DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van Houten's lil No. 275. Honderd ©m yijftiendo Jaargang. 1913 DINSDAG 25 NOVEMBER. Graan- en Zaadmarkt. EEUILLETO D© Ziel yan Margaret Rand. Afhaling zakboekjes Leze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Woansdag 24 December. BINNENLAND. 9 ALKMAARSCHE COURANT. J)it nummer bestaat uit 2 bladen Burgomeester en Wethouders van Alkmaar bren gen t«r algemsene kennis, dat de Graan-en Zaad- markt, welke dit jaar zou vallen op den 2den Kerstdag zal worden gehouden op te voren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. De verlofgangers der militie die hunne zakboekjes ter gemeente-Secretarie hebben Ingeleverd, worden uitgenoodlgd deze ten spoedigste aldaar te komen af kalen. ALKMAAR, 25 November 1913. D© koning van Bulgarije, Tsaar Peter, beleeft geen prettige dagen. Hij is in Weenen. Waarom? Niemand weet het. Hoelang blijft'hij er? Niemand' weet bet. Zal bij weer als vorst te Sofia terugkeegem Niemand weet bet. Zijn gezondheidstoestand! is niet in bet spel bij moet er uitstekend! uitzien en hem scheelt niets. Niet onwaarschijnlijk keert bij niet naar Sofia te rug, omdat biji niet durft. Er is in bet land1 een zeer sterke beweging tegen zijn persoon gaande. Een bladl beeft een sensationeel© mededeeling ge daan over de verhouding tu sac ben den koning en iden opperbevelhebber in den oorlog tegen de bond'genoo- ten. Tsaar Ferdinand 'zou op d'en 28sten Juni den op perbevelhebber Safoff ten paleize ontboden en hem bevolen hebben de Servische en Qriékseha legers aan te vallen. De heer Safoff weigerde dat, zich beroe pende op een beslissing van bet kabinet-Danef, 't welk hem juist den dag te voren had medegedeeld, dat Bulgarije de bemiddeling van Rusland aanvaard de. De koning handhaafde niettemin zijn bevel en den beer' Safoff zijn weigering. Den volgenden dag kwam de heer Dobrowits, ver trouwde van den koning, namens dezen den bevel hebber stellen voor de keuze, de Serviërs en Grieken 3an te vallen of zich, wegens vergrijp tegen de krijgs tucht, blootstellen aan straf, misschien aan de dood straf. Na ontvangst dier boodschap begaf de heer Safoff zich ten tweeden male naar het paleis en ver langde een 'geschreven en door d'en koning zelf on- dorteekend! bevel. De koning aarzelde geen oogen- blik en schreef eigenhandig de woorden: geef het leger bevel, over bet geheele front tot den aanval over te gaan. Zonder verder een woord te spreken, zou de heer Safoff het papier genomen hebben en er mee naar (Nadruk verboden). Roman va® L. I. MEAD®. 19) Charlotte wierp haar moeders brief, na dien ge lezen te hebben, op dien grond. Zij zei niets, maar haar gezicht kreeg een vreemde kleur, alsof zij in wendig hevig pijn gevoelde. Zij koos nu uit haar collectie epistels een uit, die door >een onvaste, kinderhand was geschreven. „O! Charlotte", schreef de kleine Suzette. „Ver beeld je eens, zij zullen samen trouwen -als man en vrouw en zullen samen wonen als vader en moesje. Misschien krijgen ze kleine meisjes zooals Ük ben, maar ik zal hun klein meisje zijn, totdat zij er een hebben geheel voor hun eigen; moesje vindt het godd. Is het niet verrukkelijk en is Margaret niet een lieve ling, lieveling, lieveling." De volgende brief was van Althéa Cchester. „Ik weet nauwelijks wat ïk je moet schrijven, lieve Charlotte, 'k Weet natuurlijk alles en dus ook wat dit voor je moet 'beteekenen. Mijn hart krimpt in een van medelijden met je en toch, beste kind, moet ik de waarheid zeggen. Datzelfde hart verheugt zich tevens met hen, want zij zijn beiden zoo waardig, zoo edied, zoo ver boven 't gewone. O Charlotte, ik wou dat i'k je in mijn armen nemen en je liefkozen kon, maar lieve, wij moeten dit soort van verdriet alleen dragen, met God om ons te helpen en naarmate wij de hulp van God vragen en die aannemen, in d'ie mate komen we over onze smart heen en worden daardoor beter. Je kunt d'us beter worden, Char lotte en daardoor tevreden. Wij komen, hoe langer wij leven, meer en meer tot de overtuiging, Charlot te, dat een leven van rechtschapenheid met Gods ze gen meer waard is dan wat men noemt een 'goed le ven en geluk. Steeds je vriendin, Al'thea Chester." Rp NA Cacao SIK**!