch ook een koning regeert. Men denkt, dat da nieuwe koning reeds omstreeks Nieuwjaar zijn intrede zal doien. D© Fransche couranten hadden deze week verschil lende kwesties te behandelen. Daar was in de eerste plaats de hérvoxming van het kiesrecht, welke werd aangenomen, en welke o» m. beoogt invoering van evenredige vertegenwoordiging. Zoo heel gemak kelijk is het nog niet 'gegaan er waren 333 stem men voor en 212© tegen. De regeling en 'de toepas sing van het stelsel van evenredige vertegenwoordi ging schijnt heel wat moeielijker in de pxactijk dan in de theorie. Of zouden de legerbelangen van som mige afgevaardigden een woordje hebben meegespro ken? Verder vroegen die werkstakingen in bet Noorden de aandacht. Dte Fransche Senaat wilde d'en ac'ht- urendag niet en daarvan ia een staking 'htet 'gevolg geweest. De staking ia du-s niet veroorzaakt door een conflict tusschen werkgevers en 'werknemers, maar de houding van d'en Senaat is het stakingsmo tief. Men begrijpt, dat wanneer een dergelijke sta king zich veelvuldig herhaalt, op deze wijze buiten 't parlement een grooten invloed wordt uitgeoefend op da parlemeentaire zaken, dlat het zwaartepunt der wetgevende macht wordt geplaatst buiten het parle ment, dat feitelijk de wetgevende macht de wet w ordt voo r geschreven 1 Eindelijk had men de zaak-Faurie. Generaal Fau- rie beweert, dat hij op grond van valsche rapporten gepensionneerdl ia en een slachtoffer is van zijn po litieke denkbeelden. Hij' heeft een aanklacht bij den minister tegen enkele generaals ingediend en hot zal nu zeker wel blijken, in hoeverre politieke intriges nog altijd een groote rol in het Fransche leger ver vullen. Tenslotte spraken de Fransche bladen met groote voldoening over het voornemen, omtogen het einde dezer maand een Engel'seh-Turksche vlootdemon- stratie te houden, door een vloot van zooveel Fran sche en nog meer Engelsche slagschepen de wereld te verkondigen hoe machtig de entente-mogendihe- den toch wel zijn en waar feitelijk de heerschappij over de Middelandsche Zed berust! In Engeland verheugde men zich ook over deze de monstratie. Maar overigens had men weinig reden tot blijdschap. De toestand te Dublin is nog verre van gezond'. En in Natai ia ook opstand: onder 'aan voering van een Indiscb advocaat eiscben de koelies intrekking van de wet, welke ben burgerlijk onmon- dig verklaart en hen een belasting van 36 per hoofd oplegt. Het is tot botsingen gekomen en er is zelfs sprake van den staat van beleg. brieven zal ontvangen. Somtijds Mjkt bet mij goed, d'at je ze aan Althéa Chester adresseert, maar ik zal je dat nog wel meedleelen, als ik weer schrijf. Voor 't oogenblik kun je ze veilig naar hier zenden. „En nu zal ik je precies zeggen, wat ik van je ver lang. 'Het zal vier a aes weken duren vóórdat deze brief j|e bereikt. Indien je van opinie bent veranderd, teltegr'afeer dan bij ontvangst van dii't epistel slechts het Woordjj'e: „stdp." Ik zal dan weggaan en jij kunt je aanspraken laten gelden je kunt ten minste zeggen wie je bent Maar krijg ik na zes weken geen telegram met dat woordje „stop" dan' zal1 ik waar schijnlijk dadelijk na .dien datum met John in d'en echt treden. Dat is bet heerlijkste, waaraan ik kan denken; ik ben tegelijk bet gelukkigste en bet ramp zaligste meisje in dia wereld). Maar ik boud bet er toch voor, Margaret, dat i'k meer gelukkig idlan ramp zalig ben, omdat ik zoo innig, zoo oprecht van je houd en John, ol met heel mijn hart 'bemin. Ik z.al hem gjelukkig maken en een goede vrouw voor hem zijn, dat zal ik. „Elk© maand, Margaret, zul jij) je honderd pond ontvangen en meer als je dat