DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 280.
Honderd en yffMemd© Jaargang.
1913
IlANDAi
1 DECEMBER.
FEUILLETON.
De Ziel yan Margaret Band.
B I N N EN LA NEL
ALKMAAR
COURANT.
ALKMAAR, 1 December.
Na een lange zomervacantie heeft de Duitsche
rijksdag een aanvang gesmaakt met zijn winterarbeid.
Met de algemeen© beschouwingen over de begrooting
zal thans evenals in bet Nedlerland'sche parlement
worden begonnen. In d'e afgedoopen week hield
men zich onledig met allerlei interpellaties. De nieu
we minister van oorlog von Eaiken-hahn beeft gele
genheid gehad zich aan den Rijksdag voor te stellen.
Hij sprak over het gebeurde te Zabern op zeer ver
goelijkende wijze. De gebeurtenissen hebban hem in
het ongelijk gesteld. De toastamdi in de veel bespro
ken gemeente ia thans zeer ernstig en diat die minis
ter gisteren naar Donaueschimgen vertrokken is om
met den keizer een onderhoud! te hebben houdt daar
mede ongetwijfeld verband. Dat twintigjarig luite-
nantj© von Forstner heeft heel wat te doen gebracht
met zijn scheldwoord Wacke, dat wakebonn, vage
bond! beteakemt maar wel eens de historische beteeke-
nis kan krijgen welke ons woordl Geuzen heeft. Men
oordeele maar eens:
1. Opstootjes en schandaaltjes in het Elzasser Za
bern met politie- en gendarmerie-charges.
2. Protesten van het gemeente- en provinciaal be
stuur.
3. Interpellaties, protesten in de volksvertegen
woordiging van het Rijkstand.
4. Diplomatieke vortoogen met Frankrijk.
5. Interpellaties in dtem Rijksdag.
6. Dienstreizen van dien commandeerenden gene
raal naar Berlijn» Zabern en andere plaatsen.
7. Oneenigheden tnsschen de Elzas-Lotharingsche
landsregeering en de hoogere militaire autoriteiten.
8. Stadhouders- en ministercrisee in Elzas-Lotha-
ringen,
9. Afkondiging van den staat van beleg in Zabern
en omgeving, zoo niet direct, dan toch naar die feiten
te oordeelen.
10. Arrestaties van d'ertig burgers onder wie rech
terlijke ambtenaren en advocaten, die werden opge
borgen in kelders van d'e kazernes.
11. Protesten van den gemeenteraad aan den
Rijkskanselier, den Pruisischen minister van oorlog
en den president van den Rijksdag.
12. Nieuwe interpellaties in dien Rijksdlag.
13. Groote en gevaarlijke ontevredenheid in El-
zas-I -tharingen.
14. Een wereldschandaal.
Tot goed begrip van de laatste punten dienen we
even te verteilen welke ernstige incidenten er de
laatste dagen zijn voorgevallen.
In den loop van Vrijdagmiddag had luitenant von
Forstner zich op straat begeven» omringd door vier
soldaten met de bajonet op het geweer. De luitenant
kocht een pakje chocolade zijn militaire escorte
wachtte buiten. Hij dronk een kop koffie de ba
jonetten waren voor de deur van het café geplant.
Natuurlijk liep dit in het oog het had immers
veel van een uitdaging der bevolking. In den avond
riep een jongeman den luitenant een scheldwoord
toe en daar was het 'lieve leventje aan den gang.
Er werd door de straten een klopjacht gehouden. Er
kwamen menschen op straat en pl-otsteling verscheen
er een ander luitenant met 60 soldaten. Hij riep de
aanwezigen toe: „Wanneer ge niet gaat, laat ik
schieten.". De tamboer roffelde en het voorste gelid
knielde, gereed om te schieten, waarop dfe burgers
vluchtten. Inmiddels verscheen kolonel Reutter, die
liet arresteeren, wat er te arresteeren vilei. D'e aan-
(Nadruk verboden).