/ het ministerie van oorlog zijn gegaan, vanwaar hij allen legerbevelhebbers telegrafisch last gaf, den 30 Juni, om drie uur 's morgens, den aanval te begin nen. Men weet, dlat deze oorlog zeer droevig voor Bul garije is afgelóopen, dat die krijgskans zich heeft ge keerd. Bet is mogelijk, dlat het gCheele verhaal verzon nen is. Maar dat een zoo direct tegen den persoon van den Vorst gerichte voorstelling wordt verspreid, is 'op zidhzelf al zeer teekenend. Het verhaal is tegengesproken. Er is gezegd, d'at de poging, om Tsaar Ferdinand verantwoordelijk te stellen voor de rampen, welke Bulgarije hdb'ben ge troffen, verkiezingspraktijken zijn. Het gaat er dan zeker Spaansch toe bij deze verkiezingen 1 Zou d'a in Weenen toevende monarch wellicht den uitslag afwachten en alleen dan te'rugkeeren, wan neer die uitslag gunstig voor de regeering is? Of lie ver, wanneer de meerderheid der kiezers zich uit spreekt tegen een zoo nauwe aansluiting tot Rusland als de koning verklaard heeft niet te wensehen? Het zou, indien deze veronderstelling juist ware, De laatste brief, dien Charlotte diem morgen ont ving, was van John zelf. „Ik heb 't gedaan». Chattie", schreef hij. „Zij is zoo engelachtig om er in toe te stemmen mijne vrouw te w-orden; neen, meer en dat is het won derbaarlijke,»zij wil niet met mij trouwen om het testament van oom Stephen, maar omdat zij mij lief heeft. Mijn lieveling beminde me dadelijk, evenals ik baar beminde. Is dat niet al te verwonderlijk? Kom spoedig terug, Charlotte, 'k Heb jou ook bij mijn groot geluk noodig, nichtjelief. Ik zou gaarne willen, dat je haar beter leerdle kennen, opdat je zoo van haar gaat houden als zij «dlat verdient. „O Charlotte I Ik heb nooit meer voor je gedaan dan nu, nu ik je die kans geef van een zuster1 te krij gen, zooals Margaret. Je liefhebbende neef John.'3 Go de zij dank, er is niet meer 'gewauwel te le zen, dacht Charlotte, terwijl zij de velletjes papier opraapte, die over den vloer lagen verspreid. Zij scheurde al de brieven in heel kleine stukjes en wierp die in de papiermand. Daar gaan droomen, voorspiegelingen en aller lei nonsens, mompelde zij bij. zichzelf. O, zei u iets tante Fanny? Ik merkte alleen op, lieve, dat je corresponden tie je ergernis schijnt op te wekken. Deze woorden werden gesproken door een vriende lijke dame met een niet zeer snugger uiterlijk, die, zonder eenige familie van de Mansfields te zijn, toch door hen nooit anders dan „tante Fanny" werd ge noemd. Naar haar was Charlotte gevlucht, toen zij Londen en de omstandigheden dlaar te benauwend voor haar vond. Tante Eanny was een gemakkelijk mensch, nooit nieuwsgierig, zeer goedhartig en dweepte met alle Mansfields, van den oudste tot dén jongste. Charlotte keek haar nu strak aan. In het diepst van haar hart was tante Fanny een weinig bang voor Charlotte, ofschoon zij dat niet wilde bekennen, zelfs zichzelf niet. Ik heb me niet geërgerd, zei Charlotte he'el vriendelijk. Men 'heeft 'mij een nieuwtje meegedeeld, zeker een allerzonderlingst gevolg zijn van het parle mentaire stelsel! Maar we moeten afwachten, hoe de uitslag der verkiezingen uitvalt. Keert d;e Tsaar vóór dien tijd niet terug, dan mag bovenstaande veronderstelling, hoe vreemd zij ook moge schijnen, wel als juist worden aangenomen. TWEEDE KAMER. Bij de voorzetting van de algemeene beschouwin gen over de afdeeling Justitie van de Indische be grooting, bepleitte de heer Schaper (S. D. A. P.) verbetering van de koelie-ordonnantie. De motie-M endels, ten aanzien van de sergean ten Iding en Deijsenroth, werd ingetrokken, nadat de Minister bad medegedeeld, dat le. dat een aanschrijving, als bedoeld werd in de tweede alinea, door den G.