wensch't, ten, Margaret, telegraf eer slechts dan „stop" als jij1 je heel ellendig gevoelt; laat alles, als dat kan, zooals 'hat is, want ik zou niet gaarne van John scheiden, ik hteb hem o, zoo innig lief. „Voor de laatste, de allerlaatste maal teeken ik mij, beste Margaret, bij' mijn ouden naam; Hester Nugent." Margaret las dén brief nog etens zorgvuldig over. Uit baar donkere, zachte oogen vilelten een paar tra nen op het papier. Toen vouwde ze hem dicht en adresseerde hem aan „Mrs. Gaythorne, 'The Bose Farm, St. Mary's country, Tasmania." De pendule 'op den schoorsteenmantel sloeg twee uur. Margaret wierp er een blik op. Opstaande be gaf zij zich zacht naar haar slaapkamer, die op baar zitkamer uitkwam, en trok daar een langen mantel aan, ook sloeg zij een doek om baar boofcL Zij ging die trap af naar de hall. Hett hotel was gesloten, Mexiko maar daar is geen touw aan vast te kno-open. Er is deze week heel wat over geschreven, doch het loont beusch de moeite niet er op dit oogenblik nog bij stil te staan. (Ingezonden). Woensdag, 20 Nov. e.k., zal door dte zangvereeni- ging „Toonkunst" 'bovengenoemde compositie1) van Max Bruoh uitgevoerd' worden, met begelei ding van strijkorkest en klavier. Hoewel dit werk reeds twee malen, in 1900 en 1906, alhier ten gehoore gebracht werd, geloof ik toch, dat „Toonkunst" niet verkeerd deed, met het nogmaals o>p het programma te plaatsen. Allen, die dit prachtwerk reödls één of meermalen hebbeni geboord, zullen met mij erkennen, dat dit juist een reden zal zijn, om bet nog vaker te willen hooren, om des te meer en des te beter van alle schoonheden van deze voortreffelijke en aangrijpen de muziek te kunnen genieten. De composities van B r u c b zijn nu eenmaal niet geschikt 'om terstond door minder muzikaal ontwikkelden genoten1 te kun nen worden; daarvoor zijn ze soms te moieielijk en te ingewikkeld: men motet ze meermalen hooren of me dia uitvoeren; maar dan ook begint men te voelen en te begrijpen, boe boog ze staan en hoe superieur ze zijn. Welk een bijna volmaakte overeenstemming be staat er tusschen de composities en den inhoud van den gekozen tekst, zelfs zóó, d'at men zich dez'en bij na niet meer gescheiden kan dienken van de muziek. Zeer treffend is ook dletze 'harmonie in „Das Lied von der Glocke." De tekst dezer compositie is het schoone gedicht van F. von Schiller, dlat aan hen, dia ook maar een weinig de Duitscb© taal verstaan, wel' biekend zal zijn; terwijl vele anderen zeer waarschijnlijk de ver dienstelijke vertaling van J. J. L. ten Hate wel zullen kennen. Het beeft als motto, bet opschrift van de Klok: j,Vivos voco. Mort u-os plango. Fulgu-ra fxango"2) weik motto door Bruch als „Inleiding" tot zijn com positie bewerkt is, dia verder bestaat uit 27 num mers voor soli en koer; het wer'k is n.l. geschreven voor 4 solostemmen in koor, zoowel vrouwen- en mannen- als gemengd koor. Van de solo stem men is vooral de Bas (Meister-sol'o) zeer omvangrijk en van groote beteekenis; terwijl ook de dirie andere een zeer belangrijke plaats innemen, in alle vier, betzij zelfstandig of vereenigd (Duet, Ter'zet, Quartet) al of niét samengaande met bet koor, door bet gansche werk, tot bet einde toe, een -beteekenisvolle rol ver vullen. Doch ook de koren beldeeden in d'it werk een voor name plaats, zoowel de zelfstandige, als die, ter aan vulling en begeleiding dier solo's-, zoodat deze compo sitie, met al 'baar eigenaardige moeielijkheden, die hierin, evenals in andere toondichten van Bruch, overwonnen moeten worden, voor al de uitvoerenden toch een dankbaar werk is. Door den „Meister1" (BasHsolo)' wordt ons in het