£era«K ven E. L 329JJD91
23)
Te midden der algemeene vroolijkheid, terwijl zij
als eten mooi standbeeld in den kring dier dansendé
bruidsmeisjes stond, kwam de gedachte aan een an
dere plechtigheid van nog recenten datum bij Mar
garet op. En op een stoel neervallend, verzonk zij
in gepeins. „Vraag en gijl zult ontvangen, klop en u
zal open gedaan worden." Was dat waar? Was het
mogelijk? Bestond er hoop voor iemand, die gezon
digd had? Die wil'de blijven zondigen? Die nu niet
meer kon t-erugkeeren?
Het werd stü' Ln de kamer. Ziji keerde haar, hoofd
om en zag dat de bruidsmeisjes met de kleine 'Suzette
waren weggegaan. De deur werd nu zacht geopend
en Charlotte trad binnen.
Wat doe je, Margaret? Je moest je trouwjapon
niet aan hebben met zu'lk een bedrukt gezicht.
Zette ik een bedrukt gezicht, Charlotte?
Dat nu juist niet, maar je keek toch treurig.
Ik dacht aan het verleden, zei' Margaret. Men
trouwt niet eiken dag. Ik zal morgen van heel veel
kinderlijks moeten afstand doen.
Dat zal wel maar je zult John krijgen!
Ja, o ja. Mar garet's o-ogen sohit ter dien.
Charlotte kreeg een gevoel alsof zij; zou stikken.
Zal ik je 'helpen met het uittrekken van die
japon? Het past niet d'at men zulk een toilet aan
heeft als men in zulk een gemelijke stemming bij
het vuur zit. Ik begrijp eigenlijk niet waarom moe
der met dit warme weer de kachel heeft laten aan'
leggen. Maar laat mij je japon nu losmaken.
Margaret stond op en Charlotte haakte vele ge
heimzinnige sluitingen los. Spoedig lag het mooie
gewaad in een hoop voor Margaret's voeten.
geh-oudenen werden in kolenhokken gestopt, alleen
van de rechterlijke ambtenaren n.'l.» twee rtechters,
een officier van justitie kreeg één 'n betere verblijf
plaats. En een militaire patrouille onder leiding
van luitenant von Forstner'doorkruiste d'e stad....
Algemeen was d'e indruk, dat de militaire macbt
onverantwoordelijk en onverstandig had gehandeld.
De gemeenteraad nam Zaterdag een motie aan,
die l'angs telegrafischen weg aan den rijkskanselier,
stadhouder, minister van Oorlog en het bureau van
den Rijksdag medegedeeld werd en waarin krachtig
geprotesteerd wordt tegen het feit» dat ongeveer
dertig rustige burgers door een militaire patrouille
zonder motief gearresteerd werden, in weerwil van
het protest der burgerlijke autoriteiten den nacht in
den kelder der kazerne moesten doorbrengen en eerst
den volgenden dag voor den burgerlijken rechter wer
den gebracht, die onmiddellTijk hun invrijheidstelling
gelastte.
De gemeenteraad gaf uitdrukking aan zijn veront
waardiging over het voortgezette optreden van kolo
nel Reutter, dat een hoon is voor de orde en uitda
gend in het openbaar is, en verzocht dringend de
noodige maatregelen te nemen om de burgerij' de
noo-d'ige bescherming te geven»
Het geval' is dus bovenmate ernstig. Zie hier wat
de Morgenpost er o.a. over schrijft:
„In Zabern moeten rechters en advocaten zitten.
De heer v. Forstner echter neit niet Die denkt niet
aan zitten-; maar die gaat, geëscorteerd door vier
man met opgestoken bajonet, chocolade koopen. Is
er wel een mooier, verheffender, grandioser aanblik,
dan een Pruisisch luitenant, vergezeld door vier man
met opgestoken bajonet, chocolade te zien koopen.
HurraHurra 11 Hurra 11
Wij hebben den kapitein van Köpenick beleefd.
Die historie was buitengewoon belachelijk. De histo
ries met den luitenant van Zabem zijn ook belache
lijk» maar zij zijn veell erger als het geval' van den ka
pitein van Köpenick. Wantl juist omdat zij zoo be
lachelijk zijn, en omdat de heele belachelijkheid ten
koste van het Duitsche aanzien gaat, daarom zijn ze
zoo tergend, zoo diep beschamend voor eiken vriend
van het vaderland.