-G. reeds in Mei 1912, dus zes maanden vóór de eerste berechting der zaak tot den legercommandant was gericht met het ver zoek om die ter kennis te brengen van alle gewes telijke commandanten. Nog sprak de heer S a n n e s (S.D.A.P.) over de koeliewerving. 2e dat de Regeering niet mocht ingrijpen ter ieder op zijn eigen wijze en beschouwd! van zijn eigen standpunt. Mijn neef John Rand is het eens gewor den met dat meisje uit Tasmania en zij1 zijn van plan reeds over zes weken te trouwen. Wel, lieve tijd, Charlotte, riep tante Fanny uit, hoe aardig! Die jonge dame ia de erfgename, niet waar? Wat moet gij allen in uw schik zijn! Wel, ik weet het niet, tante Fanny. Ik geloof niet, dat ik bijzonder hebzuchtig hen, maar zoo juf frouw Rand geweigerd had met mijn neef te trou wen, dan zou ik Volgens het testament vijfduizend pond hebben geërfd); zooafs het nu is, 'krijg ik niets. 01 maar beste kind'! Vijfduizend pond! Zulk een bagatel! Denk aan John en zijn vooruitzichten. Hij is nu 'geborgen. Dat .schijnt hij ook te denken, hernam Charlot te. Hij heeft mij geschreven. John is niet alleen verliefd op het fortuin, maar o.ok op het meisje en het meisje is niet alleen verliefd op het fortuin, maar ook op hem. Verbeeld u zich eens zoo iets buitengewoons 1 Zij hadden elkaar moeten' haten, •dit geluk schijnt niet natuurlijk, niet bestaanbaar. Heb jij met dit meisje op, Charlotte? vroeg miss Lester. Charlotte glimlachte. Wel, tante Eanny, wat zal ik zeggen? Hoe kon ik anders dan haar allerliefst vinden? Als ik van een ander gevoelen was, dan zou ik van de grootste jaloezie beschuldigd! worden. Ik doe dus mee aan de algemeene 'loftuiting en aanbidding en werp mij aan de voeten vkn dlat Wonderbaarlijk mooie wezen, Mar garet Rand. Juffrouw Lester zei een volle minuut niets, zij dacht in dien tijd scherp na voor zulk een gewoonlijk niet oververstandig, goedhartig menschje. Na die veelbeteekenendle pauze sprak zij1: Ik kan het je nu evengoed meedeeden als later, lieve Ohattie. Ik verlang in de eerste jaren nog niet te sterven, maar als die tij dl aanbreekt, dat ik met God's goedheid van deze wereld naar een andere ga, dan zal al mijn geld jiou en de kleine Snzette ten deel vallen. Het is geen groot fortuin, lieve, maar je zult toch elk minstens twintigduizend pond krij- van de beroemde BESZ- en OY ERL AA'D-AUTOMOBIDLIM. Vertegenwoordiger C'arroHseriefabrikaiit, t Alkmaar. Een gebruikte PROEFWAGEN billijk te koop Telefoon 572. verwijdering van de beide sergeants uit het leger omdat het Regeeringsreglement haar verbiedt, zich te mengen ip zaken van Justitie en de ontzetting uit den dienst onder de bijkomende straffen behoort waarover de rechter heeft te beschikken terwijl ook verwijdering per brieve van ontslag reglementair onmogelijk was, 3e. dat in Indië de advocaat-fiscaal niet het recht heeft om een instructie tegen een officier te openen daar alleen de corpscommandant daartoe het initia tief kan nemen zoodat ook daaraan de Regeering niets kan doen. LIBERALE UNIE. Naar het Vaderland mededeelt, zal de algemeene vergadering van de Liberale Unie naar alle waar schijnlijkheid op 20 December te Amsterdam worden gehouden. Daar de heer Goeman Borgesius wegens zijn voorzitterschap van de Tweede Kamer ontslag heeft genomen als voorzitter en lid van het hoofdbestuur, zal deze vergadering geleid worden door den ondervoorzitter prof. mr. G. A. van Hamel. PROV. 