gedicht bet geheel'e proces van bet gieten dear klok geschetst; de dichter laat hem daartoe sprekend en handelend' optreden het gansche verloop d'er wording, van af het modlelleeren van den leemen vorm en bet smelten en bereiden van d'e klokkenspijs, tot aan bet verbreken van dten vorm en bet doopen van het te voorschijn gebrachte kunststuk. Dit 'alles vertolkt de „Meistersolo" ons in negen Coupletten, te beginnen met: „Fest gemauert in der Erdlen Steht die Form, aus Behm gebrannt»" u. s. w. maar d!e portier, die in zijn 'stoel zat te dommelen, richtte zich verschrikt op, tioen bij Margaret zag. Wil u me uitlaten, als 'tu blieft? vroeg zij. Ik zou gaarne dezen brief (posten. Ik kan wel een van die jongens wekken, juffrouw, dam kan bij dlat* voor u doen, zei de man wel wat verbaasd. Neen, dank je, ik moet hem zelf in dte bus werpen. Er is een brievenbus op den boek van de straat juffrouw. Dank je. De man opende de deur en Margaret ging naar buiten. Hij1 bleef de slanke gedaante ©enigszins ver wonderd! nakijken, want hiji bad1 bet gevoel alsof bij voor baar zorgen, baar bewaken moest. Het was zeer stil op (Straat, heti was dan ook het stilste gedeelte van de vier-en-twintig uur. Hij 'kon die heëfl© straat 'overzien en Zag, d'at zij' bij d!ei brieven bus bleef staan, er iets in wierp en terugkeerde. M'et een stralend! gelaat glimlachte zij tegen hem 'en druk te hem een balven sovereign in idle band. Well bedankt, bet spijt me, dat ik je wakker ge maakt heb, z'eide zij. 1 Ik behoor niet te slapen, juffrouw. Dank u be leefd. Toen Margaret naar boven ging, volgde d'e man baar met zijn blikken totdat zij verdwenen Was. 1 Is bet niet zonderling, dat zij dien brief zelf op d'it uur naar de bus brengt? mompelde hij, en is zij niet het mooiste schepsel, dat mijn oogen ooit aanschouwd) hebben? Ik zou veel' voor zoo iemand doen. Natuurlijk gaat zij met dien beer trouwen en bij is goed genoeg voor haar en als ik d'at zeg, prijs ik hem zooals een man maar geprezen 'kan worden! Zij gaf me een halven sovereign voor het posten van dien brief 'k zou wel eens willen weten 'aan wien die was; wat zou er aan dé band' wezen, zou zij- wer kelijk gelukkig zijn? Gelukkig! Haar gezicht straalt alsof zij overvloeit van zaligheid Ik ben blij' met mijn halven sovereign en zal' mijn mond' houden, lief en eindigendie met d'e doopplechtigheid: „Herein! herein! Gesellen -alle, scbliesst dien Reiben, Daas wir die Glocke .taufend weihen! Concordia soli) ibr Name stein. Zur E'intracbt, zu herzinnigen Yereine Versammle sda die, liebende Gemeine." Voorkomende in no.. 25 van die partdtuur. Tijdens en tusschen da verschillende opeenvolgen de werkzaamheden, die tot bet gieten van die klok vareischt worden, dringen zich, in verband met d'e bestemming, die aan het edele kl'okkenmetiaal gege ven zal worden, allerlei gedachten aan den dichter op, en deze laat nu zijn fantasie! een sierlijke en booge vlucht nemen. Het zijn de schoone voortbreng selen dezer rijke, verbeven fantasie, die aan „Het Lied van da Klok" zijn verrukkelijk© schoonheid! en Zijn booge waarde verleenen. De componist laat dit gedeelte van dten tekst in hoofdzaak vertolken door -solostemmen1, en slechts voor een kleiner gedeelte door het koor; terwijl bij bierbij, ook bet -orkest en het orgel (piano)- een zeer belangrijke rol laat vervullen, om aldhia die heerlijke, goddelijke harmonie van het grootscihe geheel te Verkrijgen. Achtereenvolgens schetst die dichter ons verschil lende momenten, waarbij de klok haar roeping te vervullen beeft; zoo geeft bij in de eerste plaats een schildering van bet geheele menschelijk leven, van