En hoe lang moet het ergste van alle schandalen»
welke ooit beleefd zijn, nog voortduren? Laten we
het afwachten. Duurt het te lang, d'an' krijgen we
inderdaad nog den staat van beleg in Zabern. En
niet alleen in Zabern» maar in heel Elza-s-Lothaxin-
gen. En als het overige D'uitschland het met zulke
gevolgen der wijze, waarop de jonge von Forstner
het „voorrecht zijner 20 jaren" zoo als de minister
van oorlog zoo mo-oil zei-de uitoefent» niet eens is,
ook den staat van beleg in het overige Duitschland.
Dat de grondwet van Elza-s-Lotharingen in scherven
geslagen wordt, dat zal) in de algemeanJe herrie hee-
lemaal niet meer opvallen. En dat alles wegens de
onbetamelijke gezegden van den luitenant von Forst
ner, -die op twintitgj arigen leeftijd geen zorgen meer
voor zijn onsterfelijkheid heeft te hebben. Thans gaat
de onsterflijke luitenant van Zabern onder bescher
ming van vier man met -opgestoken bajonet chocola
de koopen en de Pruisische militairen trekken uit
o-m te oorlogen tegen teenige kwajongens, die zich
vrool'ijk maken over -den luitenant, die onder mili
taire dekking chocolade ko-o-pt"
9
Nu wij zo-o l'aing hebben stil gestaan bij, deze be
langrijke weekgebeurtenis, moeten we kort zijn ten
Charlotte beschouwde haar en zag hoe onberispe
lijk geëvenredigd haar slank, rijzig figuur was, hoe
volmaakt de rondingen, hoe b'lank en gevuld hals en
armen waren. En in de bitterheid van haar hart
riep zij woedend:
- De Almachtige is onrechtvaardig. Je had juist
zoo moeten zijn als ik.
Charlotte!
- Ja, dat zeg ik. Je hadt veel van mij' toen je een
kind was.
- Leek ik op jou toen jij' een kind was? Hoe kan
je dat zeggen?
Ik weet dat zeker. Moeder heeft portretten van
je, die genomen zijn toen je acht of negen jaar was.
Ze zijn in het oude al'bum. Ik heb ze nog voor een
paar dagen bekeken. Toen was je een leelijk meisje
met licht haar. Waarom ben je veranderd? Hoe kun
je veranderd zijn?
Je moet dan wel heele oude portretten bekeken
hebben. Portretten van iemand anders. Ik heb er
nooit zoo uitgezien.
Ik weet zeker, dat je er nooit zoo hebt uitge
zien, Margaret Dat heb ik ook tegen moeder ge
zegd maar zij was het niet met mij eens. Eén ding is
ten minste zeker en wel, dat toen oom Henry die
portretten aan oom- Stephen zond), hij vast overtuigd
was, diat het -die sprekende gelijkenissen van znjn doch
tertje waren.
- Ik zou ze gaarne eens zien, zei Margaret. Ik
heb nooit licht haar gehad en nooit sproeten, Toe
haal -die portretten; zij moeten bij vergissing naar
Engeland zijn -gezonden.
Uw vader, Heniry Rand; heeft ze gezonden. En
ik veronderstel, diat hij wist hoe zijn eigen kind er
uitzag.
Laat ze mij' als 't u blieft zien, Charlotte.
Op een andleren dag, nu heb ik geen tijd.
Margaret keek haar ernstig aan. De lichtblauwe
en de donkere oogen ontmoetten elkaar als die van
vijanden. Toen keerde Margaret zich langzaam om en
verliet de kamer.
-opzichte van de andere feiten. Wij herinneren er
dus slechts aan, dat in verschillende offioiedle rede
voeringen de Balkan-oorlog is herdacht, d'at de Ma-
tin de -geheime verdragen der Balkam-bondgenooten
vóór den -oorlog heeft gepubliceerd» dat in verband
daarmede waarschijnlijk Tsaar Ferdinand van Bul
garije Weenen overhaast heeft verlaten verleden
ja-ar -sloot hij verdragen o-m Oostenrijk-Hongarije
eventueel den oorlog te kunnen verklaren, thans
trachtte hij steun te vinden bij het keizer-koninkrijk 1
dat het Giieksch-Turksch© vredesverdrag doo-r
den Sultan bekrachtigd is en dat in Mexiko, de op
standelingen eerst bij' Juarez een overwinning heb
ben behaald» daarna de haven aan de westkust Ma-
zatlan hebben genomen en thans trachten de ooste
lijke haven Tampico in handen te krijgen» waardoor
de positie van den voonloopigen president Huerta
danig wordt verzwakt.