'STATEN v. NOORD-HOLLAND. De eerste vergadering dier Prov. Statiën zal gehou den worden op Dinsdag 2 December, dan zullen de stukken in handen der verschillende commissie ge steld worden, de tweede vergadering op Dinsdag 10 December, ter behandeling der voorstellen. Gemengd nieuws. UIT SCHOORL. Zondagmorgen had in de N. H. Kerk te Groet de inwijding plaats van een nieuw aangekocht orgel. De voorganger der kerkelijke 'gemeente, Dis. Boeke, herdacht id'it feit ini een! welgekozen redfe. In 't eerste gedeelte daarvan deed hij' uitkomen hoe de muziek reeds in overoude tij'den, in verschiRende vorm, een rol beeft gespeeld in 't godsdienstig leven; hoe de muziek naast het woord reeds in de grijze oudheid, evenais nu nog, .die menischenziel' richt naar boven. Hoe bekrompen een onvolmaakt ook toen de inrich ting van een instrument moge zijn geweest, en hoe volmaakt 3t thans ook iswe hebben toch al tijd, der eeuwen door, behouden, d'e oude i'dee, diat is, 't brengen van harmonie in ons gemoed, 't uitstorten onzer gedachten in vroolijikheid of bij verdriet. En nu is dat oude wedier bezield door nieuwe gedachten wanneer1 wij onze oogen richten naar idlit orgel. De stedeling zal misschien opzien met minachting naar 't bescheiden instrument, 'd'och voor ons ge- meentemaren is 't, vervolgde ds. Boeke, ©en bewijs, zooals we bet daar zien, van wat eendracht en een goede wil' vegmogen dlaar alles door giften en voorschotten ia bijeengekomen; ook heeft een bijna haast uitsluitend voor dit! doel werkend zangkoor 't zijne er toe bijgedragen, terwijl, trots alle vroegere naijver der beide kerkelijke gemeenten, uit Schoorl de bijdragen, en Idat vrijwillig nog wel, tot ons kwa- gen. Je behoeft dua niet over dlie armzalige vijfdui zend pond' te treuren en John kan met zijn uitverko rene van zijn rijkdom genieten, zondier het gevoel te hebben, dat bij iemand benadeelt. Charlotte, d'ie voelde, dlat zij een kleur kreeg, sprong van haar stoel op en naar juffrouw Lester toegaande, legde zij haar hand! op haar schouder. Beste tantetje, zei zij. Ik dank u van gan&cher harte voor wat u heeft gezegd, maar geloof me, dat het mij niet om geld' te doen is, dat ik evenmin' iat van u als d'at van John verlang. Leef dus, als 't u blieft, nog heel lang. Miss Lester pinkte een piaar tranen weg. Je bent 'heel lief voor me, C'hattie, zei zij. Maar luister nu eens. Ik kan best begrijpen, di.t je met al die drukte en vreugde weer naar huis verlangt. Over zes weken een bruiloft? Wel, wel, wat zoudlen die lieve menschen voor huwelijkscadeau wensehen? Je moet mij helpen met iets zeer geschikts voor hen uit te kiezen, Charlotte. Neen, maar ik bedoel, dat je natuurlijk graag naar Londen terug gaat. Ik vind het heel begrijpelijk, als je mij vandaag of morgen verlaat, lieve. Dank u, tante Fanny, maar ik verzeker u, dat ik mijn bezoek niet verlang te bekorten. Ik ben voor een week gekomen en ik zal dien! tijd uitblijven als u mij wil houden. Behoef je d'at nog te vragen, kindlief? Het is altijd een genoegen voor me als een van julliei bij' mij logeert. Ik vond! het slechts mijn plicht je dit voor te stellen. Maar nu je blijft, mio,et ja mij met het huwel'ij'kscadtelau helpen. Ik dacht of een compleet stel van mijn oud' Sheffield ook welkom zou zijn. Mogelijk wel, antwoorda Charlotte op kwijnen den toon. Juffrouw Lester keek haar met eenige verwonde ring aan; zij had Charlotte nooit begrepen en zij voelde, dat zij diat op 't oogemblïk minder dan ooit deed. (Wordt vervolgd'.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1913 | | pagina 1