de wieg 'tot aan bet graf, in de verschillende perioden; bij laat het vrioolijk klokgelui hooren, als welkomst groet bij dte geboorte van het kind: „Denn mit der Fr-eude Fedexkl'ange Begrüsst'sie das geliebte Kind Auf -seines Leb-ens erstem -Gange," u. s. w. hij teekent ons den jongeling en de kuische maagd in bun tij-dper-k van ontluikende liefde en hartstocht: „O zarte Sehnsu-cht, süsses Hoffen, Der er-sten Liebe gold'ne Zei tl" u. s. w. laat de blijde torenklokken nooden tot het Echtal taar: „Denn wo das Strenge mit dein Zarteu, Wo Starkes sicb und' Mildes paarten, Da gibt es einen guten Klang." u. a. w. bij schetst den strijd om het bestaan, de moeielljk- beden in bet huwelijksleven: „Der Mamn musis binaus ln's feindlicbe Leben, Musa wixken und' streben," u. s. w. verder de tevredenheid 'bij bet zien van den voor spoed, in de vruchten van den arbeid en in dten ze gen des Hemels: „Und der Vater, -mit fr-ohem Bliek, V-on d'es Hauses wedtsehauenden Giebel Ueberzablet -sein blübend Gliick," u. s. w. maar -ook laat bij- de -brandklok baar somber en ang stig gebrom hooren, wanneer bet alles verwoestende hemelvuur have en -goed, de vruchten van dien arbeid, geheel tracht tie vernietigen: „Hort ihr's wimmern bocb vom Thurm, Das ist Sturm! Rot'h, wie Blut, 1st der Himmel; Das ist nicht des Tagea Glut!" u. w. terwijl biji den hierdoor getroffene zich Iaat troosten met de gedachte, -dat geen zijner dierbare panden bij d'en ramp zijn omgekomen: „Was Feuars Wuth ibm aueh geraubt, Ein s-iisser Trost ist ibm gebliében:" u. s. w. Hierop laat bij- -de klagende -doodsklok dreunen, zich parende aan bet 'treurige grafgezang, bij den dood van de dier'b'xe gade: „Von demi D-ome, sebwer und! bang. Tont die Glloeke Gralbgesang." u. e. w. juffie, voot zoo ver als ik betrokken ben in je nach telijken tocht, "k Weet niet anders als ik haar zie, -dan dat zij ©en oprecht», mooie jonge -d'ame is, 'k ben de laatste om kwaad te stokeru De man liet zich in zijn stoel neervallen en dutte weer in. Margaret was -spoedig in bed ©n droomde in baar slaap van John Randl VIIL WREED LEVEN, WREEDE WERELD. Charlotte -bleef de -geheele week uit logeeren, zoo- als zij van plan was geweest. In dien tijd bereikte baar bet 'bericht van het en gagement van J ohn Rantd met Margaret Rand van v-erschillende kanten en -beschouwd' van verschillen de gezichtspunten. Mevrouw Mansfiel'dl schreef baar dochter over -dat onderwerp bet volgende: „Je zult wel kunnen raden, wat ik je bebt mee te daelen, lieve Charlotte. 'Onze beste John is ver loofdmet dat mooie en bekoorlijke j'onge wezen. Ik kan je niet zeggen hoe gelukkig je vadler en ik diaar- over zij-n. Zij is even lief als mooi en zij- houden zoo innig veel van elkaar. Het is werkelijk als in een r-om'an. Hun liefde is zoo echt, zoo innig en onbaatzuchtig, dat volgens -alle xom-anwetten eigenlijk geen van bei den een -penny moest 'bezitten, terwijl' zij to-ch een van de rijkste paren in bet land' zullen zijn. Ik wou, d'at je beste oom bun geluk nog kon aanschouwen. Het huwelijk zal over zes weken gesloten worden. Wij vinden allen, d'at er geem reden v-oor uitstellen be staat. Je zul't ze beiden toch schrijven, Charlotte, he? Je heb-t altijd zooveel van John gehouden en ik weet, dat bij een -brief van jou op 't oogenblik zeer zal op prijs stellen. En Margaret zal zeker ook gaarne iets van je hooren. Z-ij beeft een mooi, ern stig, flink kara-kter, en zal zeker voor j'ou een aller liefste zuster worden. Vaarwel kindlief. Ik ben te opgewonden om meer te kunnen schrijven. Je al'tijd liefhebbende moeder." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1