WATERSTAAT.
In de memorie van antwoord op hetgeen in -de af-
deeiingen der Tweede Kamer over die Waterstaatsba-
grooting is gezegd lezen we o.m.:
Omtrent het verzoek van het bestuur van het
hoogheemraadschap van d'e Hondsbossche en Duinen
tot Petten, tot overdracht van die op het Rijk rusten
de verplichting tot stroobepoting van een gedeelte
der onmiddellijk aan de Hondsbossche zeewering
grenzende duinen wordt overleg gepleegd met Ge-
dep. Staten van Noord-Holland, in verband met de
vroeger ter zake van de kustverdediging dier provin
cie met dit college gevoerde briefwisseling.
Overwogen wordt om op het derdie perron van het
Centraalstation te Amsterdam een wachtlokaal met
buffet, privaten en urinoirs in te richten. O-f aldaar
behoefte bestaat -aan een 'loket voor do-orgaande reizi
gers zal mede worden onderzocht in verband met d©
bestemming van dat perron.
Het 'bestaande vierde perron is een inrichting van
slechts tijdelijken aard, die bij de op handen zijnde
verbouwing van het station door een hetere zal wor
den vervangen.
Voor verbetering van bed station te Ho-om zijn bij
de H. IJ. S. M. plannen in' behandeling»
De minister is voornemens de traktiementsregeling
van de volgende categorieën postbeambten: Merken,
telefonisten, adsistenten, bestellers, kantoorknechts
en postboden, op wier belangen in het Voorloopig
Verslag wordt gewezen, nevens die van andere rangen
in nadere o-verweging ta nemen en de indiening van
een suppletoir© begrooting te bevorderen om de fond
sen voor de verbeteringen, welke hem noodig zullen
voorkomen, gezamenlijk aan te vragen.
HULDE AAN OUHMMINISTER TALMA.
In een gisteravond te Tilburg gehouden vergade
ring, belegd om hulde te brengen aan oud-minister
Talma, waren 1600 'leden van de deeHnemende 60 ver-
eenigingen aanwezig. Mr. dr. Jan van) Best, lid der
Tw-eede Kamer» trad! alls spreker op en een hulde-
adlres, onderteekend door alle voorzitters en secre
tarissen der deelnemende vereenigingen, werd voor
gelezen. Dit hulde-adlrea werd hedenmorgen namens
de 10000 deelnemers aan dien oud-minister overhan
digd. Op de vergadering van gisterajv-ond kon de
heer Talma niet tegenwoordig zijn.
Gemengd nieuws.
DE MOORD' OP HET KNAAPJE DE KLERK.
Dat harerzijidla d'e politie van Nieuwendam al het
mogelijke heeft gedaan, om de zaak tot klaarheid te
brengen, blijkt, zoo meldt het Hbld„ uit de omstan
digheid, dat ziji reeds geruimen tijd! geleden de aan
dacht dier Amsterdamsch© politie heeft gevestigd op
een individu, diat dezen zomer Nieuwendam onveilig
maakte. Het was een jongmensoh van ongeveer 24
jaar, wiens signalement wel overeenkwam met dat
door juffrouw Nibuwenburg verstrekt en die diezen
zomer eenige malen per week per rijwiel uit Am-
Zij- logeerde nu, op uitdrukkelijk verzoek van; Mie
vrouw Mansfield, bij de Mansfieïdls o-p hun 'bovenwo
ning. Zij zou daar 's morgens aangekleed! worden en
vandaar, alsof zij- Mevrouw Mansfielldf® ei-gen doch
ter was, naar de mooie kerk gaan, waar de plechtig
heid' zou pl'aats hebben, die haar voor altijd met John
Rand zou verbinden.
Dien laatsten dag van Margaret's meisjesleven,
trok het overige gezelschap er voor eenige uren op
uit» Margaret wenschte thuis te blijven.
Zij begaf zich met een hevig Moppend hart naar
haar kamer. Wat er ook mocht gebeuren, zij moest
die portretten vóór morgen in haar bezit hebben. Zij
gevoelde zich daaromtrent volstrekt niet op baar
gemak.
Het war-en natuurlijk portretten van de werkelijke
Margaret Rand. Zij herinnerde zich nog heel goed,
dat die werden genomen. Hoewel Margaret nu een
slanke, knappe jonge vrouw was, zoo was zij toch als
kind heel leölijik geweest.
Hoe goed 'herinnerde haar vriendin zich nog het
dunne, lichte haar en de Meine, diepliggende oogen.
Zij wist ook neg heel goed hoe zij er toen zdlf. had
uitgezien. Ziji was van denzelfden leeftijd, maar
slank met krullend zwart haar, een bleek gezichtje en
zeer groot©, donkere oogen. Zij was ook gephotogra
feard en haar vader was bijzonder trotsch op haar en
had haar bij Margaret vergeleken, en die vergelijking
was geheel! ten nadleele van het -andere meisje uitge
vallen.
Toen Margaret en Hester hun plannen in Mel
bourne hadden gemaakt, hadden zij volkomen het feit
vergeten, dat portretten van Margaret toen zij een
kind was, naar Elngeland waren gezonden.
De gewaande Margaret en gelukkige brnid zat nu
na te denken over hetgeen haar te doen etond.
Zij was wanhopig. Zelfs op gevaar af, dat zij
daardoor in ongelegenheid zou komen, moest zij die
oude portretten uit den weg ruimen. John mocht ze
nooit zien. Zij zou alles kunnen verdragen maar dat
niet.
sterdam kwam. Hij fietste in die buurt van Nieu
wendam rond, was daardoor goed op de hoogte van
de verschillende wegen aan den -overkant (wat de
moordenaar ook moet geweest zijhl) en had de -bevol
king van Nieuwendam tegen zioh ingenomen, door
dat hij telkens kleine jongens aansprak» 'Op niet
onduidleïijke wij-ze had men hem kenbaar gemaakt,
dat hij: maar liever niet meer in Nieuwendam moest
komen, en -sedert had men er hem ook niet meer ge
zien.
Het adres te Amsterdam van d'ezem man was aan
de Nieuwendammer politie bekend; zij heeft het aan
de Amsterdamsch© politie meegedeeld, doch sedert
heeft men te Nieuwendam niets meer van de zaak
vernomen.
BOND VOOR STAATSPENSIGNINEERING.
Aan het jaarboekje 1914 van dien Bond voor Staats-
pensioneering ontleent de N. R. Ort., dat in -October
jJ. de bond bestond uit 46-1 afdeelingen met 62.826
leden» voorts 300 algemeen© leden, samen 63.125 le
den, terwijl aangesloten waren1 118 bonden en veree
nigingen, tellende ongeveer 40.000 leden.
In October 19-12 telde de bond 396 afdeelingen met
50.535 leden» 300 algemeene leden, terwijl aangesloten
waren 114 bonden en vereenigingen met ongeveer
40.000 'leden.
Op het oogenblik telt de bond 15 districts-federa-
ties van afdeelingen en bovendien twee provinciale
federaties: Friesland en Gelderland.
MOlORD.
Onze Amsterdamsch© correspondent schrijft:
Zaterdagnacht één uur is de portier van de elec-
trische diamantslijperij1 »,De -Overtoom?' te Amster
dam vermoord en badende in zijn bloed gevonden bij
de brandkast van da fabriek.
De 56-jarige heer J. GL die Ruyter was- sinds 25
jaar aan die Overtoom werkzaam. Toen hij Zaterdag
avond uitbleef, ging een zoon, die om half een van
een zangrepetitie thuis was gekomen, naar de fa
briek. 't Hek» dat 's avonds steedis gesloten bleef, stond
wijd -open en toen in verband hiermee reedis aan iets
■ernstigs werd gedacht, werd da politie gewaar
schuwd. Langs een gang kwam men op het binnen
plaatsje, waarop de deur van 'het kleine fabriekakan-
toortja uitkomt. Voorzichtig sl-oop men het in som
bere duisternis 'liggende plaatsje over, -duwde de -deur
van h-et kantoortje epen en liet van -buiten af het
gedempte 'licht van den politieSlantaam naar binnen
vallen. Bij d'e nietgeo-pende brandkast lag het ziel-
looze, reeds verstijfde lichaam van den bejaarden fa-
brieksbewaker, het hoofd, waarin de ooigen tenhalve
gesloten, in een plasje bloed', getvloeid uit een gapen
de wonde in het achterhoofd!»
Justitie en recherche waren spoedig ter plaatse,
biji kunstlicht werden terstond foto's van het lijk ge
nomen, terwijl een tweetal! politiehonden lueht ge
geven werd aan een met bloed bevlekte handdoek,
waaraan de moordenaar zich had trachten te reini
gen. Het werken dier politiehonden leidde echter
niet tot een resultaat.
Of diefstal bepaald de drijfveer tot de laaghartige
daad was, kan op dit oogenblik zeer moeielijk met ze
kerheid worden vastgesteld. D© brandkas-ten vertoo-
nen geen sporen van geweld en zijn dlan ook niet ge
opend. De mogelijkheid is echter nilet uitgesloten,
d'at indien er geen persoonlijke wraakneming in het
spel is, de moordenaar» na het toebrengen van den
doodialijken slag, tot het besef van zijn VTeese'lijke
daar is gekomen en het doel, waarvoor hij zich in de
fabriek bevondl, opgevende, ijlings de vliicht heeft
genomen. Deze veronderstelling wint aan grond»
wanneer men weet, dat hij een. kistje met slechts wei
nig geld heeft medegen-omen en de justitie de inhoud
van den Zondagmorgen door haar geopendlen brand
kast onaangeroerd vond. Sterker nog word't deze
veronderstelling indien men weet diat de verslagène
een portemonnaie inhoudende 23 en eenige waarde
volle ringen bij zich droeg, terwijl zijn portefeuille
tevens gevuld was met vele geldswaardige -papieren.
Daarnaast mag zelfs de gedachte aan m-oord uitslui
tend uit wraak niet worden buitengesloten. De moord
Het was zeer stil in de bovenwoning. De meiden
waren in de keuken bezig. Al de Mansfields waren
uit. Clair, zooals Margaret haar handige kamenier
noemde, was aan het pakken en sorteeren der dingen,
die haar meesteres op haar huwelijksreis kon noodig
hebben. Clair zou niet met haar meegaan. Margaret
wilde die enkele heerlijke weken geheel alleen met
John zijn.
Margaret verliet haar kamer met het doel die por
tretten te zoeken. En zonder het minste gegeven te
hebben, waar zich die konden bevinden, had d-it wel
iets van het opsporen van een naald in een hooimijt.
Zij wilde echter met oordeel zoelken en twijfelde niet
of zij zou ze, zoo Charlotte ze ten minste niet achter
slot had' geborgen, wel viinden.
Zij wilde beginnen met de pl'aats, die het meest
voor de hand! lag. Zij had! een scherp instinct en
herinnerd© zich, dat toen Charlotte -dien middag over
de portretten sprak» zij onwillekeurig achterom had
gekeken.
Er bestond dus alle kans dat zij zich in die zooge
naamde „morgenkamer" bevonden, ih het vertrek
waar zij en de bruidsmeisjes db toilbtten voor de
trouwplechtigheid! hadden aangepast.
Het was een kleine kamer; mevrouw Mansfield
moeht daarin gaarne haar morgens doorbrengen. Al
les stond netjes op zijn plaats. Dat was het werk van
Charlotte, die een hekel aan de minste wanorde had.
Margaret keek nu om zich heen. Het vertrek was
fraai gemeubileerd maar het merkwaardigste meu
belstuk daarin was wel een ouderwetsche schrijflesse
naar, door Stephen Rand aan mevrouw Mansfield
geschonken en die vroeger een der hoeken van de
hall te Mel-chester Towers had versierd!. Het boven
ste gedeelte van dit -oud© stuk bestond uit boeken
planken» rondom omsloten door kleine, vierkante ge
slepen ruitjes. Dan kwam de eigenlijke lessenaar en
het ondbrste gedeelte was eetn. diep kastje, dat als
bewaarplaats voor allerlei schatten kon dienst doen.
(Wordt vervolgd.)